2015 JAARSTUKKEN - Gemeente Borger-Odoorn: Home2. het gerealiseerd resultaat afgerond € 1.876.409...
Transcript of 2015 JAARSTUKKEN - Gemeente Borger-Odoorn: Home2. het gerealiseerd resultaat afgerond € 1.876.409...
JAARSTUKKEN
GemeentGemeente Borger-Odoorn
Hoofdstraat 50
7875 AD EXLOO
Postbus 3
7875 ZG EXLOO
T 14 0591
F (0591) 53 53 99
Borger-Odoorn
2015
Inhoudsopgave
Deel I Algemeen 1 Leeswijzer en algemene inleiding 1 Samenvatting 2
Jaarverslag Deel II Programma’s 3 Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 4 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 10 Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 13 Programma 4 Onderwijshuisvesting 16 Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 18 Programma 6 Sociaal domein 22 Programma 7 Milieu 35 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 38 Algemeen A Algemene dekkingsmiddelen 42 Algemeen B Bedrijfsvoering 48
Deel III Paragrafen 49 Paragraaf A Lokale heffingen 50 Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing 56 Paragraaf C Kapitaalgoederen 69 Paragraaf D Financiering 78 Paragraaf E Bedrijfsvoering 81 Paragraaf F Verbonden partijen 87 Paragraaf G Grondbeleid 93
Deel IV Jaarrekening 103 Balans per 31 december 2015 104 Toelichting op de balans per 31 december 2015 106 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 129 Rekeningresultaat en toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 130 Wet Normering Topinkomens (WNT) 134
Deel V Sisa-verantwoording 136 Sisa-verantwoording 137
Deel VI Bijlagen 139 Interbestuurlijk toezicht 140 Lijst met afkortingen 144
Deel VII Controleverklaring accountant 147 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 148
Jaarstukken 2015 1
I ALGEMEEN
Leeswijzer en algemene inleiding Hierbij ontvangt u de jaarstukken 2015. Hiermee leggen wij verantwoording af over het financiële beheer en over het behalen van de doelstellingen uit de begroting 2015. De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag, de jaarrekening en de SiSa-verantwoording. De jaarstukken zijn opgesteld binnen de kaders van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Dit heeft gevolgen voor de indeling en opbouw van de stukken.
Het jaarverslag In de programmabegroting 2015 zijn per programma doelstellingen, projecten en actiepunten benoemd. In de vorige bestuursrapportages werd de voortgang aangegeven per april 2015 (T1 Bestuursrapportage I) en per september 2015 (T2 Bestuursrapportage II). Nu is voor alle projecten en actiepunten de stand per einde 2015 in beeld gebracht. Per programma wordt gepresenteerd: Doelstellingen 2015 Voor de duidelijkheid worden de doelstellingen (in samenvattende vorm) weergegeven. Producten De onder een programma vallende producten zijn opgesomd. Projecten, actiepunten 2015 In schema wordt de voortgang gepresenteerd. Hiervoor worden onderstaande kleuren gebruikt:
afgewerkt volgens planning niet volgens planning nog niet gestart
Indien de voortgang niet volgens plan verloopt, wordt dit toegelicht.
De jaarrekening Wij kunnen ons voorstellen dat u na het lezen van dit verslag benieuwd bent naar de kosten, of er budgetten zijn overschreden en hoe de gemeente er voor staat. In tegenstelling tot voorgaande jaren is de analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en het overzicht van baten en lasten opgenomen in het jaarverslag bij de diverse programma’s. Dit om de leesbaarheid te bevorderen. De toelichting op de balans wordt conform de BBV-regelgeving weergegeven in de jaarrekening. Bij diverse producten is een verschil ontstaan tussen begroot en werkelijk. De verschillen betreffende nog uit te voeren werken zijn ontstaan als in de bestuursrapportage 2015-II een ander bedrag hiervoor is geprognosticeerd, dan in het jaarwerk is geboekt. De verschillen die zijn ontstaan als gevolg van de doorbelasting via de kostenverdeling worden apart toegelicht. Verschillen van meer dan € 25.000 die daarna nog resteren worden nader toegelicht.
De SiSa-verantwoording De SiSa-bijlage is ook een onderdeel van de jaarstukken. Van het Rijk ontvangt de gemeente uitkeringen voor een aantal specifieke taken . In de SiSa-bijlage wordt hierover aan het Rijk verantwoording afgelegd. De bijlage wordt gebruikt voor het vaststellen en het financieel afrekenen van de ontvangen specifieke uitkeringen. Burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn
Jaarstukken 2015 2
Samenvatting Het rekeningresultaat Hieronder zijn de lasten en baten van de afzonderlijke programma’s weergegeven, inclusief de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties op de reserves. Hieruit blijkt dat:
1. het saldo van baten en lasten afgerond € 794.153 negatief bedraagt. Dit is het resultaat van de acht programma’s en de algemene dekkingsmiddelen.
2. het gerealiseerd resultaat afgerond € 1.876.409 positief bedraagt. Dit is het uiteindelijke resultaat dat is ontstaan na verwerking van de mutaties in de reserves.
In het onderdeel jaarrekening is een financiële analyse opgenomen van de afwijkingen in het resultaat ten opzichte van het verwachte resultaat in de tweede bestuursrapportage. Deze afwijkingen worden in het jaarverslag bij de verschillende producten toegelicht.
OMSCHRIJVING
LASTEN BATEN SALDO
Programma 1 Politiek, bestuur, burger 7.698.657 757.760 6.940.897
Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 4.749.902 356.757 4.393.145
Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 553.047 12.889 540.158
Programma 4 Onderwijshuisvesting 1.236.889 53.166 1.183.722
Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 5.985.627 561.114 5.424.514
Programma 6 Sociaal domein 35.487.016 7.707.234 27.779.782
Programma 7 Milieu 4.427.356 5.396.217 -968.861
Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 6.300.883 3.503.877 2.797.006
TOTAAL PROGRAMMA'S 66.439.377 18.349.014 48.090.362
Belastingen & lokale heffingen -6.500.480
Algemene uitkering gemeentefonds -39.021.725
Dividend -35.751
Saldo financieringsfunctie -1.986.348
Algemene lasten en baten 248.095
ALG. DEKKINGSMIDDELEN -47.296.209
Saldo onvoorzien 0
SALDO van BATEN en LASTEN 794.153
Mutaties reserves -2.670.562
GEREALISEERD RESULTAAT -1.876.409
JAARREKENING
2015
Jaarstukken 2015 3
II PROGRAMMA’S Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 4 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 10 Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 13 Programma 4 Onderwijshuisvesting 16 Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 18 Programma 6 Sociaal domein 22 Programma 7 Milieu 35 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 38 Algemeen A Algemene dekkingsmiddelen 42 Algemeen B Bedrijfsvoering 48
Jaarstukken 2015 4
1 POLITIEK, BESTUUR, BURGERS
Doelstellingen 1. Betere dienstverlening: - verbeterde directe dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen; - snellere afhandeling van brieven en klachten; - verbetering informatievoorziening aan burgers; - dienstverlening wordt beoordeeld als transparant, feitelijk juist, begrijpelijk, integer en klantgericht. 2. Grotere betrokkenheid: - grotere betrokkenheid van inwoners bij gemeentelijke ontwikkelingen; - afstand tussen burgers en bestuur verder verkleinen; - herkenbare en duidelijke beleidspunten; goede publieke verantwoording; - vergroten vertrouwen van burgers in het bestuur van de gemeente. 3. Bewerkstelligen van een efficiëntere en kwalitatief beter gebruik van de voorzieningen in onze gemeente. 4. Bevordering veiligheid en risicobeheersing in de gemeente. 5. Het handhaven en uitdragen van de Cittaslow-kwaliteiten van onze gemeente: ruimte, rust, authenticiteit en onthaasting. cluster
Producten 100 Gemeenteraad GRIF
101 Burgemeester en wethouders SECR 102 Griffie GRIF 103 Rechtsbescherming VSO 104 Bevolkingszaken SEM 105 Bestuurlijke ondersteuning SECR 106 Kabinet & representatie FAZ 107 Communicatie VSO 108 Verkiezingen SEM 109 Ontwikkeling vastgoed REAL 110 Openbare orde & veiligheid VSO 111 Brandweer & hulpverlening VSO 112 Rampenbestrijding VSO 113 Belastingen FBC
Jaarstukken 2015 5
Projecten, actiepunten 2015
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
105 Cittaslow; Handhaven en uitdragen van de Cittaslowkwaliteiten (leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit) van onze gemeente.
Self-audit t.a.v. de Cittaslowcriteria medio 2015, t.b.v. beter benutten Cittaslowkwaliteiten.
109 Kern & kader; effectief en efficiënt huisvesten maatschappelijke functies, betaalbaar houden van voorzieningen.
Kern en kader III: afronden. 31-12-2016
Kern en kader IV: sport uitvoeren (voetbalvelden, tenniscomplexen e.d.).
31-12-2018
109
Kern & kader, maatwerk; voorbereiden en implementeren maatwerkvoorstellen.
Exloo. 1-7-2015
2e Exloërmond. 31-12-2015
Ees . 31-12-2015
Drouwenermond. 31-12-2016
Valthermond-oost. 31-12-2016
110 Kadernota integrale veiligheid.
Opstellen nota.
Toelichting: 105 Cittaslow Had in 2015 door gebrek aan ambtelijke capaciteit geen prioriteit. 110 Kadernota integrale veiligheid. Vanwege vervanging griffier waren in 2015 substantieel minder uren vrij voor besteding aan de Oov-portefeuille; besteding is daarbij uitsluitend uitgegaan naar zo veel mogelijk continuïteit in de dagdagelijkse vraagstukken.
Jaarstukken 2015 6
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 8.372.843 417.617 7.955.226
Begroting na wijziging 8.483.548 1.114.176 7.369.372
Rekening 7.698.657 757.760 6.940.897
Verschil 784.891 356.416 428.476
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P100 Gemeenteraad 18.431 V 18.431 V
P101 Burgemeester, wethouders -2.823 N -2.823 N
P102 Griffie -39.721 N 1.531 -38.190 N
P103 Rechtsbescherming -3.991 N -3.991 N
P104 Bevolkingszaken 23.665 V 17.176 40.841 V
P105 Bestuurlijke samenwerking 10.937 V 10.937 V
P106 Kabinet, representatie -20.970 N -20.970 N
P107 Communicatie 17.387 V -469 16.918 V
P108 Verkiezingen -4.064 N -4.064 N
P109 Ontwikkeling vastgoed 677.481 V -378.837 298.643 V
P110 Openbare orde, veiligheid -4.079 N -4.079 N
P111 Brandweer, hulpverlening 111.007 V 4.184 115.192 V
P112 Rampenbestrijding -3.859 N -3.859 N
P113 Belastingen 5.491 V 5.491 V
784.891 V -356.416 428.476 VN
V
N
V
V
N
Jaarstukken 2015 7
Taakveld 100 Gemeenteraad
Verschil begroot en werkelijk product 18.431 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 18.431 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 101 Burgemeester, wethouders
Verschil begroot en werkelijk product 2.823 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 2.823 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 102 Griffie
Verschil begroot en werkelijk product 38.190 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 23.000 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 29.716 N
Restant te verklaren verschil 14.526 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 103 Rechtsbescherming
Verschil begroot en werkelijk product 3.991 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 11.551 N
Restant te verklaren verschil 7.560 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 104 Bevolkingszaken
Verschil begroot en werkelijk product 40.841 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 13.092 V
Restant te verklaren verschil 27.749 V
Toelichting: Het voordelig verschil betreft vooral de secretarieleges. Er zijn voor 80 huwelijken rechten betaald, terwijl er was uitgegaan van 50. In de raming voor leges burgerlijke stand was geen rekening gehouden met de uittreksels overlijdensakten via de uitvaartverzorgers, omdat deze niet via het kasregister binnenkomen, maar via een verstrekte jaarnota. Het aantal aangevraagde reisdocumenten wijkt nauwelijks af van de raming. Begroot waren totaal 4.700 (2.100 paspoorten en 2.600 ID-kaarten), werkelijk werden het totaal 4.760 (1.785 paspoorten en 2.975 ID-kaarten. Voor wat betreft de aantallen, in schema (voor de verschillende documenten gelden diverse tarieven):
Jaarstukken 2015 8
aantallen paspoort ID-kaart huwelijk burg.stand
raming 2.100 2.600 50 200
werkelijk 1.785 2.975 80 321
verschil - 315 + 375 + 30 + 121
Verder bleef het budget voor straatnaamgeving en huisnummering ongebruikt. Taakveld 105 Bestuurlijke samenwerking
Verschil begroot en werkelijk product 10.937 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 16.476 V
Restant te verklaren verschil 5.539 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 106 Kabinet, representatie
Verschil begroot en werkelijk product 20.970 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 1.782 V
Restant te verklaren verschil 22.752 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 107 Communicatie
Verschil begroot en werkelijk product 16.918 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.263 V
Restant te verklaren verschil 14.655 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 108 Verkiezingen
Verschil begroot en werkelijk product 4.064 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 21.000 N
Restant te verklaren verschil 16.936 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 109 Ontwikkeling vastgoed
Verschil tussen begroot en werkelijk 298.643 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 236.253 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 25.201 V
Restant te verklaren verschil 37.189 V
Jaarstukken 2015 9
Toelichting: Het voordelig verschil betreft vooral de stelpost voor vandalisme; de raming daarvoor is in één bedrag op dit taakveld vastgoed. De werkelijke lasten van vandalisme worden op het betreffende gebouw/taakveld geboekt. Taakveld 110 Openbare orde, veiligheid
Verschil begroot en werkelijk product 4.079 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 9.836 N
Restant te verklaren verschil 5.757 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 111 Brandweer, hulpverlening
Verschil begroot en werkelijk product 115.192 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 185 V
Restant te verklaren verschil 115.007 V
Toelichting: De Veiligheidsregio Drenthe heeft over het dienstjaar 2014 een positief exploitatieresultaat behaald van € 1,9 miljoen. Hiervan is € 1,5 miljoen terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Voor onze gemeente een bedrag van afgerond € 64.000 dat in de loop van 2015 is terug ontvangen. Ook is in het jaar 2015 duidelijkheid gekomen over de financiële verrekening tussen de VRD en de gemeente met betrekking tot uitvoering van de AOV taken. Deze onduidelijkheid vloeide nog voort uit de oude Service Level Agreement (SLA) afspraken tussen de gemeenten Borger-Odoorn en Emmen en de Veiligheidsregio. Uiteindelijke betekende dit een voordeel van afgerond € 35.000 ten opzichte van de raming. Verder bleek dat de gemeentebegroting niet volledig was aangepast aan de begroting van de VRD en dat de opgelegde efficiencytaakstelling aan de VRD hierdoor niet volledig was verwerkt. In de begroting 2016 zijn de ramingen aangepast aan de begroting van de VRD. Dit betekent dat het voordeel binnen dit taakveld in volle omvang een incidenteel karakter heeft. Taakveld 112 Rampenbestrijding
Verschil begroot en werkelijk product 3.859 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.705 N
Restant te verklaren verschil 1.154 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 113 Belastingen
Verschil begroot en werkelijk product 5.491 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 14.621 V
Restant te verklaren verschil 9.130 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 10
2 WEGEN, VERKEER, VERVOER
Doelstellingen 1. Het zo efficiënt mogelijk inzetten wegenonderhoudsgelden door middel van de door de raad
goedgekeurde prioriteringssystematiek. Prioriteit ligt bij de doorgaande wegen, kernontsluitingswegen en woonstraten.
2. De Denktank Plattelandswegen werkt aan creatieve oplossingen voor het wegwerken van onderhoudachterstanden aan plattelandswegen. Nagaan in hoeverre er een verfijning van de prioriteringssystematiek voor plattelandswegen mogelijk is. Trachten voor het wegwerken van deze onderhoudsachterstanden extra financiële middelen beschikbaar te krijgen.
3. Verlichting in het buitengebied terugbrengen naar minimaal niveau. Overgaan op duurzame en energiezuinige armaturen. 4. Het inrichten van de wegen conform Gvvp. 5. Parkeerproblematiek vrachtwagens binnen de bebouwde kom terugdringen. cluster
Producten 114 Wegen REAL
115 Verkeer REAL 116 Gladheidsbestrijding REAL 117 Afwatering & vijvers REAL
Projecten, actiepunten 2015
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
114 Reductie openbare verlichting buitengebied; reduceren lichtmasten in het buitengebied en het energiezuinig maken van de te handhaven openbare verlichting.
Inventariseren en controleren mastenbestand, fase 2.
1-6-2015
Uitvoering tweede fase. 1-6-2016
115 N34 aansluiting Exloo. Begeleiding. 31-12-2016
N34 aansluiting Klijndijk/Odoorn.
Begeleiding. 31-12-2017
Toelichting: 114 Reductie openbare verlichting buitengebied Gesprekken met de bewoners hebben geleid tot een compromis. Uitvoering kan plaatsvinden in voorjaar 2016.
Jaarstukken 2015 11
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Taakveld 114 Wegen
Verschil begroot en werkelijk product 272.591 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 294.773 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 92.799 N
Restant te verklaren verschil 70.617 V
Toelichting: Het voordelig verschil kan als volgt worden verklaard. Voor een groot deel ontstaat het voordeel door lagere kapitaallasten (onderuitputting). Verder resteerde een voordelig bedrag op de post klein onderhoud wegen (slijtlagen). Eind 2014 zijn werkzaamheden aan slijtlagen uitgevoerd. De intentie was om dit werk in 2014 en in 2015 uit te voeren. De dekking was geregeld over 2 jaar. Uiteindelijk is het werk uitgevoerd in 2014. In 2014 ontstond hierdoor een overschrijding en 2015 ontstaat hierdoor een onderschrijding. Over beide jaren gezien loopt deze post, voor dit werk, budgettair neutraal. Ook waren er dit jaar minder grondonderzoeken noodzakelijk en zijn de kosten voor de openbare verlichting lager uitgevallen dan geraamd. Overigens wordt deze laatste raming in 2017 nog herijkt naar aanleiding van de gehouden aanbesteding van het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Nadelig van invloed waren de hogere waterschapslasten en de hogere stortkosten bermafval (maaisel en snoeihout). Taakveld 115 Verkeer
Verschil begroot en werkelijk product 81.545 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 14.616 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 41.131 V
Restant te verklaren verschil 25.798 V
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 4.041.987 2.050 4.039.937
Begroting na wijziging 4.675.259 2.050 4.673.209
Rekening 4.749.902 356.757 4.393.145
Verschil -74.643 -354.707 280.064
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P114 Wegen -61.991 N 334.582 272.591 V
P115 Verkeer 61.420 V 20.125 81.545 V
P116 Gladheidbestrijding -59.208 N -59.208 N
P117 Afwatering, vijvers -14.865 N -14.865 N
-74.643 N 354.707 280.064 VV
V
V
Jaarstukken 2015 12
Toelichting: Het voordelig verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere kosten op de posten bebording/bewegwijzering en onderhoud abri’s. Door het hanteren van een terughoudend beleid met betrekking tot plaatsing en vervanging verkeersborden zijn de kosten gedaald. De daling van de jaarlijkse onderhoudskosten op abri’s is het directe gevolg van de aanpassing van 90 abri’s in de afgelopen 2 jaar (beter toegankelijk gemaakt). De aanpassingen zijn voor 100% gedekt uit subsidiegelden. Voor het onderhoud van de abri’s is een nieuw contract gesloten. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de halte (excl. abri) blijft bij de gemeente. Taakveld 116 Gladheidsbestrijding
Verschil begroot en werkelijk product 59.208 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 20.165 N
Restant te verklaren verschil 39.043 N
Toelichting: De ingeboekte bezuinigingstaakstelling (andere strooimethodiek, aanpassen routes) is niet gerealiseerd en er zijn meer materialen verbruikt voor onderhoud. Taakveld 117 Afwatering, vijvers
Verschil begroot en werkelijk product 14.865 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 15.737 N
Restant te verklaren verschil 872 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 13
3 HANDEL, RECREATIE, TOERISME
Doelstellingen 1. Het behouden / vergroten van de werkgelegenheid, waarbij het toerisme een belangrijke rol speelt. 2. Verbeteren van het ondernemingsklimaat. 3. Goede relatie met het bedrijfsleven. 4. Ondersteunen van projecten die de economie, het toerisme en de recreatie bevorderen. cluster
Producten 118 Lokale economie SEM
169 Recreatie, toerisme SEM
Projecten, actiepunten 2015 Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T
1 T2
T3
118 Uitvoering economisch beleidsplan.
Deelname aan Open bedrijvendag Drenthe.
1-1-2016
Bevordering (glasvezel)bekabeling buitengebied Drenthe: in samenwerking met gemeenten en provincie (die de lead heeft).
1-1-2020
Ondernemen in zwaar weer: ondersteuning regionaal ondernemers instituut (Roi).
1-1-2016
Bedrijfshuisvesting starters: campus Borger, invulling voormalige glasblazerij Borger.
1-1-2016
Organisatie Zzp-bijeenkomst voor lokale ondernemers.
1-3-2016
Samen met Drentse gemeenten deelname project Mkb vriendelijk(er) Drenthe.
169 Geopark. Participeren in agendacommissie Geopark: informeren en waar mogelijk verbinden van gemeentelijke ontwikkelingen (waaronder Cittaslow) met productontwikkelingen en activiteiten Stichting Geopark.
1-1-2016
Jaarstukken 2015 14
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
169 Uitvoering toeristisch recreatief beleidsplan.
Afstemming met en netwerkvorming via St. Bestemming Borger-Odoorn (lokale RT-beurs, Tip’s, brochure, relatie T&R en Cittaslow, opstellen toeristisch communicatieplan Borger-Odoorn).
1-1-2017
Updating T&R-beleidsplan: In BOCE-verband opstellen van regionaal T&R-beleidskader. Dit kader krijgt per gemeente vervolg in lokaal beleidsplan.
1-1-2017
In samenwerking met Emmen, Coevorden, Aa en Hunze en Hoogeveen opstarten project streekeigen ondernemen voor TR-sector.
1-6-2019
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 497.964 22.515 475.449
Begroting na wijziging 547.369 22.515 524.854
Rekening 553.047 12.889 540.158
Verschil -5.677 9.626 -15.303
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P118 Lokale economie -1.687 N -9.626 -11.313 N
P169 Recreatie, toerisme -3.990 N 0 -3.990 N
-5.677 N -9.626 -15.303 NN
N
V
Jaarstukken 2015 15
Taakveld 118 Lokale economie
Verschil begroot en werkelijk product 11.313 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 14.366 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 489 V
Restant te verklaren verschil 2.564 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 169 Recreatie, toerisme
Verschil begroot en werkelijk product 3.990 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 1.209 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 962 V
Restant te verklaren verschil 3.743 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 16
4 ONDERWIJSHUISVESTING
Doelstellingen Vergroten van het multifunctioneel gebruik van de gemeentelijke gebouwen ter voorkoming van leegstand. cluster
Producten 121 Onderwijshuisvesting JOS
Projecten, actiepunten 2015 Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T
1 T2
T3
121 Beleidsontwikkeling onderwijshuisvesting; beleidsplan onderwijshuisvesting.
Anticiperen op overheveling budget buitenonderhoud naar schoolbesturen.
1-7-2016
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 839.589 839.589
Begroting na wijziging 940.659 940.659
Rekening 1.236.889 53.166 1.183.722
Verschil -296.230 -53.166 -243.064
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P121 Onderwijshuisvesting -296.230 N 53.166 -243.064 N
-296.230 N 53.166 -243.064 N
V
V
Jaarstukken 2015 17
Taakveld 121 Onderwijshuisvesting
Verschil tussen begroot en werkelijk 243.064 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 128.502 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 24.931 V
Restant te verklaren verschil 139.493 N
Toelichting: Voor de huisvesting van drie scholen in Mfa's wordt een bijdrage verstrekt aan de schoolbesturen. In 2015 bedroeg die bijdrage (lasten) totaal ruim € 400.000. Dekking moet gevonden worden in de vrijval (lasten) van afgestoten oude schoolgebouwen. Zolang die ruimte er nog niet is, wordt vanuit de reserve Kern en kader aangevuld. Na overheveling van de rijksgelden voor buitenonderhoud van de gemeente aan de schoolbesturen resteert als budget (lasten) voor de verordening onderwijshuisvesting zo'n € 70.000, die gedeeltelijk is ingezet voor de huur van de units bij het VO te Borger. Verder is de gemeente huurder en onderverhuurder van het wissellokaal (€ 14.000 lasten en € 8.000 baten; beide niet geraamd) en is externe capaciteit ingehuurd (€ 49.000 niet geraamde last) en o.a. ook voor derden ingezet (€ 14.000 niet geraamde bate). Per saldo ontstaat een nadelig verschil, omdat de budgetten van vrijgevallen afgestoten schoolgebouwen gedeeltelijk (€ 153.000) op taakveld 109 Vastgoed worden geraamd.
Jaarstukken 2015 18
5 SPORT, CULTUUR, OPENBARE RUIMTE
Doelstellingen 1. Zorgen voor een adequaat sport- en beweegaanbod door organisaties te faciliteren die bij sport en bewegen zijn betrokken. 2. Het aanbieden van adequate sportvoorzieningen in onze gemeente. 3. Behouden en versterken van de karakteristieke opbouw van de dorpen. 4. Aandacht voor cultuurhistorische aspecten door behoud en versterking van karakteristieke (groen)elementen. 5. Het openbaar groen zo veel mogelijk onderhouden op onderhoudsniveau 3 (redelijk niveau). 6. Karakteristieke eenvoud en onderhoudsniveau 3 ook zo veel mogelijk aanbrengen in nieuwe woonwijken en nieuwe projecten. 7. Streven naar gebiedseigen beplanting en eenvoud in materiaalgebruik. 8. Streven naar een eenduidig kwaliteitsniveau binnen de gemeente. 9. Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma begraafplaatsen. cluster
Producten 128 Zwembaden JOS
129 Binnensport JOS 130 Buitensport JOS 131 Bibliotheek SEM 132 Kunst & cultuur SEM 133 Groene ruimte REAL 134 Begraven REAL
Projecten, actiepunten 2015
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
134 Renovatie begraafplaatsen; zorgen voor voldoende graf- en urnruimte en ontwikkelen van gemeentelijk beleid.
Opruimen graven.
Actualiseren grafadministratie; digitaal maken grafadministratie, zoeken (nieuwe) rechthebbenden voor graven.
Onderzoek rechthebbenden. 31-12-2017
Jaarstukken 2015 19
Toelichting: 134 Renovatie begraafplaatsen Uit het project actualiseren grafadministratie dient door onderzoek duidelijk te worden welke grafmonumenten wel of niet worden behouden. Pas daarna kan met het opruimen van grafmonumenten worden gestart.
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Taakveld 128 Zwembaden
Verschil begroot en werkelijk product 69.333 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 108.533 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 30.782 N
Restant te verklaren verschil 8.418 N
Toelichting: Op de exploitatie van de beide gemeentelijke zwembaden is een nadelig verschil ontstaan als gevolg van de tegenvallende kaartverkoop (baten) en meerkosten voor de inhuur van zwembadpersoneel (lasten). De afrekening 2014 van energielasten betreffende De Zwaoi (lasten) compenseert het nadelig verschil grotendeels.
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 5.551.479 559.542 4.991.937
Begroting na wijziging 6.495.123 559.542 5.935.581
Rekening 5.985.627 561.114 5.424.514
Verschil 509.496 -1.572 511.067
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P128 Zwembaden 112.566 V -43.233 69.333 V
P129 Binnensport 66.383 V 22.930 89.314 V
P130 Buitensport 50.625 V -4.442 46.183 V
P131 Bibliotheek 2.170 V 2.170 V
P132 Kunst, cultuur 46.196 V 46.196 V
P133 Groene ruimte 162.605 V 60.997 223.602 V
P134 Begraven 68.951 V -34.681 34.270 V
509.496 V 1.572 511.067 VV
V
N
N
V
N
Jaarstukken 2015 20
Taakveld 129 Binnensport
Verschil tussen begroot en werkelijk 89.314 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 37.464 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 32.780 N
Restant te verklaren verschil 84.630 V
Toelichting: Het voordelig verschil betreft vooral de afrekening over de jaren 2011 t/m 2015 van de huuropbrengsten van de sportzaal Valthermond. Verder was de raming van een inmiddels vervallen post per abuis in 2015 nog blijven staan. Taakveld 130 Buitensport
Verschil begroot en werkelijk product 46.183 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 37.149 V
Restant te verklaren verschil 9.034 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 131 Bibliotheek
Verschil begroot en werkelijk product 2.170 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.170 V
Restant te verklaren verschil 0 -
Toelichting: Geen verschil; geen verklaring. Taakveld 132 Kunst, cultuur
Verschil begroot en werkelijk product 46.196 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 9.139 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 15.599 V
Restant te verklaren verschil 21.458 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 133 Groene ruimte
Verschil begroot en werkelijk product 223.602 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 85.911 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 176.570 V
Restant te verklaren verschil 38.879 N
Toelichting: Voor het verkrijgen van subsidies voor groen dient ook de gemeente een substantieel deel bij te dragen. Hierdoor is extra geld uitgegeven aan bos & natuur. Daarnaast is voor de ondersteuning van de speeltuinverenigingen extra inhuur geweest. Het nadelig verschil betrof vooral bovenstaande kosten.
Jaarstukken 2015 21
De speeltuinverenigingen leveren een bijdrage aan de aanschaf van de speeltoestellen. Deze zijn niet begroot en dienen ter dekking van de aanschafkosten. Dit verklaart het verschil van de baten. Taakveld 134 Begraven
Verschil begroot en werkelijk product 34.270 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 2.279 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 77.757 V
Restant te verklaren verschil 41.208 N
Toelichting: Het nadelig verschil betreft de begraafrechten (baten). Ondanks het gelijk blijven van het aantal overledenen en het aantal begravingen en urnenbijzettingen daalt de opbrengst. De oorzaak hiervan is het minder verlengen van de grafrechten; de nabestaanden hebben dat vooral in 2009 t/m 2011 gedaan. De behoefte om te verlengen neemt af, of men wacht totdat gestart wordt met ruimen. Verder zijn in het verleden veel graven voor onbepaalde tijd (geschat 90% van de graven) uitgegeven; hiervoor worden geen grafrechten meer betaald, maar alleen nog het grafdelven. De uitgifte van graven en urnennissen wijkt van jaar tot jaar niet wezenlijk af. De raming van de opbrengst (primaire begroting) is in die jaren ook niet structureel aangepast. Incidenteel (2014) is in een tussentijdse bestuursrapportage afgeraamd. In schema:
aantallen 2011 2012 2013 2014 2015
overledenen 241 260 231 159 269
begravingen 75 66 74 59 73
urnenbijzetting 29 25 20 18 19
opbrengst begroot € 180.305 € 180.305 € 180.305 € 133.805 € 180.305
opbrengst werkelijk € 181.441 € 159.978 € 153.079 € 150.234 € 145.116
Verder is er een quickscan gedaan naar de cultuurhistorische waarde op de begraafplaatsen.
Jaarstukken 2015 22
6 SOCIAAL DOMEIN
Doelstellingen 1. Door middel van een integrale benadering (waarbij het gezin/het huishouden centraal staat)
oplossingen zoeken mét de cliënt, zo eenvoudig en zo lokaal mogelijk. 2. Daarbij gebruikmakend van de eigen kracht van burgers en hun omgeving. 3. Duurzame resultaten voor minder geld. cluster
Producten 122 Leerlingenvervoer SEM
123 Leerplicht JOS 124 Volwasseneneducatie SEM 125 Brede schoolsamenwerking JOS 126 Lokaal onderwijs JOS 127 Sportstimulering JOS 135 Inkomen SEM 136 Werk SEM 137 Minima SEM 138 Maatschappelijke zorg JOS 139 Nieuwkomers SEM 140 Sociaal cultureel werk JOS 141 Kinderdagopvang JOS 142 Wmo SEM 143 Volksgezondheid SEM 172 Jeugdhulp JOS 173 Economisch beleid SEM
Projecten, actiepunten 2015 Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T
1 T2
T3
125 Brede school; intensivering van de samenwerking en afstemming t.b.v. de ontwikkeling van het kind. (incl. Tijdbeleid; voor- en naschools aanbod 7 tot 7 arrangement).
Een tijdelijke procescoördinator Brede School (2014 en 2015).
1-4-2014
Project Intensivering samenwerking partners Brede school (2014-2015) onder begeleiding van de tijdelijke procescoördinator Brede School.
31-12-2015
127 Uitvoering project brede scholen, sport en cultuur (combicoach) en gezonde leefstijl. Kwaliteitsimpuls geven. Bevordering
Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs.
31-12-2017
Versterken lokale sportverenigingen.
31-12-2017
Organiseren naschools aanbod.
31-12-2017
Jaarstukken 2015 23
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
van gezonde leefstijl. Inzetten op preventieve interventies gezonde leefstijl (o.a. Mrt, fidkids, etc).
31-12-2017
136 Decentralisatie participatie (Participatiewet).
Herinrichting sociale werkvoorzieningen.
1-1-2018
Samenwerking met de zorg m.b.t arbeidsmatige dagbesteding.
1-1-2018
136 Re-integratie-verordening.
Opstellen verordening.
136 Regionaal arbeidsmarktbeleid.
Doorontwikkeling, met speciale aandacht voor de toeristische en recreatieve sector.
138 Transformatie jeugdhulp; ontwikkeling integraal beleid (Drenthebreed en intern) in samenhang met de andere transformaties.
Provinciale afspraken jeugdhulp monitoren.
1-1-2017
Borger onderdeel jeugdhulp in brede sociale domein.
1-1-2017
Transformatie jeugdhulp. 1-1-2017
Organiseren (sub)regionale Cjg-taken.
1-1-2017
138 Jeugdparticipatie; zoveel mogelijk jeugdigen (12-16 jr.) zijn bekend met onze gemeente en geven tips voor jeugdbeleid.
Digitale mogelijkheden voor jeugdparticipatie verkennen.
Oprichten van een jongerenraad.
1-1-2017
141 Wet Oké, VVE. Harmonisatie kinderopvang.
Zorgdragen voor kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
Afstemming onderwijs-kinderopvang-peuterspeelzalen
142 Beleid sociaal domein; transformatie.
Beleid dat te maken heeft met de transformatie uitwerken.
1-1-2017
Contracten met de aanbieders goed monitoren.
1-1-2017
Beleid ontwikkelen t.a.v. overgang Wmo 2007 naar Wmo 2015.
1-1-2017
Uitvoeringsbeleid ontwikkelen herindicaties i.v.m. overgangsrecht Awbz.
1-1-2017
Ondersteuning sociale teams/Kcc (o.b.v. verordening en beleidsregels).
1-1-2017
Overleg met zorgpartijen over de lokale mogelijkheden.
1-1-2017
Jaarstukken 2015 24
Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
142 Mobiliteit en voorziening. opstellen gemeentelijke visie t.a.v. integrale vervoersmogelijk-heden, gericht op optimale mobiliteit voor alle inwoners van onze gemeente.
Onderzoek integratie vervoersstromen.
1-1-2018
Verdere uitwerking op basis van een totale vervoersmatrix door integrale denktank.
1-1-2018
Efficiënt doelgroepenvervoer (Wmo, leerlingen, etc.).
1-1-2018
143 Opstellen gezondheidsnota.
Opstellen nota 2013-2017. 1-8-2015
173 Uitvoering economisch beleidsplan.
Actieplan ambachteconomie (in samenwerking met Ovbo): netwerkvorming in relatie met arbeidsmarkt en onderwijs.
1-1-2017
Ondernemersplein Drenthe: structureren, uitbouwen regionale samenwerking in kader sociaal-economische ontwikkeling ZO-Drenthe. In kader van regionale kennisinnovatie (kennispoort) deelname aan project om grensoverschrijdend (Duitsland) toerisme te bevorderen.
1-1-2017
Toelichting: 127 Uitvoering project combicoach Inmiddels maakt ook het stimuleringsprogramma Gids (Gezond in de stad) deel uit van het project Gezonde Leefstijl. 138 Jeugdparticipatie Op initiatief van een jongere is in 2014 een start gemaakt met een jongerenraad. Aan het eind van 2014 is de jongere verhuisd en is het initiatief van een jongerenraad daarmee komen te vervallen. Met de jongerenwerker is in 2015 gekeken of er vanuit de overige geïnteresseerden alsnog een jongerenraad kon worden opgericht. Dit heeft in 2015 niet geleid tot een jongerenraad. 142 Mobiliteit en voorziening Het project mobiliteit en voorzieningen is per 1 januari 2016 verankerd in het publiek vervoer model. Dit houdt ook in, dat alle concessies tot 1 januari 2018 zijn verlengd. Dit betekent dat alle 35 gemeenten en de beide provincies Groningen en Drenthe in 2016 kosten voor aanbesteding gaan maken.
