7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

56
Wijzigingen in DSM- 5 Dr. Hans van den Ameele / Dr. Bernard Vlieghe Stemmings- en angststoornissen

Transcript of 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Page 1: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Wijzigingen in DSM- 5

Dr. Hans van den Ameele / Dr. Bernard Vlieghe

Stemmings- en angststoornissen

Page 2: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Dr. Bernard Vlieghe

Angststoornissen

Page 3: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Hoofdstuk “ angststoornissen “ van de DSM- IV is opgesplitst in drie

hoofdstukken in de DSM- 5:

� Angststoornissen

� obsessieve- compulsieve en gerelateerde stoornissen (OCGS)

� trauma- en stressorgerelateerde stoornissen

van 12 naar 27 stoornissen

Angst, obsessieve- compulsieve stoornis en trauma in de

DSM-5

Page 4: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]
Page 5: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

1. Paniekstoornis worden gescheiden

2. Agorafobie

3. Specifieke fobie ( dier, natuur, bloed- injectie- verwonding, situationeel, anderszins )

4. Sociale angststoornis ( niet meer ‘ gegeneraliseerd ‘, wel ‘ performance only ‘ )

3-4: geen ervaring van overdreven angst nodig ( >18 jaar); duur van 6m voor alle leeftijden

5. Gegeneraliseerde angststoornis

6. Selectief mutisme nu leeftijdsonafhankelijk

7. Separatie- angststoornis EN minstens 6m voor volwassenen ( itt 4w)

3. Angststoornissen

Page 6: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

8. Angststoornis door een middel of medicatie

9. Angststoornis door een andere medische aandoening

Page 7: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

10. NIEUW: ‘ other specified ‘ angststoornis

vb. beperktere kenmerken dan bij specifieke angststoornis

11. NIEUW: ‘ unspecified ‘ angststoornis

vb. op dienst spoedgevallen

NIEUW: toevoeging ‘ met paniekaanvallen ‘ bij alle stoornissen (

negatieve prognose )

Page 8: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

� nieuwe hoofdstuk is gebaseerd op de visie dat de obsessieve- compulsieve

stoornis (OCS) gerelateerd is aan een aantal zogenaamde OCS-

spectrumstoornissen

� de DSM-5- commissie wil uitdrukken dat de overeenkomst tss OCS en de

OCGS groter is dan tussen OCS en de angststoornissen

� hoge mate van comorbiditeit van OCS met angst- en depressieve

stoornissen, tot wel 70%, is vertaald naar de positie van het hoofdstuk

4. Obsessieve – compulsieve en

gerelateerde stoornissen (OCGS)

Page 9: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

1. Obsessieve – compulsieve stoornis

� Nieuw: typering van de mate van inzicht: goed – redelijk- zwak-

afwezig ( waanachtige obsessies )

� Nieuw: tic- gerelateerde OCS

2. Trichotillomanie

� DSM- IV: onderdeel van ‘ impulscontrolestoornissen ‘

� Vermoeden van familiaal verband met OCS

Page 10: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

3. Morfodysfore stoornis ( stoornis in de lichaamsbeleving )

� DSM- IV: onder ‘ somatoforme stoornissen ‘, maar DSM- 5:

vermoeden van familiaal verband met OCS

� met typering van de mate van inzicht

� met extra typering ‘ met spierdysmorfie ‘ ( musculodysfoor )

NIEUW: 4-9:

4. Excoriatiestoornis

� huidpulken, leidend tot laesies

� Vermoeden van een familiaal verband met OCS

Page 11: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

5. Verzamelstoornis ( hoarding )

� DSM- IV geen apart onderdeel, als deel van OCS

� Maar: negatief beloop, moeilijk behandelbaar, frequent samengaan

met andere stoornissen ( oa ASS, psychose), zeer beperkt tot afwezig

inzicht

� Met typering van de mate van inzicht en met toevoeging met

extreem aankopen

6. OCS en gerel.st. door een middel of medicatie

� Vb. intoxicatie met stimulantia, metalen

Page 12: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

7. OCS en gerel. st. door een ander medische aandoening

� Vb. cerebellaire tumor die striatale schade veroorzaakt

8. ‘ Other specified ‘ OCS en gerel.st.

