8.2 het socialisme
description
Transcript of 8.2 het socialisme
Karl Marx & Friedrich Engels: Communistisch Manifest (1848), Das Kapital (1867).
Ideologie: politieke ideeën of filosofie, vastgelegd in geschriften
Verbeteren van de positie van de arbeidersklasse door een revolutie te beginnen
Grondleggers
Socialisme (marxisme) in theorie
1. TegenstellingA. proletariaat:
arbeidersklasse, arm en zonder bezit
B. Bourgeoisie: rijke bezittende klasse
2. DoelIdeale, klasseloze samenleving waarin particulier bezit is afgeschaft en de productiemiddelen gedeeld worden.
Productiemiddelen grond & kapitaal in bezit van de bourgeoisie, factor arbeid wordt uitgebuit
3. MiddelMarx voorspelt dat het proletariaat uit armoede en ellende in opstand zal komen tegen de bourgeoisie:
Omverwerping kapitalisme, proletariërs grijpen de macht
Bezit afgeschaft, productiemiddelen in handen van de staat
Klassenloze maatschappij
Opkomst socialisme in Nederland 1870: economische crisis treft
voornamelijk de arbeidersklasse Sociale kwestie: slechte leef- en
werkomstandigheden + achtergestelde positie van de arbeiders
Liberalen: overheid mag de economische vrijheid niet beperken (laissez-faire)
Socialisme komt op voor belangen van de arbeidersklasse
Socialisme in praktijk1. Sociaal Democratische
Bond (SDB): opgericht in 1881 o.l.v. Ferdinand Domela Nieuwenhuis
1e Marxistische partij in de Tweede Kamer
Radicalisering na 1892: anarchistisch, anti-democratisch
Acties en stakingen om revolutie te ontketenen
2. Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP): opgericht in 1894 door Troelstra
gematigd marxistisch: reformisme
Doel: geleidelijke verbetering van positie van de arbeiders via het parlement