Jaarstukken 2015 25
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 34.259.743 6.862.047 27.397.696
Begroting na wijziging 37.359.290 7.666.321 29.692.969
Rekening 35.487.016 7.707.234 27.779.782
Verschil 1.872.274 -40.913 1.913.187
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P122 Leerlingenvervoer -13.240 N -2.462 -15.701 N
P123 Leerplicht -3.848 N -3.848 N
P124 Volwasseneneducatie 71.700 V -72.681 -981 N
P125 Brede schoolsamenwerking 22.186 V 22.186 V
P126 Lokaal onderwijs -45.827 N 13.782 -32.045 N
P127 Sportstimulering -28.820 N 25.612 -3.208 N
P135 Inkomen 494.230 V 78.245 572.475 V
P136 Werk 166.293 V 21.855 188.148 V
P137 Minima 382.631 V -13.508 369.124 V
P138 Maatschappelijke zorg -4.205 N 29.570 25.365 V
P139 Nieuwkomers -11.588 N 18.000 6.412 V
P140 Sociaal cultureel werk 43.380 V -2.108 41.272 V
P141 Kinderdagopvang 1.625 V 1.625 V
P142 WMO 615.375 V -55.392 559.983 V
P143 Volksgezondheid 35.715 V 35.715 V
P172 Jeugdhulp 151.892 V 151.892 V
P173 Economisch beleid -5.226 N -5.226 N
1.872.274 V 40.913 1.913.187 V
N
N
V
V
N
N
V
V
V
V
N
V
Jaarstukken 2015 26
In de sturingsnota 'Anders vasthouden' worden de bestuursrapportages en de jaarstukken genoemd als informatiebronnen voor de gemeenteraad om de voortgang in het sociaal domein te volgen. De bestuursrapportages van 2015 gaven al aan dat dit jaar een bijzonder jaar was. Enerzijds werden de nieuwe taken en bestaande ‘oude’ taken voor het eerst volop uitgevoerd en anderzijds ontwikkelen we het sociale domein nog verder door. Daarom rapporteren wij over 2015 uitgebreider dan gebruikelijk is voor de bestuursrapportages en de jaarrekening. Wmo en Jeugdhulp De overheveling van taken op het gebied van de jeugdhulp en Wmo 2015 is goed verlopen. Voor wat betreft de Zorg In Natura (ZIN) hebben zich geen grote problemen voor gedaan. Zoals in heel Nederland verliep het met de betaling van de hulp die met een Pgb werd ingekocht minder soepel, waardoor er een bevoorschotting aan de SVB heeft plaats gevonden. De voortdurende perikelen rondom Pgb’s hebben geleid tot landelijke afspraken over het proces. Hierbij zijn deadlines gesteld voor de herindicaties van Pgb’s vanuit het overgangsrecht AWBZ en Jeugdhulp (voor 1 oktober/1 november). Ongeveer twee derde van deze herindicaties waren voor september afgerond. Vanaf september moesten nog 50 herindicaties plaats vinden. Vanwege de tijdsklem zijn er 26 herindicaties administratief verlengd, op grond van bestuurlijke afspraken, tot 1 mei 2016. De overige herindicaties zijn door het sociale team opgepakt. Voor een belangrijk deel zijn deze herindicaties alsnog gesteld en waar dit niet mogelijk was (bijvoorbeeld vanwege complexiteit), is de indicatie alsnog verlengd tot 1 mei 2016. Voor wat betreft ZIN hadden we niet de deadlines die vanuit het ministerie zijn gesteld zoals bij PGB’s. Desalniettemin is voor ZIN wel een proces van indiceren geweest, waarbij ook verlengingen en herindicaties aan de orde waren. Indicaties die onder het overgangsrecht vielen liepen op uiterlijk 31 december 2015 af en moesten opnieuw worden bekeken door de sociale teams. Vervolgens zijn de beschikkingen door AST verzonden en zijn zorgaanbieders geïnformeerd. Hiervoor geldt ook dat niet alles, gezien de hoeveelheid, in één keer kon worden geherindiceerd en eerst verlengingen zijn uitgegaan. Het aantal Pgb’s voor zowel de Wmo 2015 als voor de jeugdhulp is in 2015 teruggelopen van respectievelijk 124 en 96 Pgb’s, naar 53 en 53 Pgb’s. Verklaringen hiervoor zijn tweeledig.
1. Een landelijk herkenbaar beeld, dat de Pgb’s te ingewikkeld zijn geworden voor een groot deel van de doelgroep. Daarnaast biedt het ruim ingekochte zorgaanbod op basis van Zorg In Natura (ZIN) vaak voldoende keuze mogelijkheden om toch ‘maatwerk’ te kunnen bieden aan cliënten, ook bij kleinere lokale partijen.
2. Een andere bijkomstigheid is dat er bij ZIN meer grip bestaat op de kwaliteit en continuïteit van de zorg. Dat is niet altijd het geval bij Pgb zorgaanbieders. Er wordt door bovengenoemde zaken enigszins terughoudend omgegaan met het promoten van Pgb’s.
Voor wat betreft de financiën blijkt dat het afhankelijk van de indicatie goedkoper, danwel duurder is om ZIN danwel Pgb in te zetten. In het grote geheel maakt het dus weinig financieel verschil of er ZIN of Pgb wordt ingezet. Gedurende het gehele jaar zijn het aantal toegekende indicaties voor de Wmo 2015 redelijk stabiel geweest, gemiddeld rond de 3000 voorzieningen. Een aantal opvallendheden:
- Het budget voor woningaanpassingen is beperkt gerealiseerd, net zoals in voorgaande jaren. Wellicht heeft dit te maken met de grote hoeveelheid eigen woningen waarvan de eigenaren doorgaans zelf de investeringen in hun woningen bekostigen.
- De kosten voor het collectief vervoer zijn lager dan verwacht. Er zijn minder ritten en minder kilometers gereden.
Onder andere deze twee oorzaken maken dat we net zoals voorgaande jaren een voordelig saldo hebben op de ‘oude’ Wmo-taken.
Jaarstukken 2015 27
Voor wat betreft de nieuwe taken in het kader van Wmo 2015 (AWBZ) zien we dat het budget nagenoeg volledig is verbruikt. Bij de Jeugdhulp is een klein overschot. De jeugzorgdindicaties zijn gedaald. Dit komt doordat:
- Minder jongeren een beroep doen op zorg/hulpverlening. Wellicht een gevolg van de ontgroening in de regio, maar dat zou nader uitgezocht moeten worden.
- Zoals in de risico-analyse van de sturingsnota ‘Anders vasthouden’ (januari 2015) al was aangegeven, was het moeilijk in te schatten hoeveel indicaties we konden verwachten. De clientgegevens vanuit de zorgaanbieders en de zogenoemde Vektis- (levert informatie over gedeclareerde zorg) en CAK-gegevens kwamen niet overeen. Naar mate het jaar vorderde en de sociale teams op stoom kwamen heeft er zich een soort van bestandsopschoning voorgedaan en bleken er nog vele indicaties in het bestand te staan die inmiddels waren afgelopen.
Schoonmaakondersteuning Vanaf april 2015 is de algemene voorziening schoonmaakondersteuning gestart. Hierbij was er een mogelijkheid om gebruik te maken van een tegemoetkoming in de onkosten van €3,50 per uur voor mensen met een laag inkomen. Van deze regeling is goed gebruik gemaakt, maar minder dan we op basis van de CAK-monitor verwachtten. Van de 649 personen die de betreffende schoonmaakondersteuning hadden hebben ongeveer 140 cliënten in 2015 gebruik gemaakt van de €3,50 regeling. Voor deze regeling is er €300.000,- vanuit het wmo-budget toegevoegd aan de minima-regeling. Voor de schoonmaakondersteuning geldt dat er voor Pgb-ondersteuning minder is uitgegeven dan begroot, maar voor ZIN-ondersteuning meer is uitgegeven. Dit komt wellicht omdat bij de invoering van de schoonmaakondersteuning als algemene voorziening het niet meer mogelijk is voor nieuwe cliënten om dit in de vorm van Pgb aan te vragen. Over het geheel is er meer uitgegeven dan begroot, maar dit wordt rechtgezet door de huishoudelijke hulp toeslag (HHT, een rijksregeling)en de extra toevoeging o.b.v. de decembercirculaire gemeentefonds. Daardoor is er toch een plus ontstaan op het budget. Participatiewet In 2015 zijn er twee trajecten gestart om de Wsw-bedrijven te herstructureren. Zo is er in Zuidoost-Drenthe een traject gestart waarbij de drie gemeenten gezamenlijk trachten de Emco te herstructureren om zo te komen tot een nieuwe leerwerkstructuur. In 2015 is het Akkoord van Westerlee getekend met drie doelstellingen:
1. 60% uitstroom van bestaande Wsw-medewerkers naar het reguliere bedrijfsleven
2. de opbouw van een nieuwe uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen in Oost-Groningen
3. de beëindiging van de gemeenschappelijke regelingen Wedeka bedrijven en Synergon op 1 januari 2018.
Borger-Odoorn neemt een bijzondere positie in met name waar het gaat om de opbouw van een nieuwe uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen en is om die reden agenda lid van de projectorganisatie voor de opbouw van die nieuwe uitvoeringsorganisatie. Net zoals afgelopen jaren is ook in 2015 een positiever resultaat dan verwacht behaald bij beide Wsw-bedrijven en ontvangt de gemeente de betaalde voorschotten (deels) terug. Het overschot op het minima budget wordt door verschillende zaken veroorzaakt. De aanvulling vanuit de Wmo-gelden (zie schoonmaakondersteuning). Deze bijdrage is bedoeld voor de €3,50 regeling schoonmaakondersteuning, de regeling “Tegemoetkoming voor chronisch zieken en mensen met een beperking” en de “Vergoeding voor aantoonbare meerkosten”. De laatste twee regelingen komen in 2016 tot uitbetaling. Ook is er meer budget doordat de gemeente de zogenoemde Klijnsma-gelden heeft ontvangen. Deze middelen worden gebruikt voor het opvangen van een eventueel tekort op de schulddienstverlening. Ook zijn de investeringen in verband met de webwinkel hieruit voldaan.
Jaarstukken 2015 28
De landelijke trend, dat er financiële ondersteuning voor minima blijft liggen, doet zich ook voor in onze gemeente. Om de doelgroep beter tegemoet te komen in hun behoefte en om ze beter te bereiken is er in 2015 hard gewerkt aan een webwinkel voor minima. Ook is er in samenwerking met Andes begonnen met de ontwikkeling van een zogenoemde ‘formulieren-brigade’ (=vrijwilligers die mensen helpen om (aanvraag-)formulieren in te vullen). In het voorjaar van 2016 zullen deze ontwikkelingen daadwerkelijk operationeel zijn. Voorafgaand aan deze ontwikkelingen heeft er in 2015 een heroverweging van het minimabeleid plaatsgevonden. Hierbij is er gekozen voor een iets ruimhartiger minimabeleid. Hierdoor wordt verwacht dat er meer mensen een beroep gaan doen op de minimaregelingen en de bijzondere bijstand. Tot slot is er een overschot op het I-deel (voor de betaling van de uitkeringen). Het aantal klanten is dit jaar gelijk gebleven. Het overschot is veroorzaakt door de stijging van de rijksbijdrage die de gemeente ontvangt op basis van de BUIG (gebundelde uitkering). Daarom hebben we de 10% eigen aandeel niet in hoeven zetten. Uitvoering sociaal domein De uitvoering van de nieuwe en bestaande (oude) taken van het sociaal domein kunnen we benoemen als de transitie in het sociaal domein. Naast deze transitie zijn we in 2015 ook begonnen met de doorontwikkeling, oftewel de transformatie (expeditie) van het sociaal domein. Zowel de transitie als de transformatie betekende wat in de uitvoering van het sociale domein. De nieuwe en bestaande taken op het sociale domein werden dit jaar voor het eerst uitgevoerd door de Stichting sociale teams Borger-Odoorn (SSTBO). De inwoners weten de sociale teams goed te vinden, zo blijkt uit de 1395 intakes die de drie sociale teams vorig jaar hebben verzorgd. Op basis van het geringe aantal klachten en bezwaarschriften durven we voorzichtig te constateren dat de dienstverlening aan de burger in 2015 voldoende op niveau was. Ook zijn veel positieve reacties van aanbieders op de werkwijze die in Borger-Odoorn gehanteerd wordt.
ingediende bezwaren
ingetrokken bezwaren
nieuw primair besluit
nog in behandeling
Wmo 11 6 2 3 Jeugdhulp 3 1 X 2
Stand: April 2016 Om meer te kunnen zeggen over de dienstverlening in het sociale domein worden er in het tweede kwartaal van 2016 kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeken uitgevoerd. Zodra de resultaten bekend zijn wordt u hiervan op de hoogte gesteld. Met de decentralisaties is de gemeente verantwoordelijk geworden voor de kwaliteit van de geleverde zorg. In 2014 is het hoogst noodzakelijke op dit gebied geregeld in de vorm van een toezichthouder Wmo 2015. Voor jeugd ligt deze verantwoordelijkheid bij de Inspectie. In 2015 hebben we 3 keer een onderzoek moeten inzetten naar de kwaliteitseisen van verschillende wmo-aanbieders. Uiteindelijk was het niet nodig om naast een gesprek extra maatregelen te treffen. In 2016 zal deze rol verder worden uitgewerkt, waarbij de noodzakelijke menskracht met de daarbij behorende bevoegdheden worden geregeld. De afbouw van Piofach is minder hard gegaan dan op voorhand was verwacht. Met betrekking tot de afbouw van de Piofach zal in het 2e kwartaal van 2016 een principebesluit genomen worden t.a.v. de stichting, zodat begin 2017 dit besluit kan worden uitgevoerd. Dit betekent niet dat er niets is gebeurd op dit gebied. Zo is er hard gewerkt om het personeel per 1 januari 2016 in dienst te nemen bij de SSTBO. We hebben de complimenten gekregen van de vakbonden voor het zorgvuldige proces van indiensttreding.
Jaarstukken 2015 29
In 2015 werden de personeelsleden van het sociaal team ingehuurd middels een pay-roll constructie waarover BTW betaald werd. Hiervoor is bij de belastingdienst compensatie aangevraagd en verkregen. De administratieve afhandeling en uitbetaling van de geleverde diensten verliep niet geheel vlekkeloos. Dit heeft te maken met het feit dat aan zowel de kant van de aanbieders als de kant van de gemeente het administratieve proces gestroomlijnd moest worden. Het duurde daardoor lang voordat de declaraties en daarmee ook de betalingen op gang kwamen. Verder was de gegevens uitwisseling rondom de jeugdhulp lastig, waardoor de administratieve afhandeling van indicaties vertraging opliep. Door pragmatisch handelen heeft de hulpvrager en de aanbieders hier niet of nauwelijks hinder van ondervonden. Vanwege deze administratieve moeilijkheden hadden ook de monitoringsgegevens op onderdelen nog niet de gewenste sturingskracht, waardoor we niet eerder hebben kunnen voorzien wat de financiële eindstand zou zijn. Uiteraard hebben de verantwoordelijke budgethouders wel het hele jaar zo goed en zo kwaad als dat ging de budgetten in de gaten gehouden. Door de inzet van extra personeel bij de financiële- en administratieve afhandeling bij zowel de sociale teams, als bij de gemeente, kregen we in de loop van 2015 steeds meer grip op het financiële- en administratieproces. Op dit moment wordt er nog steeds hard gewerkt aan een goed monitoringssysteem om beter inzicht te krijgen in de resultaten van het sociaal domein, zodat we zo vroeg mogelijk afwijkingen van het budget kunnen signaleren. Om de transformatie in goede banen te leiden heeft de organisatie er voor gekozen om dit in een programmastructuur op te pakken, omdat de doorontwikkeling nog grote strategische ontwikkelvraagstukken met zich meebracht. Deze ontwikkelvraagstukken vergden veel tijd en kostte veel extra personele inzet. Het programma was gericht op het realiseren van strategische doelen waarvoor in samenhang verschillende activiteiten moesten worden uitgevoerd. In het programmaplan ‘Betrokken Borger-Odoorn; naar nieuwe werkwijzen in het sociaal domein’ staan de doelen en resultaten van het programma beschreven. Terugkijkend kunnen we concluderen dat nagenoeg alle doelen behaald zijn. Afgelopen jaar heeft de raad vele stukken ter kennisname of ter besluitvorming gekregen. Daarnaast zijn er ook nieuwe pilots gestart, zoals ‘Denken en Doen’, ter voorkoming van eenzaamheid, en het beweegspreekuur. Ook zijn nagenoeg alle beleidsmedewerkers van de gemeente opgeleid in Sociale Marketing.
Jaarstukken 2015 30
Taakveld 122 Leerlingenvervoer
Verschil begroot en werkelijk product 15.701 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 591 V
Restant te verklaren verschil 16.292 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 123 Leerplicht
Saldo product 3.848 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.297 N
Restant te verklaren verschil 1.551 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 124 Volwasseneneducatie
Verschil begroot en werkelijk product 981 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 1.096 V
Restant te verklaren verschil 2.077 N
Toelichting: In de begroting was de rijksbijdrage voor Educatie (baten) en het bijbehorende Volwasseneneducatiebudget (lasten) nog niet vervallen, terwijl de regeling dat wel is. Taakveld 125 Brede schoolsamenwerking
Verschil begroot en werkelijk product 22.186 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 27.468 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 5.281 N
Restant te verklaren verschil 1 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 126 Lokaal onderwijs
Verschil begroot en werkelijk product 32.045 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 33.270 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 12.346 N
Restant te verklaren verschil 13.571 V
Jaarstukken 2015 31
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 127 Sportstimulering
Verschil begroot en werkelijk product 3.208 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 4.632 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 6.840 N
Restant te verklaren verschil 1.000 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring. Taakveld 135 Inkomen
Verschil begroot en werkelijk product 572.475 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 3.057 V
Restant te verklaren verschil 569.418 V
Toelichting: Het voordeel betreft voor zo'n € 330.000 het zgn. zuiver resultaat op het inkomensdeel (Wwb, Bbz, Ioaw, Ioaz), zodat de ramingen van zowel lasten als baten te hoog bleek: € 125.000 minder rijksbudgetten en € 455.000 minder uitkeringen. In de bestuursrapportage 2015-II is het gemeentelijke aandeel in de netto-lasten van de sociale uitkeringen al voordelig bijgesteld: van 10% naar 5% van de ontvangen rijksbijdrage (BUIG); de definitieve cijfers over 2015 laten zelfs een klein voordeel zien. We hebben overgehouden van de toegekende rijksbijdrage. Het overige verschil van € 225.000 voordelig betreft de correctie van de opbrengsten en mutatie voorziening debiteuren (baten). Taakveld 136 Werk
Verschil begroot en werkelijk product 188.148 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 70.000 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 7.672 V
Restant te verklaren verschil 110.476 V
Toelichting: Dit verschil betreft het terugontvangen van de betaalde voorschotten in de nadelige saldi van Emco en Wedeka. Van de beide werkvoorzieningsschappen is bericht ontvangen over het (voorlopig) exploitatieresultaat 2015. Wedeka sluit het jaar af met een verlies, dat ten laste van de algemene reserve van Wedeka kan worden gebracht; het betaalde voorschot van € 225.000 is terugontvangen. Ook het nadelig rekeningresultaat van Emco valt mee, waardoor er gedeeltelijk wordt terugbetaald: € 73.500. Verder resteert een deel van het re-integratiebudget (oude W-deel). In voorgaande jaren gold de spaar-/meeneemregeling, waardoor bijv. budget kon worden meegenomen naar een volgend jaar, dit jaar valt een restant van € 135.000 vrij. De uitvoering door Emmen van de Dvo Szw (Boce) viel € 310.000 duurder uit, vanwege inzet op re-integratie.
Jaarstukken 2015 32
Taakveld 137 Minima
Verschil begroot en werkelijk product 369.124 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 32.551 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.330 V
Restant te verklaren verschil 334.243 V
Toelichting: De gemeentelijke budgetten voor de minimavoorzieningen (bijzondere bijstand, FMP, schulddienstverlening) zijn in 2015 vanuit de nieuwe WMO-gelden aangevuld. Het ingeschatte hogere gebruik bleek mee te vallen, waardoor een voordelig verschil ontstaat. Wel is ook in 2015 het minimabeleid verruimd en komen de regelingen via de webshop beschikbaar. Voor 2016 wordt daarom een ander beeld van de exploitatie verwacht.
Taakveld 138 Maatschappelijk werk
Verschil begroot en werkelijk product 25.365 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 29.570 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 2.999 N
Restant te verklaren verschil 1.206 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Taakveld 139 Nieuwkomers
Verschil begroot en werkelijk product 6.412 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 1.072 V
Restant te verklaren verschil 5.340 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Taakveld 140 Sociaal cultureel werk
Verschil begroot en werkelijk product 41.272 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 2.224 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 10.308 V
Restant te verklaren verschil 33.188 V
Toelichting: Het voordeel betreft vooral het niet benutte deel van het (nieuwe) flexibel subsidiebudget, pijler Preventie en kennismaking (€ 13.000). Verder zijn kleinere verschillen ontstaan op subsidies ouderenwerk en de vrijwilligersverzekering.
Taakveld 141 Kinderdagopvang
Verschil begroot en werkelijk product 1.625 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 1.954 V
Restant te verklaren verschil 329 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 33
Taakveld 142 WMO
Verschil begroot en werkelijk product 559.983 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 181.550 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 51.276 V
Restant te verklaren verschil 690.257 V
Toelichting: De lasten voor de 'nieuwe WMO' (Wmo 2015: overgehevelde AWBZ-taken) bleven net binnen de raming. Het voordeel betreft voor meer dan de helft de 'oude WMO': vervoersvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen, woonvoorzieningen en huishoudelijke hulp. De eigen bijdragen (baten) zijn niet goed te ramen, omdat deze door het CAK worden bepaald en uitgekeerd en per jaar kunnen verschillen. Bij het collectief vervoer (lasten) is al enige jaren een daling is te zien van het aantal ritten, reizigers en kilometers. Grafisch:
Het verloop van de woningaanpassingen (lasten) is elk jaar grillig: met een dure woningaanpassing kun je zomaar het budget overschrijden. Op de HH (lasten) bleek er alleen een voordeel op de raming van PGB's. Met de belastingdienst is overeenstemming bereikt over compensatie van de btw (lasten) betreffende de detacheringsovereenkomsten van de medewerkers van de stichting Sociale Teams. Dat resulteerde in een eenmalig voordeel van ruim € 200.000 voor 2015.
Taakveld 143 Volksgezondheid
Verschil begroot en werkelijk product 35.715 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 11.775 V
Restant te verklaren verschil 23.940 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Taakveld 172 Jeugdhulp
Verschil begroot en werkelijk product 151.892 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 49.433 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 8.635 N
Restant te verklaren verschil 111.094 V
Toelichting: Het voordeel betreft vooral de uitvoering van de (nieuwe) jeugdhulp door de gezamenlijke Drentse gemeenten. Over 2015 resteert een overschot van 4% te opzichte van de rijksbijdrage. Belangrijke redenen hiervoor zijn dat het aantal kinderen in zorg lager was dan voorzien, er minder maatregelen jeugdbescherming en –reclassering waren en dat er fors minder gebruik gemaakt is van PGB's. Ook de uitvoeringskosten vielen lager uit. In 2015 kregen ruim 11.500 jeugdigen een vorm van gespecialiseerde Jeugdhulp. Van hen rondden ongeveer 5000 hun traject af in dat jaar. Voor ongeveer twee derde daarvan
Jaarstukken 2015 34
gaat het om trajecten korter dan een jaar. Verreweg de meeste trajecten werden beëindigd na afronding van het behandelplan of in goed overleg tussen cliënt en behandelaar. Het positief resultaat (heel Drenthe) van € 4,7 miljoen vloeit terug naar de gemeenten. Voor de dure zorg is een afspraak gemaakt over solidariteit, daardoor werd € 3,5 miljoen aan kosten voor de interventieniveaus 6, 7 en 8, de bovenregionale kosten, de uitvoeringskosten en de PGB's herverdeeld. Na herverdeling is het aandeel voor onze gemeente € 161.000 positief. Taakveld 173 Economisch beleid
Verschil begroot en werkelijk product 5.226 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 8.877 V
Restant te verklaren verschil 14.103 N
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 35
7 MILIEU
Doelstellingen 1. Uitvoering geven aan de speerpunten van het Gemeentelijk rioleringsplan (Grp). 2. Zoeken naar alternatieve methoden voor onkruidbestrijding. 3. Uitvoering geven aan de speerpunten van het Milieubeleidsplan / Afvalbeleidsplan en actualiseren nota Duurzame ontwikkeling. cluster
Producten 144 Afval OW
145 Riolering REAL 146 Milieu OW
Projecten, actiepunten 2015 Taak Omschrijving Actiepunten Einddatum T
1 T2
T3
145 Samenwerking in de waterketen.
Betreft samenwerkings-programma met waterschap Velt en Vecht en verschillende gemeenten inzake ontwikkeling afvalwaterplan, reiniging en inspectie riolering, aanbesteden, meten en monitoren, gemalenbeheer, subsidie en belastingheffing.
31-12-2016
146 Duurzame ontwikkeling
Opstellen uitvoeringsagenda nota Duurzame ontwikkeling.
1-4-2016
Jaarstukken 2015 36
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Taakveld 144 Afval
Verschil begroot en werkelijk product 305.546 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 259.320 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 46.226 V
Toelichting: Het voordelig saldo op de baten is grotendeels ontstaan door hogere subsidieontvangsten voor o.a. oud papier/karton, glas en kunststof, verminderd met de lagere opbrengsten afval door daling van de totaal ingezamelde kilo’s. Het voordeel op de lasten ontstaat enerzijds door een daling van de uitbetaalde subsidies aan verenigingen voor het inzamelen van papier en anderzijds door lagere lasten eigen dienst. Het inzamelen van papier regelen de meeste verenigingen m.i.v. het 2e kwartaal 2015 helemaal zelf. De lagere lasten eigen dienst zijn het gevolg van lagere doorberekening uren door minder gestort vuil en dus ook minder afvoer. Andere oorzaken van daling uren waren o.a. het nieuwe dienstrooster en personeelsmutaties. Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is een maximale dekking van 100%. Door efficiencyvoordelen is in 2015 sprake van een dekking van 114,25%. Conform de BBV-voorschriften en het gestelde kader in de kadernota 2016 worden deze efficiencyvoordelen gestort in de bestemmingsreserve afval. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf A Lokale heffingen. Taakveld 145 Riolering
Verschil begroot en werkelijk product 108.679 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 52.746 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 119.515 V
Restant te verklaren verschil 63.582 N
Toelichting: De werkzaamheden riolering zijn in 2015 conform het GRP uitgevoerd. In de begroting 2015 heeft het college besloten nog geen rekening te houden met een storting in de voorziening vervanging riolering in
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 4.730.644 5.325.832 -595.188
Begroting na wijziging 4.800.726 5.325.832 -525.106
Rekening 4.427.356 5.396.217 -968.861
Verschil 373.371 -70.385 443.755
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P144 Afval 250.609 V 54.937 305.546 V
P145 Riolering 92.322 V 16.356 108.679 V
P146 Milieu 30.439 V -908 29.531 V
373.371 V 70.385 443.755 VV
V
V
N
Jaarstukken 2015 37
verband met de hoogte van de belastingdruk. Uitgangspunt bij de (verbrede) rioolheffing is een maximale kostendekking van 100%. Bij het bepalen van dit kostendekkingspercentage vallen niet alleen kosten van het product riolering, maar ook kosten die verantwoord zijn op andere producten (o.a. sloten, kwijtschelding). In het GRP is opgenomen welke kosten dit betreft. Door lagere kapitaallasten en lagere kosten eigen dienst is in 2015 sprake van een dekking van 105,22%. Conform de BBV-voorschriften en het gestelde kader in de kadernota wordt het meerdere gestort in de voorziening- of reserve-riolering. Het voordeel in 2015 dat ontstaat door lagere kapitaallasten (uitgestelde investeringen) is gestort in de voorziening vervanging riolering, het overige betreft efficiency voordelen en zijn gestort in een reserve riolering (beide zijn nieuw, voor 2015 zijn geen voorzieningen/reserves opgebouwd voor vervanging/onderhoud riolering). Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf A Lokale heffingen Taakveld 146 Milieu
Verschil begroot en werkelijk product 29.531 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 16.925 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 12.248 N
Restant te verklaren verschil 24.854 V
Toelichting: Gering verschil; geen verklaring.
Jaarstukken 2015 38
8 WONEN, RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
Doelstellingen 1. De woningbehoefte binnen de gemeente afstemmen op de economische en demografische ontwikkelingen in de regio. 2. Kwaliteitsslag maken in bestaande woningvoorraad en woonomgeving in relatie met de huidige demografische ontwikkelingen in de gemeente. 3. Het bieden van ruimtelijke en wettelijke kaders ten behoeve van het behoud en de verbetering van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. 4. Bijdrage leveren aan de leefbaarheid. 5. Uitvoeren van het beleid met betrekking tot het beheren, onderhouden en verkopen van gemeentelijke gebouwen. 6. Via actief en faciliterend grondbeleid de ruimtelijke inrichting afstemmen op gemeentelijke plannen. cluster
Producten 147 Ruimtelijke ontwikkeling OW
148 Wonen SEM 150 Grondzaken OW 151 Herstructurering OW
Projecten, actiepunten 2015 Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T
1 T2
T3
147 Ontwikkelingen Borger-centrum.
Aanleg centrumlandschap. 1-7-2016
Marketingplan uitwerken en uitvoeren.
1-7-2016
Activiteitenprogramma en format kunst en cultuur.
1-7-2016
Planontwikkeling en uitwerking vervolg fasen.
147 Borger-west; opstellen ontwikkelvisie.
Opstellen toekomstvisie. 1-10-2015
147 Ontsluiting Hunebedcentrum.
Bestemmingsplan afronden. 1-8-2015
Parkeren optimaliseren.
147 Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied.
Ontwerpbestemmingsplan laten vaststellen door de gemeenteraad.
1-7-2017
147 Windmolens; begeleiding windmolenpark(en).
Gemeentelijke belangen bewaken en besluitvorming inbrengen in planproces.
1-1-2020
147 Ondernemersinitiatief Nieuw-Buinen; strategie en ontwikkeling
Strategie en ontwikkeling. 1-5-2015
Samenwerking initiatiefnemers.
Afronden bestemmingsplanprocedure.
Jaarstukken 2015 39
Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1
T2
T3
ondernemersinitiatief Nieuw-Buinen.
Subsidie genereren.
147 Structuurvisie; projectmatig begeleiden structuurvisie.
(Markt)initiatieven oppakken. 1-1-2020
147 Gebiedsontwikkeling Bronnegermaden.
In werkgroepverband de mogelijkheden onderzoeken van realisatie.
1-1-2017
Planvorming starten. 1-1-2020
147 Dop's; samen met de inwoners kwaliteit van leefomgeving (sociaal maatschappelijk, economisch, ruimtelijk fysiek) verbeteren en vitaal houden.
Implementatie Dop’s.
147 Wijkontwikkeling Nieuw-Buinen; leefbaarheid Nieuw-Buinen; Goed woon- en leefklimaat creëren in wijk Chrysantstraat / Linneauslaan.
Uitvoeren Dop. 31-12-2016
Herstructurering Nieuw-Buinen, Nije Daip.
31-12-2018
148 Opstellen gemeentelijk woonplan.
Opstellen woonplan 2016-2020.
1-4-2016
Toelichting: 147 Ontwikkelvisie Borger-west Het opstellen is vertraagd door actuele ontwikkelingen (komst Azc) in betreffende gebied. 147 Ontsluiting Hunebedcentrum Dit project gaat op in de planontwikkeling Bronnegermaden; dit zal het komend jaar opgestart worden. Het wordt dus onderdeel van een groter plan.
Jaarstukken 2015 40
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
V = voordelig resultaat N = nadelig resultaat
Taakveld 147 Ruimtelijke ontwikkeling
Verschil begroot en werkelijk product 38.304 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 72.865 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 43.588 V
Restant te verklaren verschil 9.027 N
Toelichting: Het verschil op de lasten betreft vooral extra kosten voor de actualisatie bestemmingsplannen, het windenergiedossier en een bijdrage aan de voorziening “Poelkampen” voor toekomstig onderhoud van dit gebied. Daarentegen zijn de kapitaallasten en kosten archeologie in 2015 lager. Het nadeel wordt voor een groot deel veroorzaakt door het actualiseringsprogramma actualisering bestemmingsplannen. Tot voor kort werd met deze bestemmingsplannen de bestaande situaties vastgelegd. Op verzoek van de gemeenteraad moeten ook nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Nieuwe ontwikkelingen kunnen nadelige consequenties hebben. Deze moeten worden onderzocht en daarvoor is een zogenoemd PlanMER nodig. Een dergelijke plan hebben we gemaakt voor alle nog te actualiseren bestemmingsplannen. Hierdoor ontstaat 2015 een nadeel van € 45.000 op actualisatie bestemmingsplannen. Het voordeel op de baten ontstaat door bijdrages van gemeente Aa en Hunze in de kosten van het windenergiedossier en door een bijdrage van Vos Zand en Grind BV voor het toekomstig onderhoud van het gebied “Poelkampen” (bijdrage Vos Zand en Grind = bijdrage voorziening).
Taakveld 148 Wonen
Verschil begroot en werkelijk product 46.034 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 10.688 N
Restant te verklaren verschil 56.722 V
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
Primaire begroting 3.355.823 726.355 2.629.468
Begroting na wijziging 4.077.568 630.855 3.446.713
Rekening 6.300.883 3.503.877 2.797.006
Verschil -2.223.315 -2.873.022 649.707
Product Omschrijving Verschil lasten Verschil baten Saldo
P147 Ruimtelijke ontwikkeling -120.218 N 81.915 -38.304 N
P148 Wonen 22.889 V 23.145 46.034 V
P150 Grondzaken -1.901.936 N 2.514.961 613.025 V
P151 Herstructurering -224.049 N 253.000 28.951 V
P152 Ontwikkeling veenkoloniën
-2.223.315 N 2.873.022 649.707 VV
V
V
V
V
Jaarstukken 2015 41
Toelichting: Het aantal verleende omgevingsvergunningen is meer geworden, dan geraamd. Bij de bestuursrapportage 2015-II is de te verwachten opbrengst nog naar beneden toe bijgesteld, maar er zijn nog vergunningen verleend voor een aantal grote bouwprojecten; deze zijn moeilijk te ramen. De lagere opbrengst welstand valt weg tegen de lagere kosten van welstandadvies; de werkelijk lasten worden verhaald. Het verhalen van de kosten van bodemonderzoek doet zich steeds minder voor. De sloopvergunning is overgegaan naar een sloopmelding. Alleen bij monumenten kan er nog sprake zijn van een sloopvergunning. Voor meldingen mogen geen leges worden opgelegd. Voor wat betreft de aantallen, in schema:
aantallen bodem procedure sloop bouw inrit kap
raming 15 40 10 125 0 0
werkelijk 0 30 0 140 20 80
verschil -15 -10 -10 15 20 80
Voor inritten en bomenkap wordt ook een omgevingsvergunning verleend. Vandaar opname van de aantallen in deze tabel. Deze opbrengsten zijn echter geen bouwleges. Een nader specificatie van de omgevingsvergunningen bouw:
bouw
bouwsom < € 100.000
bouwsom > € 100.000
bouwsom > € 500.000
totaal
aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag aantal bedrag
raming 105 40.500 17 91.500 3 78.000 125 210.000
werkelijk 114 44.126 20 107.523 6 138.282 140 289.931
verschil 9 3.626 3 16.023 3 60.282 15 79.931
Taakveld 150 Grondzaken
Verschil begroot en werkelijk product 613.025 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 823.792 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 82.711 N
Restant te verklaren verschil 128.056 N
Toelichting: De grote verschillen in de baten en lasten worden voornamelijk veroorzaakt door het grondbedrijf. Hiervoor zijn geen ramingen opgenomen in de begroting overeenkomstig de kadernota. Op rekening-basis worden de exploitatieverschillen op de diverse plannen gemuteerd in de voorziening van het betreffende plan, in de bufferreserve van het grondbedrijf of in de vrije reserve (totaal ruim € 700.000). voor een toelichting op het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Het overige verschil wordt veroorzaakt door de stelposten voor vergoeding uren binnendienst (baten ) en rente Cultuurgronden (lasten). Deze posten zijn geraamd op dit taakveld, maar worden functioneel geboekt. Taakveld 151 Herstructurering
Verschil begroot en werkelijk product 28.951 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 23.105 V
Waarvan verschil door kostenverdeling 9.012 N
Restant te verklaren verschil 14.858 V
Toelichting: De verschillen in de lasten en baten hebben grotendeels betrekking op de mutaties NUW en de reserve herstructurering (zie tevens toelichting bij taakveld 159 mutaties reserves)
Jaarstukken 2015 42
A ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN cluster
Producten 153 Lokale heffingen FBC
154 Gemeentefonds FBC 155 Dividend FBC 156 Saldo financieringsfunctie FBC 157 Nieuw beleid, onvoorzien FBC 158 Algemene lasten en baten FBC 159 Mutaties reserves FBC
Cijfers begroting en jaarrekening 2015
Taakveld 153 Lokale heffingen
Verschil begroot en werkelijk product 131.772 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 131.772 N
Toelichting: Onder de lokale heffingen vallen de onroerende zaakbelastingen, de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Hiervan kan het volgende overzicht worden verstrekt.