� Vb. obsessieve jaloezie; morfodysmofore stoornis met aanwezig letsel

9. ‘ Unspecified ‘ OCS en gerel. st.

� Vb. op dienst spoedgevallen

Page 13: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Reactieve hechtingsstoornis

� In DSM- IV: bij kinderpsychiatrische stoornissen

� DSM- 5: onderdeel van trauma- en stressorgerelateerde stoornissen

EN opsplitsing in:

1. Reactieve hechtingsstoornis

� DSM- IV: geïnhibeerde, emotioneel teruggetrokken type

� Eerder internaliserend

2. NIEUW: Gedesinhibeerde sociale engagementstoornis

� DSM- IV: ontremde, willekeurig sociaal type

� ADHD- like

5. Trauma- en stressor- gerelateerde stoornissen

Page 14: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

3. Posttraumatische stressstoornis

� Criteria voor volwassenen en kinderen > 6j

� Explicietere beschrijving van een trauma

� Geen subjectieve reactie op het specifieke traumamoment ( angst,

hulpeloosheid, afschuw) meer als criterium

� DSM- IV: 3 clusters: 1. herbeleving, 2. vermijding- afstomping en 3.

verhoogde prikkelbaarheid

� DSM- 5: 4 clusters: 1. herbeleving, 2. vermijding, 3. negatieve

veranderingen in gedachten en stemming en 4. verhoogde prikkelbaarheid

( + irritatie, woedebuien, gevaarlijk gedrag of automutilatie)

� Ontwikkelingssensitief: lagere drempels als < 18j

Page 15: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

3. Posttraumatische stressstoornis

� NIEUW: Criteria voor kinderen < 6jaar

� meer aandacht voor spel, nachtmerries, gedragsverandering,

verandering in stemming; minder aandacht voor angstreacties

� Clusters: ‘ Vermijding en negatieve veranderingen in cognities’

blijven samen itt criteria > 6j

Page 16: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

4. Acute stressstoornis

� Onderscheid in trauma- ervaring ( direct, getuige, indirect)

� Geen subjectieve reactie op het specifieke traumamoment ( angst, hulpeloosheid, afschuw) meer als criterium

� 9 van 14 criteria van herbeleving, negatieve stemming, dissociatie, vermijding en prikkelbaarheid

5. Aanpassingsstoornissen (DSM- IV: apart hoofdstuk )

� Heterogene groep stressklachten na stressor ( al dan niet traumatisch) ( vb. werk- of relationele problemen)

� niet meer als ‘ restgroep’ cfr DSM- IV

Page 17: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

NIEUW

6. ‘ Other specified’ trauma- en stressorgerelateerde stoornis

� Vb. persistente complexe rouwreactie

� Vb. beperktere kenmerken dan bij specifieke aanpassingsstoornis

7. ‘ Unspecified’ trauma- en stressorgerelateerde stoornis

� Vb. op dienst spoedgevallen

Page 18: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

� ons inzicht in de beschreven beelden wordt niet groter door ze zonder veel

consequenties opnieuw in te delen, te splitsen of samen te voegen

� de herplaatsing van OCS buiten de angststoornissen is enerzijds te

verdedigen, maar evenzogoed had men kunnen verdedigen dat deze

aandoening wel een plaats binnen de angststoornissen had moeten

behouden, gezien de angst, de onrust en de fobische component die we in

de klinische praktijk vaak zien, wellicht TE VROEG geweest deze herindeling

te maken

Reflecties

Page 19: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

� creativiteit van de DSM-5- werkgroep om niet één ( de ‘ niet anderszins

omschreven ‘- categorie van de DSM- IV) maar maar liefst twee restcategorieën

per hoofdstuk te bedenken is opmerkelijk:

Deze toevoeging laat zien dat de DSM- 5 op twee benen hinkt:

� Enerzijds zou het een stap in de goede richting moeten zijn op weg naar ziekte-

eenheden in de psychiatrie die gebaseerd zijn op hun eigen psychopathologisch

proces, symptomen, behandelbaarheid en beloop.