Lokale heffingen Begroting Rekening Verschil V/N
o.z.b. eigenaren 4.846.606 4.868.836 22.230 voordeel
ozb gebruikers 393.339 386.460 -6.879 nadeel
Totaal ozb 5.239.945 5.255.296 15.351 voordeel
Toeristenbelasting 1.260.000 1.127.863 -132.137 nadeel
Forensenbelasting 132.307 117.320 -14.987 nadeel
Totaal lokale heffingen 6.632.252 6.500.479 -131.773 nadeel
Omschrijving Rekening
Lokale heffingen -6.662.252 -6.632.252 -6.500.480 131.772 N
Gemeentefonds -39.127.791 -39.287.591 -39.021.725 265.866 N
Dividend -109.665 -35.752 -35.751
Saldo financieringsfunctie -1.434.654 -1.734.654 -1.986.348 -251.694 V
Algemene lasten en baten 38.406 157.971 248.095 90.124 N
Saldo -47.295.955 -47.532.278 -47.296.209 236.069 N
mutaties reserves -652.676 -4.621.613 -2.670.562 1.951.051 N
onvoorzien 143.562 30.169 0 -30.169 V
saldo -70.955 -65.470 -1.876.409 -1.810.939 V
Begroting na wijzigingPrimaire begroting Verschil
Jaarstukken 2015 43
Voor een nadere toelichting van de lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen in deze jaarstukken. Taakveld 154 Gemeentefonds
Verschil begroot en werkelijk product 265.866 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 265.866 N
Toelichting: De primitieve begrotingsraming 2015 van de uitkering gemeentefonds was totaal € 39.127.790. Door tussentijds ontvangen circulaires is de begroting in de bestuursrapportage 2015-I verhoogd met het netto voordelig effect voor de begroting van € 400.977 en in de bestuursrapportage 2015-II verlaagd met het netto nadelig effect voor de begroting van € 211.507. Omdat een deel van de mutaties een neutraal effect voor de begroting hebben zijn enige andere taakvelden per saldo met € 29.670 verhoogd. De geactualiseerde raming 2015 van de uitkering gemeentefonds is € 39.287.590. Het bedrag in deze jaarstukken 2015 inclusief verrekeningen van bedragen van voorgaande jaren bedraagt € 39.021.724. Het nadelig verschil bedraagt € 265.866. Het verloop tussen begroting en rekening kan als volgt in een tabel worden weergegeven.
Gemeentefonds 2015 Raming Mutatie Mutatie Geactualis. Bedrag Verschil
nr. (van begr. t/m rekening Begr.'15 Berap I Berap II Begroting Rek.2015 Begr/Rek.
1 Basisuitkering 20.697.741 400.977 -568.391 20.530.327 20.508.531 -21.796
2 Dec.+ integr.uitk. 2.501.132 214.166 27.019 2.742.317 2.768.619 26.302
3 Uitk.Sociaal Domein 15.928.917 105.036 -375.891 15.658.062 15.657.703 -359
Subtotaal 39.127.790 720.179 -917.263 38.930.706 38.934.853 4.147
4 Afrek. voorg. jaren 106.884 106.884 86.871 -20.013
Subtotaal 39.127.790 720.179 -810.379 39.037.590 39.021.724 -15.866
5 Nog te verwachten 250.000 250.000 -250.000
Totaal uitk.Gem.Fonds 39.127.790 720.179 -560.379 39.287.590 39.021.724 -265.866
6 Te reserveren (2+3) -319.202 348.872 29.670
Netto effect begroting 39.127.790 400.977 -211.507 39.317.260 39.021.724 -265.866 Nadere toelichting nadelig verschil: De basisuitkering is met € 21.796 verlaagd door mutaties in eenheden van de verschillende verdeelmaatstaven en door wijziging van het uitkeringspercentage. De integratie-uitkering Wmo-oud is verhoogd met € 26.302 en de uitkering sociaal domein (Wmo-nieuw, Jeugdhulp en Participatie) is met € 359 verlaagd. Van het jaar 2014 zijn na de bestuursrapportage 2015-II nog twee verrekeningen ontvangen. Per saldo gaf dit een nadeel van € 20.013. In bestuursrapportage 2015-II is verwoord dat nog voordelige verrekeningen van 2015 worden verwacht als gevolg van bijstellingen van landelijke CBS-cijfers van de inkomstenmaatstaf Ozb en van het aantal eenheden van enige verdeelmaatstaven zoals o.a. het aantal woonruimten, bedrijfsvestigingen, uitkeringsontvangers etc.. In hoeverre de uitkering 2015 op basis hiervan nog wordt gewijzigd en op welke moment is nu nog niet bekend omdat een verrekening van het uitkeringsjaar 2015 voor de individuele gemeente ook afhangt van het totaal van de landelijke wijzigingen. Een verrekening na afsluiting van het uitkeringsjaar 2015 zal worden verwerkt in het dienstjaar 2016.
Jaarstukken 2015 44
Taakveld 155 Dividend
Verschil begroot en werkelijk product 0 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 0 N
Toelichting: Geen verschil; geen verklaring. Taakveld 156 Saldo financieringsfunctie
Verschil begroot en werkelijk product 251.694 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 251.694 V
Toelichting: Op dit taakveld wordt een voordeel van de financiering tot uitdrukking gebracht van € 251.694. Dit voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door een hogere (administratieve) rentebate over onze reserves die als financieringsmiddel voor onze activa worden ingezet. Voor het exploitatieresultaat heeft dit echter geen invloed omdat in de boekhouding deze administratieve rentebate ook als administratieve rentelast moet worden geboekt. Taakveld 158 Algemene lasten en baten
Verschil begroot en werkelijk product 90.124 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 203.190 N
Restant te verklaren verschil 113.066 V
Toelichting: Het te verklaren voordeel op dit product van € 113.066 is grotendeels te verklaren door het per saldo voordelig resultaat van € 107.000 door op dit product niet ingevulde bedragen voor stelposten, taakstellingen en reserveringsbedragen. Op rekeningbasis worden de hier bedoelde bedragen veelal op diverse andere functionele producten geboekt waardoor op dit product Algemene lasten baten een voordelig resultaat is. Op de andere functionele producten ontstaat dan een nadeel. Taakveld 159 Mutaties reserves
Verschil begroot en werkelijk product 1.951.051 N
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 1.951.051 N
Toelichting: Het saldo op dit taakveld is ruim € 1,9 miljoen nadelig. De verklaring van dit saldo is, dat de voor- en/of nadelen op diverse andere taakvelden niet doorwerken in het saldo van de jaarrekening omdat deze mutaties via de reserve worden geneutraliseerd. Onderstaand wordt een totaalbeeld gegeven van saldo’s op taakvelden die geen invloed hebben op het saldo van de rekening.
Jaarstukken 2015 45
Product Omschrijving Begroting Rekening Verschil
151 Reserve Herstructurering -200.000 -200.000
150 Bufferreserve Grondbedrijf -2.928 2.928
Div. Gekoppelde reserves -10.427 -9.282 -1.145
121 Bijdrage saldo onderwijshuisvesting -146.978 146.978
121 Reserve onderhoud gem.gebouwen -27.317 27.317
Totaal onttrekkingen -210.427 -186.504 -23.922
109 Reserve Kern & Kader 325.000 373.565 -48.565
Div. Reserve Nog uit te voeren werken 4.324.495 5.012.340 -687.845
145 Reserve rioleringen (efficiency voordelen) 52.746 -52.746
150 Vrije reserve (snippergroen) 19.500 43.000 -23.500
150 Vrije Reserve (bovenwijkse vzg. Grondbedrijf) 1.336 -1.336
150 Vrije reserve (verkoop cultuurgronden) 85.388 -85.388
150 Bufferreserve Grondbedrijf 716.496 -716.496
144 Reserve afval (efficiency voordelen) 259.320 -259.320
121 Reserve onderhoud gem.gebouwen 31.793 -31.793
Div. Rentebijschrijving reserves (BR) 211.032 222.704 -11.673
Div. Rentebijschrijving reserves (VR) 76.075 84.543 -8.467
Totaal toevoegingen 4.956.102 6.883.230 -1.927.128
Totaal mutatie Reserves (verschil begr.Rek.) 4.745.675 6.696.726 -1.951.051 Nadere toelichting van de tabel: 151 Herstructurering In de begroting geraamde uitgaven voor herstructurering van de plannen 'Neie Daip' in Nieuw-Buinen en 'Hunzedal' in Borger waren lager dan begroot. De werkelijke uitgaven in 2015 konden worden gedekt uit de reguliere budgetten waardoor de geraamde onttrekking uit de reserve Herstructurering nog niet nodig was. 121 Bijdrage saldo onderwijshuisvesting De onttrekking van € 146.978 betreft het nadelig saldo door de bijdrage aan het onderwijs voor huisvesting in de Mfa’s te Borger, Nieuw-Buinen en Valthermond. Op termijn moeten deze bijdragen worden gedekt door de vrijval van lasten van de afgestoten schoolgebouwen. 121 Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen De onttrekking aan de reserve van € 27.317 betreft onderhoudslasten (dagelijks onderhoud) van obs de Zweng in Exloo, Dalton in Ees en de Weiert in Odoorn. De werkelijk lasten waren hoger dan de ontvangen gelden van het schoolbestuur OPO. 109 Reserve Kern & Kader De toevoeging aan de reserve Kern & Kader betreft het niet aangewend deel van de stelpost Kern en kader en Flankerend beleid. Restanten worden in de reserve gestort. Div. Reserve Nog uit te voeren werken In de bestuursrapportage 2015-II is geraamd hoeveel budget aan het eind van 2015 dient te worden overgeboekt naar 2016 in verband met latere uitvoering. De raming was € 4.324.495. Bij het opstellen van de jaarstukken blijkt totaal € 5.012.340 nodig te zijn. Dit is € 687.845 meer. In deze jaarstukken is bij de toelichting op de balans (onderdeel reserves) een specificatie gegeven. 145 Reserve rioleringen Door nieuwe begrotingsvoorschriften (BBV) moeten verschillen tussen begroting en rekening via de reserve worden vereffend. De hier geraamde toevoeging van € 52.746 betreft het voordeel van lagere rioollasten van € 37.783 en het voordeel door extra ontvangsten van € 14.963 door meer aansluitingen dan geraamd. In de paragraaf lokale heffingen wordt een nadere toelichting gegeven. Div. Vrije Reserve (onderdeel verkoop cultuurgronden) De toevoeging aan de vrije reserve van € 85.388 betreft de netto opbrengst van de verkoop van de gronden aan de Drift te Borger.
Jaarstukken 2015 46
150 Bufferreserve Grondbedrijf De toevoeging aan de bufferreserve grondbedrijf bedraagt totaal € 716.496. Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd:
Omschrijving Bedrag
Opbrengst verkoop cultuurgronden 194.113
Winstnemingen 160.000
Verlaging opgeb.voorz. agv lagere rente door nw.BBV 150.000
Verlaging opgeb.voorz. agv verkopen > boekwaarde 106.521
Rentevoordeel Grondbedrijf 96.518
Voordeel afsluiten plan "Nij Arf" in Exloo 6.416
Overige mutaties 2.928
Totaal 716.496 144 Reserve Afval Door nieuwe begrotingsvoorschriften (BBV) moeten verschillen tussen begroting en rekening via de reserve worden vereffend. De hier geraamde toevoeging aan de reserve van € 259.320 afval is ontstaan door lagere lasten (€ 440.959) en lagere opbrengsten (€ 181.639). In de paragraaf lokale heffingen wordt een nadere toelichting gegeven. 121 Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen De toevoeging aan de reserve van € 31.793 betreft het voordeel dat is ontstaan tussen de werkelijke kosten en de ontvangen vergoedingen voor het groot onderhoud van obs de Zweng in Exloo, Dalton in Ees en de Weiert in Odoorn. Met ingang van 2015 wordt van het schoolbestuur OPO ook de budgetten voor het groot onderhoud ontvangen.
Jaarstukken 2015 47
Taakveld 157 Beleidsintensivering, calamiteiten
Verschil begroot en werkelijk product 30.169 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 30.169 V
Toelichting: Het saldo op dit taakveld van voordelig € 30.169 betreft zowel het in 2015 nog niet aangewend saldo onvoorzien voor calamiteiten van € 65.900 als het saldo voor beleidsintensivering/nieuw beleid dat na verwerking van de bestuursrapportage 2015-II een negatief saldo had van € 35.731. Specificatie
Taakveld 160 Saldo begroting
Verschil begroot en werkelijk product 65.473 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 0 -
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 65.473 V
Toelichting: Het bedrag op dit taakveld betreft het verwacht saldo van de programmabegroting zoals gepresenteerd bij de bestuursrapportage 2015-II. Dit saldo maakt dus onderdeel uit van het exploitatieresultaat van de jaarrekening 2015. Specificatie
Onderwerp Bedrag
Saldo begroting volgens primitieve begroting 70.956 Bestuursrapportage 2015 I -5.484
Verwacht rekeningresultaat (positief) 65.472
Overzicht onvoorzien Aanwending Toevoeging Bedrag
Onvoorzien incidenteel
Primitieve begroting, structureel vast bedrag per inwoner 65.900
Beschikbaar per 31-12-2015 65.900
Onvoorzien; beleidsintensivering/nieuw beleid
Prim. begroting, beschikbaar per 01-01-2015 1.335
Begrotingswijziging 8, bestuursrapportage I 248.665
Begrotingswijziging 22, bestuursrapportage II -285.731
Beschikbaar per 31-12-2015 -35.731
Saldo onvoorzien op 31 december 2015 30.169
Jaarstukken 2015 48
B BEDRIJFSVOERING
Producten 161 Kapitaallasten, 162 Administratieve kostenplaatsen, 163 Huisvesting, 164 Ambtelijk apparaat, 165 Tractie, 166 Gemeentelijk gebouwen. Taakveld 162, 163,164 en 165 Bedrijfsvoering
Verschil begroot en werkelijk product 97.030 V
Waarvan verschil door reserveringen en NUW 56.636 N
Waarvan verschil door kostenverdeling 0 -
Restant te verklaren verschil 40.394 V
Toelichting: De raad heeft in zijn vergadering van 15 oktober besloten om in 2015 incidenteel € 700.000 beschikbaar te stellen voor het oplossen van knelpunten in de formatie. Dit aanvullende bedrag was nodig voor een adequate inrichting van het sociaal domein en een aanvaardbare werkdruk in de organisatie. Het bedrag is gedekt door een onttrekking aan de vrije reserve. Het resultaat op de bedrijfsvoering bedraagt uit-eindelijk € 40.000 voordelig oftewel 0,26% van het totale budget. Hieronder worden de totale bedrijfs-voeringsbudgetten weergegeven.
Omschrijving Bijgewerkte begroting Jaarstukken Gereserveerd NUW Verschil
ICT/Informatievoorziening * 2.063.540 2.107.055 -43.515
Huisvesting (excl. kap lasten) 181.101 219.046 -37.945
Ambtelijk apparaat 12.461.647 12.253.408 -56.636 151.603
Tractie 538.595 568.344 -29.749
15.244.883 15.147.853 40.394
* inclusief € 414.000 incidenteel iMOP
ICT/Informatievoorziening: Het exploitatieresultaat op het onderdeel automatisering bedraagt € 43.000 nadelig. Dit is het gevolg van stijgende contractprijzen, voorzieningen ten behoeve van het sociaal domein en noodzakelijk audits voor DigiD en basisregistraties.
Personeel: Zoals gemeld in de brief van 1 maart 2016 aan de raad is de extra inzet in 2015 afgerond € 50.000 binnen de raming gebleven. Het restant voordeel is het resultaat van het geheel aan personele kosten ( CAO, pensioenpremies en kosten voormalig personeel en overige personele budgetten).
Tractie: In 2013 is het materieelplan vastgesteld en is een start gemaakt met de vervangingen. De exploitatie van het materieel is per saldo binnen de raming gebleven. Door het vervallen van de gunstige belastingregeling op rode diesel zijn de brandstofprijzen vanaf 1 januari 2013 aanzienlijk gestegen. De overschrijding op de brandstofkosten van € 33.000 blijkt, na 2 jaar ervaring, een structurele tegenvaller te zijn.
Jaarstukken 2015 49
III PARAGRAFEN
Paragraaf A Lokale heffingen 50 Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing 56 Paragraaf C Kapitaalgoederen 69 Paragraaf D Financiering 78 Paragraaf E Bedrijfsvoering 81 Paragraaf F Verbonden partijen 87 Paragraaf G Grondbeleid 93
Jaarstukken 2015 50
A LOKALE HEFFINGEN
Soorten belastingen en rechten Gemeenten zijn beperkt in het aantal belastingen dat ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de Gemeentewet. Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges, retributies) voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten moeten zodanig worden vastgesteld dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten (op begrotingsbasis) niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de onroerende-zaakbelastingen (Ozb) de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en rechten die in onze gemeente worden geheven zijn: onroerende-zaakbelastingen, toeristenbelasting, forensenbelasting, reinigingsheffingen (verzamelnaam voor reinigingsrechten en afvalstoffenheffing), rioolheffing en diverse leges en retributies. Wet waardering onroerende zaken (Wet Woz), herwaardering Vanaf het belastingjaar 2008 worden de Woz-waarden van de onroerende zaken jaarlijks vastgesteld. De daarbij gehanteerde waardepeildatum ligt altijd één jaar voor het belastingjaar. Voor het belastingjaar 2015 is de Woz-waarde per 1-1-2014 dus bepalend. Belastingopbrengsten In onderstaande tabel zijn de totaal geraamde en werkelijke belastingopbrengsten over het jaar 2015 vermeld.
Nr. Belastingsoort Begr.2015 Rek.2015 Verschil V / N
1 Onroerende zaakbelastingen 5.239.945 5.255.296 -15.351 voordeel
2 Toeristenbelasting 1.260.000 1.127.863 132.137 nadeel
3 Forensenbelasting 132.307 117.320 14.987 nadeel
Telling Algemene Belastingen 6.632.252 6.500.479 131.773 nadeel
4 Afvalstoffenheffing 2.260.200 2.078.561 181.639 nadeel
5 Rioolheffing 2.811.782 2.826.745 -14.963 voordeel
Telling Gebonden Heffingen 5.071.982 4.905.306 166.676 nadeel
Totaal 11.704.234 11.405.785 298.449 nadeel Uit bovenstaande tabel blijkt, dat de werkelijke opbrengst van de Algemene Belastingen in 2015 lager is uitgevallen door vooral een lagere opbrengst toeristenbelasting. De werkelijke opbrengst van de Gebonden Heffingen is per saldo in 2015 ook lager uitgevallen door vooral een lagere opbrengst afvalstoffenheffing. Hier staan echter ook lagere uitgaven van de afvalstoffen tegenover. In het vervolg van deze paragraaf worden de afzonderlijke belastingen nader toegelicht.
Jaarstukken 2015 51
1. Onroerende-zaakbelastingen (Ozb) Opbrengst (en tarief)
Begroting Rekening Tarief
Onderdeel 2015 2015 Verschil 2015
Eigenaren belasting 4.846.606 4.868.836 -22.230 0,2070%
Gebruikers belasting niet woningen 393.339 386.460 6.879 0,1242%
Totaal 5.239.945 5.255.296 -15.351 In de laatste Bestuursrapportage van 2015 (Berap II) is de raming van de begroting verhoogd met € 30.000 op basis van de toen bekende kohiergegevens. Per saldo is in de jaarrekening 2015 nog sprake van een meeropbrengst van € 15.351. 2. Toeristenbelasting
Onderdeel Begroting
2015 Rekening
2015 Verschil
2015 Tarief
2015
Opbrengst toeristenbelasting 1.260.000 1.121.863 138.137 1,05
De werkelijke opbrengst 2015 van de toeristenbelasting blijkt € 138.137 lager te zijn dan de begrotingsraming. Dit is inclusief een bedrag van € 6.000,- als bijdrage voor de uitvoering van het economisch beleidsplan. Of deze lagere opbrengst structureel is valt nog moeilijk in te schatten. Door verschillende oorzaken, zoals bijvoorbeeld vernieuwingen op de bungalowparken, kan zo maar ineens weer sprake zijn van een toename van het aantal overnachtingen in Nederland of Drenthe. Bij het opstellen van de tussenrapportages 2016 (Berap I en II) en Begroting 2017 zal worden bekeken of de raming ook structureel of incidenteel moet worden aangepast. 3. Forensenbelasting
Onderdeel Begroting
2015 Rekening
2015
Verschil Tarief
2015
Opbrengst forensenbelasting 132.307 117.320 14.987 diversen
Naast de toeristenbelasting heft onze gemeente ook een forensenbelasting. De forensenbelasting wordt opgelegd voor het ter beschikking hebben van een gemeubileerde woning door niet-inwoners. De hoogte van de heffing van deze belasting is afhankelijk van de Woz-waarde van het object. Omdat deze belasting conform de toeristenbelasting sterk is gelieerd aan recreatieve activiteiten loopt de tariefaanpassing van de forensenbelasting gelijk op met een tariefaanpassing van de toeristenbelasting. Bij het opstellen van de tussenrapportages 2016 (Berap I en II) en Begroting 2017 zal worden bekeken of de raming ook structureel of incidenteel moet worden aangepast.
Jaarstukken 2015 52
4. Reinigingsheffingen (combinatie afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) Sinds 1 juli 2000 wordt de afvalstoffenheffing geheven op basis van het zogenaamde Diftar-systeem. Hierbij wordt het ingezamelde huisvuil per woonhuis gewogen. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrechtdeel en een variabel deel, waarvan de hoogte afhankelijk is van de hoeveelheid aangeboden huisvuil. Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is dat het tarief 100% kostendekkend moet zijn (inclusief de Btw-component). Vanaf 1 januari 2005 wordt ook het aangeboden afval op het Afvalbrengpunt te 2e Exloërmond gewogen en per kilogram bij de burger in rekening gebracht. In onderstaande tabel zijn de werkelijke kosten en opbrengsten samengevat ten opzichte van de begrotingsraming 2015.
Begroting Rekening Tarief
Onderdeel 2015 2015 Verschil 2015
Kosten afvalverwerking 1.950.737 1.515.835 434.902
Corr. Btw-Bcf /Gem.Fonds 354.463 354.463 0
Kwijtschelding 46.000 39.943 6.057
Onttrekking Voorziening Afval -91.000 -91.000 0
Totale kosten 2.260.200 1.819.241 440.959
Opbrengst Afvalbrengpunt 185.700 119.243 66.457 0,06
Opbrengst vast tarief 1.202.488 1.188.618 13.870 110,32
Opbrengst variabel tarief 872.000 770.700 101.300 0,16
Afronding 12 12
Totale opbrengst 2.260.200 2.078.561 181.639
Resultaat (Kosten - opbrengst) 0 -259.320
Kostendekkendheid 100,00% 114,25% Toelichting verschillen in de kosten Toelichting kosten afvalverwerking De totale kosten afvalverwerking zijn € 434.902 lager uitgevallen t.o.v. de raming. Van dit bedrag kan € 213.565 worden verklaard door hogere subsidieontvangsten voor o.a. oud papier/karton, glas en kunststof. Bij de raming was rekening gehouden met alleen maar een subsidieontvangst voor kunststoffen. Dit is echter in 2015 uitgebreid met subsidies voor plastic, metaal en (drank)karton. Het door de gemeente te betalen subsidiebedrag aan verenigingen voor de inzameling van oud papier is € 61.625 lager uitgevallen. Dit komt omdat de meeste verenigingen in 2015 zijn overgegaan naar een eigen inzameling om een hogere prijs te verkrijgen Omdat de gemeente hierdoor geen partij meer was behoefde voor de ingezamelde kilo’s ook geen subsidie meer te worden betaald. Een voordeel van € 137.598 wordt veroorzaakt door lagere lasten eigen dienst a.g.v. lagere doorberekeningen van uren en tractie aan het afvalbrengpunt door minder gestort vuil en dus ook minder afvoer van gestort vuil. Tevens zijn minder uren geboekt door personeelsmutaties en een ander dienstrooster a.g.v. het HKP rapport en uitkomsten van het project BORG. Aanvullend was sprake van een hoger ziekteverzuim dan gemiddeld waardoor er ook minder uren zijn geboekt. Het restant voordeel van € 22.114 is ontstaan door per saldo lagere transport-, stort- en verwerkingskosten van het ingezameld afval.
Jaarstukken 2015 53
Toelichting BTW/BCF/Gemeentefonds. Het btw bedrag is het historisch bepaald btw bedrag op het moment van invoering van het Btw Compensatie Fonds (BCF). De uitkering Gemeentefonds van onze gemeente is destijds voor dit onderdeel met dit bedrag gekort voor voeding van het landelijk Fonds BCF. Toelichting kwijtschelding De werkelijke uitgaven voor kwijtschelding zijn in 2015 € 6.057 lager uitgevallen. Toelichting voorziening Afval In de kadernota 2014 is, op advies van onze accountant, besloten de voorziening afvalstoffenheffing volledig te laten vrijvallen ten gunste van het vaste tarief per aansluiting in de jaren 2014, 2015 en 2016. De vrijval zal plaatsvinden in 3 gelijke bedragen van afgerond € 91.000 per jaar. In 2015 heeft de vrijval conform de begroting 2015 en het kader plaatsgevonden. Toelichting opbrengsten Toelichting Opbrengst Afval Breng Punt (ABP) De opbrengsten van het Afval Breng Punt (ABP) zijn in 2015 € 66.457 lager uitgevallen dan geraamd door minder aanvoer van betaalde fractie van o.a. tuin- en sloopafval. Deze lagere opbrengst heeft indirect ook een relatie met de lagere uitgaven voor het afvalbrengpunt. Toelichting Opbrengst afval vast tarief De werkelijke opbrengst afval van het vaste tarief is in 2015 € 13.870 lager uitgevallen. Dit verschil kan grotendeels worden verklaard door een gering verschil in het geraamde aantal aansluitingen (10.900) en werkelijke aantal aansluitingen in 2015 (10.774). Toelichting Opbrengst afval variabel tarief. De werkelijke opbrengst afval van het variabel tarief is in 2015 € 101.300 lager uitgevallen. Dit onderdeel heeft een relatie met de lagere kosten afvalverwerking voor het grijs- en gft afval. Bij de kosten is bij het onderdeel kosten afvalverwerking reeds toegelicht dat de kosten voor verwerking van het grijs- en gft afval ook lager zijn uitgevallen. Resultaat afvalstoffen 2015 Het verschil tussen de geraamde bedragen en de werkelijke bedragen geven per saldo een resultaat van € 259.320 voordelig. Conform de nieuwe begrotingsvoorschriften (BBV) en het nieuwe kader wordt m.i.v. de jaarrekening 2015 het voordeel volledig toegevoegd aan de nieuwe(egalisatie) reserve afval. Deze reserve kan in volgende jaren aangewend om te veel ontvangen bedragen aan de burger terug te geven door tariefverlaging en tevens om een nadeel in volgende jaarrekeningen als de burger te weinig heeft betaald, op te kunnen vangen. Hiervoor zullen bij de volgende kadernota nog nadere uitvoeringsregels worden uitgewerkt en aan uw raad worden voorgelegd. 5. Rioolheffing Vanaf 1 januari 2010 is landelijk de rioolheffing in de plaats getreden van de rioolrechten. Door deze nieuwe rioolheffing hebben de gemeenten een bredere verantwoordelijkheid gekregen waardoor ook de kosten kunnen worden verhaald die de gemeente maakt c.q. moet maken voor maatregelen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig werkende riolering en de afvoer van het hemelwater en het grondwater. Uitgangspunt blijft echter een maximale kostendekkendheid van 100%. Dit uitgangspunt is ook door onze gemeente in 2015 gehanteerd.
Jaarstukken 2015 54
Op basis van het bestuursakkoord is gedurende de raadsperiode 2010-2014 het vaste deel van rioolheffing verhoogd tot dat ca. 50% van de totale kosten. Door het bereiken van de 100% kostendekkendheid in 2015 is nu ook het vaste en variabele deel nagenoeg aan elkaar gelijk.
Begroting Rekening Tarief
Onderdeel 2015 2015 Verschil 2015
Kosten riolering 2.194.225 2.074.071 120.154
Kosten verbrede rioolheffing 368.659 363.555 5.104
BTW-component 248.898 248.898 0
Totale kosten 2.811.782 2.686.524 125.258
Opbrengst vast tarief 1.405.891 1.413.916 -8.025 111,49
Opbrengst variabel tarief 1.405.891 1.413.890 -7.999 0,0617%
Opbrengst voorgaande jaren -1.061 1.061
Totale opbrengst 2.811.782 2.826.745 -14.963
Resultaat (kosten - opbrengst) 0 -140.221
Dekkingspercentage 100,00% 105,22% Toelichting verschillen in de kosten Toelichting kosten riolering/verbrede rioolheffing De totale kosten van het onderdeel riolering zijn € 125.258 lager uitgevallen t.o.v. de raming. Dit lagere voordeel wordt voor een bedrag van € 87.475 veroorzaakt door lagere kapitaallasten omdat de lasten niet in 2015 ingaan maar in 2016 (= onderuitputting). Het restant verschil bedraagt € 37.783. Dit verschil is per saldo ontstaan door enerzijds hogere oppompkosten rioolwater en elektra en anderzijds lagere personeelslasten (€ 65.000) en kosten veegmachine. Conform de nieuwe begrotingsvoorschriften (BBV), onderdeel notitie riolering, wordt het voordeel op de kapitaallasten toegevoegd aan de (nieuwe) voorziening riolering. Het restant voordeel door lagere rioollasten wordt tezamen met het opbrengstvoordeel toegevoegd aan de (nieuwe) reserve riolering. Toelichting BTW/Gemeentefonds. Het btw bedrag is gerelateerd aan het btw bedrag dat bij de invoering van het Btw Compensatie Fonds (BCF) uit de uitkering Gemeentefonds is gehaald voor de voeding van het landelijk Fonds BCF. Toelichting vast- en variabele opbrengst De opbrengsten van zowel het vast- als variabel tarief zijn beide afgerond € 8.000 hoger. Dit verschil kan grotendeels worden verklaard door een gering verschil in het geraamde aantal aansluitingen (12.610) en werkelijke aantal aansluitingen in 2015 (12.682). Van voorgaande jaren is nog een bedrag € 1.061 verrekend. Per saldo is hierdoor sprake van een hogere opbrengst rioolheffing van € 14.963. Resultaat riolering/rioolheffing 2015 Het verschil tussen de geraamde bedragen en de werkelijke bedragen geven per saldo een resultaat van € 140.221 voordelig. Zoals eerder vermeld wordt een bedrag van € 87.475 toegevoegd aan de voorziening door onderuitputting van kapitaallasten, d.w.z. de last doet zich voor in 2016 i.p.v. 2015. Een bedrag van
Jaarstukken 2015 55
€ 52.746 wordt toegevoegd aan de (nieuwe) reserve riolering als gevolg van lagere lasten (€ 37.783) en hogere opbrengsten (€ 14.963). Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Onze gemeente hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Zij maakt daarmee, net als het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor kwijtschelding. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. Voor kwijtschelding komt in beginsel alleen de afvalstoffenheffing (voor wat betreft het vastrechtgedeelte) in aanmerking. Sinds 2006 werken de waterschappen Hunze & Aa’s, Vechtstromen en de gemeente samen op het gebied van kwijtschelding van de lokale heffingen. De administratieve afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken op het grondgebied van het waterschap Hunze & Aa’s wordt door dit waterschap afgehandeld. De afhandeling van verzoeken binnen het gebied van waterschap Vechtstromen wordt gedaan door GBLT. De samenwerking loopt goed en zal dus ook voor de komende jaren worden voortgezet.
Jaarstukken 2015 56
B WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOMANAGEMENT
Inleiding De paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement is de laatste jaren grondig herzien. Getracht is de inhoud eenvoudiger en duidelijker weer te geven. Tevens zijn de nieuwe adviezen van de commissie BBV en de op- en aanmerkingen van de accountant, provincie en van uw raad in deze paragraaf verwerkt. Doel van de paragraaf Deze paragraaf dient inzicht te verschaffen in het feit in hoeverre onze gemeente financieel in staat is om niet geraamde risico’s te kunnen opvangen. Om hier inzicht in te krijgen zijn de volgende drie onderdelen van belang. Wat is de omvang van onze weerstandscapaciteit, wat is de omvang van onze niet geraamde risico’s en wat is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt vervolgens uitgedrukt in een ratio/kengetal. Aan het eind van deze paragraaf wordt ingegaan op het risicobeleid van onze gemeente. Financiële kengetallen (nieuw). De commissie BBV heeft 5 nieuwe financiële kengetallen verplicht voorgeschreven om vanaf de begroting 2016 en jaarrekening 2015 op te nemen. Wij vermelden aan het eind van deze paragraaf de uitkomsten van de vijf kengetallen. Weerstandscapaciteit. Bij dit onderdeel is geïnventariseerd in welke mate de gemeente in staat is om risico’s in financiële zin op te vangen. In z’n algemeenheid zijn de niet begrote financiële risico’s te dekken uit:
- Reserves en voorzieningen - Een eventueel batig saldo van de Rekening - Structurele ruimte in de begroting - Onbenutte belastingcapaciteit - Stille reserves die op korte termijn contant kunnen worden gemaakt.
Reserves De reserves zijn onder te verdelen in een Algemene Reserve, een Vrije Reserve en Bestemmingsreserves. Omdat onze reserves zijn ingezet als financieringsmiddel voor onze bezittingen kunnen deze (papieren) reserves niet zo maar worden aangewend. Aanwending heeft namelijk tot gevolg dat een deel van onze bezittingen dan op een andere manier gefinancierd moet worden, zoals b.v. door het aantrekken van een korte of lange geldlening. De voorzieningen worden in gemeenteland in tegenstelling tot onze reserves als vreemd vermogen gezien. Deze liggen vast en kunnen niet, zoals bij reserves wel het geval is, zo maar een andere bestemming worden gegeven.
Jaarstukken 2015 57
De specificatie van de totale reserves en voorzieningen en het verloop hiervan tussen de rekeningen 2015, 2014 en 2013 is als volgt;
Opmerking tabel: Kolom 2015: De afname van de bestemmingsreserves per 31-12-2015 wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere raming van de reserve nog uit te voeren werken per 31-12-2015 van afgerond € 5,0 mln. tegenover een werkelijk bedrag per 31-12-2014 van ruim € 6,8 mln. Kolom 2014: Hat saldo van de rekening 2014 van € 1.364.073 is apart weergegeven. In de Berap 2015-I is de mutatie verwerkt van storting hiervan in de vrije reserve en gedeeltelijke onttrekking voor dekking van de per saldo nadelige mutaties in de Berap. Kolom 2013: Het saldo van de rekening 2013 van € 952.001 is hier niet vermeld omdat dit saldo al was bestemd (al toegevoegd aan de vrije reserve en de bestemmingsreserves). Onvoorzien / Saldo Rekening. In de begroting hebben we 3 verschillende budgetten voor begrotingsruimte. Dat is in de eerste plaats het budget saldo begroting, in de tweede plaats het saldo onvoorzien voor calamiteiten en in de derde plaats het saldo voor incidenteel nieuw beleid. De niet bestede budgetten hiervan aan het eind van het jaar zijn tezamen met de overige mutaties van invloed op het uiteindelijk saldo van de jaarrekening.
Specificatie Saldo Rekening Rekening Rekening Rekening
2015 2014 2013
Saldo Rekening 1.876.409 1.364.072 952.001
Voordelig Voordelig Voordelig Toelichting onbenutte belastingcapaciteit Ondanks het feit dat wij de opbrengst ozb in principe onbeperkt kunnen verhogen is toch sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van nihil. Dit komt door de definitie voor de onbenutte belastingcapaciteit op grond van de financiële verhoudingswet (onze ozb-tarieven zijn hoger dan de door het rijk bepaalde minimum tarieven. Ook de riool- en afvalstoffenheffing hebben de grens van 100% kostendekkendheid bereikt. Toelichting stille reserves Stille reserves zijn reserves die in principe aan het zicht zijn onttrokken maar die wel een waarde kunnen vertegenwoordigen. Voorbeelden hiervan zijn gebouwen of vervoermiddelen die al 100% zijn afgeschreven maar nog wel een verkoopwaarde hebben. Een ander voorbeeld van een stille reserve is
Specificatie Reserves Rekening Rekening Rekening
31-12-2015 31-12-2014 31-12-2013
Algemene Reserve (sec) 4.423.370 4.423.370 4.423.370
Verfijningsuitkering riolering -865.978 -843.918 -783.529
Subtotaal 3.557.392 3.579.452 3.639.841
Vrije reserve 1.071.413 657.825 596.556
Subtotaal 4.628.805 4.237.277 4.236.397
Bestemmingsreserves 16.861.742 18.559.759 18.510.974
Subtotaal 21.490.547 22.797.036 22.747.371
Voorzieningen 2.267.469 1.735.442 1.807.428
Subtotaal 23.758.016 24.532.478 24.554.799
Voordelig saldo rekening 1.876.409 1.364.073
Totaal 25.634.425 25.896.551 24.554.799
Jaarstukken 2015 58
ons aandelenbezit mits de werkelijke waarde (is verkoopwaarde) hoger is dan de nominale waarde (waardering op onze balans). Voor de berekening van de weerstandscapaciteit hebben wij tot heden het bedrag voor de stille reserves op nihil geraamd. Niet geraamde risico’s Bij dit onderdeel is geïnventariseerd op welke onderdelen de gemeente financiële risico’s loopt die niet door begrotingsramingen zijn afgedekt. In de volgende tabel is hiervan een overzicht verstrekt. Het uiteindelijk risicobedrag wordt bepaald door twee onderdelen. Het eerste onderdeel betreft de Kans dat het risico zich voordoet (zeer klein =10%, klein = 30%, gemiddeld = 50%, groot = 70% en zeer groot = 90%). Het tweede onderdeel betreft het in beeld brengen of het risico incidenteel of structureel is. In deze paragraaf komen wij ook tegemoet aan de wens om alle in beeld gebrachte risico’s elk afzonderlijk nader te onderbouwen. In de tabel is t.o.v. het vorig jaar het risico Verlofstuwmeer (nr. 13) en Vastgoed (nr.14) toegevoegd. Het risico Verlofstuwmeer was al toegevoegd bij de begroting 2016 en het risico Vastgoed is toegevoegd o.g.v. de bevindingen van de Rekenkamercommissie van de quickscan in 2015 van het maatschappelijk vastgoed in onze gemeente. Overzicht niet geraamde risico’s
nr. Omschrijving Risico Bedrag Kans Incid. Struct. Totaal
1 Accres Gemeentefonds 500.000 50% 250.000 250.000
2 Decentralisaties / sociaal domein 1.000.000 50% 500.000 500.000
3 BTW compensatiefonds (BCF) 100.000 50% 50.000 50.000
4 Bodemsanering 100.000 30% 30.000 30.000
5 Planschade 100.000 30% 30.000 30.000
6 Verzekeringen 200.000 30% 60.000 60.000
7 Juridische procedures 200.000 50% 100.000 100.000
8 Garantieverplichtingen 150.000 10% 15.000 15.000
9 Rente 200.000 30% 60.000 60.000
10 Gemeenschappelijke Regelingen 625.000 50% 312.500 312.500
11 Grondexploitatie 3.000.000 50% 1.500.000 1.500.000
12 Krimp 250.000 50% 125.000 125.000
13 Verlofstuwmeer 1.000.000 50% 500.000 500.000
14 Vastgoed 1.000.000 50% 500.000 500.000
Totaal 8.425.000 695.000 3.337.500 4.032.500 Uit de tabel blijkt, dat inmiddels 14 verschillende risico’s zijn benoemd. Van elk risico is een maximaal risicobedrag benoemd en is het percentage weergegeven van de kans dat het risico zich voordoet. Hierbij valt op, dat het hoogste percentage 50% is. Dit heeft als reden dat wanneer de kans hoger wordt ingeschat dan 50% voor dit onderdeel wel een (hogere) raming in de begroting was opgenomen. In de kolommen ‘Incidenteel’ en “Structureel” is het bedrag vermenigvuldigd met het percentage. Een risico wordt als incidenteel gezien als wordt ingeschat dat het risico zich maximaal 1 x per 4 jaar kan voordoen en als structureel als dit vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat. Risico Accres Gemeentefonds De accressen van het Gemeentefonds staan nog steeds onder druk en worden ook nog voortdurend tussentijds aangepast. Een aanpassing kan zowel voor- als nadelig zijn maar de laatste jaren is vaker sprake van een nadeel. Een nadeel kan ook inhouden ‘minder meer’ dan voorheen geraamd.
Jaarstukken 2015 59
Als het Rijk minder geld uitgeeft ontvangen de gemeenten ook minder geld uit het Gemeentefonds door de normeringsafspraak rijk en gemeente (trap op trap af systeem) De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 500.000. Dit is afgerond 2% van de uitkering Gemeentefonds exclusief het bedrag voor de drie decentralisaties. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%). Door een aantrekkende economie lijkt de begroting van het rijk zich te herstellen maar door de aanhoudende vluchtelingenstroom is er een nieuwe opwaartse druk op de rijksuitgaven ontstaan. Van dit laatste feit profiteren de gemeenten niet door een hogere uitkering Gemeentefonds omdat deze uitgaven drukken op het departement van ontwikkelingssamenwerking. Dit departement telt niet mee in de normeringssystematiek net als de rijksuitgaven voor de Europese Unie. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%). Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Decentralisaties / Sociaal Domein Vanaf 1-1-2015 zijn de taken voor de drie decentralisaties jeugd, zorg en werk naar de gemeenten overgeheveld. Het risico bestaat dat het Rijk tussentijds op eerder toegekende budgetten gaat korten. Ook bestaat het risico dat tussentijds of aan het eind het jaar voor uitvoering onvoldoende budget beschikbaar is door b.v. een extra beroep op het budget door open eind regelingen. De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 1.000.000. Dit is afgerond ca. 6% van het totaal budget voor de drie decentralisaties. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ’gemiddeld’ geraamd (=50%). Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. BTW-compensatiefonds (BCF) Het BCF is in 2003 ingevoerd. Bij de invoering is het Fonds gevoed door inbreng van de gemeenten zelf. De uitkering Gemeentefonds is gelijktijdig verlaagd. Tegenover de lagere uitkering Gemeentefonds staat dat bijna al onze budgetten in de begrotingen vanaf dat moment vrij van btw zijn geraamd. Op dit onderdeel wordt het risico in beeld gebracht dat minder btw wordt gedeclareerd bij het Fonds dan dat jaarlijks wordt ingehouden op de uitkering Gemeentefonds. De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 100.000. Dit is afgerond 3% van het gemiddeld bedrag dat jaarlijks bij het Fonds wordt gedeclareerd. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%). Dit percentage wordt lager als onze gemeente meer gaat investeren dan gemiddeld in Nederland het geval is. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat.
Jaarstukken 2015 60
Bodemsanering Het risico bestaat dat de gemeente een eigen bijdrage moet betalen voor niet geraamde en niet voorzienbare bodemsaneringskosten. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 100.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘klein’ geraamd (=30%) omdat onze gemeente de laatste jaren hier niet op wordt aangesproken en tevens het ontwikkelen van nieuwe uitbreidingsplannen op een laag pitje staat. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Planschade Het risico bestaat dat de gemeente een bijdrage moet betalen voor niet geraamde en niet voorzienbare planschade. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 100.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘klein’ geraamd (=30%) omdat onze gemeente de laatste jaren hier niet op wordt aangesproken en tevens het ontwikkelen van nieuwe uitbreidingsplannen op een laag pitje staat. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Verzekeringen In de praktijk blijkt, dat vooral bij rampen en ernstige ongevallen altijd kosten kunnen resteren die niet door een verzekeringspolis worden gedekt. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 200.000. Dit is afgerond het gemiddeld bedrag dat de laatste jaren als jaarpremie wordt betaald. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘klein’ geraamd (=30%) omdat een ramp of ernstig ongeval zoals hier bedoeld zich maar sporadisch voordoet. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Juridische procedures Het risico bestaat, dat de gemeente wordt geconfronteerd met juridische procedures en/ of juridische claims waardoor een bedrag als schadevergoeding moeten worden betaald. Omdat het risicobedrag heel moeilijk is in te schatten hebben wij het bedrag gebaseerd op hetzelfde bedrag dan bij het vorig onderdeel (verzekeringen) wordt gehanteerd. Een risicobedrag dus van € 200.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%) omdat er wereldwijd sprake is van zowel een groei van het aantal juridische claims als ook voor wat betreft de hoogte van de bedragen. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op minimaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Garantieverplichtingen Het risico dat de gemeente loopt ten aanzien van garantieverplichtingen is niet groot te noemen. Dit komt omdat allerlei achtervangconstructies als 1e waarborg zijn ingebouwd. Het totaalbedrag aan gewaarborgde geldleningen bedraagt afgerond € 30 miljoen. Het risicobedrag wordt ingeschat op een half procent. Dit is een bedrag van € 150.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘zeer klein’ geraamd (=10%) door de goede 1e achtervangconstructie zoals het waarborgfonds. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat.
Jaarstukken 2015 61
Rente In de begroting wordt voor de doorberekening van de rentelast voor investeringen rekening gehouden met 5% rente. Voor de rente over onze financieringsbehoefte wordt tot het bedrag van de kasgeldlimiet (= afgerond € 5 miljoen) rekening gehouden met 3,5% rente en voor het meerdere met 4,5% rente. Het renterisico wordt ingeschat op het verschil van deze percentages t.o.v. de door ons gehanteerde rente van 5% voor investeringen. Als wordt uitgegaan van een maximaal financieringstekort van € 10 mln. bedraagt het risicobedrag voor de 1e € 5 mln. van het financieringstekort 1,5% van € 5 miljoen = € 150.000 en het risicobedrag van het meerdere 0,5% van € 5 miljoen = € 50.000. Totaal dus € 200.000 De kans op een hogere rente dan hiervoor genoemd wordt op ‘klein’ geraamd (=30%) omdat de huidige rente voor zowel kort- als lang geld nog steeds extreem laag is. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Gemeenschappelijke Regelingen Met betrekking tot de Gemeenschappelijke Regelingen loopt de gemeente het risico dat financiële tekorten achteraf door de deelnemende gemeenten moeten worden aangezuiverd. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 625.000. Dit bedrag is afgerond 25% van het totaal bedrag van afgerond € 2,5 miljoen dat jaarlijks aan de 6 belangrijkste Gemeenschappelijke Regelingen wordt betaald. Dit bedrag is hoger dan voorheen omdat nu ook de RUD en de VRD onder de Gemeenschappelijke Regelingen vallen. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%) door vooral de veelheid in aantallen van Gemeenschappelijke Regelingen. De kans dat het risico zich voordoet wordt op minimaal 1 x per 4 jaar ingeschat en is dus structureel. Grondexploitatie Het onderdeel waar de gemeente het grootste financiële risico loopt betreft het Grondbedrijf. Jaarlijks worden de risico’s van het Grondbedrijf geactualiseerd en in beeld gebracht. De in exploitatie genomen bestemmingsplannen worden elk jaar kritisch doorgerekend op het te verwachten eindresultaat. Als dit eindresultaat negatief is wordt hiervoor een voorziening gevormd. Ook de nog niet in exploitatie genomen bestemmingsplannen worden elk jaar kritisch beoordeeld. Bij de beoordeling van deze plannen wordt elk jaar de boekwaarde afgezet tegen de meest recente marktwaarde. Als de marktwaarde lager is dan de boekwaarde moet voor het verschil een voorziening worden getroffen. Het grootste risico loopt de gemeente bij de nog niet in exploitatie genomen plannen waarvoor nog geen voorziening is getroffen. De boekwaarde van deze plannen bedraagt inclusief het plan Nieuw Veenlanden een bedrag van afgerond € 5 mln. Eind 2015 is een bufferreserve Grondbedrijf beschikbaar van afgerond € 2 mln. Het risicobedrag is op basis hiervan dus afgerond € 3 mln. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%) De kans dat het risico zich voordoet wordt op minimaal 1 x per 4 jaar ingeschat en is dus structureel. Krimp Onze gemeente is zich als een van de eerste gemeenten in Nederland bewust geworden van het verschijnsel krimp als demografische ontwikkeling. Dit verschijnsel kan nadelige financiële effecten hebben zoals bijvoorbeeld voor de uitkering Gemeentefonds. Deze uitkering wordt op krimpgevoelige onderdelen lager omdat in dit soort gemeenten de stijging van bijvoorbeeld het aantal inwoners of aantal leerlingen of aantal woningen etc. lager is dan de gemiddelde stijging in Nederland. Het nadelig effect wordt in onze gemeente versterkt door het feit dat bij ons sprake is van een daling van aantallen in plaats van een stijging lager dan het gemiddelde in Nederland. Het risicobedrag voor krimp wordt ingeschat op € 250.000. Dit is afgerond 1% van de uitkering Gemeentefonds exclusief de drie D’s. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%).
Jaarstukken 2015 62
Omdat de kans dat het risico zich voordoet op minimaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Verlofstuwmeer Een neveneffect van een toename van de werkdruk in onze organisatie is een toename van het verlofstuwmeer. De kans bestaat dat hierop een beroep wordt gedaan als het niet lukt het verlofstuwmeer weer tot normale proporties terug te dringen. De hoogte van het risicobedrag wordt ingeschat op afgerond € 1 mln. De kans dat het risico zich voordoet wordt als gemiddeld ingeschat (=50%). Omdat er van wordt uitgegaan dat het risico zich niet vaker dan 1 x per 4 jaar zal voordoen wordt het risicobedrag als incidenteel gezien. Vastgoed De gemeente bezit zowel maatschappelijk als strategisch vastgoed. Dit vastgoed kan soms ‘onder water’ staan wanneer de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde. Ook is in sommige gevallen vastgoed overgedragen aan nieuwe eigenaren met daaraan gekoppeld een genormeerd subsidiebedrag. Beide onderdelen kunnen leiden tot bijstellingen met financiële gevolgen en dus loopt de gemeente hier ook financiële risico’s. De omvang hiervan is tot dusverre nog niet inhoudelijk onderzocht. Een startbedrag van afgerond € 1 mln. als risico voor dit onderdeel lijkt aannemelijk. De kans dat het risico zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geraamd (=50%). De kans dat het risico zich voordoet wordt op minimaal 1 x per 4 jaar ingeschat en is dus structureel. Risico’s die zich hebben voorgedaan in 2015. In het voorgaande zijn 14 verschillende risico’s benoemd. Sommige benoemende risico’s hebben zich in 2015 ook daadwerkelijk voorgedaan. Zo hebben zich b.v. financiële mutaties voorgedaan in het accres Gemeentefonds (nr.1), in het sociaal domein (nr.2), in de rente (nr.9), in de Gemeenschappelijke Regelingen (nr. 10), in de Grondexploitatie (nr.11) en in het Vastgoed (nr.14). Dit zijn zowel voordelige als nadelige mutaties. Deze mutaties zijn in de Berap I of II gemuteerd en verrekend met de budgetten saldo begroting of nieuw beleid. Waardering (ratio) verhouding Weerstandscapaciteit / Risico’s De berekening van het weerstandsvermogen (capaciteit gedeeld door risico’s) levert als uitkomst een getal op (ratio). Vanaf de begroting 2012 wordt door onze gemeente, in navolging van andere gemeenten, de volgende gangbare indeling aangehouden: Ratio Weerstandsvermogen Aanduiding
groter dan 2,0 Uitstekend
tussen 1,4 en 2,0 Ruim Voldoende
tussen 1,0 en 1,4 Voldoende
tussen 0,8 en 1,0 Matig
tussen 0,6 en 0,8 Onvoldoende
lager dan 0,6 Zeer Onvoldoende Ratio berekening De ratio van de weerstandscapaciteit wordt berekend door het totaalbedrag aan weerstandscapaciteit te delen door het totaalbedrag van de risico’s. In deze nieuwe berekening voor het totaalbedrag aan weerstandscapaciteit nemen wij van het onderdeel reserves slechts de algemene reserve en de vrije reserve mee. In voorgaande jaren werden hier ook de bestemmingsreserves bij betrokken. Met betrekking tot de structurele ruimte in de begroting wordt het saldo begroting, het bedrag voor onvoorzien incidenteel en het bedrag voor nieuw beleid meegenomen. De overige twee onderdelen, te weten de onbenutte belastingcapaciteit en de stille
Jaarstukken 2015 63
reserves zijn voor de weerstandscapaciteit nihil geraamd. De hoogte van het bedrag aan weerstandscapaciteit is nu als volgt te specificeren:
Het totaalbedrag aan risico’s bedraagt € 4.032.500. De ratio is dus € 6.505.214/€ 4.032.500 = 1,61 (is Ruim Voldoende). Ratio ontwikkeling Door de risico’s van de afgelopen twee jaren naast elkaar te presenteren kan inzicht worden verkregen in de oorzaken van de ontwikkeling van de ratio.
Uit de tabel kan worden geconcludeerd dat de ratio is verlaagd van 2,35% naar 1,61% oftewel van uitstekend naar Ruim voldoende. Deze verlaging wordt veroorzaakt omdat de toename van het risicobedrag met ruim 69% groter is dan de toename van ruim 16% van de weerstandscapaciteit.
Reserves:
- Algemene Reserve 3.557.392
- Vrije Reserve 1.071.413
Subtotaal 4.628.805
Bij/af:
- Saldo Rekening 2015 1.876.409
- Onbenutte belastingcapaciteit p.m
- Stille Reserves p.m
Totaal 6.505.214
Specificatie Weerstandscapaciteit 31-12-'15
Verschil
2015 2014 in perc.
Reserves:
- Algemene Reserve 3.557.392 3.579.452
- Vrije Reserve 1.071.413 657.825
Subtotaal 4.628.805 4.237.277
Bij/af:
- Saldo Rekening 1.876.409 1.364.072
- Onbenutte belastingcapaciteit
- Stille Reserves
Totaal Weerstandscapaciteit 6.505.214 5.601.349 16,14%
Totaal Risicobedrag 4.032.500 2.380.000 69,43%
Ratio 1,61% 2,35%
Ontwikkeling ratio
Jaarstukken 2015 64
De toename van de risico’s is vooral ontstaan door de toevoeging van de twee nieuwe risicobedragen Verlofstuwmeer en Vastgoed en hogere risicobedragen voor o.a. de onderdelen Gemeenschappelijke Regelingen en Grondexploitatie. Risicobeleid Door onze financiën zo veel mogelijk te voorzien van een stevig financieel fundament wordt getracht te voorkomen dat wij onze risico’s niet meer volledig de baas kunnen zijn. Hiervoor is onder andere bij de begroting de paragraaf Financieel Fundament ingesteld. In deze paragraaf financieel Fundament zijn de maatregelen omschreven die zorg moeten dragen voor de financiële robuustheid van onze begroting. Deze robuustheid houdt o.a. in dat er voortdurend mogelijkheden moeten worden gecreëerd om flexibel in te kunnen spelen op ongewenste of financieel nadelige situaties. Dit mag ook worden omschreven als: zorg ervoor dat wanneer er financiële tegenvallers zijn, en die zijn er bijna elk jaar, dat er ook reële kansen zijn op financiële meevallers ter compensatie van de tegenvallers. Wij durven te stellen dat dit vanaf 2005 ingezet risicobeleid er mede toe heeft bijgedragen dat wij als Borger-Odoorn de financieel moeilijke jaren van 2008/heden tot dusverre redelijk goed hebben doorstaan. Maar door de teruglopende ratio 2015 t.o.v. 2014 blijft waakzaamheid geboden. Overzicht verloop Reserves 2015-2012
Verloop Reserves Bedrag Bedrag Bedrag Bedrag
2015-2012 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2012
Algemene Reserve 4.423.370 4.423.370 4.423.370 4.423.370
Verf.uitk.riolering -865.978 -843.918 -783.529 -698.111
Subtotaal 3.557.392 3.579.452 3.639.841 3.725.259
Vrije Reserve 1.071.413 657.825 427.955 410.226
Subtotaal 4.628.805 4.237.277 4.067.796 4.135.485
Bestemmingsreserves 16.861.742 18.559.759 17.727.574 19.116.466
Subtotaal 21.490.547 22.797.036 21.795.370 23.251.951
Voorzieningen 2.267.469 1.735.442 1.807.428 1.638.743
Subtotaal 23.758.016 24.532.478 23.602.798 24.890.694 Toelichting verloop Reserves 2015-2012 Algemeen Dit overzicht geeft inzicht in het verloop van de reserves en voorzieningen van de afgelopen 4 jaar. Uit het overzicht blijkt, dat met uitzondering van de Algemene Reserve de bedragen van de overige reserves en voorzieningen jaarlijks wijzigen. Verhogingen ontstaan in de meeste gevallen door rentetoevoegingen en in de overige gevallen door bijdragen vanuit de exploitatie. Lagere bedragen worden veelal veroorzaakt omdat bepaalde reserves bewust zijn ingesteld om in de loop der jaren te worden aangewend t.b.v. de exploitatie. Algemene Reserve De Algemene Reserve blijft in deze periode constant. De rente hiervan (2,5%) komt jaarlijks ten gunste van de exploitatie. Verfijningsuitkering riolering Deze Reserve is in deze periode nog oplopend negatief maar zal in 2022 nihil zijn.
Jaarstukken 2015 65
Vrije Reserve Deze reserve groeit in deze periode door rentetoevoegingen van de vrije reserve zelf en door overboekingen van rentetoevoegingen van andere reserves Bestemmingsreserves Het totaalbedrag van de bestemmingsreserves is t.o.v. het vorig jaar weer aflopend. Dit komt vooral door de Reserve nog uit te voeren werken. De hoogte van deze reserve was eind 2014 € 6.847.752 en eind 2015 € 5.012.340. Een verschil dus van € 1.835.412.. Het restant verschil wordt veroorzaakt door mutaties als gevolg van rentetoevoegingen, en onttrekkingen van o.a. de reserve Grondbedrijf, de reserve begrotingssaldo, de reserve verbrede bedrijfsvoering en de reserve Kern & Kader. Door het batig saldo van de jaarrekening 2015 van ruim € 1,8 geheel of gedeeltelijk weer aan de reserves toe te voegen kan het totaal van de reserves weer toenemen. Voorzieningen De totaalbedragen van de voorzieningen worden jaarlijks vooral gemuteerd door het onderdeel voorziening wethouderspensioenen. Kengetallen financiële positie De financiële positie van een gemeente is soms lastig te bepalen. Dit geldt zeker voor de onderlinge vergelijking tussen gemeenten. Om dit te verbeteren wordt vanaf de begroting 2016 en Rekening 2015 voorgeschreven dat alle gemeenten op een gelijke manier financiële kengetallen ontwikkelen om een beter inzicht te krijgen in de financiële positie van een gemeente. Onderstaand zijn de uitkomsten vermeld van de nieuwe kengetallen, waarbij opgemerkt wordt dat volgens de voorschriften de kolom Begroting 2015 gebaseerd is op het gemiddelde van de laatste 3 jaarrekeningen (2013, 2014 en 2015). Oorzaak hiervan is dat de gemeente bij de begroting (nog) geen Balans behoeft te presenteren.
Toelichting 1 en 2: Netto schuldquote De netto schuldquote wordt berekend door de netto schuld te delen door het totaal van de baten. Om ook inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen van gelden wordt de netto schuldquote weergegeven in zowel met als zonder verstrekte leningen. Voor het verslagjaar 2015 bedraagt de ongecorrigeerde netto schuldquote 53%. De gecorrigeerde schuldquote bedraagt 49%. In de VNG-uitgave “Houdbare Gemeentefinanciën” is aangegeven dat als de netto schuldquote ligt tussen 100% en 130% dat dan sprake is van een hoge schuldquote met als code oranje. Boven de 130% ligt de schuldquote in de gevarenzone (code rood) en doet de gemeente er verstandig aan de schuld te
Jaarverslag 2015 Verloop van de kengetallen
Kengetallen Verslag 2014 Begroting 2015 Verslag 2015
netto schuldquote 61% 64% 53%
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 56% 59% 49%
solvabiliteitsrisico 35% 33% 33%
grondexploitatie 13% 13% 13%
structurele exploitatieruimte 1% -1% 2%
belastingcapaciteit 113% 113% 113%
Jaarstukken 2015 66
verlagen. Zoveel te lager de schuldquote beneden de 100% ligt zo veel te veiliger (groener) het kengetal van de schuldquote is. Geconcludeerd kan worden dat het kengetal van onze schuldquote ruim in de veilige zone groen ligt. Het verloop heeft een dalende trend. Dat heeft enerzijds te maken met een mutatie van de schulden en anderzijds met een mutatie van het totaal van de baten. Het totaal van de baten is bijvoorbeeld vanaf 2015 gestegen door de Rijksbudgetten voor het sociaal domein. Vanaf volgend jaar verwachten wij meer inzicht te hebben in het kengetal en het verloop van de kengetallen van andere gemeenten. Toelichting 3: Solvabiliteitsrisico
Kengetal solvabiliteit Verslag Begroting Verslag
2014 2015 2015
A Eigen Vermogen 24.161 23.559 23.367
B Totaal Vermogen 69.910 70.966 70.977
solvabiliteitspercentage (A/B) 35% 33% 33% De solvabiliteitsratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. De solvabiliteitsratio geeft aan welk deel van de bezittingen van de gemeente (activa) gefinancierd worden met eigen vermogen (onze reserves). Voor het verslagjaar 2015 bedraagt de solvabiliteitsratio 33%. In de VNG-uitgave “Houdbare Gemeentefinanciën” is aangegeven dat wanneer de solvabiliteitsratio hoger is dan 30% dit als voldoende kan worden bestempeld en lager dan 20% als onvoldoende. In het algemeen geldt dus, dat hoe hoger de uitkomst is, hoe gunstiger het voor de gemeente is. Geconcludeerd kan worden dat het solvabiliteitspercentage van 33% voor onze gemeente als voldoende kan worden aangemerkt. Vanaf volgend jaar verwachten wij meer inzicht te hebben in het kengetal en het verloop van de kengetallen van andere gemeenten. Toelichting 4: Grondexploitatie
Kengetal Grondexploitatie Verslag Begroting Verslag
2014 2015 2015
A niet in exploitatie genomen bouwgronden 4.169 4.265 4.158
B bouwgronden in exploitatie (onderhanden werk) 3.559 3.228 4.292
C Saldo van de Baten 58.922 58.032 65.645
Kengetal Grondexploitatie (A+ B)/C 13% 13% 13% Het kengetal van de Grondexploitatie geeft informatie over de boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en van de al in exploitatie genomen gronden (BIE). De boekwaarde van beide gronden worden bij elkaar opgeteld en vervolgens uitgedrukt in verhouding tot de totale gemeentelijke baten. Er is (nog) geen VNG-norm gepresenteerd m.b.t. de hoogte van dit kengetal. Vanaf volgend jaar verwachten wij meer inzicht te hebben in het kengetal en het verloop van de kengetallen van andere gemeenten. Een juiste en actuele boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend door verkoop van de bouwkavels. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen de actuele waarde op de balans zijn opgenomen. Toelichting 5: Structurele exploitatieruimte
Jaarstukken 2015 67
Het kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan welke reële structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te kunnen dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De bedragen van de lasten en baten van de exploitatie en van de toevoegingen en onttrekkingen van de reserves moeten worden gezuiverd van de incidentele bedragen voor zover die aanwezig zijn. Zoals reeds uitgebreid bij onderdeel I.5 van de begroting 2016 is toegelicht worden alle lasten en baten als structureel gezien. Er is (nog) geen VNG-norm gepresenteerd m.b.t. de hoogte van dit kengetal.
Kengetal struct. exploitatieruimte Verslag Begroting Verslag
2014 2015 2015
A Structurele lasten
- Totaal van de lasten 57.509 62.232 66.439
- Af: incidentele lasten 0 0 -2.660
Totaal 57.509 62.232 63.779
B Structurele baten
- Totaal van de baten 58.922 61.215 65.645
- Af: incidentele baten 0 0 -4.181
Totaal 58.922 61.215 61.464
Totaal A - B -1.413 1.017 2.315
C Structurele toevoegingen aan de reserves
- Totaal van de reserves 8.950 478 9.627
- Af: incidentele toevoegingen 0 0 -2.493
Totaal 8.950 478 7.134
D Structurele onttrekkingen aan de reserves
- Totaal van de reserves 7.949 1.131 10.933
- Af: incidentele onttrekkingen 0 0 -542
Totaal 7.949 1.131 10.391
Totaal C - D 1.001 -653 -3.257
Totaal (A-B) - (C-D) -412 364 -942
E Saldo van de totale baten -58.922 -61.215 -61.464
Kengetal structurele exploitatieruimte 1% -1% 2% Conclusie kengetal: Omdat nog geen VNG-norm voor dit kengetal is ontwikkeld en ook nog geen kengetallen van andere gemeenten van jaarrekeningen bekend zijn zegt de uitkomst in dit stadium nog weinig. Toelichting 6: Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden) De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar T (2015) te vergelijken met het landelijk gemiddelde van jaar T-1 (2014). Dat de woonlasten van een jaar worden vergeleken met het landelijke gemiddelde van het voorafgaand jaar heeft te maken met het feit dat voor het jaar 2015 nog geen definitieve cijfers bekend zijn om het landelijk gemiddelde te berekenen. De woonlasten betreft de lasten van de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing en is gebaseerd op de gemiddelde Woz-waarde.
Jaarstukken 2015 68
De bedragen van het landelijke gemiddelde zijn gebaseerd op de Coelo-cijfers.
Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoons hh. Verslag Begroting Verslag
2014 2015 2015
A OZB 351,98 362,25 362,25
B Rioolheffing 217,78 222,98 222,98
C Afvalstoffenheffing 216,37 207,35 207,35
D Korting (n.v.t.)
E Totale gem. woonlasten Borger-Odoorn jaar T 786,13 792,58 792,58
F Woonlasten landelijk gem. (Coelo) jaar T-1
1. OZB 256,00 256,00
2. Rioolheffing 186,00 186,00
3. Afvalstoffenheffing 262,00 262,00
Totaal 697,00 704,00 704,00
Verschil woonlasten jaar T tov landelijk gem. jaar T-1 89,13 88,58 88,58
Uitgedrukt in % 113% 113% 113% De uitkomst van het kengetal (113%) geeft aan dat de lastendruk in onze gemeente boven het landelijk gemiddelde ligt. Dit komt o.a. door het feit, dat de uitkomst van het kengetal van de gemeente volgens de voorschriften moet worden vergeleken met de uitkomst van het Coelo van een jaar eerder. Dit geeft een vertekend beeld. Nadere toelichting verschil tarieven gemeente 2015 met de Coelo cijfers van 2014:
Lokale lasten Gem B-O Coelo Verschil
2015 2014
A OZB 362,25 256,00 106,25
B Rioolheffing 222,98 186,00 36,98
C Afvalstoffenheffing 207,35 262,00 -54,65
D Totaal 792,58 704,00 88,58 Uit de tabel blijkt, dat ons ozb tarief € 106,25 hoger is t.o.v. het landelijk gemiddelde en de rioolheffing € 36,98. De afvalstoffenheffing is € 54,65 lager. De totale lastendruk is € 88,58 hoger t.o.v. het landelijk gemiddelde.
Jaarstukken 2015 69
C KAPITAALGOEDEREN Algemeen In deze paragraaf wordt het beleidskader over het onderhoud van kapitaalgoederen zoals o.a. wegen, groen, riolering en gebouwen gegeven. En daarnaast een dwarsdoorsnede van de begroting. Uitgaven voor onderhoud kapitaalgoederen komen immers op diverse beleidsvelden voor. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen is een belangrijk deel van de begroting gemoeid. Een goed overzicht is daarom belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. Vastgoed en Geld Met ingang van het begrotingsjaar 2013 is een nieuw scenario opgesteld voor de herstelkorting Vastgoed en geld. Vanaf 2014 tot 2024 wordt het budget van vastgoed jaarlijks structureel verhoogd met € 50.000 tot een bedrag van € 505.530. (N.B. Bij de kadernota 2015 is besloten de structurele verhoging van het jaar 2016 niet door te voeren, maar in te zetten voor de bezuinigingsopdracht 2016.) Vanuit het meerjarenonderhoudsprogramma Realisatie zijn in 2015 in het kader van Vastgoed en Geld (geld bedoeld voor het inlopen van achtergesteld onderhoud) activiteiten uitgevoerd die technisch noodzakelijk zijn, maar die vanwege prioritering lager scoren. In 2015 is het totaal bedrag van € 210.435 (budget 2015 + restant budget voorgaande jaren) beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van extra onderhoudsprojecten. De volgende projecten zijn in uitvoering gebracht.