� Anderzijds lijkt deze oplossing slechts een praktisch, handig en simpel

aanvinksysteem dat bv door een ziektekostenverzekeraar gebruikt kan worden.

Dit is jammer en vormt een gemiste kans!

Naam Voornaam

Page 20: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Referenties

� American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental

disorders ( 4de, herz versie). Washington: American Psychiatric Association; 2000.

� American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental

disorders ( 5de versie). Washington: American Psychiatric Association; 2013.

� A.J.L.M. van Balkom, L. Gabriëls, O.A. van den Heuvel. Angst, obsessieve- compulsieve

stoornis en trauma in de DSM-5, Tijdschrift voor Psychiatrie, 2014, 1, 177- 181.

Page 21: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]
Page 22: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Dr. Hans van den Ameele

Stemmingsstoornissen

Page 23: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

� DSM-5: nieuwe opdeling in:

1. Bipolaire en verwante stoornissen dr. van den Ameele

2. Depressieve stoornissen

3. Angststoornissen

4. Obsessieve- compulsieve en gerelateerde stoornissen dr.

5. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Vlieghe

DSM-IV: ‘stemmingsstoornissen’ en ‘angststoornissen’

Page 24: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

classificatie– onderzoek, registratie

– groepen pat., universeel, statisch, descriptief, dichotoom, categoriaal, etiologievrij, atheoretisch

diagnose– begrijpen

– individueel, ’verhaal’, procesmatig, symptomen, ernst, stadium, verloop, oorzaken, onderliggende ziektemechanismen, context, dimensioneel, hypothese, theoretisch kader…

� behandeling, ‘zorgbehoeften’, prognose

DSM: ‘diagnostic’ ≠ ‘diagnose’

Page 25: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

� In de DSM(-5) lijkt ‘major depressive disorder’ of

‘depressieve stoornis:

een ‘natuurlijke’ ziekte-entiteit’

ipv een ‘domein diagnose’

�de DSM-5 biedt geen fundamentele verschuiving in de

richting van een goed gevalideerde psychiatrische

diagnostiek Ruissen 2014

DSM: ‘diagnostic’ ≠ ‘diagnose’

Page 26: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Names do not create illness forms;

they only comfort the doctors and impress the relatives’Menninger e.a. 1958

In de geneeskunde is het over het algemeen vanzelfsprekend om eerst

een diagnose te stellen, voordat men classificeert.

In de psychiatrie ligt dat anders. Daar wordt verschillend gedacht over

hoe diagnostiek en classificatie precies samenhangen van Yperen & Giel 1995

Page 27: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

de bipolaire stoornissen en de depressieve stoornissen

worden nu als aparte categorieën beschreven

beter gestroomlijnde classificatie van de bipolaire- en

depressieve-stemmingsstoornissen: definities van episodes

niet meer gescheiden maar als onderdeel van de stoornissen

nieuwe diagnoses: – disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

– persisterende depressieve stoornis

– premenstruele stemmingsstoornis

Het criterium ‘gemengde episode’ is verdwenen uit dsm-5 en

vervangen door de specificatie ‘met gemengde kenmerken’

Verschillen DSM-IV en DSM-5

Page 28: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

de bipolaire stoornissen en de depressieve stoornissen

worden nu als aparte categorieën beschreven

beter gestroomlijnde classificatie van de bipolaire- en

depressieve-stemmingsstoornissen: definities van episodes

niet meer gescheiden maar als onderdeel van de stoornissen

nieuwe diagnoses: – disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

– persisterende depressieve stoornis

– premenstruele stemmingsstoornis

Het criterium ‘gemengde episode’ is verdwenen uit dsm-5 en

vervangen door de specificatie ‘met gemengde kenmerken’

Verschillen DSM-IV en DSM-5

Page 29: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

nieuwe specificaties:

– met angstige spanning

– met gemengde kenmerken

psychotische symptomen ook bij lichte en matige ernst

het kenmerk dat wees op een ontstaan van depressie

post partum is gewijzigd in peri partum

rouwcriterium als exclusiecriterium is verlaten

de criteria voor een (hypo)manische episode werden iets strenger:

naast de stemmingsverandering gedurende minstens 4 dagen,

moet er nu ook sprake zijn van een duidelijke stijging in activiteiten

of energieniveau.