Project Krediet Status 31-12-2015
Vervangen bestrating zwembad Buinerstreng Nw. Buinen 8.000 Afgerond
Vervangen doorstroomtoestel afvalbrengpunt 2e Mond Onderzoek klimaat gemeentehuis Exloo Werkzaamheden Schaapskooi Exloo (1e fase)
10.000 5.000
15.000
Afgerond Afgerond Nog niet gestart
Renovatie groen Sportlaan Nieuw Buinen (1e fase) Beheer bos-, natuur en cultuurhistorie Inhaalslag boomcontrole/Boomveiligheid Rec. fietspad langs Kavelingen V’mond (nabij Stadskanaal) Opruimen fietspad visvijver Mondenweg Verbeteren oude spoorpad naar huisnrs 19/19a Buinen Voetpaden algemeen Groenrenovatie rotonde Valtherblokken-Oost Verkeersveiliger maken fietspad Buinen – Buinerveen
31.435 10.000 20.000 50.000 7.000 5.000
15.000 10.000 24.000
In uitvoering In uitvoering In uitvoering Uitgevoerd In voorbereiding Uitgevoerd Uitgevoerd In uitvoering Besteksfase
Totaal 210.435
Wegen Wegenonderhoud Het wegenonderhoud is onderverdeeld in klein onderhoud en groot onderhoud. Onder klein onderhoud wordt verstaan: het aanbrengen van slijtlagen, het dichten van kleine gaten en het aanpakken van voorkomende calamiteiten. De grootschalige onderhoudsprojecten vallen onder het groot onderhoud en staan op de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning geeft een technisch en financieel beeld van de onderhoudsprojecten voor de komende drie jaar. In het voorjaar van 2015 is de meerjarenplanning opnieuw vastgesteld door het college en ter informatie aangeboden aan de raad. Daarnaast is een keuze gemaakt van de uit te voeren werken in 2015. In 2015 zijn de volgende wegenprojecten opgestart:
Jaarstukken 2015 70
Financiën
Project Begroot Rekening Status 31-12-2014 Extra reservering project Zuiderdiep Nieuw Buinen 70.000 0 Afgerond Bijdrage herstructurering Nije Daip Nw Buinen, 2e fase 80.250 80.250 In uitvoering Fietspad langs Melkweg/Zefatweg Klijndijk/Valthe 181.950 210.413 Afgerond (*) Fietspad langs Buinerstraat Buinen/Buinerveen 222.000 183.928 Afgerond Zuiderdiep (Veenbeslaan – Bolsterlaan) Valthermond 278.000 32.800 In uitvoering Visserstraat Klijndijk, bijdrage wegen 10.000 6.966 Afgerond Rotonde Hondsrugweg/Exloerweg Valthe 122.000 119.359 Afgerond Valtherblokken-zuid Valthermond 171.000 160.822 Afgerond Totaal 1.135.200 794.538
(*) dekking uit budget 2014 ad. € 89.100 is opgenomen in begroot bedrag. Op basis van kengetallen is jaarlijks ca. € 2.238.000 nodig voor het onderhoud van de verhardingen. Het beschikbare wegenbudget in 2015 bedroeg € 915.011 (€ 798.819 budget 2015 en € 116.192 restant budgetten afgesloten werken). Bij projecten waar ook de riolering wordt verbeterd, wordt het budget van de wegaanpassing in het GRP ondergebracht. In 2015 zijn geen combinatieprojecten uitgevoerd. Reconstructie Zuiderdiep Nieuw Buinen De reconstructie van het Zuiderdiep in Nieuw-Buinen, tussen de Drentse Mondenweg en de Kerklaan is afgerond. De weg, de parkeerstrook, de voetpaden en de openbare verlichting is vernieuwd. Vanwege enkele financiële tegenvallers tijdens de uitvoering is € 70.000 gereserveerd als extra dekking uit het wegenonderhoud 2015. Hoewel het project nog niet geheel financieel is afgesloten, lijkt inzet van deze middelen niet nodig. Denktank Plattelandswegen Door budgettaire beperkingen binnen het wegenonderhoud worden de knelpunten bij deze wegen steeds groter, waarbij bij meerdere wegen sprake is van zeer onwenselijke situaties, welke middels bebording, onder de aandacht van de weggebruiker worden gebracht. Een denktank van specialisten (aannemers, landbouwers, ingenieursbureaus en de gemeente) heeft een aantal mogelijke technische oplossingen voor dit probleem uitgedacht, waarbij geprobeerd wordt met lichtere en goedkopere constructies te werken. Dit heeft geresulteerd in de aanleg van een 9-tal proefvakken in de Valtherdijk in Valthermond in 2013 en 2014. Verschillende verhardingstypen worden zo 4 jaar lang getest. Medio 2015 zijn gemeenten en aannemers uitgenodigd om ook proefvakken in de Valtherdijk aan te leggen. Deze worden deels gefinancierd door de provincie Drenthe. Hoewel enkele gemeenten duidelijk hebben aangegeven interesse te hebben, zijn nog geen concrete aanmeldingen binnengekomen. Wel hebben zich een tweetal aannemers gemeld. Ook zij komen in aanmerking voor cofinanciering van de provincie. In 2016 worden dus zeer waarschijnlijk dus nog een aantal proefvakken toegevoegd. Openbare Verlichting Vervanging van de openbare verlichting vindt zo mogelijk plaats bij reconstructiewerkzaamheden aan de weg en is vastgelegd in het gemeentelijke verlichtingsplan. De financiering hiervan is geregeld in de exploitatiebegroting. Vanaf 2009 is structureel € 160.000 beschikbaar voor verbetering van de openbare verlichting. Het gaat om een kostendekkende financiering voor de komende 10 jaar. De volgende projecten zijn in 2015 opgepakt.
Jaarstukken 2015 71
Project Krediet Rekening Status 31-12-2014
Schultestraat Borger 17.800 9.650 In uitvoering
Centrumplan Borger, ged. financiering 15.000 15.000 Afgerond Valtherblokken zuid Valthermond 10.000 0 In uitvoering Reductie openbare verlichting buitengebied (2e fase) 180.000 6.693 Uitvoering 2016 Totaal 222.800 31.343
In 2015 zou de tweede fase van het project ‘reductie openbare verlichting buitengebied 2e fase’ uitgevoerd worden. Het overleg met de bevolking nam echter meer tijd in beslag dan gepland. De plannen zijn eind 2015 definitief gemaakt. Uitvoering vindt plaats in het voorjaar van 2016. Juridisch traject De rechter heeft een uitspraak gedaan in het juridisch geschil tussen Enexis en de projectgroep van een samenwerkingsverband van 25 gemeenten, waaronder Borger-Odoorn, inclusief de provincies Groningen en Drenthe over het eigendom van de masten en het ondergrondse net. De rechter heeft uitgesproken dat het bovengrondse deel (masten en armaturen) in eigendom zijn van de overheden en het ondergrondse net van Enexis. De overheden zijn blij met deze uitspraak. Het is nog niet duidelijk of Enexis in hoger beroep gaat. Groen. Gemeentelijk bezit tabel 26
Omschrijving Eenheid Aantal
Bomen st 46.893
Bos(plantsoen) m² 2.825.092
Heesters m² 119.405
Gras, gazon, berm m² 5.374.728
Sportvelden m² 220.134
Waterpartijen, greppels m² 473.944
Volkstuinen m² 20.722
In gebruik gegeven grond m² 382.740
Totaal oppervlakte groen m² 9.460.265
inclusief sport, begraafplaatsen, groen rond scholen, sportzalen; een aantal nieuwe bestemmingsplannen, de landinrichting Odoorn en renovatieprojecten dienen nog te worden verwerkt. Beleidskader groen Het integraal groenbeleid is in 2006 vastgesteld. Het beleid is per groenthema uitgewerkt. Het benodigde onderhouds- en renovatiebudget en het budget om achterstallig onderhoud weg te werken is uitgerekend. Het onderhoudsniveau was vastgesteld op niveau 3; een basisniveau. In het groenbeheerprogramma is per beplantingsvak het groentype bepaald en zijn de bijbehorende onderhoudsmaatregelen vastgesteld. In het boombeheerprogramma worden de boomcontroles en uitgevoerde werkzaamheden aan de bomen vastgelegd. Het bermbeheerplan is in 2005- en het bosbeheerplan is in 2008 door het college vastgesteld. Onderhoud Afgelopen jaren is er voor het reguliere onderhoud van groen en bomen 12.700 uren én € 422.000 minder beschikbaar als gevolg van efficiëntie- en bezuinigingsmaatregelen. Noodzakelijkerwijs is daarom in 2013 gekozen om het door de raad vastgesteld onderhoudsbeeld 3 te verlagen naar niveau 4.
Jaarstukken 2015 72
Door de onderhoudswerkzaamheden efficiënter en slimmer uit te voeren is getracht niveau 3 zoveel mogelijk te handhaven. Niveau 3 is in 2015 niet gemeentebreed gerealiseerd. Er zijn grote achterstanden ontstaan in boomonderhoud, singelsnoei en bosonderhoud. Door deze grote achterstand kan boomveiligheid niet overal worden gegarandeerd. Consequentie is dat we indien we op termijn de financiën voor regulier onderhoud weer op orde willen hebben ook de financiën van het wegwerken van de onderhoudsachterstand dienen te borgen (wegwerken van onderhoudsachterstanden worden ten laste gebracht van budget Vastgoed en geld). Achterstallig groenonderhoud en renovatie In de meerjarenplanning (afd. GZ, cluster Real) is aangegeven in welke wijken plantsoenen en bomen (boombestanden) gerenoveerd moeten worden en waar achterstallig groenonderhoud is geconstateerd. Globaal dient jaarlijks 2 tot 5% van het bestaande groenareaal gerenoveerd of vervangen te worden. Aan een overzicht van achterstallig snoeiwerk (bomen, singels, bos) wordt gewerkt. Voor achterstallig onderhoud en renovatie is vooralsnog geen budget beschikbaar in 2015. Het vervangen van het groen wordt zoveel mogelijk uitgevoerd tijdens reconstructie van wegen en projecten van riolering / afkoppelen of uit het budget vastgoed en geld. Uitgevoerde groenrenovatie Voor groen zijn in 2015 diverse projecten in uitvoering waarbij € 66.065 uit Vastgoed en geld beschikbaar is gesteld. Daarnaast is € 31.435 overgeheveld van project groenrenovatie Noordes te Borger.
Project Krediet Rekening Status 31-12-2015
Boomveiligheid 20.000 7.000 In uitvoering
Rotonde Hondsrugweg Exloërweg Valthe Oost
10.000 0 In uitvoering
Renovatie Sportlaan Nieuw-Buinen 31.435 0 In uitvoering
Beheer bos-, natuur en cultuurhistorie 10.000 0 In uitvoering
TOTAAL 97.500 7.000
In 2015 is met bovengenoemde projecten een substantieel deel van het groen gerenoveerd, maar nog onvoldoende om de vastgestelde doelstellingen voor renovatie te kunnen halen. Begraafplaatsen Gemeentelijk bezit tabel
Omschrijving Eenheid Aantal
Aantal begraafplaatsen st 8
Aantal begrafenissen 2015 st 73
Aantal bijzettingen urnen st 19
Actueel beleidskader Voor de begraafplaatsen is in maart 2008 de visie begraafplaatsen ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’ vastgesteld. Dit beleid is nader uitgewerkt in een ruimtelijke visie voor acht begraafplaatsen. Beide visies zijn nog actueel.
Jaarstukken 2015 73
Beheer en onderhoud Voor begraafplaatsen is het onderhoudsniveau voor groen vastgesteld op niveau 2 (Goed niveau, conform niveau A van het CROW). Voor gebouwen op de begraafplaatsen is dit vastgesteld op conditieniveau 2 (goed niveau). Het onderhoudsniveau voor begraafplaatsen staat onder druk doordat er voor onderhoud in het openbaar groen minder uren en budget beschikbaar is. Over het algemeen zakt het onderhoudsniveau naar niveau 3. Realisatie beleid Met de vaststelling van de ‘Inrichtingsvisie begraafplaatsen Borger-Odoorn’ is inzicht gekregen in mogelijk beschikbare grafruimte, de hoeveelheid huurgraven uitgegeven vóór 2005 en vervallen grafmonumenten, het te renoveren groen en de gebouwen. Voor de renovatie is in totaal € 313.000 beschikbaar gesteld. Er is inmiddels € 278.000 besteed. Het bedrag is gebruikt voor planvorming (ruimtelijke visie), de aanleg van diverse urnenvoorzieningen, renovatie c.q. sloop van gebouwen, renovatie van groen, poorten en verharding, realisatie van graven door omvormen van groen en ophogen van het terrein. Bij renovatie worden de doelstellingen uit ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’ voor de grafcapaciteit, inrichting en kwaliteit nagestreefd. Dit is niet helemaal mogelijk omdat er slechts een deel van het benodigde budget beschikbaar is gesteld. Er wordt veel tijd gestoken in het nazoeken van familie van slecht onderhouden graven en huurgraven van vóór 2005. Voor 2016 is € 50.000 beschikbaar gekomen om een deel van deze graven te verwijderen. Sportvelden Gemeentelijk bezit tabel
Omschrijving Eenheid Aantal
Aantal sportparken st 10
Aantal wedstrijdvelden st 20
Aantal trainingsvelden st 5
Beleidskader In 2010 is de sport en beweegnota ‘Sport zet in beweging’ vastgesteld. Hierin is op hoofdlijnen aangegeven welke kant we als gemeente uit willen met voetbal. In de beleidsnotitie ‘Leefgebied en sport’ uit 2014 zijn kaders aangegeven hoe de gemeente omgaat met (met name de accommodaties van) voetbal en tennis. Beide nota’s zijn nog actueel. Beheer en onderhoud In 2015 is een bestek voor twee jaar voor alle (groot) onderhoudswerkzaamheden aan de sportvelden opgesteld en voor € 106.200 (ex btw) aanbesteed; met een optie tot verlenging met één extra jaar. De kwaliteitseis voor de sportvelden is dat zij moeten voldoen aan de KNVB-norm. In 2015 zijn de kosten, mede doordat er geen emeltenplaag is geweest, ruim binnen het bestek gebleven. Daarnaast is er nog extra werk uitgevoerd. De eigen dienst onderhoudt de singels en bomen op en rondom de sportvelden. De verenigingen zorgen zelf voor klein onderhoud, zoals het speelklaar maken van de velden, belijning aanbrengen, zwerfafval verwijderen, afvalbakken legen, overhangend groen terugsnoeien etc. Daarnaast wordt door een aantal verenigingen ‘boventallige’ sportvelden die zij willen blijven gebruiken, zelf onderhouden. Deze ‘boventallige’ velden zijn in 2014 uit het gemeentelijk onderhoud genomen.
Jaarstukken 2015 74
Alle sportvelden (bestek en ‘boventallig’) worden regelmatig (1x per 3 weken) gecontroleerd op de KNVB-norm. Een keer in de drie jaar wordt de kwaliteit bepaald door ISA-sport, waarbij de sportvelden worden beoordeeld op bodem, waterhuishouding, vlakheid en grasbestand. Hiervan wordt een kwaliteitszorgrapportage per veld opgesteld, waarin een onderhouds- en bemestingsadvies per veld wordt gegeven. Achterstallig onderhoud en renovatie Achterstallig onderhoud op de sportvelden is voornamelijk te vinden bij meubilair zoals doelen, ballenvangers en hekwerken. Het benodigd budget om deze te renoveren is nog niet inzichtelijk gemaakt. Jaarlijks was een budget beschikbaar van € 47.000 voor het renoveren van een sportveld. Dit budget is toegevoegd aan de aanbesteding. Mocht in de toekomst een renovatie van een sportveld noodzakelijk zijn dan is hier geen budget meer voor opgenomen in de begroting. Speeltuinen Gemeentelijk bezit tabel 27
Omschrijving Eenheid Aantal
Totaal aantal speeltoestellen st 339
Aantal locaties beheerd door speeltuin- en buurtverenigingen
st 32
Aantal locaties beheerd door Stichting peuterspeelzaal st 4
Aantal locaties beheerd door gemeente st 12
Aantal speellocaties st 48
Actueel beleidskader In april 2008 is de nota speelruimtebeleid “Ruimte voor jou”. In deze nota is bepaald hoe de verschillende speelruimtes moeten worden ingericht. Er is gekozen voor het initiëren van integraal en natuurlijk spelen. Dit houdt in dat de buitenruimtes zo worden ingericht, dat de verschillende doelgroepen (van jong tot oud) worden bediend en elkaar kunnen ontmoeten. Binnen deze ruimten wordt vooral bewegen, ontdekken en sociale intelligentie gestimuleerd door gebruik van uitdagende, sportieve en natuurlijke materialen. De bestaande en centraal gelegen speelruimtes, zoals schoolpleinen en speeltuinen worden, waar mogelijk, overeenkomstig deze nota ingericht en toegankelijk gemaakt. Met het vaststellen van de nota speelruimtebeleid wordt ingezet op de stimulering van sport, spel en ontmoeten, waarbij het opbouwen van respect, contact tussen generaties en wederzijds begrip een speerpunt is. Om uitvoering te kunnen geven aan de nota is het uitvoeringsplan “Ruimte voor jou 2010-2017” op- en vastgesteld in 2010. Hierin zijn de uitgangspunten en financiën geregeld. Realisatie beleid in 2015 In 2015 is geen budget voor nieuw beleid beschikbaar gekomen. Er is toch een project uitgevoerd waarbij het speelterrein volgens vastgesteld beleid is ingericht.
Jaarstukken 2015 75
In Valthermond, Roelof Tuinstraat bestond de speeltuin uit een zandbak en twee doelen. De speeltuinvereniging ‘Tussen de Diepen’ heeft een ontmoetingsplaats en speeltuin aangelegd. De gemeente heeft daarbij € 10.500 uit het speelruimte budget bij gedragen. Beheer en onderhoud Nieuwe en bestaande buitenruimtes moeten voldoen aan het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen (WAS). De speeltuinen worden door verenigingen en stichtingen onderhouden. De gemeente heeft hierbij een adviserende, ondersteunende (financieel) en controlerende rol. In de begroting is voor dit reguliere onderhoud en vervanging van afgeschreven speeltoestellen jaarlijks een bedrag van € 68.311 (exclusief eigen dienst) opgenomen. Dit budget is voldoende. Riolering. Gemeentelijk bezit
Omschrijving Eenheid Hoeveelheid
Vrijvervalriolering km 238
Drukriool (vrijvervalleidingen) km 22
Persriolering km 109
Rioolgemalen st 32
Minigemalen (buitengebied) st 469
Bergbezinkbasin st 1
Overstorten gemengde stelsels st 44
Huisaansluitingen st 12.435
Straatkolken st 11.125
IBA’s st 98
Infiltratievoorzieningen st 700
Totaal onderhoudsbudget riolen 2015 € 1.016.639
Kapitaallasten 2015 € 1.012.955
Bijdrage aan voorziening € 87.475
Reservering kapitaallasten riolen € 35.272
Reservering kapitaallasten GRP 2010-2015 € 21.874
De totale vervangingswaarde van de ondergrondse infrastructuur (incl. bovenliggende verharding) van de gemeente Borger-Odoorn bedraagt ruim € 86 miljoen. Beleid Samenwerking in de waterketen Onze gemeente ligt in twee waterschappen, het waterschap Velt en Vecht en het waterschap Hunze en Aa’s. Het college heeft te kennen gegeven zich in de samenwerking in de waterketen volledig te willen richten op het gebied Vechtstromen, hierin vallen de BOCE gemeenten en de gemeenten Ommen en Hardenberg, het waterschap Vechtstromen en Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD). In 2013 is het uitvoeringsprogramma bestuursakkoord afvalwaterketen Noordelijke Vechtstromen 2013-2016 tot stand gekomen. De uitvoering van dit programma loopt al enkele jaren. Er zijn diverse werkgroepen gevormd, die als opdracht hebben te onderzoeken hoe wij de prijs en kwaliteit kunnen verbeteren door intensiever te samenwerken op het gebied van Beleid en aanbesteding, beheer en uitvoering, financiën en exploitatie, management en organisatie. Momenteel wordt dit uitvoeringsprogramma geëvalueerd en werken we aan het opstellen van een nieuwe regionaal bestuursakkoord (BA) 2.0 voor de periode 2016-2020.
Jaarstukken 2015 76
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Op 10 december 2015 is het nieuwe GRP (2016-2020) door de raad vastgesteld. In dit GRP is onder meer het beleid met betrekking tot de nieuwe zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater vastgelegd. Naast het GRP is ook een afvalwaterplan Noordelijke Vechtstromen gemaakt. Dit afvalwaterplan is tot stand gekomen als onderdeel van Samenwerken in de waterketen. Het afvalwaterplan bevat de gezamenlijke visie, context en ambitie van alle partijen uit de Afvalwaterketen Noordelijke Vechtstromen. De vaststelling van dit plan zal medio 2016 plaatsvinden.
Afkoppelen Het afkoppelen van regenwater van de riolering is al jaren lang één van de speerpunten van ons beleid. Zoals aangegeven in het GRP 2010-2015 wordt er elk jaar 10.000 m2 afgekoppeld. In 2015 is er 25.860 m2 gekoppeld. Voor de uitvoering wordt onze eigen dienst BORG ingezet. Daarnaast wordt, waar mogelijk, het afkoppelen gecombineerd met rioolvervanging- en wegreconstructieprojecten.
Beheer en onderhoud Reiniging en inspectie De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het compleet in beeld brengen van de technische staat van de riolering. Dit beeld wordt verkregen door het uitvoeren van video inspecties. Oude riolen waarvan geen recente video inspectie aanwezig was, zijn alsnog geïnspecteerd en beoordeeld op kwaliteit. De inspecties worden gecombineerd met het reinigen van de riolering. Door het in beeld brengen van de kwaliteit van de riolering kan de technische restlevensduur worden herzien.
Renovatie en vervanging riolen en gemalen Bij rioolvervanging gaat de voorkeur uit naar een gecombineerde aanpak met de bovengrondse inrichting. Indien de bovengrondse infrastructuur nog niet aan vernieuwing toe is, wordt een keuze gemaakt tussen vervanging of renovatie. Bij renovatie wordt de bestaande buis aan de binnenzijde voorzien van een nieuwe wand. Met de huidige technieken kan dit financieel aantrekkelijker zijn dan vervangen. Voor renovatie en vervanging van riolen en gemalen is een gekapitaliseerd bedrag opgenomen in de beheersbegroting. Deze stelpost was voor 2015 voldoende hoog om de kwaliteit van ons stelselsysteem te waarborgen. In de financiële paragraaf van het GRP 2016-2020 staat aangegeven hoe de kosten en inkomsten zich de komende jaren zullen ontwikkelen.
Projecten In 2015 zijn de volgende projecten opgestart:
Project Begroot Rekening Status 31-12-2015 Herstructureringsproject "Nije Daip" riolering NEN-keuring gemalen (1x per 5 jaar) Aanbrengen duiker in De Wieke Valthermond Baggeren sloot Vrijheidslaan Aankoop PVC-materiaal voor verbeteringen Uitdiepen sloot naast Zuiderdiep 22 Maatregelen GRP 2015 Bijdrage samenwerking in de waterketen Rioolreparaties n.a.v. camera-inspectie 2015 Afkoppelen fietspad langs Melkweg Klijndijk Afkoppelen Industrieweg 10 Nieuw-Buinen
96.000 15.000 15.000 10.000 9.100 1.800
85.000 35.000 10.000 20.000 15.112
7.104 12.870
0 10.000 9.100 1.800
0 21.069
0 0
15.112
In uitvoering In uitvoering In uitvoering Afgerond Afgerond Afgerond In uitvoering In uitvoering * Afgerond/fin. nog verwerken Afgerond
Afkoppelen Herstructureringspr. “Nije Daip” 112.500 29.329 In uitvoering Afkoppelen Centrumplan Borger 50.000 50.000 Afgerond Totaal 474.512 156.384
* Bedrag beschikbaar gesteld in 2014 € 25.000 en in 2015 € 10.000.
Jaarstukken 2015 77
Onderhoud bruggen, duikers en watergangen Het onderhoud van de bruggen wordt per jaar bepaald aan de hand van de staat van de bruggen. Er is een beperkt budget beschikbaar voor noodzakelijke reparaties en onderhoud. Het onderhoud van duikers is klachten gestuurd. Bij constatering van verstopping of lekkage wordt ingegrepen. Schouwsloten worden jaarlijks onderhouden. Het onderhoud van de overige watergangen is afhankelijk van de afvoerende functie. Voor de afvoer van water belangrijke watergangen worden jaarlijks onderhouden. Minder belangrijke watergangen worden minder frequent onderhouden. Financiën Verbrede rioolheffing Per 1-1-2010 is de verbrede rioolheffing ingevoerd. Voor de kostendekkendheid wordt verwezen naar de paragraaf A Lokale heffingen. Gebouwen Vastgoedbeleid gebouwen Sinds 2010 is er, op basis van het vastgestelde vastgoedbeleid, een afname van het gemeentelijk bezit (in aantallen en m2 BVO). Dit is mede gebaseerd op de ontwikkelingen binnen het project Kern & Kader/Leefgebieden en sport. In 2015 is er een afname geweest van het bezit. Onder andere het monumentale pand Bebinghehoes in Exloo en het dorpshuis in Tweede Exloërmond. Ook is er vanuit onderwijsstichting Viviani een schoolgebouw, de Bark in Valthe, in gemeentelijk bezit gekomen. Onderhoud en beheer De werkzaamheden die gepland stonden in 2015 voor structureel onderhoud, zijn gedeeltelijk opgepakt en afgerond. De redenen hiervoor capaciteits- en tijdsgebrek . De nadruk heeft gelegen op de veiligheid (NEN 3140 en werken op hoogte) en gezondheid van de accommodaties (legionella). Financiën Over het jaar 2015 is een deel van de onderhoudsbegroting gereserveerd en meegenomen naar 2016. De reden hiervoor is dat de werkzaamheden voor een deel eind 2015 gestart zijn en in 2016 worden afgerond (technisch en financieel). Het onderhoudsbudget voor structurele en dagelijkse onderhoudswerkzaamheden is in totaliteit niet toereikend. Wel komt door de afname van het aantal gebouwen in gemeentebezit de verhouding tussen kosten en beschikbare budgetten meer in balans. Het afstoten van (sport)accommodaties kost echter meer tijd dan vooraf was ingeschat. Hierdoor blijft het tekort nog steeds aanmerkelijk. Eindconclusies onderhoud kapitaalgoederen
Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat voor wegen, groen en gebouwen het onderhoudsbudget en het budget voor renovaties structureel te laag zijn.
Voor groen wordt op deze manier de onderhoudsbehoefte van afgeschreven groen onevenredig hoog om het vastgestelde kwaliteitsniveau te kunnen halen
Het budget voor vervangingingsinvesteringen riolering komt onder druk te staan door het opstarten van grootschalige projecten. Hiervoor wordt een extra voorziening opgebouwd.
In 2015 was riolering kostendekkend.
Jaarstukken 2015 78
D FINANCIERING
Algemeen Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen gaan we uit van integrale financiering. Dat wil zeggen dat we steeds kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. De financiering met externe financieringsmiddelen beperken we zoveel mogelijk door vooral de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat optimaal te maken. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling wordt eerst maximaal met kort geld gefinancierd. Financiering voor een periode van langer dan een jaar wordt alleen aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak. De termijn wordt daarbij bepaald door de aard van de te financieren investeringen, de resterende looptijd van de bestaande leningen en de te betalen rentepercentages bij de verschillende looptijden van de leningen. De investeringen in vaste activa en de beschikbare financieringsmiddelen op lange termijn staan in het volgende overzicht.
Het financieringstekort is in 2015 per saldo afgenomen met een bedrag van € 5.577.181. Dit resulteert in een financieringsoverschot van € 4.818.524 per 31 december 2015. De financieringspositie in het verslagjaar is gedaald door:
Een afname van de reserves met een bedrag van € 794.153 De financieringspositie in het verslagjaar is gestegen door:
Een afname van de vaste activa met een bedrag van € 1.752.571
Een toename van de voorzieningen met een bedrag van € 532.027
Een toename van de langlopende leningen met een bedrag van € 4.086.736 In het volgende overzicht wordt het verloop van de financieringspositie nader weergegeven.
Financieringspositie saldo per mutaties saldo per
01-01-2015 in 2015 31-12-2015
Vaste activa 51.825.807 1.752.571- 50.073.235
Totaal vaste activa 51.825.807 1.752.571- 50.073.235
Reserves 24.161.109 794.153- 23.366.956
Voorzieningen 1.735.442 532.027 2.267.469
Langlopende leningen o/g 25.170.599 4.086.736 29.257.335
Totaal vaste passiva 51.067.149 3.824.610 54.891.760
Financieringspositie 758.657- 5.577.181 4.818.524
Jaarstukken 2015 79
Omschrijving Besteding Herkomst
middelen middelen
Materiële vaste activa, netto investeringen 469.009
Materiële vaste activa, afschrijvingen 1.936.733
Financiële vaste activa, netto investeringen 138.266
Financiële vaste activa, aflossingen 418.481
Financiële vaste activa, afschrijvingen 4.632
Mutatie vaste activa 607.275 2.359.846
Algemene reserve, toename 455.691
Algemene reserve, afname 1.428.236
Bestemmingsreserves, toename 7.807.480
Bestemmingsreserves, afname 9.505.498
Rekeningresultaat 2015 1.876.409
Mutatie eigen vermogen 10.933.734 10.139.580
Voorzieningen, toename 677.253
Voorzieningen, afname 145.225
Langlopende geldleningen o/g, opname 10.000.199
Langlopende geldleningen o/g, aflossingen 5.913.463
Mutatie vreemd vermogen 6.058.688 10.677.452
Totaal 17.599.697 23.176.878
Saldo besteding - herkomst = toename financieringstekort 5.577.181
Jaarstukken 2015 80
Renterisico korte schuld Een belangrijk uitgangspunt van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is het vermijden van grote schommelingen in de rentelasten van openbare lichamen. Schommelingen in de rente van kortlopende schulden hebben een directe invloed op de rentelasten. Met de kasgeldlimiet stelt de wet een grens aan de financiering met kortlopende geldleningen. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2015 € 5.240.256. Het financieringsoverschot van de vaste activa ultimo 2015 bedraagt zoals eerder genoemd € 4.818.524. In onze begrotingen worden de rentelasten van het financieringstekort berekend tegen de (hogere) rentepercentages voor vaste geldleningen. Hierdoor zijn de renterisico’s zeer beperkt. De vlottende activa, waaronder ook de voorraden bouwgronden vallen, moeten echter ook worden gefinancierd. De financiering hiervan vindt voor een groot deel plaats met het kortlopende kasgeld. Reden hiervoor is dat kasgeld veelal kan worden aangetrokken voor een lager rentepercentage dan lang geld. Dit financieringsbeleid past in ons streven om jaarlijks een zo optimaal mogelijk rente resultaat te verkrijgen. Nemen we de financiering van de boekwaarde voorraad bouwgronden mee (afgerond € 10 mln.) bij de berekening dan is er sprake van een financieringstekort. Renterisico vaste schuld Het renterisico op de vaste schuld is in de Wet Fido omschreven als “de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer”. Het renterisico op de vaste schuld moet voldoen aan de renterisiconorm. Deze norm is in een wettelijke uitvoeringsregeling uitgewerkt als een bedrag ter hoogte van 20% van de vaste schuld. Het renterisico op de vaste schuld bestaat uit twee onderdelen: renteherziening en herfinanciering. Bij de renteherziening gaat het om de mogelijkheid dat de geldgever de rente op een lopende lening of uitzetting kan herzien. Bij herfinanciering moet gedacht worden aan het verschil tussen aflossingen die op basis van de leningsvoorwaarden zijn betaald en het bedrag aan nieuw aangetrokken leningen.
Jaarstukken 2015 81
E BEDRIJFSVOERING
1. Algemeen Met de term “bedrijfsvoering” bedoelen wij de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in een organisatie en de aansturing en personeelszorg voor onze medewerkers. De kern ervan is, dat het de aansturing van de organisatie betreft, zoals die onderscheiden kan worden van de feitelijk uitvoering (het daadwerkelijk maken van producten en het verlenen van diensten) en van het bepalen van beleid (keuzes maken over wat wel en wat niet te doen). Op hoofdlijnen waren onze accenten in 2015 de volgende: A. De invoering op de grote nieuwe taken die naar de gemeente toekomen, inclusief positiebepaling
van onze rol als gemeente. B. De ontwikkeling en implementatie van de werkprocessen voor de nieuwe taken in het Sociaal
Domein, zowel intern als die in relatie tot de ketenpartners C. Verder werken aan de invoering van ons dienstverleningsconcept, zowel bij de binnen- als bij de
buitendienst. 2. Personeel & Organisatie Organisatieontwikkelingen Wij zijn een aantal jaren geleden gestart om de gemeentelijke organisatie steeds efficiënter in te richten, om te werken tegen zo laag mogelijk kosten en om een optimale, trefzekere dienstverlening aan onze inwoners te garanderen. De taakstelling in de bedrijfsvoering van € 1 miljoen over de periode van 2011 – 2015 is daarvoor een belangrijke aanleiding en stimulans. Voor 2015 stond de laatste tranche van structureel € 300.000 als opdracht ingeboekt. Wij hebben dit bedrag gekort op het totaal van de bedrijfsvoeringsbudgetten en verwerkt in de begroting. De nieuwe taken die op de gemeente af zijn gekomen hebben grote impact gehad op onze interne organisatie. In feite moeten we constateren, dat de doorontwikkeling van de efficiency van onze interne organisatie door de aandacht voor de inrichting van het Sociaal Domein noodgedwongen min of meer tot stilstand is gekomen in 2014 en 2015. Pas nu in 2016 pakken we dit weer op. Uitzondering hierop is de doorontwikkeling van onze buitendienst BORG, waarvoor wij in het voorjaar van 2015 een Ondernemingsplan 2015 – 2018 voor hebben vastgesteld. Sindsdien wordt door leiding en medewerkers hard gewerkt om dit plan tot een succes te maken. 2015: Wijziging dienstverleningsconcept De dienstverlening naar onze inwoners heeft continue onze aandacht en ons beleid daarop wordt periodiek geactualiseerd. In 2015 is op interactieve wijze met de inwoners van onze gemeente gewerkt aan het nieuwe dienstverleningsconcept. De nieuwe kaders zijn eind 2015 door uw raad vastgesteld, aan de uitwerking wordt nu volop gewerkt. Programma “herinrichting sociaal domein” Het programmateam Sociaal Domein heeft begin 2016 haar laatste producties opgeleverd. Het programma is inmiddels beëindigd en al met al kunnen we terugkijken op een zeer intensieve periode waarin mooie successen zijn behaald. Met de beëindiging van het programma is het werk nog niet klaar. Wij blijven ons volop inspannen om de ontwikkelingen binnen het sociaal domein in goede banen te leiden, zij het nu anders georganiseerd vanuit de lijn.
Jaarstukken 2015 82
Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn Op 1 januari 2015 is de door ons opgerichte Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn gestart met de uitvoering van de werkzaamheden. Deze Stichting zet onder onze regie de integrale zorgdienstverlening met inzet van de sociale teams aan onze inwoners professioneel neer. Het principe van 1 gezin, 1 regisseur, 1 ingang is daarmee verwezenlijkt. De gemeente zal de bedrijfsvoering van de nieuwe entiteit in ieder geval de komende drie jaren blijven faciliteren. Inmiddels zijn de gesprekken gestart over de wijze waarop we deze afspraken toekomstbestendig laten worden en welke taken we hierbij definitief overdragen naar de stichting. “Borg 2018” In het voorjaar van 2014 heeft ons college de nieuwe toekomstvisie voor onze buitendienst BORG vastgesteld. Deze luidt als volgt:
Een team professionele, toegewijde en goed toegeruste medewerkers.
Bij het handelen staat de burger centraal.
Ontwikkeling tot leer-/werkbedrijf voor de participatiewet.
Het opvangen van calamiteiten.
In partnerschap werken met de eigen organisatie en met het bedrijfsleven.
Met een transparante bedrijfsvoering blijvend marktgericht werken. In 2015 is door het inmiddels opgeheven projectteam BORG-2018 een ondernemingsplan voor BORG en een dienstverleningsconcept opgeleverd dat aansluit bij het brede dienstverleningsconcept van de gemeente. Op grond daarvan hebben wij een invoeringsplan opgesteld. In 2015 is het nieuwe organogram voor BORG vastgesteld en is – wezenlijk voor de nieuwe impuls die nodig was - in nieuwe, tijdelijke bemensing van de dagelijkse leiding en het bedrijfsbureau voorzien. Knelpunten in de organisatie De 2 bovengenoemde majeure projecten trokken, zoals aangegeven, een grote wissel op onze organisatie en hebben ons genoopt om ook in 2015 prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aantal door ons gewenste ontwikkelingen, zoals de verdere invoering van projectmatig creëren, de doorontwikkeling van zaakgericht werken, de scholing van onze medewerkers, en de doorontwikkeling van onze gesprekkencyclus, noodgedwongen zijn doorgeschoven naar 2016. De mogelijkheden om de organisatie onder deze omstandigheden nog verder te doen krimpen hebben hun grenzen bereikt. Wij zijn blij dat de raad onze bezorgdheid over onze ambitie in relatie tot de beschikbare capaciteit heeft gedeeld en hierop passende maatregelen heeft getroffen. Over de besteding van de extra middelen is de raad in het voorjaar 2016 middels een afzonderlijke brief geïnformeerd. Zoals u in deze jaarrekening heeft kunnen lezen zijn we binnen de budgetten van de bedrijfsvoering gebleven. Begrotings- en formatieonderzoek Het aangekondigde begrotings- en formatieonderzoek is in de loop van 2015 uitgevoerd. Afgesproken is dat de uitkomsten van het dit onderzoek worden betrokken bij de in 2016 op de agenda staande kerntakendiscussie. Intergemeentelijke samenwerking De lange termijnvisie richt zich primair op samenwerking in Zuidoost Drenthe verband met Emmen en Coevorden (“BOCE”), waarbij, mede op grond van de evaluatie in 2012 naast het “Gastheermodel”, ook andere varianten tot de mogelijkheden behoren. Daarnaast worden andere samenwerkingsverbanden niet uitgesloten, of worden zelfs wettelijk voorgeschreven, zoals de arbeidsmarktregio en de samenwerking in de Waterketen. de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) en de Veiligheidsregio Drenthe (VRD).
Jaarstukken 2015 83
Een belangrijke taak die we bij al deze samenwerkingsverbanden zullen blijven houden is die van opdrachtgever / regisseur. Hierbij zal het nodig zijn om capaciteit of in huis te hebben of te organiseren, om voor deze organisaties deze rollen goed in te vullen door kaders te stellen, resultaten af te spreken die behaald moeten worden en de uitvoering daarop te monitoren. 2015 In 2014 is de verdere ontwikkeling van de BOCE samenwerking zo goed als tot stilstand gekomen. Ook dit hangt samen met verschuivende prioriteiten, en aandacht die, bij ons zowel als bij Emmen en Coevorden, uitging naar inzet op het Sociaal Domein. De samenwerking in BOCE verband op het Sociaal Domein bleek op de meeste onderdelen in dit stadium van de ontwikkelingen maar van beperkte meerwaarde, mede door de verschillende keuzes die de drie gemeenten hebben gemaakt in het organiseren van de nieuwe taken. In 2015 heeft een extern onderzoek uitgewezen dat de uitgezette lijn van volledige applicatiesynchronisatie in BOCE verband - als losstaand thema – niet het beoogde resultaat zal opleveren. De opdracht hebben we in deze vorm dan ook van de agenda gehaald. Natuurlijk blijven we slim kijken waar de kansen en mogelijkheden zich voordoen voor samenwerking binnen de bedrijfsvoering. Inmiddels is de focus van de samenwerking – naast de bedrijfsvoering – ook gericht op de onderdelen die bijdragen aan de versterking van de regio Zuidoost Drenthe. Personeel Wij staan voor goed werkgeverschap. Wij willen kwalitatief goed toegerust personeel, dat hard en gefocust werkt in een goede werkomgeving en een prettige werksfeer, en een goede balans tussen werk en privé. Dit geldt altijd al, maar des te meer, nu de ontwikkelingen die wij hiervoor geschetst hebben een stevig beroep doen op de flexibiliteit van veel van onze medewerkers. Waar de aard van de werkzaamheden het toe staat, bieden wij medewerkers ook de mogelijkheid van telewerken, zodat zij zelf kunnen kiezen, waar ze het meest effectief hun werk kunnen doen. Het voorkomen van verzuim en het terugdringen van bestaand verzuim blijft onder de gegeven omstandigheden ook een belangrijk speerpunt. Een eigentijdse duurzame inzetbaarheid van het personeel wordt als onderdeel van de strategische personeelsplanning verder vorm gegeven. 2015 Missie “Samen, Ontspannen, Durven” Ook in 2015 hebben we moeten constateren dat veel van onze medewerkers niet of nauwelijks aan een opleiding of training toe zijn gekomen, mede als gevolg van de grote inspanningen rond het op poten zetten van de nieuwe taken in het sociaal domein, en als gevolg van de totale werkdruk in de organisatie. We hebben daarom gekozen om in 2015 in het kader van het jaarplan “Mentally Fit 4 Business” een bijzonder programma voor iedereen binnen onze organisatie op zetten gericht op het bevorderen van het mentale welzijn van onze medewerkers. Soms kun je aan de omstandigheden weinig veranderen, maar kun er anders naar kijken. Na een gezamenlijke kick-off bijeenkomst in oktober hebben medewerkers de mogelijkheid gekregen een programma samen te stellen dat voldoet aan eigen wensen en behoeften De reacties hierop waren positief en het programma wordt door vrijwel iedere medewerker gevolgd. Rechtspositie In 2014 is de CAO voor de sector Gemeenten vastgesteld. Deze nieuwe CAO heeft een looptijd van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016. In de nieuwe CAO zijn stappen gezet voor modernisering en flexibilisering.
Jaarstukken 2015 84
Per 1 januari 2017 worden een individueel keuzebudget en een nieuw beloningshoofdstuk ingevoerd. Het individueel keuzebudget sluit aan bij de wens van de werknemers voor meer keuzevrijheid. Het nieuwe beloningshoofdstuk zorgt voor minder regels en zal de mobiliteit van medewerkers bevorderen. Volumeafspraak bedrijfsvoering In 2009 is met uw raad een meerjarige volumeafspraak gemaakt over de omvang van de bedrijfsvoeringbudgetten. Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd met 3% op de loonkosten gerelateerde budgetten. De indexering is primair bedoeld voor het opvangen van periodieke verhogingen, stijging van de sociale lasten en voor de Cao-gevolgen. Bij de kadernota 2013 is besloten om deze indexruimte tevens te gebruiken voor het structureel op niveau brengen van de kosten voor informatisering en tractiemiddelen. Voor de periode 2011-2015 is een bezuinigingstaakstelling van totaal € 1 miljoen euro afgesproken. Voor de jaren 2016-2019 is de lijn doorgetrokken dat de bedrijfsvoering een aandeel van 20% van de totale bezuinigingsopdracht levert. De taakstelling voor 2015 van € 300.000 hebben wij structureel ingeboekt. Binnen de volumeafspraak hebben wij ons verbonden om door te gaan met de verbetering van de kwaliteit en de doorgroei naar nog meer doelmatigheid en efficiency in de organisatie. Zoals hiervoor echter al is aangegeven, is in de samenloop van ambitie, voorbereiden op en invoeren van omvangrijke en complexe nieuwe taken naast de realisatie van de bezuinigingen, de druk op de organisatie duidelijk voelbaar. Wij houden in dit spanningsveld nauwlettend de “vinger aan de pols” als het gaat om de veerkracht van onze organisatie. Nu pas in 2016 kunnen we weer echte aandacht aan “Basis op Orde” gaan geven. Kengetallen
aantal %-age Aantal %-age Aantal %-age
FTE 172,99 169,03 168,24
Medewerkers, waarvan: 196 187 185
- mannen 116 59,18% 111 59,36% 109 58,92%
- vrouwen 80 40,82% 76 40,64% 76 41,08%
Full-timers 125 120 119
Part-timers 71 67 66
Indiensttredingen 8 5 4
Uitdiensttredingen 4 14 6
Ziekteverzuimpercentage 5,13% 6,66% 6,22%
meldingsfrequentie 1,22% 1,05% 1,12%
Kengetallen personeel (31-12)
2013 20152014
Leeftijdsopbouw
aantal %-age Aantal %-age Aantal %-age
21-30 9 4,59% 6 3,24% 7 3,78%
31-40 27 13,78% 21 11,35% 19 10,27%
41-50 58 29,59% 55 29,73% 51 27,57%
51-60 75 38,27% 77 41,62% 79 42,70%
60+ 27 13,78% 28 15,14% 29 15,68%
Totaal 196 100% 187 101% 185 100%
Leeftijdsopbouw
2013 20152014
Jaarstukken 2015 85
Ten opzichte van 2014 is de vergrijzing weer licht toegenomen, wat overigens nog steeds past in het landelijk beeld van de overheid. Ziekteverzuim In 2015 was ons netto-ziekteverzuim 6,22%. In 2014 bedroeg dit nog 6,66%. De meldingsfrequentie (het aantal keren dat men zich in een jaar ziek meldt) bedroeg 1,12, dit is een fractie hoger dan in 2014. Het aantal relatief langdurig ziektegevallen is in 2015 licht gestegen en is hoog in vergelijking met de landelijke cijfers Onze eerder geuite zorgen over de toename van taken, in combinatie met de krimp van onze organisatie, lijken zich te hebben vertaald in een relatief hoog ziekteverzuimpercentage. Wij geven veel aandacht aan het terugdringen van het verzuim, waar dat zijn oorzaken in het werk, en daardoor door ons beïnvloedbaar is.
Waar mogelijk stellen we prioriteiten om de werkdruk binnen redelijke grenzen te houden;
We maken telewerken mogelijk, zodat medewerkers thuis de rust en de concentratie op kunnen zoeken;
We hebben het programma “Mentally Fit4Business” opgezet;
We hebben uw raad extra knelpuntenbudget gevraagd en dat ook gekregen en ingezet.
Zieke medewerkers die niet mobiel zijn, maar wel willen, kunnen en mogen werken, bieden wij vervoer op maat van en naar het werk.
Helaas moeten we constateren, dat een fors deel van ons verzuim oorzaken heeft die buiten onze beïnvloeding liggen en dan vaak ook nog van langdurige aard is. Huisvesting Ons gemeentehuis dateert van het begin van deze eeuw, inrichting en meubilair zijn inmiddels minstens 15 jaar oud en afgestemd op de organisatie van toen. Het meubilair voldoet niet meer aan de modernste Arbonormen. Het werkt allemaal nog steeds (zo heeft het gemeentehuis in 2014 en 2015 naast onze vaste krachten werkplekken geboden aan de vele externe ingehuurde krachten), maar in een volgende slag willen we de huisvesting weer meer dienstbaar laten zijn aan de dynamische organisatie die wij moeten en willen zijn. Dit zullen wij opnemen in het in de Kaderbrief 2017 aangekondigde Masterplan Organisatieontwikkeling 2016 – 2020. 3. Informatisering & Automatisering In 2012 is het huidige Informatisering Meerjaren Ontwikkelplan (iMOP) 2011-2015 vastgesteld. In dit plan wordt vooruit gekeken naar de ontwikkelingen voor de eerstvolgende 4 jaar. De belangrijkste verandering vindt plaats door de focus van het I&A beleid (sterker) te richten op de verbetering van de bedrijfsprocessen en minder op de techniek. De bedrijfsprocessen worden (opnieuw) ingericht naar de principes van zaak- en klantgericht werken. Om deze ontwikkelingen goed te integreren wordt nauw samengewerkt in BOCE en DIMPACT verband. Naast de “eigen” belangen van goede ICT systemen, worden ook vanuit de rijksoverheid meer verplichtingen opgelegd. Hiervoor is het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) als leidraad gebruikt. Dit programma is in het voorjaar van 2011 vervangen door de opvolger, de i-NUP. Hierbij staat de i voor implementatie, hetgeen betekent dat het programma zich richt op het gaan gebruiken van de voorzieningen die met de NUP zijn ontwikkeld. Hiermee heeft de i-NUP ook meer gevolgen voor dienstverlening en bedrijfsvoering en moet het er toe leiden dat uiteindelijk de vruchten van de investeringen worden geplukt. Door de raad zijn bij de kadernota 2013 middelen vrij gemaakt om uitvoering te kunnen geven aan de iMOP en i-NUP verplichtingen.
Jaarstukken 2015 86
2015
In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor een nieuwe iMOP voor de planperiode 2016-2020. De speerpunten voor de eerste jaren van deze planperiode zijn breed zaakgericht werken, ketensamenwerking (m.n. binnen sociaal domein en met RUD) en voorzieningen ten behoeve van het beheer van de openbare ruimte (uitbouw BGT naar integrale GEO informatie)
In 2015 is door de BOCE gemeenten hard gewerkt aan de opbouw van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BGT wordt de gedetailleerde grootschalige basiskaart (digitale kaart) van heel Nederland, waarin op een eenduidige manier de ligging van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en (landbouw)terreinen is geregistreerd. In de loop van 2016 zullen alle 3 gemeenten aansluiten op de landelijke voorziening BGT
Ten behoeve van de sociale teams wordt de ICT voorziening gefaciliteerd en zijn de nodige verplichte (wettelijke) aansluitingen verbeterd. De nieuwe stichting kon hierdoor per 1 januari 2015 transitieproof van start. Veelal externe factoren hebben er helaas toe geleid dat de ICT nog niet optimaal is, maar binnen onze mogelijkheden heeft dit de allerhoogste prioriteit. Eind 2015 is gestart met een onderzoek op welke wijze I&A binnen het sociaal domein verder kan worden vormgegeven. Dit wordt in 2016 verder uitgewerkt.
In 2014 hebben wij het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. Informatiebeveiliging is en wordt een steeds belangrijkere onderdeel in de ketensamenwerking van de overheid. De gemeente is namelijk een informatie-intensieve organisatie waarbij de burger mag vertrouwen op betrouwbaarheid en veiligheid van informatie(systemen). In 2015 is een volledige analyse uitgevoerd tussen het vastgestelde beleid en de feitelijke situatie (de zogenaamde CAP analyse) Dit heeft geleid tot een lijst met verbeterpunten en een actieplan dat de komende jaren zal worden uitgevoerd.
Jaarstukken 2015 87
F VERBONDEN PARTIJEN
Voor de uitvoering van enkele taken werken we samen met anderen in de vorm van een verbonden partij. In een verbonden partij heeft de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang. Het bestuurlijk belang bestaat uit vertegenwoordiging in het bestuur of uit stemrecht. Het financieel belang betekent aansprakelijkheid bij niet nakoming van verplichtingen door de verbonden partij. De gemeente heeft met diverse instellingen een financiële relatie (bijv. subsidie of inkoop), maar geen bestuurlijk belang. Bij alleen zo'n financieel belang, is er geen sprake van een verbonden partij. Verbonden partijen hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen gemeenschappelijke regelingen, stichtingen, deelnemingen of derde partijen zijn. Een gemeenschappelijke regeling en een stichting voeren over het algemeen een gemeentelijke taak uit. Het gemeentelijk aandeel in het nadelig saldo van een gemeenschappelijke regeling vormt een verplichte uitgaaf op de gemeentebegroting; aan een stichting wordt een exploitatiebijdrage verstrekt. Bij deelnemingen bezit de gemeente aandelen in een vennootschap en kan er sprake zijn van een dividenduitkering. Bij derde partijen is meer sprake van bundeling van activiteiten. Hierna zijn alle verbonden partijen weergegeven. Voor het inzicht zijn ze opgesplitst in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschapen. Gemeenschappelijke regelingen
Eems Dollard regio (EDR) Programma 1 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Bad Nieuweschans
Openbaar belang Aandacht vestigen bij de bevoegde instanties op de gemeenschappelijke belangen op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, bevordering van de regionale economie, cultuur e.d.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB Wethouder A. Trip is plv. lid AB
Financieel belang
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 2.917 € 2.933 € 2.915
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 1.625.454 € 1.625.454 € 1.116.286 € 1.116.286
Jaarstukken 2015 88
Veiligheidsregio Drenthe Programma 1 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Assen
Openbaar belang Vergroten van de veiligheid van de inwoners en bezoekers van Drenthe.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB
Financieel belang 40945
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 1.126.381 € 1.091.717 € 1.027.602
Financieel risico HOOG: De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 3.819.202 € 3.831.608 € 14.857.690 € 18.975.145
Recreatieschap Drenthe Programma 3 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Diever
Openbaar belang Voldoende (openlucht) recreatie mogelijkheden voor eigen bevolking en toeristen.
Bestuurlijk belang Wethouder A. Trip is lid AB
Financieel belang 40502
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 78.082 € 77.940 € 77.940
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 621.913 € 594.469 € 0 € 0
Emco (Emmen, Coevorden, Odoorn) Programma 6 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Emmen
Openbaar belang Uitvoeren WSW voor mensen met een arbeidshandicap of een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Bestuurlijk belang Wethouder J.F.A. Alberts is lid en plv. voorzitter AB en DB Wethouder A. Trip is plv. lid AB
Financieel belang 40517
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 53.084 € 108.000 € 32.242
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 2.426.000 € 1.818.000 € 6.050.000 € 7.045.000
Jaarstukken 2015 89
Wedeka (Werkvoorzieningschap de Kanaalstreek) Programma 6 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Stadskanaal
Openbaar belang Uitvoeren WSW voor mensen met een arbeidshandicap of een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Bestuurlijk belang Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB en DB Wethouder A. Trip is lid AB
Financieel belang 40517
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 0 € 200.000 € 0
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 2.952.000 € 2.540.000 € 1.729.000 € 970.000
GGD (Gemeenschappelijke gezondheidsdienst) Programma 6 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Assen
Openbaar belang Bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de inwoners.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is plv. lid AB Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB
Financieel belang 40674, 40677
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 770.958 € 770.658 € 769.712
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
€ 1.913.000 € 2.451.000 € 3.970.000 € 2.810.000
RUD (Regionale Uitvoeringsdienst) Programma 7 Bedrijfsvoering: PUBLIEK
Vestigingsplaats Assen
Openbaar belang Uitvoeren milieuwetgeving, -regelgeving en - handhaving.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is plv. lid AB en DB Wethouder F.A.J. Buijtelaar is lid AB en DB
Financieel belang 40767
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 187.146 € 208.725 € 223.033
Financieel risico HOOG De gemeenschappelijke regeling bepaalt aandeel gemeente.
Vermogen eigen vermogen vreemd vermogen
primo 2015 ultimo 2015 primo 2015 ultimo 2015
- € 573.000 - € 5.545.678
Jaarstukken 2015 90
Stichtingen/verenigingen
Cittaslow International Programma 1 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Orvieto (TR) Italy
Openbaar belang Tot de top behoren op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit (internationale keurmerk).
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid BO Cittaslow Nederland
Financieel belang 41305
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 2.500 € 5.000 € 2.500
Financieel risico LAAG Gemeente betaalt deelnemersbijdrage.
VDG (Vereniging van Drentse gemeenten) Programma 1 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Emmen
Openbaar belang Het bieden van een platform aan de leden voor communicatie en afstemming.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB Wethouder J.F.A. Alberts is plv. lid AB
Financieel belang 40014
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 9.510 € 7.829 € 9.840
Financieel risico LAAG Gemeente betaalt contributie.
P-10 gemeenten Programma 1 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Hengelo (Gld)
Openbaar belang Krachtenbundeling om gezamenlijk steviger gesprekspartner te kunnen zijn, bij het behartigen van de specifieke belangen die uit de gemeenteopbouw voortvloeien.
Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB
Financieel belang 41250
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 6.655 € 7.000 € 6.655
Financieel risico LAAG Gemeente betaalt deelnemersbijdrage.
Jaarstukken 2015 91
Verbonden partij Stichting Esgeva / STIVAM Programma 7 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Zwolle
Openbaar belang Tariefafspraken over ingezameld bedrijfs- en huishoudelijk afval.
Bestuurlijk belang Wethouder F.A.J. Buijtelaar is lid AB
Financieel belang 40687
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 0 € 4.000 € 0
Financieel risico LAAG
Agenda voor de Veenkoloniën Programma 8 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Stadskanaal
Openbaar belang Bundeling van krachten voor de ontwikkeling van het veenkoloniaal gebied.
Bestuurlijk belang Wethouder A. Trip is lid stuurgroep
Financieel belang 41234
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 10.000 € 10.000 € 10.000
Financieel risico LAAG Gemeente betaalt deelnemersbijdrage.
Coöperaties/vennootschappen
WMD (Waterleidingmaatschappij Drenthe) Programma 3 Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Assen
Openbaar belang Zorg voor de kwaliteit van het drink- en oppervlaktewater.
Bestuurlijk belang Gemeente is aandeelhouder (55 aandelen) Wethouder F.A.J. Buijtelaar vertegenwoordigt gemeente
Financieel belang 40081
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 0 € 0 € 0
Financieel risico LAAG De aankoop van de aandelen resulteert in een rentelast. Eventueel wordt dividend uitgekeerd.
Jaarstukken 2015 92
BNG (Bank Nederlandse gemeenten) Programma Algemeen Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats 's-Gravenhage
Openbaar belang Gespecialiseerde financiële dienstverlening. Zo laag mogelijke kosten maatschappelijke voorzieningen.
Bestuurlijk belang Gemeente is aandeelhouder (80.340 aandelen A) Wethouder A. Souverein vertegenwoordigt gemeente
Financieel belang 40991, 41229
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 0 € 0 € 0
Financieel risico LAAG De aankoop van de aandelen resulteert in een rentelast; er vindt dividenduitkering plaats.
BAN Personeelsdienst (Bestuursacademie Nederland) Programma Algemeen Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Assen
Openbaar belang Aanvullen of opfrissen van kennis, vaardigheden en inzichten. Deelnemersbijdrage algemeen en project Ruimbaan.
Bestuurlijk belang Gemeentesecretaris P. Post
Financieel belang 50020
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 3.766 € 3.733 € 3.766
Financieel risico LAAG
GBKN (Grootschalige basiskaart Nederland) Programma Algemeen Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Apeldoorn
Openbaar belang Instandhouding / actueel houden van topografische basiskaart.
Bestuurlijk belang Wethouder J.F.A. Alberts is voorzitter
Financieel belang 50263
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 20.605 € 0 € 0
Financieel risico LAAG
Dimpact Programma Algemeen Bedrijfsvoering: PRIVAAT
Vestigingsplaats Enschede
Openbaar belang Organiseren van samenwerking voor het laten ontwikkelen van een oplossing voor gemeentelijke multi-channel dienstverlening (licentie, hosting, lidmaatschap).
Bestuurlijk belang Wethouder A. Souverein
Financieel belang 50289
werkelijk 2014 begroot 2015 werkelijk 2015
€ 121.347 € 121.347 € 117.352
Financieel risico LAAG Dimpact is een coöperatieve vereniging U.A.: uitgesloten aansprakelijkheid. Er wordt niet verhaald op lidgemeenten.
Jaarstukken 2015 93
G GRONDBELEID 1. Algemeen beeld 2015 Door de huidige economische omstandigheden blijven de vooruitzichten voor het grondbedrijf nog onzeker. Belangrijkste oorzaak hiervan blijft vooralsnog de situatie op de woningmarkt (strengere regels en stagnerende verkopen). Deze markt staat nog onder druk, maar uit informatie uit de markt blijkt de woningverkopen aantrekken en bijna weer op het niveau zijn van voor crisis. Binnen het grondbedrijf is dit ook enigszins zichtbaar doordat er weer meer beweging komt in de kavelverkoop. De afgelopen jaren zijn uitsluitend kavels in “Daalkampen 2” te Borger verkocht, maar na jaren van stilstand is ook een kavel in “Exloërkijl III” te 2e Exloërmond verkocht en is er in 2016 een optie genomen op een kavel in “Tiekamp III” te Drouwen. Zowel particulieren als projectontwikkelaars tonen weer belangstelling. Ook bij de bedrijventerreinen zijn weer ontwikkelingen gaande. In het plan “Noorderkijl II” te 2e Exloërmond is één kavel verkocht en loopt één optie en in het plan “Aan de Strengen” te Borger zijn in 2016 reeds drie kavels verkocht en lopen twee opties. Om de verkoop te blijven stimuleren wordt constant gezocht naar mogelijkheden om het aantrekkelijk te maken een kavel te kopen. Dit heeft o.a. geleid tot het project “Fibula” in het bestemmingsplan “Daalkampen 2” te Borger. Samen met ontwikkelaar GEVEKE is dit project voor energieneutrale woningen gestart en is uitgegroeid tot een succes. Alle kavels zijn verkocht binnen de vastgestelde verkoopperiode (2012/2015). Ook de komende jaren wordt samen met projectontwikkelaars gekeken wat de mogelijkheden zijn in de diverse bestemmingsplannen. De risico’s blijven groot bij die bestemmingsplannen, waar het bouwrijp maken reeds is uitgevoerd, maar de meeste kavels nog verkocht moeten worden. Binnen het grondbedrijf geldt dit voor twee plannen namelijk “Daalkampen 2” en “Aan de Strengen” beide te Borger. Per 31-12-2015 zijn de exploitatieopzetten weer geactualiseerd en voldoen aan de aangescherpte BBV-voorschriften. 2. Wijziging regelgeving 2016 Met ingang van het jaar 2016 verandert er voor het grondbedrijf veel. Er is een voornemen om de BBV-voorschriften te wijzigen en daarnaast is het grondbedrijf vanaf 1-1-2016 verplicht vennootschapsbelasting af te dragen over de gemaakte winsten. De wijziging van de BBV-voorschriften moet leiden tot meer transparantie, eenduidigheid en een vermindering van de administratieve lasten. Hieronder een samenvatting van de voorgenomen wijzigingen.
- Looptijd plannen in exploitatie (BIE’s) maximaal 10 jaar (alleen met goede motivering langer) - Verplichte aansluiting kosten toerekening benoemd in de Wet ruimtelijke ordening/besluit
ruimtelijke ordening - Rente toerekening BIE’s baseren op werkelijk rente over het vreemde vermogen. (voor 2016 e.v.
jaren is dit al doorgevoerd bij bepaling winst/verlies bij de huidige lopende plannen) - Afschaffing categorie plannen in voorbereiding (NIEGG’s), komen op de balans onder de post
materiële vaste active (MVA) als “strategische gronden”. Er mogen geen kosten meer aan toegerekend worden. De waardering is conform de bestaande waarderingsgrondslagen onder de MVA.
De huidige NIEGG’s kunnen per 1 januari 2016 zonder afwaardering van de boekwaardes omgezet worden in materiële vaste activa. Voor de NIEGG’s geldt wel dat voor 31-12-2019 een toets op de marktwaarde van deze gronden moet plaatsvinden tegen de dan geldende bestemming. Op verzoek van de Europese Commissie is de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (grondbedrijf valt hieronder) ingevoerd. Hiermee wordt beoogd om eventuele staatsteun te voorkomen en om een gelijk speelveld te creëren met private partijen op het gebied van de vennootschapsbelastingplicht.
Jaarstukken 2015 94
Door EFK-belastingadviseurs is op basis van de gegevens per 31-12-2015 een berekening gemaakt wat de financiële gevolgen van de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor het grondbedrijf zijn. Bij deze berekening worden de verschillende BIE’s geclusterd, m.a.w. winsten en verliezen van de verschillende bestemmingsplannen worden met elkaar verrekend en de uitkomst hiervan bepaald of de gemeente vennootschapsbelasting moet afgedragen. De berekening van EFK geeft aan dat de gemeente tot 2034 totaal om een bedrag van afgerond € 275.000 verschuldigd is, de eerste afdracht is in 2025. De afdrachten hebben allemaal betrekking op het bestemmingsplan “Daalkampen 2” te Borger. Om deze berekening te kunnen maken is ook de fiscale balans door EFK-belastingadviseurs opgesteld. Deze wordt ook gebruikt als openingsbalans per 1-1-2016 voor de lopende plannen. In 2016 zal het grondbedrijf ingericht worden conform de BBV-voorschriften. Tabel 1: Overzicht Grondbedrijf jaar 2015
De gronden waarvan de ontwikkeling niet binnen afzienbare tijd start (is binnen10 jaar), zijn in het grondbedrijf opgenomen in de post overige gronden. Het voornemen blijft om deze gronden te zijner tijd te ontwikkelen. Binnen het grondbedrijf geldt dit voor het bestemmingsplan Daalkampen IV. Naast dit plan vallen de cultuurgronden hier ook onder. Op cultuurgronden is een winst geboekt van € 279.502. Hiervan wordt € 194.113 gestort in de bufferreserve en € 85.389 in de vrije reserve. 3. Winstnemingen 2015 Het afgelopen jaar voldeden twee plannen aan het vastgesteld beleidskader van tussentijdse winstneming. Dit kader houdt in dat tussentijds winst wordt genomen als het plan een positieve boekwaarde heeft van
31-12-2014 31-12-2015
In exploitatie
2e Exloërmond Exloërkijl 3 -74.253 -55.394 90.000
2e Exloërmond Noorderkijl 2 177.442 122.572 -10.000 185.000
Valthermond Plaats 62 -230.885 -229.122
Nieuw-Buinen Bedrijventerrein Drentse Poort 316.249 326.080 -5.000 57.500
Borger Daalkampen 2 2.455.412 2.956.794
Odoorn Langhieten 2 -389.646 -321.579 70.000
Buinen Lijnstukken 2 -55.356 -53.712
Borger Aan de Strengen (industrie) 1.978.824 2.013.332 -135.000 200.000
Drouwen Tiekamp 3 -26.060 -24.078
4.151.727 4.734.894 160.000 -150.000 442.500
Exloo Exloo - vm. Gemeentewerf 387.716 0 -387.716 0
Borger Toeristisch Centrum Borger -168.005 -169.656
Borger Strijkijzer 2.122.015 2.149.463
Nieuw-Buinen Drentse Horn 2.142.689 1.966.865 -107.699 1.611.671
Nieuw-Buinen Vm. voetbalvelden Nw-Buinen 56.470 66.747
Borger Aan de Strengen (dagrecreatie) 948.629 959.651
Drouwenermond Drouwenermond 3 786.176 796.912
6.275.690 5.769.981 0 -495.415 1.611.671
Overige gronden
Borger Daalkampen 4 2.836.679 2.837.867 1.178 1.283.441
Divers Cultuurgronden 656.298 110.931 279.502
3.492.977 2.948.798 279.502 1.178 1.283.441
13.920.394 13.453.672 439.502 -644.237 3.337.612
Totaal nog niet in exploitatie
Totaal overige gronden
Totalen grondbedrijf
BoekwaardePlaats Omschrijving Winst
Mutatie
voorziening
2015
Totaal v.d.
voorziening
31-12-2015
Totaal in exploitatie
In voorbereiding (NIEGG)
Jaarstukken 2015 95
minimaal € 50.000. De hoogte van de winstneming is dan gelijk aan de boekwaarde van het plan minus het totaal van de nog te maken kosten exclusief de rentecomponent In 2015 zijn geen bestemmingsplannen in exploitatie (BIE’s) afgesloten. 3.1 Nog verwachte winstnemingen 2016 t/m 2020 De verwachte winstnemingen voor volgende jaren blijven vooralsnog onzeker. Het lichte herstel dat zich in 2015 voordeed lijkt een vervolg te hebben in 2016. Om geen te hoge tussentijdse winstverwachtingen te scheppen voor het komende jaar, worden in dat jaar alleen die kavelverkopen geraamd, waar daadwerkelijk belangstelling voor is getoond (optie, serieuze vraag). Hiermee wordt het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd voor het ramen van de verkopen. De verwachte toekomstige winsten van 2017 t/m 2020 kunnen als volgt worden gespecificeerd: Tabel 2: specificatie verwachte winstnemingen 2016 t/m 2020
Conform bestaand beleid worden deze verwachte winstnemingen niet geraamd in de begroting. Na 2020 is nog een winst geraamd van € 1.220.000. Dit is hoger dan vorig jaar. De verhoging is het gevolg van de actualisatie van de kosten en dan met name de rente (vooral bij Daalkampen 2). Het nieuwe rentepercentage is berekend conform de nieuwe BBV-voorschriften per 1-1-2016. NB: Bij alle plannen in exploitatie met een positieve boekwaarde geldt: als een kavel wordt verkocht leidt dit bijna altijd tot een tussentijdse winstneming. 3.2 Toelichting verwachte winstnemingen per plan 2e Exloërmond (Exloërkijl 3)
- In 2015 is één kavel verkocht. De verkoop van de laatste kavel is doorgeschoven naar 2017. De looptijd is hierdoor met 1 jaar verlengd. De werkzaamheden die nog uitgevoerd moeten worden betreft hoofdzakelijk herstel-/reparatiewerk. Winstnemingen worden nog verwacht in de jaren 2017 en 2018.
Valthermond (Plaats 62)
- In 2015 zijn geen kavels verkocht, maar nagenoeg ook geen kosten gemaakt. De raming van de verkopen is doorgeschoven naar volgende jaren en de kosten zijn herverdeeld over de jaren. Als alle kavels zijn verkocht kan worden gestart met het woonrijp maken en kan het plan in 2023 worden afgesloten. Winstnemingen worden nog verwacht in de jaren 2017 t/m 2023.
Borger (Daalkampen 2)
- In het totale plan zijn in 2015 acht kavels verkocht, geraamd waren veertien kavels. De verkoop betreft uitsluitend kavels uit het deelplan ”Fibula”. Alle 32 kavels van “Fibula” zijn binnen de geraamde periode (2012/2015) verkocht. In 2016 wordt gestart met woonrijp maken van dit deelplan. De samenwerking met GEVEKE is daarmee een groot succes. De overige geraamde verkopen 2015 zijn begin 2016 verkocht voor projectbouw.
Plaats Omschrijving verkochtnog te
verkopen2016 2017 2018 2019 2020
2e Exloërmond Exloërkijl 3 31 1 90.000 3.000
Valthermond Plaats 62 18 15 28.000 155.000 175.000 125.000
Borger Daalkampen 2 68 136
Odoorn Langhieten 2 81 1 115.000 8.500
Buinen Lijnstukken 2 18 3 85.000 180.000 4.000
Drouwen Tiekamp 3 17 2 212.000 3.000
Totaal 204 184 0 530.000 341.000 179.000 133.500
Jaarstukken 2015 96
De verkoop aan particulieren blijft nog achter t.o.v. de ramingen, maar ook hier lijkt sprake te zijn van een licht herstel. In 2015/2016 zijn drie opties verleend aan particulieren. Van de totale 204 beschikbare kavels in dit plan zijn nu 68 verkocht. Door de lange looptijd van het plan en de onzekere woningmarkt (vooral particuliere markt), is een prognose met betrekking tot de winstnemingen moeilijk te maken. Dit blijkt ook wel uit de hoogte van de berekende winst bij de jaarrekening 2014 (€ 104.321) t.o.v. de jaarrekening 2015 (€ 545.382). Voornaamste oorzaken van het verschil zijn de nieuwe BBV-voorschriften per 1-1-2016 m.b.t. de renteberekening en de vennootschapsbelastingplicht vanaf 2016. De looptijd is met twee jaar verlengd. Verwacht wordt dat de resterende kavels in de periode 2015 t/m 2034 worden verkocht (gemiddeld 10 per jaar). Een eerste tussentijdse winstneming wordt bij deze prognose verwacht in 2032 omdat dan een positieve omslag in de boekwaarde wordt verwacht. Na verkoop van de laatste kavel kan met het woonrijp maken worden begonnen waarna het plan volgens de huidige prognose definitief kan worden afgesloten in 2034.
Odoorn (Langhieten 2)
- In dit plan is nog 1 kavel te koop. Het totaal aantal verkochte kavels komt uit op 81. Uitgangspunt is dat de laatste kavel in 2017 wordt verkocht. Met de verkoop van de laatste kavel is het plan nog niet volgebouwd. Een aantal kavels in dit plan is in het bezit van een projectontwikkelaar en zijn nog niet bebouwd. Dit heeft gevolgen voor het woonrijp maken van het plan. Normaliter zou hiermee gestart worden na afronding van alle bouwactiviteiten, maar doordat de gemeente geen inzicht heeft in verkoopsnelheid van de kavels van de projectontwikkelaar, is er bij dit plan voor gekozen om daar waar mogelijk delen reeds woonrijp te maken. De looptijd is verlengd met 1 jaar tot 2021. Winstnemingen worden nog verwacht in de jaren 2017 t/m 2020.
Buinen (Lijnstukken 2)
- Van de 21 beschikbare kavels in dit plan zijn er 18 verkocht. In 2015 zijn geen kavels verkocht en daarom is de verkoopprognose voor de komende jaren aangepast. De verkopen worden geraamd in 2017 en 2018. Na verkoop van de restant kavels kan met het woonrijpmaken worden gestart en kan het plan in 2019 definitief worden afgesloten. Winstnemingen worden nog verwacht in de jaren 2017 t/m 2019.
Drouwen (Tiekamp 3)
- In 2015 zijn geen kavels verkocht. Hierdoor is het noodzakelijk om de looptijd met 1 jaar te verlengen. In 2012 is het plan, ondanks dat alle kavels nog niet waren verkocht, woonrijp gemaakt. Na de laatste kavelverkoop en eventuele herstelwerkzaamheden wordt het plan naar verwachting in 2018 definitief afgesloten. Winstnemingen worden nog verwacht in de jaren 2017 en 2018.
3.3 Relatie winstnemingen met herstructureringsfonds Als sprake is van een winstneming wordt het fonds Herstructurering, voor zover nodig, aangevuld uit deze winst. De maximale hoogte van het fonds is vastgesteld op € 5.500 per nog te slopen woning. Het saldo van het fonds Herstructurering is eind 2015 afgerond € 1.847.000. Dit is t.o.v. 2015 een stijging van € 45.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door rentebijschrijving. In 2015 is nog geen beroep gedaan (wel geraamd) op de toegezegde bijdrages uit dit fonds, omdat alle uitgaven 2015 gedekt konden worden uit reguliere budgetten of ontvangen bijdrages derden. De bijdrage uit het fonds schuift een jaar op. Voor de lopende projecten is geen extra storting nodig uit het grondbedrijf, omdat de hoogte van het fonds voldoet aan het vastgestelde kader van € 5.500 per nog te slopen woning.