Verschillen DSM-IV en DSM-5

Page 30: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

nieuwe specificaties:

– met angstige spanning

– met gemengde kenmerken

psychotische symptomen ook bij lichte en matige ernst

het kenmerk dat wees op een ontstaan van depressie

post partum is gewijzigd in peri partum

rouwcriterium als exclusiecriterium is verlaten

de criteria voor een (hypo)manische episode werden iets strenger:

naast de stemmingsverandering gedurende minstens 4 dagen,

moet er nu ook sprake zijn van een duidelijke stijging in activiteiten

of energieniveau.

Verschillen DSM-IV en DSM-5

Page 31: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

niet anders omschreven (NAO) wordt vervangen door:

– andere gespecificeerd stoornis: met de reden waarom

– ongespecificeerde stoornis: zonder motivatie waarom

belangrijke psychosociale en omgevingsfactoren (vroeger as IV) en

beperkingen in functioneren (vroeger as V) afzonderlijk noteren

(classificatie los van psychosociale en omgevingsfactoren)

Verschillen DSM-IV en DSM-5

Naam Voornaam

Page 32: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Bipolaire-I-stoornis: 0,6% (12mnd) – 1% (life time) man/vrouw: 1,1:1

Bipolaire-II-stoornis: 0,3-0,8% (12mnd) – 1% (life-time)

Alle bipolaire stoornissen: 1,8%

Cyclothyme stoornis: 0,4-1% (life-time) man/vrouw 1:1

Disruptieve stemmingsregulatiestoornis: 2-5 % ?

Depressieve stoornis: 5,2 % (12mnd) vrouw/man 2:1

Persisterende depressieve stoornis: DSM IV dysthyme stoornis 0,5-0,9%

en chronisch depressieve stoornis 1,5% (12mnd)

Premenstruele stemmingsstoornis: 1,3% (12mnd)

Prevalentiecijfers bipolaire- en depressieve-stemmingsstoornissen

Naam Voornaam

Page 33: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Bipolaire-I-stoornis

Bipolaire-II-stoornis

Cyclothyme stoornis

Bipolaire-stemmingstoornis door een middel/medicatie

Bipolaire-stemmingstoornis door een somatische aandoening

Andere bipolaire-stemmingstoornis

Ongespecificeerde bipolaire-stemmingstoornis

Bipolaire-stemmingsstoornissen

Naam Voornaam

Page 34: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Een duidelijk herkenbare periode die gedurende minstens één week en

het grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig is met:– Een abnormaal en persisterend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming

– Een abnormaal en persisterend verhoogde doelgerichte activiteit of energie

B. Tijdens de periode zijn drie of meer van de volgende symptomen in

significante mate aanwezig (vier indien enkel prikkelbare stemming):1. Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grandiositeit.

2. Verminderde slaapbehoefte.

3. Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.

4. Gedachtevlucht of de subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn.

5. Verhoogde afleidbaarheid volgens de betrokkene zelf of door anderen waargenomen.

6. Toename van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie.

7. Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen.

Manische episode

Page 35: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

C. De symptomen veroorzaken klinisch significant lijden of beperkingen in

het functioneren.

D. De episode kan niet worden toegeschreven worden aan het fysiologisch

effect van een middel of een somatische aandoening.

NB: Een volledige manische episode die zich voordoet tijdens een

antidepressiva behandeling is bewijs voor classificatie manische episode

Manische episode

Page 36: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Een periode die gedurende minstens vier achtereenvolgende dagen het

grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig is met:

– Een abnormaal en persisterend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming.