Jaarstukken 2015 97
4. Toelichting verloop boekwaarden. Uit tabel 1 blijkt, dat de boekwaarde van alle gronden eind 2015 is becijferd op € 13.453.672. In onderstaande tabel 3 is het verloop van de boekwaarde 2015 t.o.v. 2014 weergegeven. Tabel 3: verloop boekwaarden 2015 t.o.v. 2014
Onderdeel 2015 2014 verschil
Bestemmingsplannen in exploitatie
4.734.894 4.151.727 583.167
Bestemmingsplannen nog niet in exploitatie
5.769.981 6.275.690 -505.709
Overige gronden (cultuurgronden/Daalkampen 4) 2.948.798 3.492.977 -544.179
Totaal 13.453.672 13.920.394 -466.722
4.1 Toelichting verloop boekwaarden Ten opzichte van het vorig jaar is de totale boekwaarde gedaald met € 466.722. Bij de hierna volgende onderdelen worden de belangrijkste afwijkingen nader toegelicht. 4.2 Toelichting verloop boekwaarde bestemmingsplannen in exploitatie De boekwaarde van de bestemmingsplannen in exploitatie is eind 2015 ten opzichte van de boekwaarde eind 2014 gestegen met € 583.167. Deze stijging wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren en is als volgt tot stand gekomen: - Rentebijschrijving plannen: € 43.750 (nadelig) - Daalkampen 2: Rotonde Rolderstraat, Fibula en groen/speeltuin: € 492.900 (nadelig) - Tussentijdse winstnemingen: € 160.000 (nadelig) - Voorbereiding-, toezicht- en beheerskosten: € 97.920 (nadelig) - Mutaties overige plannen: € 16.222 (nadelig) - Opbrengst verkopen: € 227.625 (voordelig) 4.3. Toelichting verloop boekwaarde bestemmingsplannen nog niet in exploitatie De boekwaarde van nog niet in exploitatie genomen gronden is ten opzichte van 2014 gedaald met € 505.709. Door deze daling nemen de risico’s op deze gronden verder af. De daling komt als volgt tot stand: - Gevolgen rentebijschrijvingen op de boekwaarden: € 47.559 (nadelig) - Voorbereidings-/beheer-/administratiekosten: € 44.710 (nadelig) - Mutaties werk derden: € 2.019 (voordelig) - Pachten: € 7.659 (voordelig)
- Verkoop landbouwgronden Drentse Horn bij Stadskanaal: € 207.000 (voordelig) - Vrijval voorziening best.plan vm gemeentewerf Exloo: € 381.300 (voordelig) Het bestemmingsplan “Voormalige gemeentewerf Exloo” is afgewikkeld. De verrekening met de woningstichting heeft plaats gevonden. De opbrengst grondverkoop was te laag om de boekwaarde af te dekken. Voor het verschil tussen boekwaarde en de opbrengst is de afgelopen jaren een voorziening opgebouwd van € 387.716. Om het plan af te sluiten was een bedrag van € 381.300 nodig. Het verschil tussen de opgebouwde voorziening en het daadwerkelijk benodigd bedrag is teruggestort in de bufferreserve. Het bestemmingsplan Drentse Horn bestaat uit de deelplannen Nieuw-Veenlanden en Drouwenerpark. Het deelplan Nieuw-Veenlanden is in exploitatie genomen door “De Monden BV” (dochter van woningstichting Lefier). De gemeente participeert voor een derde deel in dit plan, evenals de gemeente Stadskanaal.
Jaarstukken 2015 98
De gemeentelijke kosten voor het deelplan Drouwenerpark zijn opgenomen in het grondbedrijf. In 2010 is door drie partijen besloten dit deel niet verder te ontwikkelen. De reeds gemaakte kosten zijn voor een groot deel afgedekt door een voorziening. Het restant kon, volgens de samenwerkingsovereenkomst, t.z.t. ten laste gebracht worden van het deelplan Nieuw-Veenlanden. Begin 2015 heeft Lefier echter aangegeven te willen stoppen met de samenwerking m.b.t. de exploitatie van Nieuw-Veenlanden. Gemeente Stadskanaal heeft enige tijd later aangegeven ook te willen stoppen. De drie partijen hebben toen gezamenlijk besloten om per 1 juni 2016 de samenwerking te beëindigen. Voor het stopzetten van het samenwerkingsverband Drentse Horn/Nieuw-Veenlanden wordt een overeenkomst opgesteld. Belangrijke punten, financieel gezien, in deze overeenkomst zijn o.a. de liquidatie “De Monden bv”, verrekening historische kosten en overdracht gronden naar de gemeente Borger-Odoorn. De gronden worden opgenomen in het grondbedrijf en de verdere ontwikkeling van Nieuw-Veenlanden ligt bij de gemeente Borger-Odoorn. Het bestemmingsplan Drouwenermond 3 is in 2009 goedgekeurd en zou in 2010 in exploitatie worden genomen. Door de economische situatie is besloten dit plan vooralsnog niet in exploitatie te nemen. In 2015 is een traject opgestart om te onderzoeken op welke wijze dit plan verder te ontwikkelen. De kosten die zijn gemaakt voor het bestemmingsplan Borger Strijkijzer zijn vooral de kosten voor aankoop gronden en voor de verlegging van de Rolderstraat. De verlegging is afgerond en het gebied rond de verlegging is gedeeltelijk herverkaveld. Dit levert extra bouwgrond op en dus ook extra opbrengsten. De kosten van dit bestemmingsplan worden t.z.t. gedekt uit deze extra opbrengsten. Het bestemmingsplan vm voetbalvelden Nieuw-Buinen is in 2011 opgenomen in het grondbedrijf. Het “Ondernemersinitiatief Nieuw-Buinen” maakt hier ook deel van uit. In 2015 is besloten deze ontwikkeling stop te zetten i.v.m. te hoge ontwikkelingskosten. Het onderzoek naar eventuele woningbouw in dit gebied loopt nog. NB: Voor het gebied Borger-West wordt een ontwikkelvisie opgesteld. Onder Borger-West vallen de bestemmingsplannen Daalkampen II en IV, het ATC-terrein (geen gemeentelijk bezit), Strijkijzer en Aan de Strengen (zowel dagrecreatie als industrie). 4.4. Toelichting verloop cultuurgronden. De boekwaarde van de overige gronden is ten opzichte van 2014 gedaald met € 544.179. Door deze daling nemen de risico’s op deze gronden verder af. De daling is als volgt tot stand gekomen: - Gevolgen rentebijschrijvingen op de boekwaarden: € 19.609 (nadelig) - Voorbereidings-/beheer-/administratiekosten: € 18.866 (nadelig) - Winstneming: € 279.502 (nadelig) - Pachten: € 25.555 (voordelig) - Verkopen cultuurgronden: € 836.600 (voordelig) Op grond van de BBV mag de boekwaarde niet hoger zijn dan de marktwaarde. Ieder jaar wordt de marktwaarde geactualiseerd en indien noodzakelijk zal de voorziening worden verhoogd c.q. worden verlaagd tot de geldende marktwaarde. Voor dit jaar betekent dit voor de gronden Daalkampen IV een kleine stijging van € 1.178. De voorziening wordt, conform de financiële kaders met hetzelfde bedrag opgehoogd van uit de bufferreserve. De verkochte cultuurgronden in 2015 zijn af geraamd en de behaalde boekwinst is ten gunste gebracht van de bufferreserve en voor een deel ten gunste van de vrije reserve.
Jaarstukken 2015 99
5. Voorzieningen 5.1 Voorzieningen algemeen Volgens de boekhoudvoorschriften (BBV) moeten voorzieningen worden gevormd voor de bestemmingsplannen (in exploitatie) waarvan wordt verwacht dat deze met verlies worden afgesloten. Ook worden voorzieningen opgebouwd voor plannen in voorbereiding als de boekwaarden hiervan ten opzichte van de marktwaarden te hoog oplopen. Ieder jaar worden de boekwaarden en marktwaarden geactualiseerd en daar waar nodig wordt de voorziening verhoogd of verlaagd. De dekking vindt plaats van uit de bufferreserve (zie de kadernota 2015, financieel uitgangspunt 9). 5.2 Mutaties rente 2015 In overleg met de accountant is in 2014 besloten een nieuw kader te hanteren voor het berekenen van de rente over de boekwaarde. De rente wordt vanaf dat moment berekend over de boekwaarde, verminderd met een eventuele opgebouwde voorziening. Hierdoor lopen de verwachte verliezen bij plannen in exploitatie minder snel op en stijgen de boekwaardes bij plannen in voorbereiding eveneens minder snel. Voor de berekening van de rente in de toekomst bij plannen in exploitatie wordt vanaf 1-1-2016 de lijn van de nieuwe BBV-voorschriften gevolgd. Dit houdt in dat het percentage wordt berekend aan de hand van het gemiddelde rentepercentage van het vreemd vermogen van de gemeente (model E), vermenigvuldigd met de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen. Dit percentage is lager dan het percentage waar de afgelopen jaren mee gerekend is. Voor plannen met een hoge boekwaarde betekent dit een voordeel. (minder rentekosten door laag percentage) 5.3 Totaal van de opgebouwde voorziening. De totaal opgebouwde voorziening van 6 plannen bedraagt eind 2015 € 3.337.612. Dit bedrag kan als volgt per plan worden gespecificeerd. Tabel 4: Specificatie opgebouwde voorziening
De hoogte van de voorzieningen is bij het jaarwerk van het grondbedrijf geactualiseerd. Dit houdt in dat bij de plannen in exploitatie de hoogte is aangepast op het te verwachten verlies en bij de plannen in voorbereiding op het verschil tussen de marktwaarde en boekwaarde. De grootste verschuivingen worden hieronder toegelicht: 2e Exloërmond (Noorderkijl II)
- De exploitatie is geactualiseerd en de kosten zijn naar beneden bijgesteld. Het rentepercentage voor de nog te maken kosten/baten is verlaagd conform de BBV-voorschriften per 1-1-2016. Door de daling van de kosten kan de voorziening met € 10.000 worden verlaagd. Dit bedrag vloeit terug naar de bufferreserve.
Nieuw-Buinen (Drentse Poort)
Onderdeel 2015
1 2e Exloërmond Noorderkijl II 185.000 Voor verwacht verlies
2 Nieuw-Buinen Drentse Poort 57.500 Voor verwacht verlies
3 Borger Aan de Strengen (industrie) 200.000 Voor verwacht verlies
4 Nieuw-Buinen Drentse Horn 1.611.671 Voor verwacht verlies
5 Borger Daalkampen IV 1.283.441 Voor compensatie rentebijschrijving
Totaal 3.337.612
Jaarstukken 2015 100
- De exploitatie is geactualiseerd. Door de verlenging van de looptijd stijgen kosten, maar daartegenover staat een daling van de rentekosten. De voorziening wordt verlaagd met € 5.000. Dit bedrag vloeit terug naar de bufferreserve.
Borger (Aan de Strengen industrie)
- De exploitatie is geactualiseerd en de kosten bouw- en woonrijp maken zijn naar beneden bijgesteld doordat een te hoge raming was opgenomen voor jaarlijks onderhoud ca. Het rentepercentage voor de nog te maken kosten/baten is verlaagd conform de BBV-voorschriften per 1-1-2016. Door de daling van de kosten kan de voorziening met € 135.000 worden verlaagd. Dit bedrag vloeit terug naar de bufferreserve.
Nieuw-Buinen (Drentse Horn)
- In dit plan zijn gronden verkocht tegen een prijs boven de boekwaarde. De boekwaarde daalt hierdoor met € 107.699. Dit bedrag vloeit terug naar de bufferreserve.
6. Bufferreserve Grondbedrijf 6.1 Noodzaak van een bufferreserve Om voldoende weerstandsvermogen te hebben voor de risico’s die zich bij de grondexploitatie kunnen voordoen, wordt een bufferreserve aangehouden. Deze reserve wordt o.a. ingezet voor de opbouw van voorzieningen bij bestemmingsplannen waar de boekwaarden oplopen tot boven de marktwaarde. Voor het verschil moet dan volgens boekhoudvoorschriften een voorziening worden opgebouwd. 6.2 Kader voor hoogte van de bufferreserve Vanaf de begroting 2007 is besloten de hoogte van de bufferreserve te bepalen op minimaal 50% van de boekwaarde van de meest risicovolle plannen. Als meest risicovolle plannen kunnen daarom worden genoemd de plannen van de nog niet in exploitatie genomen gronden waarvoor nog geen voorziening nodig is gebleken. Dit betreft de plannen Strijkijzer en Aan de Strengen te Borger, het plan Drouwenermond 3 en het plan voormalige voetbalvelden te Nieuw Buinen. De boekwaarde van deze plannen bedraagt totaal € 3,9 mln. Volgens het kader zou de hoogte van de bufferreserve dus minimaal 50% hiervan moeten zijn (is afgerond € 2 mln.). De hoogte van de buffer bedraagt € 2.862.295 per 31-12-2015 en voldoet hiermee ruimschoots aan het gestelde kader. 6.3 Mogelijkheden aanpassing hoogte bufferreserve Voorgaande jaren is een deel van het voordelig saldo van de jaarrekening ingezet om de bufferreserve te verhogen. Aangezien de buffer per 31-12-2015 voldoet aan het kader is een bijdrage uit het saldo niet noodzakelijk. Ieder jaar wordt de hoogte weer opnieuw vastgesteld. Ontwikkelingen zoals de plaatsing van windmolens kan grote gevolgen hebben voor de plannen in het veengedeelte van de gemeente. Ook het plan om het samenwerkingsverband Drentse Horn/Nieuw-Veenlanden te beëindigen zal naar verwachting een verlies met zich meebrengen van € 1.113.119. Dit bedrag betreft € 811.651 voor ontbinding van “De Monden BV” en € 301.468 voor nog te verrekenen bedragen met de gemeente Stadskanaal. De raad heeft in haar raadsvergadering van 12 mei 2016 besloten om het verlies te dekken uit de bufferreserve. Op 31-12-2016 zal vervolgens opnieuw een berekening worden gemaakt of de hoogte van de bufferreserve nog voldoet aan het gestelde kader. 7. Totaal overzicht resultaat grondbedrijf 2015
Jaarstukken 2015 101
In de bestuursrapportage 2015-II is geen (tussentijdse) winstneming uit het grondbedrijf geraamd. Bij de opmaak van het jaarwerk grondbedrijf is berekend dat enkele plannen wel voldoen aan het kader van tussentijdse winstneming. De plannen “Exloërkijl III te 2e Exloërmond en “Langhieten II” te Odoorn, kan tussentijds winst tot een totaal bedrag van € 160.000. Deze winst wordt toegevoegd aan de bufferreserve. 8. Solvabiliteit Grondbedrijf Solvabiliteit van het Grondbedrijf is de mate waarin het Grondbedrijf in staat is bij liquidatie aan haar financiële verplichtingen te voldoen. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting 2015 is geconcludeerd dat het grondbedrijf nog steeds een gezond en dus solvabel bedrijf is. Dat wil zeggen, dat alle schulden (de boekwaarde) zijn af te lossen bij beëindiging van al haar activiteiten. De solvabiliteit staat wel onder druk. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de tussentijdse winstnemingen en door verlaging van de kavelprijzen. Hierdoor worden bijvoorbeeld positieve boekwaarden minder positief. Door stagnatie in de verkopen worden de winstverwachtingen ook lager. In 2016 wordt het verlies van “Nieuw-Veenlanden” gedekt uit de bufferreserve, waardoor de reserve extra onder druk komt te staan. Door ophoging van de bufferreserve en/of de diverse opgebouwde voorzieningen kan een negatief effect op de solvabiliteit worden gecompenseerd. Het grondbedrijf is nog steeds in staat zijn verplichtingen na te komen. De som van de reserves, opgebouwde voorzieningen en waarde van de bezittingen, verminderd met de boekwaardes geeft nog een positief beeld als rekening wordt gehouden met het feit dat resterende grondkavels tegen marktconforme kavelprijzen kunnen worden afgezet. Door de huidige onzekerheid in de markt blijft het van belang de solvabiliteit goed te monitoren.
Jaarstukken 2015 102
Jaarstukken 2015 103
IV JAARREKENING
Balans per 31 december 2015 104 Toelichting op de balans per 31 december 2015 106 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 129 Rekeningresultaat en toelichting op het overzicht van baten en lasten in de 130 jaarrekening Wet Normering Topinkomens (WNT) 134
Jaarstukken 2015 104
Balans per 31 december 2015
ACTIVA Ultimo Ultimo
2015 2014
Vaste activa
Materiële vaste activa 47.278 48.722
- Investeringen met een economisch nut 32.090 32.935
- Investeringen economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven 9.498 9.636
- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 5.690 6.151
Financiële vaste activa 2.795 3.104
- Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 203 203
- Leningen aan overige verbonden partijen 1.663 1.521
- Overige langlopende leningen 929 1.340
- Bijdragen aan activa in eigendom van derden 39
Totaal vaste activa 50.073 51.826
Vlottende activa
Voorraden 10.116 9.939
- Niet in exploitatie genomen bouwgronden 4.158 4.169
- Overige gronden 1.665 2.211
- Onderhanden werk 4.292 3.559
Uitzettingen 6.018 5.665
- Vorderingen op openbare lichamen 3.628 3.516
- Verstrekte kasgeldleningen
- Rekening-courant verhouding met het Rijk
- Overige vorderingen 2.390 2.149
Liquide middelen 12 21
- Kas- en banksaldi 12 21
Overlopende activa 4.295 2.460
- Nog te ontvangen uitkeringen van overheidslichamen 254 256
- Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen 4.041 2.204
Totaal vlottende activa 20.441 18.085
Totaal activa 70.515 69.910
bedragen x € 1.000
Jaarstukken 2015 105
Balans per 31 december 2015
PASSIVA Ultimo Ultimo
2015 2014
Vaste passiva
Eigen vermogen 23.367 24.161
- Algemene reserve 4.629 4.237
- Overige bestemmingsreserves 16.862 18.560
- Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten 1.876 1.364
Voorzieningen 2.267 1.735
- Voorzieningen 2.267 1.735
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 29.257 25.171
- Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 29.252 25.166
- Waarborgsommen 5 5
Totaal vaste passiva 54.892 51.067
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden, met rentetypische looptijd korter dan één jaar 12.464 15.257
- Overige kasgeldleningen 5.000 10.000
- Bank- en girosaldi 3.029 3.261
- Overige schulden 4.435 1.995
Overlopende passiva 3.159 3.587
- Nog te betalen bedragen 3.130 3.496
- Nog te besteden uitkeringen van overheidslichamen 23 36
- Overige vooruitontvangen bedragen 6 54
Totaal vlottende passiva 15.623 18.843
Totaal passiva 70.515 69.910
Gewaarborgde geldleningen 29.183.944 29.657.280
Jaarstukken 2015 106
Toelichting op de balans
Algemeen
Grondslagen De grondslagen voor de jaarstukken staan in het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (BBV). Activa Methoden van af schri j ving Afschrijving vindt plaats volgens zowel de lineaire als de annuïteitenmethode, naar algemeen aanvaarde grondslagen en is gebaseerd op de verwachte gebruiks- of levensduur. Afwaardering wegens duurzame waardeverminder ing Van een bijzonder waardeverminderingsverlies is sprake als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde. In dat geval zal de boekwaarde worden afgewaardeerd en dit als extra last in de exploitatie worden genomen. Vaste a ct i va In artikel 59 BBV wordt het onderscheid weergegeven tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte, investeringen met een economisch nut en investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Eventuele desinvesteringen en afwaarderingen worden afzonderlijk weergegeven. Ook de bijdragen van derden worden specifiek benoemd. Bij de vaste activa wordt een overzicht met nadere toelichting gegeven op de belangrijkste in 2015 gedane investeringen. Waardering van activa en passiva De waarderingsgrondslagen worden per balansonderdeel aangegeven c.q. toegelicht. Voor panden waarvan de verkoop aanstaande is, is een inventarisatie gemaakt van de actuele marktwaarde (Woz-waarde). Resultaatbepaling De baten en lasten hebben betrekking op het exploitatiejaar, tenzij anders is vermeld. Voor de grondexploitatie wordt het resultaat bepaald bij het afsluiten van een complex of wanneer de stand van het werk dit rechtvaardigt. Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie verwijzen wij u naar het verslag.
Jaarstukken 2015 107
Activa
Het onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa in 2015
Investeringen met een economisch nut Algemeen Investeringen hebben een economisch nut als ze verhandelbaar zijn en/of als ze kunnen leiden tot het verwerven van inkomsten. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in investeringen met een economisch nut en investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Alle investeringen met een economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings-prijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Vervolgens wordt er dan op het saldo afgeschreven. Afwaardering van activa met economisch nut vindt plaats als de boekwaarde lager is dan de marktwaarde.
Materiële vaste activa saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Investeringen met een economisch nut 32.090.437 32.935.490
Invest. economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven 9.498.114 9.635.842
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 5.689.649 6.150.576
Totaal materiële vaste activa 47.278.200 48.721.908
Materiële vaste activa boekwaarde invest. desinv. bijdr. afschr. afwaardering wijziging boekwaarde
01-01-2015 derden duurz. waardeverm. klasse 31-12-2015
(verkoopopbr.) (subsidies) (restant boekw)
Investeringen econ. nut
Gronden en terreinen 907.981 907.981
Woonruimten 301.506 1.015 -2.638 299.883
Bedrijfsgebouwen 29.063.571 -12.548 -703.680 24.015 28.371.358
Grond-, weg- & waterb.w. 125.503 13.495 -10.913 128.085
Machines, app. & install. 2.073.597 158.903 -245.403 1.987.097
Overige mat. vaste activa 463.332 -67.300 396.033
32.935.490 173.413 -12.548 -1.029.934 24.015 32.090.436
Investeringen waarvoor een
heffing kan worden geheven
Grond-, weg- & waterb.w. 9.549.191 368.625 2.697 -498.838 9.421.674
Machines, app. & install. 20.855 -1.500 19.355
Overige mat. vaste activa 65.796 -8.711 57.085
9.635.842 368.625 2.697 -509.050 9.498.114
Totaal inv. econ. nut 42.571.333 542.038 -9.851 -1.538.984 24.015 41.588.551
Investeringen maatsch. nut
Grond-, weg- & waterb.w. 6.150.576 455.567 -518.744 -397.749 5.689.649
Totaal inv. maatsch. nut 6.150.576 455.567 -518.744 -397.749 5.689.649
Totaal materiële vaste activa 48.721.908 997.604 -9.851 -518.744 -1.936.733 24.015 47.278.200
Jaarstukken 2015 108
Zakelijk recht van erfpacht In het kader van de regionalisering van de brandweerzorg in de Veiligheidsregio Drenthe zijn de brandweergebouwen van de 8 Drentse gemeenten destijds overgedragen naar de Veiligheidsregio Drenthe. Om verschillende redenen is besloten om de overdracht niet vorm te geven in een volledige, onvoorwaardelijke, eigendomsoverdracht, maar in de vorm van het vestigen van een achttal beperkt zakelijke rechten van erfpacht. Voor de gemeente Borger-Odoorn geldt hierbij dat de brandweerkazerne met onder- en bijgelegen grond en het kunstwerk is overgedragen. De huidige boekwaarde van de brandweerkazerne is € 1.211.272 Specificatie van de in 2015 belangrijkste gedane investeringen met een economisch nut:
Omschrijving Totaal Besteed Ont- Geïnvesteerd
krediet in vangen voorgaande
2015 subsidies jaren
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (economisch nut)
Invest. waarvoor een heffing kan worden geheven
Calamiteiten waterhinder 2013 40.000 10.883 27.653
Maatregelen GRP 2013 84.000 36.557 16.669
Aanpak verstoppingsgevoelige locaties 27.000 10.621 1.884
Rioolreparaties nav camera-inspectie 2013 25.000 25.000
Afkoppelen Zuiderdiep Nieuw-Buinen 304.020 104.213 200.671
Baggeren sloot Vrijheidslaan 10.000 10.000
NEN-keuring gemalen (1x per 5 jaar) 15.000 12.870
Afkoppelen Industrieweg 10 e.o. Nieuw-Buinen 15.112 15.112
Afkoppelen herstructurering Naie Daip 112.500 29.329
Centrumplan Borger, afkoppelen HWA 50.000 36.514 13.486
Centrumplan Borger, aanhechting hoofdstraat zuid 21.001 17.250
703.633 308.349 260.363
Machines, apparaten en installaties
Ford Transit 300M Tdci I (+ laadlift) 55.340 51.639
Ford Transit (OOR-ploeg) 49.840 42.827
Cirron tractor SL-30-VP sneeuwschuiver 1 14.615 14.615
Cirron tractor SL-30-VP sneeuwschuiver 2 14.615 14.615
Cirron tractor SL-30-VP sneeuwschuiver 3 14.615 14.615
149.025 138.311
Jaarstukken 2015 109
Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut Het gaat hier om investeringen in zaken die niet regelmatig worden vervangen, maar die veel onderhoud met zich meebrengen, zoals wegen, water en bruggen. Deze investeringen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut mogen worden geactiveerd als ze gedaan zijn in de openbare ruimte. Het is wenselijk om deze in een zo kort mogelijke termijn af te schrijven. Specificatie van de in 2015 gedane investeringen met een maatschappelijk nut:
Omschrijving vast actief Totaal Besteed Ont- Geïnvesteerd Afschrijvings
krediet in vangen voorgaande termijn
2015 subsidies jaren
Grond-, weg- en waterbouwk. werken (maatsch. nut)
Reconstructie plattelandswegen 750.000 60.342 688.203 20 jaar
Aanleg rotonde Molenstraat/N374 493.316 27.422 260.000 725.978 20 jaar
Molenstraat Borger: Wegen 614.600 84.270 125.400 593.386 20 jaar
Molenstraat Borger: Rotonde Borgerhof 200.016 283.534 133.344 20 jaar
2.057.932 455.567 518.744 2.007.568
Jaarstukken 2015 110
Deze investeringen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Het onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de financiële vaste activa in 2015
Leningen aan overige verbonden partijen Er is een bedrag ad € 120.000 gestort in het VROM startersfonds gemeente Borger-Odoorn om starters op de koopwoningmarkt in staat te stellen een woning te kopen. De gemeenteraad heeft in 2013 besloten om in totaal € 240.000 in het fonds te storten. Het betreft hier de 2e storting. Overige langlopende leningen De belangrijkste ontvangen aflossingen in 2015 hebben betrekking op de verstrekte geldleningen voor ambtenaren.
Financiële vaste activa saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 203.482 203.482
Leningen aan overige verbonden partijen 1.662.776 1.521.400
Overige langlopende leningen 928.777 1.340.180
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 38.837
Totaal financiële vaste activa 2.795.036 3.103.898
Financiële vaste activa boekwaarde invest. desinv. afschr. aflossing balanswaarde wijziging boekwaarde
01-01-2015 31-12-2015 klasse 31-12-2015
Kapitaalverstr. aan deelnem. 203.482 203.482 203.482
Leningen aan ov. verb. partijen 1.521.400 148.780 -7.403 1.662.776 1.662.776
Overige langlopende leningen 1.340.180 7.078 -418.481 928.777 928.777
Bijdr. aan act. in eig. v. derden 38.837 -10.190 -4.632 24.015 -24.015
Totaal fin. vaste activa 3.103.898 155.858 -17.592 -4.632 -418.481 2.819.051 -24.015 2.795.036
Jaarstukken 2015 111
Vlottende activa
Niet in exploitatie genomen bouwgronden Niet in exploitatie genomen bouwgronden worden alleen als dusdanig gerubriceerd als er een reëel en stellig voornemen bestaat dat deze in de toekomst zal worden bebouwd. Deze gronden worden opgenomen op basis van de tot nu toe gemaakte kosten (verwerving, voorbereiding e.d.), vermeerderd met de jaarlijkse financieringskosten en grondlasten. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een er een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de niet in exploitatie genomen bouwgronden in 2015.
Overige gronden Deze gronden worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een er een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de overige gronden in 2015.
Voorraden saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Niet in exploitatie genomen bouwgronden 4.158.309 4.168.604
Overige gronden 1.665.357 2.210.714
Onderhanden werk 4.292.394 3.559.227
Totaal voorraden 10.116.060 9.938.545
Omschrijving Boekwaarde
01-01-2015
Inves-
teringen
Desinves-
teringen
Boekwaarde
31-12-2015
Voorziening
verlieslatend
complex
Balanswaarde
31-12-2015
Opper-
vlakte in
m2
Boek-
waarde
per m2
Toeristisch Centrum Borger -168.005€ -1.652€ -169.657€ -169.657€ 26.907 m2 -6€
Drouwenermond (3e fase) 786.176€ 12.405€ -1.669€ 796.912€ 796.912€ 34.925 m2 23€
Nieuw-Buinen, Drentse Horn 2.142.689€ 33.300€ -209.124€ 1.966.865€ -1.611.671€ 355.194€ 75.527 m2 5€
Voormalig gemeentewerf Exloo 387.716€ -6.416€ -381.300€ -€ -€ 11.000 m2 -€
Borger - Aan de Strengen (dagrecreatie) 948.629€ 12.955€ -1.933€ 959.651€ 959.651€ 41.516 m2 23€
Borger - Strijkijzer 2.122.015€ 29.381€ -1.933€ 2.149.463€ 2.149.463€ 32.000 m2 67€
Nieuw-Buinen, voormalige voetbalvelden 56.470€ 10.277€ 66.747€ 66.747€ 35.090 m2 2€
Totaal niet in exploitatie genomen bouwgr. 6.275.690€ 90.250€ -595.959€ 5.769.981€ -1.611.671€ 4.158.310€
Omschrijving Boekwaarde
01-01-2015
Inves-
teringen
Desinves-
teringen
Boekwaarde
31-12-2015
Voorziening
verlieslatend
complex
Balanswaarde
31-12-2015
Opper-
vlakte in
m2
Boek-
waarde
per m2
Borger - Daalkampen 4 2.836.679€ 22.827€ -21.639€ 2.837.867€ -1.283.441€ 1.554.426€ 213.520 m2 7€
Cultuurgronden 656.298€ 308.716€ -854.082€ 110.931€ 110.931€ 319.977 m2 0€
Totaal overige gronden 3.492.977€ 331.542€ -875.721€ 2.948.798€ -1.283.441€ 1.665.357€
Jaarstukken 2015 112
Onderhanden werk De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een er een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. In onderstaand overzicht wordt per complex de boekwaarde ultimo 2015 en het verwachte exploitatieresultaat weergegeven.
De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van maart 2016 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Voor de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
een rentepercentage van 2,08%
de in te schatten kosten en opbrengsten worden jaarlijks opnieuw beoordeeld, er vindt géén indexatie plaats.
de geplande afzet (te verkopen kavels) is gebaseerd op een marktanalyse. De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf grondbeleid en de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement in het jaarverslag.
Omschrijving Boekwaarde
01-01-2015
Vermeer-
deringen
Vermin-
deringen
Winst-
uitname
Boekwaarde
31-12-2015
Voorziening
verlieslatend
complex
Balanswaarde
31-12-2015
Geraamde nog
te maken
kosten
Geraamde nog te
realiseren
opbrengsten
Geraamd
eindresultaat
inclusief
voorziening
Geraamd
eindresultaat
contante waarde
Borger Daalkampen 2 2.455.411€ 584.095€ -82.712€ 2.956.794€ 2.956.794€ 6.153.549€ -9.655.726€ 545.383 V€ 411.082 V€
Borger Aan de Strengen (industr.) 1.978.824€ 34.508€ 2.013.332€ -200.000€ 1.813.332€ 485.493€ -2.301.520€ 2.695 V€ 2.221 V€
Buinen Lijnstukken 2 -55.356€ 1.644€ -53.712€ -53.712€ 42.589€ -258.998€ 270.121 V€ 254.514 V€
Drouwen Tiekamp 3 -26.060€ 1.982€ -24.078€ -24.078€ 12.788€ -204.687€ 215.977 V€ 206.549 V€
2e Exloërmond Exloërkijl 3 -74.252€ 10.772€ -81.914€ 90.000€ -55.394€ -55.394€ 48.241€ -85.783€ 92.936 V€ 88.879 V€
2e Exloërmond Noorderkijl 2 177.442€ 8.131€ -63.000€ 122.573€ -185.000€ -62.427€ 127.020€ -65.205€ 612 V€ 586 V€
Nieuw-Buinen Drentse Poort 316.250€ 9.831€ 326.081€ -57.500€ 268.581€ 76.888€ -346.080€ 611 V€ 567 V€
Odoorn Langhieten 2 -389.646€ -1.933€ 70.000€ -321.579€ -321.579€ 297.974€ -106.582€ 130.187 V€ 119.068 V€
Valtermond Plaats 62 -230.884€ 1.762€ -229.122€ -229.122€ 207.820€ -1.127.496€ 1.148.797 V€ 1.019.881 V€
Totaal onderhanden werk 4.151.729€ 650.792€ -227.626€ 160.000€ 4.734.896€ -442.500€ 4.292.396€ 7.452.363€ -14.152.077€ 2.407.319 V€ 2.103.345 V€
Jaarstukken 2015 113
De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Vorderingen op openbare lichamen Debiteuren publiekrechtelijk € 426.605 Te vorderen btw overheidsactiviteiten € 3.110.777 Overige nog te verrekenen btw € 90.304 € 3.627.686 Debit euren publ iekrechte l i jk Eind maart 2016 moet er van de € 426.605 nog € 375.512 worden ontvangen van diverse instellingen. Te vorderen b tw overhe idsact ivi te i ten Dit is het totaal te vorderen btw die is verrekend op inkoopfacturen die betrekking hebben op overheidsactiviteiten. Het bedrag zal in de loop van 2016 worden ontvangen. Overige nog te verrekenen btw Deze nog te vorderen btw is verrekend met de aangifte in 2016. Overige vorderingen Debiteuren algemeen € 506.603 Debiteuren belastingen € 797.263 Debiteuren bijstandsverlening € 1.225.869 Debiteuren inkomensvoorziening € 682.088 Debiteuren Wmo € 11.884
€ 3.223.707 Voorziening dubieuze debiteuren algemeen € -36.309 Voorziening dubieuze debiteuren belastingen € -54.058 Voorziening dubieuze debiteuren uitkeringen SoZa € -732.314 Voorziening dubieuze debiteuren WMO € -10.855 Saldo € 2.390.170 Debit euren algemeen Eind maart 2016 moet er van de € 506.603 nog € 150.569 worden ontvangen van diverse instellingen. Voor de waardecorrectie is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen ad. € 36.309 Debit euren belas t ingen Eind maart 2016 moet er van de € 797.263 nog € 416.666 worden ontvangen aan gemeentelijke belastingen. Voor de waardecorrectie is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen ad. € 54.058 Debit euren bi jstandsverl ening en inkomensvoorzi ening Het betreft hier de vorderingen in relatie tot verstrekte bijstands- en inkomensvoorzieningen. Deze vorderingen zijn bij het opmaken van de jaarrekening gewaardeerd op inbaarheid. Voor de vermoedelijk oninbare vorderingen is een voorziening opgenomen. De basis voor de berekening van de voorziening is
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < één jaar saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Vorderingen op openbare lichamen 3.627.686 3.515.614
Overige vorderingen 2.390.170 2.149.500
Totaal uitzettingen 6.017.856 5.665.114
Jaarstukken 2015 114
in 2015 gewijzigd. Voorheen werden vaste (standaard)percentages voor oninbaarheid gebruikt. Met ingang van 2015 wordt er een berekening gemaakt op basis van historische invorderingsresultaten. De uitkomst van deze berekening wordt verhoogd met 10% op basis van het voorzichtigheidsprincipe. Debit euren Wmo Dit bedrag zal worden afgewikkeld in 2016. Voor de waardecorrectie is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen ad. € 10.855 Schatkistbankieren Op 15 december 2013 is de wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Vanaf dat moment zijn alle decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam) verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Wat is schatkistbankieren Schatkistbankieren is simpelweg het aanhouden van middelen bij het ministerie van Financiën (de schatkist). Het Agentschap van de Generale Thesaurie voert binnen het ministerie van Financiën het schatkistbankieren uit. Alle deelnemers aan het schatkistbankieren hebben een privaatrechtelijke rekening-courantovereenkomst met de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Agentschap. Voor decentrale overheden betekent schatkistbankieren dat zij al hun overtollige middelen aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit houdt in dat geld en vermogen niet langer bij bijvoorbeeld banken buiten de schatkist mogen worden aangehouden. Overtollige middelen mogen alleen in rekening-courant en via deposito’s bij de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden Drempelbedrag De gemeente Borger-Odoorn is dus ook verplicht om de overtollige middelen in ’s Rijks schatkist aan te houden. Om het dagelijks kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag vastgesteld dat, afhankelijk van het begrotingstotaal, buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag voor onze gemeente is vastgesteld op € 462.376,- Het gemiddelde van het bedrag aan overtollige middelen dat er gedurende het kwartaal elk kalenderdag buiten de schatkist is aangehouden, mag niet boven dit drempelbedrag liggen. Het totaal aan middelen dat in 2015 door de gemeente Borger-Odoorn buiten ’s Rijks schatkist is gehouden bedraagt aan het eind van elk kwartaal € 0,-.