– Een abnormaal en persisterend verhoogde doelgerichte activiteit of energie.

B. Tijdens de periode zijn drie of meer symptomen in significante mate aanwezig

(vier indien enkel prikkelbare stemming):

1. Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grandiositeit.

2. Verminderde slaapbehoefte.

3. Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.

4. Gedachtevlucht of de subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn.

5. Verhoogde afleidbaarheid volgens de betrokkene zelf of door anderen waargenomen.

6. Toename van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie.

7. Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen.

Hypomanische episode

Page 37: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

C. De episode gaat samen met een onmiskenbare verandering in het

functioneren.

D. De verandering in het functioneren kan waargenomen worden door anderen.

E. De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in het sociale of

beroepsmatige functioneren te veroorzaken.

Indien er psychotische kenmerken zijn -> manische episode.

F. De episode kan niet worden toegeschreven aan het fysiologisch effect van een

middel.

NB: Een volledige hypomane episode die zich voordoet tijdens een antidepressiva

behandeling is bewijs voor classificatie hypomanische episode.

Hypomanische episode

Page 38: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Vijf of meer symptomen zijn binnen dezelfde periode van twee weken aanwezig (dagelijks) met minstens een sombere stemming of verlies van interesse of plezier:1. Sombere stemming2. Verlies van interesse of plezier3. Significant gewichtsverlies of gewichtstoename zonder dieet.4. Insomnia of hypersomnia.5. Psychomotorische agitatie of vertraging.6. Vermoeidheid of verlies van energie.7. Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens.8. Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren.9. Recidiverende gedachten aan de dood of suïcideplanning / poging.

B. De symptomen veroorzaken significant lijden of beperkingen in het functioneren.

C. De episode kan niet toegeschreven worden aan het fysiologisch effect van een middel of een somatische aandoening.

Depressieve episode

Page 39: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

het criterium “de symptomen voldoen niet aan de criteria gemengde episode” uit DSM-IV vervalt en is vervangen door de specificatie ‘met gemengde kenmerken’

het exclusiecriterium rouwproces uit DSM-IV vervalt:

– NB: Bij aanzienlijk verlies (…) kunnen zich reacties voordoen die lijken op een depressieve episode. Op basis van het klinisch oordeel dient de aanwezigheid van een depressieve episode, naast de normale reactie op een aanzienlijk verlies, ook zorgvuldig te worden overwogen.

nieuwe specificatie ‘met angstige spanning’.– indien twee of meer van volgende symptomen: gespannenheid, onrust,

moeite met concentratie of piekeren, angstige verwachtingen en angst voor controleverlies.

Depressieve episode

Page 40: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Bij depressieve episode: minstens 3 (hypo)manische symptomen

Bij hypomanische en manische episode: tenminste 3 depressieve

symptomen

Indien gelijktijdig voldaan is aan de volledige criteria van manische en

depressieve episode moet de classificatie: ‘manische episode met

gemengde kenmerken’ toegekend worden.

Met gemengde kenmerken

Page 41: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

‘gemengde episode’ vs specificatie ‘met gemengde kenmerken’

Prim Care Companion CNS Disord 2014;16(2):

Page 42: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

het criterium “de symptomen voldoen niet aan de criteria gemengde episode” uit DSM-IV vervalt en is vervangen door de specificatie ‘met gemengde kenmerken’

het exclusiecriterium rouwproces uit DSM-IV vervalt:

– NB: Bij aanzienlijk verlies (…) kunnen zich reacties voordoen die lijken op een depressieve episode. Op basis van het klinisch oordeel dient de aanwezigheid van een depressieve episode, naast de normale reactie op een aanzienlijk verlies, ook zorgvuldig te worden overwogen.

nieuwe specificatie ‘met angstige spanning’.– indien twee of meer van volgende symptomen: gespannenheid, onrust,

moeite met concentratie of piekeren, angstige verwachtingen en angst voor controleverlies.

Depressieve episode

Page 43: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Minstens twee van volgende symptomen gedurende de meeste dagen:

– Opgedraaid of gespannen

– Uitzonderlijk rusteloos

– Moeite met concentreren door ongerustheid

– Vrezen dat er iets verschrikkelijks kan gebeuren

– Gevoel zelfbeheersing te verliezen

Licht (2), matig (3), matig-ernstig (4-5), ernstig (4-5 + motorische

agitatie)

Met angstige spanning

Page 44: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Er is minstens voldaan aan de criteria voor één manische episode.

B. De manische of depressieve episode(n) kunnen niet worden verklaard

door: een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een

waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of

andere psychotische stoornis.

Bipolaire-I-stoornis

Page 45: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Actuele of meest recente episode:

– (hypo)manisch, depressief

Licht, matig, ernstig

Met psychotische kenmerken

Specificeer:

– met angstige spanning, gemengde kenmerken. rapid cycling, melancholische kenmerken, atypische kenmerken, stemmingscongruente of stemmingsincongruente psychotische kenmerken, katatonie, begin peri partum, seizoensgebonden patroon.

Gedeeltelijk, volledig in remissie

Ongespecificeerd

Bipolaire-I-stoornis

Page 46: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Er is minstens voldaan aan de criteria voor:A. Eén hypomanische episode.

B. Eén depressieve episode.

B. Er heeft zich nooit een manische episode voorgedaan.

C. De hypomanische of depressieve episode kan niet worden verklaard door een

schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een

waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde

schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.

D. De depressieve symptomen of onvoorspelbaarheid door de frequente

afwisseling tussen perioden van depressiviteit en hypomanie veroorzaken

significant lijden of beperkingen in het functioneren.

Bipolaire-II-stoornis

Page 47: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Actuele of meest recente episode:

– Hypomanisch, depressief.

Specificeer: met angstige spanning, gemengde kenmerken. rapid cycling,

stemmingscongruente of stemmingsincongruente psychotische kenmerken,

katatonie, begin peri partum, seizoensgebonden patroon.

Beloop:

– Gedeeltelijk in remissie, volledig in remissie.

Ernst:

– Licht, matig, ernstig.

Bipolaire-II-stoornis

Page 48: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

Depressieve stoornis

Persisterende depressieve stoornis (dysthymie)

Premenstruele stemmingsstoornis

Depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie

Depressieve-stemmingsstoornis door een somatische aandoening

Andere depressieve-stemmingsstoornis

Ongespecificeerde depressieve-stemmingsstoornis

Depressieve-stemmingsstoornissen

Page 49: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Ernstige recidiverende driftbuien (temper outbursts) die zich verbaal en/of in

het gedrag manifesteren.

B. De driftbuien komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau.

C. De driftbuien treden gemiddeld drie keer of vaker per week op.

D. De stemming tussen de driftbuien is persisterend prikkelbaar/boos en door

anderen waarneembaar gedurende het grootste deel van de dag.

E. Vorige criteria zijn sinds één jaar of langer aanwezig, zonder geheel vrij te zijn

van symptomen gedurende drie of meer achtereenvolgende maanden.

F. De symptomen zijn in minstens twee van de drie settings (thuis, school,

leeftijdsgenoten) aanwezig en in ernstige mate.

G. De classificatie dient niet voor de eerste maal vóór de 6-jarige leeftijd of na de

18-jarige leeftijd te worden toegekend.

H. Op basis van de anamnese of door observatie kan worden vastgesteld dat

vorige criteria voor de 10-jarige leeftijd zijn begonnen.

Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

Page 50: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Sombere stemming gedurende twee jaar, gedurende het grootste deel van de

dag. (Kk ook prikkelbare stemming en minstens 1 jaar)

B. Minsten twee van vlg kenmerken: – slechte eetlust/te veel eten

– insomnie/hypersomnie

– weinig energie/vermoeidheid

– gering gevoel eigenwaarde

– slechte concentratie of moeilijk beslissen

– hopeloosheid

C. Nooit langer dan 2 maanden symptoomvrij

D. Criteria voor depressieve episode kunnen gedurende twee jaar continu

aanwezig zijn.

E. Er is nooit sprake geweest van een manische of hypomanische episode en er is

nooit voldaan aan de criteria voor een cyclothyme stoornis.

Persisterende depressieve stoornis (dysthymie)

Page 51: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

F. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een persisterende

schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een waanstoornis of een andere

gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere

psychotische stoornis.

G. De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan het fysiologisch

effect van een middel of een somatische aandoening

F. De symptomen veroorzaken klinische significant lijden of beperkingen in

het functioneren.

Persisterende depressieve stoornis (dysthymie)

Page 52: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

Specificeer:

– met angstige spanning, gemengde kenmerken, melancholische kenmerken, atypische kenmerken, stemmingscongruente of stemmingsincongruente psychotische kenmerken, begin peri partum.

Gedeeltelijk, volledig in remissie

Vroeg begin < 21 jr, laat begin ≥ 21 jr

Speficiceer

– zuiver dysthym syndroom

– persisterende depressieve stoornis

– periodieke depressieve epiodes met of zonder actuele episode

Licht, matig, ernstig

Persisterende depressieve stoornis (dysthymie)

Page 53: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

A. Tijdens de menstruatiecycli dienen minstens vijf symptomen aanwezig te

zijn in de laatste week vóór de menstruatie, die binnen een paar dagen

na het begin van de menstruatie afnemen en minimaal of volledig afwezig

zijn na de menstruatie.

B. Eén of meer symptomen dienen aanwezig te zijn:– Duidelijke effectieve labiliteit.

– Duidelijke prikkelbaarheid of boosheid of toename van interpersoonlijke conflicten.

– Duidelijke sombere stemming, gevoelens van hopeloosheid, gedachten van zelfdepreciatie.

– Duidelijke angst of spanning en/of het gevoel opgedraaid of opvliegend te zijn.

C. Eén of meer symptomen moeten daarnaast aanwezig zijn om een totaal

van vijf symptomen te bekomen.– Verminderde interesse in activiteiten.

– Subjectief ervaren moeite met concentreren.

– Lethargie, snel vermoeid of gebrek aan energie.

– Eetlust verandering

– Hypersomnia/insomnia.

– Het gevoel overspoeld te worden met emoties of zichzelf niet in de hand hebben.

– Lichamelijke klachten.

Premenstruele stemmingsstoornis

Page 54: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

D. Symptomen veroorzaken klinisch significant lijden of beperkingen in het

functioneren.

E. De episode is niet te verklaren door exacerbatie van een andere

aandoening.

F. De criteria moeten worden bevestigd door dagelijkse beoordelingsscores,

– Daily Record of Severity of Problems cf. Richtlijn premenstrueel syndroom NVOG

G. De symptomen kunnen niet toegeschreven worden aan het fysiologisch

effect van een middel of een somatische aandoening.

http://www.nvog.nl/vakinformatie/default.aspx

Premenstruele stemmingsstoornis

Page 55: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

de veranderingen bij depressieve- en bipolaire-stoornissen

zijn eerder beperkt

vooral ‘depressieve stoornis’ is een zeer heterogene groep

de nieuwe categorieën ‘disruptieve stemmings-

disregulatiestoornis’ en de ‘premenstruele stemmingsstoornis’

stemmen tot nadenken evenals het wegvallen van het

‘rouwcriterium als exclusie’

de nieuwe categorie ‘persisterende depressieve stoornis’

en de specificatie ‘met angstige spanning’ lijken zinvol

Tot slot…

Page 56: 7Presentatie DSM-5 Hans en Bernard.pptx [Alleen-lezen]

De DSM(-5)

– verkondigt geen ‘waarheid’, maar is eerder een ‘gids’

– geeft geen nieuwe ‘visie’

classificatie is noodzakelijk voor communicatie, onderzoek…

DSM classificatie ≠ diagnose

classificatie als diagnostiek gaat voorbij aan de realiteit van

de individuele mens met z’n psychisch/psychiatrisch lijden,

z’n voorgeschiedenis, z’n context, z’n zorgnoden…

Tot slot…