Verslagjaar
(1) Drempelbedrag 462
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2)Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks
schatkist aangehouden middelen44 109 37 20
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 418 353 425 443
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Jaarstukken 2015 115
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Nog te ontvangen uitkeringen van overheidslichamen Hieronder wordt een specificatie gegeven van de van het Rijk of provincie nog te ontvangen bedragen inzake uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel.
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen € 2.716.249 Vooruitbetaalde bedragen € 1.145.696 Overige posten € 179.170 € 4.041.116 Ten opzichte van 2014 is er een behoorlijke toename zichtbaar. Dit heeft voor een groot deel te maken met af te rekenen bedragen in het kader van het sociaal domein.
Liquide middelen saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Rabobank 4.000 3.813
RegioBank 3.125 11.627
Kas 650 650
Kluis 4.296 4.733
Totaal uitzettingen 12.071 20.823
Overlopende activa saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Nog te ontvangen uitkeringen van overheidslichamen 254.215 256.400
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen 4.041.116 2.203.751
Totaal overlopende activa 4.295.331 2.460.151
Omschrijving Saldo toevoeging afgewikkeld stand
01-jan in in 31-dec
2015 2015 2015 2015
Prov. Drenthe, subsidie BDU 90.475 127.230 90.475 127.230
Min. SZW, afrekening BBZ 165.925 78.471 123.411 120.985
Min. v. BZK, GVOP 2016 6.000 6.000
Totaal 256.400 211.701 213.886 254.215
Jaarstukken 2015 116
Passiva Vaste passiva
De vaste passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Algemene reserve De omvang van de algemene reserve bedraagt eind 2015 € 4.628.805. Dit is de som van de algemene reserve + de vrije reserve. Ten opzichte van eind 2014 is deze reserve per saldo toegenomen met een bedrag van € 391.528. Overige bestemmingsreserves Er is een onderscheid tussen voorzieningen en bestemmingsreserves. Aan de voorziening kleeft een verplichting. Bovendien worden de voorzieningen niet tot het eigen vermogen gerekend. Een bestemmingsreserve maakt echter wel deel uit van het eigen vermogen. De aanwending van de bestemmingsreserves is vrijblijvender, omdat de raad een besluit kan nemen over een andere aanwending. De omvang van de bestemmingsreserves bedraagt eind 2015 € 16.861.742. Ten opzichte van eind 2014 zijn deze reserves afgenomen met een bedrag van € 1.698.017.
Eigen vermogen saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Algemene reserve 4.628.805 4.237.277
Overige bestemmingsreserves 16.861.742 18.559.759
Resultaat na bestemming 1.876.409 1.364.073
Totaal eigen vermogen 23.366.956 24.161.109
Jaarstukken 2015 117
Het verloop van de reserves in 2015 wordt in het volgende overzicht weergegeven. Een meer gedetailleerde specificatie per reserve is beschikbaar op de afdeling bestuurs- en concernondersteuning.
In de kolom ‘bestemming resultaat 2014’ staat de toevoeging vermeld van het voordelig rekeningresultaat van het voorgaand boekjaar. In de kolom ‘vermindering ter dekking van afschrijvingen’ staan de verminderingen vermeld in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd.
Omschrijving Saldo Toe- Ont- Bestemming Vermindering Stand
01-jan voeging trekking resultaat ter dekking 31-dec
2015 2014 van afschrijvingen 2015
ALGEMENE RESERVE
Algemene reserve 3.579.452 190.877 212.937- 3.557.392
Vrije reserve 657.825 264.814 1.215.299- 1.364.073 1.071.413
Totaal algemene reserve 4.237.277 455.691 1.428.236- 1.364.073 - 4.628.805
BESTEMMINGSRESERVES
Algemeen
Bufferreserve grondbedrijf 2.148.727 770.214 1.169.765- 1.749.175
Bufferreserve grondbedrijf (Nw-Veenl.) - 1.113.120 - 1.113.120
Herstructureringsfonds 1.802.026 45.051 - 1.847.077
Nog uit te voeren werken 6.847.752 5.012.340 6.847.752- 5.012.340
Aandelen bouwfonds (vast) 2.050.572 2.050.572
BTW-compensatiefonds 86.046 2.151 88.197
Reserve begrotingssaldo 2.269.384 56.735 436.500- 1.889.619
Verbrede bedrijfsvoering 1.182.317 29.558 295.421- 916.454
Aanpassing rijksweg 34 131.859 3.296 3.296- 131.859
Wwb-gelden 377.645 9.441 387.087
Onderhoud gemeentelijke gebouwen 322.869 39.865 27.317- 335.417
Onderhoud zwembaden 92.091 2.302 - 94.393
Onderh.fonds welz.accommodaties 82.734 2.068 84.802
Bestemmingsres. automatisering 40.509 1.013 41.522
Bestemmingsres. Kern & kader 389.687 383.307 144.622- 298.106- 330.266
Aandelen bouwfonds (voor afbouw) 105.796 105.796- -
Reserve jeugdgezondheidszorg 240.962 6.024 246.986
Bestemmingsreserve Wmo 19.692 492 492- 19.692
Bestemmingsreserve BWS (ISV) 162.400 4.060 166.460- -
Reserve economische crisis 27.500 688 688- 27.500
Reserve rioleringen - 66.436 - 66.436
Bestemmingsreserve afval - 259.320 - 259.320
subtotaal 18.380.569 7.807.480 9.198.110- - 298.106- 16.691.833
Gekoppelde reserves
Gekoppelde reserves 179.191 9.282- 169.909
subtotaal 179.191 - - - 9.282- 169.909
Totaal bestemmingsreserves 18.559.759 7.807.480 9.198.110- - 307.388- 16.861.742
Eindtotaal 22.797.036 8.263.172 10.626.346- 1.364.073 307.388- 21.490.547
Jaarstukken 2015 118
De aard en reden van iedere reserve worden hierna toegelicht. Algemene reserve Deze reserves is opgebouwd uit 2 componenten. Een algemeen deel en een gedeelte bedoeld voor afbouw van de verfijningsuitkering riolering. 1. Algemeen
Het algemene deel van deze reserve is € 4.423.370 positief. Dit deel is bedoeld als buffer voor onverwachte tegenvallers. Mutaties in de algemene reserve worden in eerste instantie gecompenseerd vanuit de vrije reserve. De buffer van de algemene reserve heeft een relatie met de risico’s. De algemene reserve is niet vrij aanwendbaar omdat de rente van de algemene reserve ten gunste wordt gebracht van de exploitatie. De hoogte van deze reserve is vastgesteld op minimaal € 150 per inwoner.
2. Afbouw verfijningsuitkering riolering De verfijningsuitkering is momenteel € 865.978 negatief. Deze reserve maakt onderdeel uit van de algemene reserve. Deze reserve is nu nog negatief, maar zal na verloop van jaren nihil zijn. Deze reserve is ingesteld omdat de afbouw van de verfijningsuitkering via het Gemeentefonds een jaarlijks sterk fluctuerend verloop kent. Door instelling van deze reserve wordt voorkomen dat het fluctuerend verloop leidt tot een schommeling in de belastingtarieven.
Vri je re serve De vrije reserve is ingesteld om eventuele rekeningstekorten op te vangen. Buff er reserve grondbedri j f De reserve is bedoeld om verliezen op gronden op te kunnen vangen en het afdekken van onvoorzienbare risico’s en/of tegenvallers. Herstruc turer ingsfonds Uitgaven passend binnen de doelstelling (creëren van een duurzame en veilige woon- en leefomgeving) kunnen worden gedekt uit dit fonds. Het fonds is tot dusverre gevoed uit de winstnemingen van de grondexploitatie en bestemming van het rekeningresultaat. De hoogte van het fonds is gebaseerd op een bedrag van € 5.500 per te slopen woning in een herstructureringsgebied. Nog ui t t e voeren werken (NUW) Het begrotings/kalenderjaar loopt zeker bij projecten niet altijd parallel met de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd of realisatie plaatsvindt. Soms lopen projecten over de jaarwisseling heen en vindt de afronding en afrekening pas in het volgende jaar plaats. Er kunnen vertragingen optreden en er zijn ook werkzaamheden die niet in de winter kunnen worden uitgevoerd, afronding vindt dan in het volgende voorjaar plaats. Dit betekent dat een groot aantal van de werkzaamheden op de lijst NUW inmiddels al zijn uitgevoerd. Andere projecten worden in het voorjaar van 2016 uitgevoerd. Voor grote projecten als Borger-Centrum en Nije Daip geldt dat de uitvoering meerdere jaren in beslag neemt en uitgaven kunnen doorschuiven naar een volgend jaar.
Jaarstukken 2015 119
De reserveringen zijn getoetst aan de volgende 3 criteria: 1. Er moet sprake zijn van een beleidsinhoudelijke noodzaak om de financiële middelen te behouden
voor uitvoering van de prestatie in 2016. 2. De prestatie in het nieuwe begrotingsjaar moet zijn ingepast in het afdelingsplan voor 2016. 3. De financiële noodzaak van reservering moet aanwezig zijn (er zijn voor de uitvoering van de
prestatie in een volgend begrotingsjaar geen middelen beschikbaar.)
Programma 1 Politiek, bestuur, burger
P102 Griffie 10.000,00
10.000,00
Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer
P114 Wegen 961.069,49
P115 Verkeer 145.340,00
1.106.409,49
Programma 3 Handel, recreatie, toerisme
P118 Lokale economie 5.634,00
P169 Recreatie, toerisme 18.791,00
24.425,00
Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte
P132 Kunst, cultuur 39.139,00
P133 Groene ruimte 189.911,26
P134 Begraven 27.721,31
256.771,57
Programma 6 Sociaal domein
P126 Lokaal onderwijs 684.223,00
P127 Sportstimulering 531.808,00
P136 Werk 70.000,00
P137 Minima 32.551,00
P138 Maatschappelijke zorg 29.570,00
P140 Sociaal cultureel werk 3.776,00
P142 WMO 561.150,00
P172 Jeugdhulp 49.433,00
1.962.511,00
Programma 7 Milieu
P146 Milieu 38.525,12
38.525,12
Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling
P147 Ruimtelijke ontwikkeling 438.034,39
P151 Herstructurering 294.104,94
732.139,33
Div. programma's Bedrijfsvoering
P162 Administratieve kostenplaatsen 391.050,00
P164 Ambtelijk apparaat 55.086,00
P166 Gemeentelijke gebouwen 435.422,28
881.558,28
Eindtotaal 5.012.339,79
Jaarstukken 2015 120
Aandel en bouwfonds (vast) In 2000 zijn de aandelen Bouwfonds verkocht. De opbrengst is in een reserve gestort. De rente van deze reserve wordt ten gunste van de exploitatie gebracht en is bedoeld als compensatie voor de vanaf 2000 vervallen jaarlijkse dividenduitkering. Btw compensati e fonds Deze reserve is beschikbaar voor btw-afrekeningen en voor juridische ondersteuning voor complexe (btw) zaken. Reserve begrot ingssaldo Deze reserve is gevormd met de eenmalige (winst)uitkeringen van de Bank Nederlandse Gemeenten. Sinds die tijd worden incidentele meevallers door bijvoorbeeld verkoop van eigendommen (niet Kern & kader) ook in deze reserve gestort. Door jaarlijks een tiende gedeelte hieraan te onttrekken, ontstaat gedurende 10 jaar “structurele” ruimte in de exploitatie. Verbrede bedr i j f svoering (voorheen reserve vervoermiddel en) In de kadernota 2013 is besloten dat deze reserve samen met de ICT en i-MOP ook onderdeel uitmaakt van de verbreding van de bedrijfsvoering. De BBV schrijft voor dat de aanschaf van een vervoermiddel wordt beschouwd als een investering met een economisch nut waarop moet worden afgeschreven. Ons financieel beleid was voorheen om vooraf te sparen. Nu worden de extra kapitaallasten uit deze reserve gedekt. Aanpass ing r i jksweg 34 Deze reserve verschaft een bijdrage in de kosten voor het oplossen van verkeersproblematiek rond de N34. Wwb-gelden De exploitatie overschotten van de ontvangen gelden Wet werk en bijstand werden apart gehouden om in slechtere tijden te kunnen worden ingezet. Onderhoud gemeentel i jke gebouwen Deze reserves zijn gevormd ter dekking van toekomstige onderhoudsuitgaven (groot onderhoud) voor de diverse gebouwen en accommodaties. Onderhoud zwembaden In de begroting wordt jaarlijks het normbedrag voor onderhoud geraamd. De afwijking tussen deze norm en de werkelijkheid wordt met dit fonds gemuteerd. Onderhouds fonds welz i jnsaccommodatie s In de begroting wordt jaarlijks het normbedrag voor onderhoud geraamd. De afwijking tussen deze norm en de werkelijkheid wordt met dit fonds gemuteerd. Op termijn, na afloop Kern & Kader, is voor elk pand (gemeentelijk) een onderhoudsnorm in de begroting beschikbaar. Bestemmingsreserve automatisering Voor de vervanging van de huidige hard- en software is begin 2004 een meerjarenplanning gemaakt. De gemiddelde last is in de exploitatie opgenomen. Het verschil wordt afgewikkeld via deze reserve. Bestemmingsreserve Kern & Kader Deze reserve is in 2006 ingesteld om boekwinsten en -verliezen op verkochte Kern & Kader gebouwen apart te houden.
Jaarstukken 2015 121
Aandel en bouwfonds (voor afbouw) In 2000 heeft onze gemeente de aandelen Bouwfonds verkocht. De opbrengst is gestort in twee afzonderlijke reserves, namelijk een vast deel en een deel voor afbouw. Het vaste deel van deze reserve is bedoeld als compensatie voor de weggevallen dividenduitkering. De winst wordt vanaf het jaar 2000 in een periode van 15 jaar ten gunste van de exploitatie gebracht. 2015 is dus het laatste jaar. Reserve j eugdgezondheidszorg Deze reserve is in 2005 ingesteld. Deze reserve kon worden gevoed omdat wij van het rijk een specifieke uitkering ontvingen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Met ingang van 1-1-2015 valt de Jeugdzorg onder de drie Decentralisaties en het programma Sociaal Domein. De reserve wordt nu niet meer gevoed. Het nog resterend bedrag van de reserve blijft nu beschikbaar voor het Sociaal Domein. Bestemmingsreserve Wmo De raad heeft op 21 december 2006 ingestemd met de notitie ‘financieel kader Wmo’. Op grond van deze notitie is de bestemmingsreserve Wmo ingesteld. De gemeente ontvangt van het Rijk middelen om de huishoudelijke hulp uit te voeren. De reserve wordt ingezet bij (toekomstige) exploitatietekorten op dit onderdeel. Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsi dies (BWS) Intergemeentel i jk Samenwerkingsverband Zuid -Oost Drenthe (ISV) Deze reserve is ingesteld t.b.v. de financiering huisvestingsprojecten 2008-2012 i.v.m. het ISV-gebied. Reserve economische c ris i s Bij de voorjaarsnota 2009 is besloten tot instelling van de reserve economische crisis. Deze reserve moet een buffer vormen als (gedeeltelijke) compensatie voor tegenvallers door de crisis. Reserve riol ering De commissie BBV doet de aanbeveling om (als een gemeente een riooltarief hanteert) de gerealiseerde resultaten riolering te muteren op een bestemmingsreserve ‘riolering’. Opgemerkt wordt dat het vormen van deze reserve het karakter van resultaatbestemming heeft en dat de toevoeging aan een dergelijke reserve dus geen last vormt die in de tariefberekening mag worden opgenomen. De bestemmingsreserve riolering wordt gevoed vanuit efficiency- en of aanbestedingsvoordelen. Bestemmingsreserve afva l In de kadernota 2016 is besloten om met ingang van de rekening 2015 efficiency verschillen op afval te storten een bestemmingsreserve. Deze reserve kan dan worden ingezet om eventuele nadelen op afval in de exploitatie op te vangen. Gekoppelde reserves Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moet op investeringen met een economisch nut in volle omvang worden afgeschreven. Eventuele bijdragen van reserves mogen niet in mindering worden gebracht op het investeringsbedrag. Deze bijdragen moeten voor dezelfde looptijd als de betreffende investering ten gunste van de exploitatie worden gebracht. Op deze plaats worden alle reserves verantwoord die worden ingezet voor compensatie van de afschrijving van activa. De reserve is niet meer voor andere doeleinden beschikbaar. Gerealiseerd resultaat De rekening van baten en lasten sluit met een voordelig saldo van € 1.876.409.
Jaarstukken 2015 122
De voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting. De voorziening voor wethouderspensioenen is gewaardeerd tegen de contante waarde. Bij de bestemmingsreserves werd al aangegeven dat voorzieningen bij het vreemd vermogen horen. Met andere woorden, aan de voorzieningen kleeft een verplichting. De aanwending is niet vrijblijvend. Onder de voorzieningen zijn de op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico’s opgenomen voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie (toevoeging bedrag) aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het verslagjaar verantwoord. Alle aanwendingen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Het verloop van de voorzieningen in 2015 wordt in het volgende overzicht weergegeven. Voor een meer gedetailleerde specificatie per voorziening wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen die is opgenomen in de bijlagen bij de jaarrekening.
De aard en reden van iedere voorziening worden hierna toegelicht. Voorzien ing wethouderspensioenen De voorziening is ingesteld om pensioenverplichtingen van (oud)wethouders te kunnen nakomen. Egali sati e afvals tof fenhe f f ing Op advies van de accountant is in 2013 besloten deze voorziening vanaf 2014 in 3 jaar af te bouwen tot nihil waarbij het afbouwbedrag ten gunste wordt gebracht van de tarieven.
Voorzieningen saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Voorzieningen 2.267.469 1.735.442
Totaal voorzieningen 2.267.469 1.735.442
Omschrijving saldo toevoeging vrijval aanwending stand
01-jan 31-dec
2015 2015
VOORZIENINGEN
Algemene voorzieningen
Voorziening wethouderspensioenen 1.228.308 319.051 -30.708 1.516.651
Egalisatie afvalstoffenheffing 181.734 4.543 91.000- -4.543 90.734
Voorziening PGB verantwoording - 248.048 248.048
Voorziening riolering - 87.475 87.475
Voorziening overschrijdingsuitkering 180.000 4.500 -7.560 176.940
subtotaal 1.590.042 663.618 91.000- 42.811- 2.119.849
Onderhoudsvoorzieningen
Grafonderhoud Aukje Wolf 13.470 337 -1.161 12.646
Natuurpark Aukje Wolf 131.929 3.298 -10.253 124.974
Ontwikkeling Poelkampen Ellertshaar - 10.000 10.000
subtotaal 145.399 13.635 - 11.414- 147.620
Totaal voorzieningen 1.735.442 677.253 91.000- 54.225- 2.267.469
Jaarstukken 2015 123
Voorzien ing PGB verantwoording Als gevolg van de problemen rondom de uitbetaling van de PGB’s door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is er in 2015 besloten om in een aantal situaties ambtshalve budget te verstrekken. Het gevolg is dat in een aantal situaties na het beschikbaar komen van het budget is geconstateerd dat er meer is besteed dan het toegekende budget. Voor de hogere besteding is een vordering op de SVB opgenomen. Omdat het nog onduidelijk is hoe zal worden omgegaan met deze hogere besteding is voor de vordering op de SVB tevens een voorziening gevormd. Voorzien ing riol er ing Deze voorziening wordt gevormd door resultaten vanuit tariefegalisatie en vertraging in investeringen en onderhoud van het rioolstelsel. Deze middelen moeten beschikbaar blijven voor rioleringstaken. Voorzien ing overschri jdingsui tker ing Als de gemeente extra geld beschikbaar stelt aan een openbare school, dan moet die extra uitgave naar rato ook beschikbaar worden gesteld aan gelijksoortige bijzondere scholen in de gemeente (de overschrijdingsregeling). Over een periode van vijf jaar vindt een afrekening plaats. Grafonderhoud graf Aukje Wolf Het bestuur van de betreffende stichting heeft de gemeente verzocht om de grafmonumenten van mevrouw Aukje Wolf en wijlen haar ouders voor een termijn van vijftig jaar te onderhouden. Hierop heeft de raad positief beslist. Natuurpark Aukje Wol f De stichting Aukje Wolf beheert de nalatenschap van wijlen mevrouw Aukje Wolf. Het stichtingsbestuur heeft in samenwerking met de gemeente een natuurpark aangelegd in Valthermond. Voor het onderhoud is een deel van de nalatenschap gestort in een bij de gemeente belegde voorziening. De gemeente beheert dit bedrag en zorgt voor het onderhoud van het natuurpark. Ontwikkel ing Poelkampen Ell er tshaar Er is door de gemeente Borger-Odoorn een overeenkomst gesloten met Vos Zand en Grind B.V. en Remix Droge Mortel B.V. ten behoeve van de ontwikkeling van de zandwinning Poelkampen te Ellertshaar. Gedurende de actieve zandwinning in het plangebied zal Vos Zand en Grind B.V. jaarlijks een bedrag groot € 10.000 aan de gemeente Borger-Odoorn voldoen. De betalingen eindigen na het beëindigen van het actief winnen van het zand. Het geld wordt door de gemeente Borger-Odoorn bestemd voor werkzaamheden, die de gemeente gedurende de exploitatieperiode uitvoert ten behoeve van de zandwinning.
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de vaste schulden in 2015.
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd saldo saldo
langer dan 1 jaar 31-12-2015 31-12-2014
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 29.252.288 25.165.751
Waarborgsommen 5.047 4.847
Totaal vaste schulden 29.257.335 25.170.599
Jaarstukken 2015 124
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen De totale rentelast voor het jaar 2015 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 747.408.
Vaste schulden saldo opgenomen aflossing saldo
01-01-2015 31-12-2015
Binnenl. banken en ov. fin. instellingen 25.165.751 10.000.000 5.913.463 29.252.288
Waarborgsommen 4.847 199 5.047
Totaal voorzieningen 25.170.598 10.000.199 5.913.463 29.257.335
Jaarstukken 2015 125
Vlottende passiva
De netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Overige kasgeldleningen Dit gaat om een kortlopende lening die is aangetrokken bij Achmea Geldmarktfonds. Bank- en girosaldi Betreft de schuld in rekening-courant aan de NV Bank Nederlandse Gemeenten. Overige schulden Van de overige schulden kan de volgende specificatie worden gegeven: Crediteuren publiekrechtelijk € 2.454.832 Crediteuren algemeen € 1.918.375 Nog af te dragen btw € 55.829 Kortlopende waarborgsommen € 5.618 € 4.434.654 Credit euren pub liekrech tel i jk Dit bedrag is eind maart 2016 nagenoeg afgewikkeld. Credit euren a lgemeen Dit bedrag is eind maart 2016 nagenoeg afgewikkeld. Nog af te dragen btw Deze post zal zich in 2016 afwikkelen. Kort lopende waarborgsommen Het gaat hierbij om de door de huurders gestorte waarborgsommen m.b.t. Grote Brink 2b, 2c en 2d te Borger.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd saldo saldo
korter dan 1 jaar 31-12-2015 31-12-2014
Overige kasgeldleningen 5.000.000 10.000.000
Bank- en girosaldi 3.028.855 3.261.230
Overige schulden 4.434.654 1.995.492
Totaal netto vlottende schulden 12.463.509 15.256.722
Jaarstukken 2015 126
De overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Nog te betalen bedragen Hiervan kan de volgende specificatie worden gegeven Te betalen rente langlopende leningen o/g € 316.105 Afrekening Werkplein Zuidoost Drenthe € 79.571 Afrekening re-integratiekosten € 206.338 Wmo € 1.045.925 Subsidies € 49.889 Af te dragen loonheffing en pensioenpremies € 567.088 Overige nog te betalen posten € 865.229 € 3.130.145 Te betal en ren te lang lopende l eningen o/g Het gaat hierbij om de renteverplichting over 2015 die in de loop van 2016 zal worden betaald.
Afrekening Werkplein Zuidoost Drenthe Afrekening over het 4e kwartaal 2015 van de betaalde uitkeringen sociale zaken aan de gemeente Emmen, Werkplein Zuidoost Drenthe. Dit bedrag is in 2016 betaald.
Afrekening re - integrati ekosten Afrekening over het 4e kwartaal 2015 van de re-integratiekosten aan de gemeente Emmen. Dit bedrag is in 2016 betaald.
Wmo Het gaat hierbij om aangegane verplichtingen aan cliënten en zorgaanbieders in het kader van de nieuwe Wmo. Deze betalingen zullen zich in 2016 afwikkelen. Subsidi es Aan diverse instellingen moet er nog een subsidie-uitkering plaatsvinden over 2015.
Af te dragen loonhef f ing en pensioenpremies De afdrachten hebben in januari 2016 plaatsgevonden
Overige nog te betal en pos ten De afwikkeling van deze posten vindt in 2016 plaats.
Overlopende passiva saldo saldo
31-12-2015 31-12-2014
Nog te betalen bedragen 3.130.145 3.496.434
Nog te besteden uitkeringen van overheidslichamen 22.970 35.772
Overige vooruitontvangen bedragen 6.170 54.362
Totaal netto vlottende schulden 3.159.285 3.586.568
Jaarstukken 2015 127
Nog te besteden uitkeringen van overheidslichamen Hieronder wordt een specificatie gegeven van de nog te besteden uitkeringen van het Rijk of de provincie met een specifiek bestedingsdoel.
Overige vooruitontvangen bedragen De overige vooruitontvangen bedragen ad. € 6.170 zijn afgewikkeld in 2016. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Aan natuurl i jke en rech tspersonen vers trekte borgst e l l ingen of garants te l l ingen Eind 2015 staat de gemeente Borger-Odoorn borg voor een bedrag van € 29.152.233 aan door derden verstrekte geldleningen. Er zijn in 2015 geen aanspraken gedaan op de verleende borg- en garantstellingen.
Een nadere specificatie van de verstrekte borg- en garantstellingen is beschikbaar op de afdeling bestuurs- en concernondersteuning. Arbeidskost en gerela teerde verpl i ch t ingen De arbeidskosten gerelateerde verplichtingen o.a. vakantiegeld en verlofdagen bedragen voor het gemeentepersoneel eind 2015 € 1.223.500.
Omschrijving Saldo toevoeging aanwending stand
01-jan in in 31-dec
2015 2015 2015 2015
Min. SZW, afdracht WSW-gelden 22.970 22.970
Min. BiZa, gemeentefonds 12.802 12.802 -
Totaal 35.772 - 12.802 22.970
Omschrijving Oor- Dekking Boekw. Boekw.
spronkelijk 01-jan 31-dec
bedrag 2015 2015
Woon- en Zorgcentra I 2.500.000 50% 2.044.161 1.967.158
Woon- en Zorgcentra II 36.289.487 100% 25.729.496 25.607.030
Particulier woningbezit 100% 1.233.589 929.373
Diverse corporaties 773.695 100% 650.034 648.672
Totaal 39.563.183 29.657.280 29.152.233
Jaarstukken 2015 128
Meerjari ge contract en De gemeente Borger-Odoorn is met diverse externe partijen toekomstige verplichtingen aangegaan in de vorm van meerjarige contracten voor een totaalbedrag van € 7.453.424 Eigen bi jdrage op grond van de WMO Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacy redenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. Ouderbi jdrage op grond van de Jeugdwet Onderhoudsplichtige (stief)ouders, verzorgers en gezaghebbenden zijn verplicht een bijdrage in de kosten van de jeugdhulp te betalen ingeval het kind / de kinderen voor één of meerdere dagen of dagdelen per week buitenshuis verblijven. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van de leeftijd van het kind, het soort hulp dat het kind ontvangt en het aantal dagen of dagdelen per week dat het kind buiten het gezin verblijft. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacy redenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de jeugdwet geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. Gebeurtenissen na balansdatum De raad heeft in haar vergadering van 12 mei 2016 besloten om akkoord te gaan met het beëindigen van het samenwerkingsverband Drentse Horn/Nieuw-Veenlanden. Dit zal naar verwachting een verlies met zich meebrengen van € 1.113.119. Dit bedrag betreft € 811.651 voor ontbinding van “De Monden BV” en € 301.468 voor nog te verrekenen bedragen met de gemeente Stadskanaal. Het verlies zal in 2016 worden gedekt uit de bufferreserve. Op 31-12-2016 zal een berekening worden gemaakt of de hoogte van de bufferreserve, na verwerking van dit verlies en de resultaten van grondexploitatie over 2016, nog voldoet aan het gestelde kader.
Jaarstukken 2015 129
Het overzicht van baten en lasten per programma
Programma-overzicht over dienstjaar 2015
OMSCHRIJVING
LASTEN BATEN SALDO LASTEN BATEN SALDO LASTEN BATEN SALDO
Politiek, bestuur, burger 8.372.843 417.617 7.955.226 8.483.548 1.114.176 7.369.372 7.698.657 757.760 6.940.897
Wegen, verkeer, vervoer 4.041.987 2.050 4.039.937 4.675.259 2.050 4.673.209 4.749.902 356.757 4.393.145
Handel, recreatie, toerisme 497.964 22.515 475.449 547.369 22.515 524.854 553.047 12.889 540.158
Onderwijshuisvesting 839.589 0 839.589 940.659 0 940.659 1.236.889 53.166 1.183.722
Sport, cultuur, openb. ruimte 5.551.479 559.542 4.991.937 6.495.123 559.542 5.935.581 5.985.627 561.114 5.424.514
Sociaal domein 34.259.743 6.862.047 27.397.696 37.359.290 7.666.321 29.692.969 35.487.016 7.707.234 27.779.782
Milieu 4.730.644 5.325.832 -595.188 4.800.726 5.325.832 -525.106 4.427.356 5.396.217 -968.861
Wonen, ruimtelijke ontw. 3.355.823 726.355 2.629.468 4.077.568 630.855 3.446.713 6.300.883 3.503.877 2.797.006
TOTAAL PROGRAMMA'S 61.650.072 13.915.958 47.734.114 67.379.544 15.321.291 52.058.252 66.439.377 18.349.014 48.090.362
Belastingen & lok. heffingen -6.662.252 -6.632.252 -6.500.480
Alg. uitkering gemeentefonds -39.127.791 -39.287.591 -39.021.725
Dividend -109.665 -35.752 -35.751
Saldo financieringsfunctie -1.434.654 -1.734.654 -1.986.348
Algemene lasten en baten 38.406 157.971 248.095
ALG. DEKKINGSMIDDELEN -47.295.955 -47.532.278 -47.296.209
Saldo onvoorzien 143.562 30.169 0
SALDO van BATEN en LASTEN 581.720 4.556.143 794.153
Mutaties reserves -652.676 -4.621.613 -2.670.562
RESULTAAT -70.955 -65.470 -1.876.409
vóór wijziging na wijziging
BEGROTING BEGROTING JAARREKENING
2015 2015 2015
Jaarstukken 2015 130
Rekeningresultaat en toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Algemene inleiding en rekeningresultaat Het rekeningresultaat is volgens de regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) weergegeven in:
Het saldo van baten en lasten van € 794.153 nadelig. Dit is het resultaat van de acht programma’s en de algemene dekkingsmiddelen.
Het gerealiseerd resultaat van € 1.876.409 voordelig. Dit is het uiteindelijke resultaat dat is ontstaan na de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Om u snel inzicht te geven in het rekeningresultaat, zijn hieronder de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van het gerealiseerd resultaat weergegeven.
Jaarstukken 2015 131
Taak Omschrijving Voordeel Nadeel
160 Saldo begroting 65.473
div Overheveling budgetten naar 2016 (n.u.w.) 687.845
111 Verrekeningen met de Veiligheidsregio Drenthe 115.007
114 Exploitatie wegen 70.617
121 Huisvesting onderwijs in MFA's 146.978
121 Overig resultaat op onderwijshuisvesting 139.493
129 Exploitatie binnensport 84.630
135 Uitvoering inkomensvoorzieningen 569.417
136 Uitvoering WSW en re-integratie 110.477
137 Minimavoorzieningen 334.243
142 WMO 690.257
144 Exploitatieresultaat afvalinzameling 259.320
172 Jeugdhulp 111.094
150 Exploitatieresultaat grondbedrijf 716.496
151 Herstructurering plannen Naie Daip en Hunzedal 200.000
153 Opbrengst toeristenbelasting 131.772
154 Uitkering gemeentefonds 265.866
156 Financiering 251.694
158 Algemene lasten en baten 113.066
4.379.636 684.109
Resultaat op de producten 3.695.527
Onvoorziene resultaten op producten die zijn verrekend met de reserves:
div Nog uit te voeren werken -687.845
151 Niet geeffectueerde onttrekking aan de reserve herstructurering -200.000
150 Exploitatieresultaat grondbedrijf -716.496
150 Verkoop grond buiten grondbedrijf -108.888
121 Huisvesting onderwijs in MFA's 146.978
144 Exploitatieresultaat afvalinzameling -259.320
Resultaat na verrekening met de reserves 1.869.956
div Overige voordelen/nadelen per saldo 6.453
Saldo jaarrekening 1.876.409
Jaarstukken 2015 132
Toelichting op het overzicht van baten en lasten Een nadere analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en het overzicht baten en lasten is weergegeven bij de programma’s en algemene dekkingsmiddelen in het jaarverslag.
Overzicht van de incidentele baten en lasten per programma In programmabegroting 2016 is op de bladzijden 16 en 17 toegelicht dat in de begroting geen incidentele lasten en baten zijn geraamd. Dit houdt in dat alle ramingen in de begroting als structureel worden gezien. Dit betreft ook de onderwerpen waar vaak spraakverwarring over is zoals het jaarlijks budget voor incidenteel nieuw beleid. Dit budget wordt elk jaar in de begroting geraamd en is daarom een structureel budget. Ook de tussentijdse mutaties in de Berap I en II worden in bijna alle gevallen ten laste of ten bate van ditzelfde budget gebracht. In uitzonderingsgevallen wordt een mutatie ten laste of ten bate gebracht van het saldo begroting. Een ander onderwerp waar spraakverwarring over kan ontstaan betreft te mutaties van de reserves. In de begroting 2016 is toegelicht op blz. 17 dat ook deze mutaties door ons als structureel worden gezien. Gezien het feit dat onze begroting door de provincie als toezichthouder is goedgekeurd mag er van worden uitgegaan dat de provincie zich kan verenigen met onze zienswijze. Incidentele voor- en nadelen in de jaarrekening 2015. In de jaarrekening doen zich in tegenstelling tot de begroting wel incidentele mutaties voor. Dit betreft o.a. de voor- en/of nadelen door verrekeningen van voorgaande jaren. In onderstaand overzicht zijn de incidentele baten en lasten per programma weergeven.
Incidentele Incidentele
Progr. Prod. Omschrijving product Toelichting bate last
1 109 Reserve Kern&Kader Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 48.565
111 Brandweer & Hulpverlening Veiligheidsregio: afrekening 2014 115.007
2 114 Wegen Raming in begroting 2016 is juist 70.617
115 Verkeer Raming in begroting 2016 is juist 25.798
3 n.v.t.
4 121 Onderwijshuisvesting Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 31.793 174.295
5 129 Binnensport Afrekening huren sportzaal V'mnd 2011/2015 84.630
6 135 Inkomen Correctie voorziening debiteuren 225.000
136 Werk Bijdrage Werkvoorzieningschappen 298.500
136 Werk Vrijval restant oud W-deel 135.000
137 Minima Extra aanvulling blijkt niet nodig 334.243
142 WMO (oud) Betreft vervoersvzg,/rolstoelvzg./woonvzg. 388.000
142 WMO (oud) Comp.btw detach.overeenk. St.Soc.Teams 200.000
172 Jeugdhulp Uitvoering Jeugdhulp in Drents verband 161.000
7 144 Reserve afval Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 259.320
145 Reserve riolering Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 52.746
8 150 Grondzaken (bufferreserve) Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 716.496 2.928
150 Grondzaken (vrije reserve) Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 110.224
151 Herstructurering Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 200.000
AD 153 OZB Voordeel is inc. want begr.raming 2016 juist 15.351
153 Toeristenbelasting Nadeel is inc. want begr.2016 (nog) juist 132.137
Eenmalige bijdr. aan Economisch Beleidsplan 6.000
153 Forensenbelasting Nadeel is inc. want begr.2016 (nog) juist 14.987
154 Gemeentefonds Nadeel is inc. want begr.2016 geactualiseerd 265.866
158 Algemene lasten en baten Voordeel is inc. want begr.raming 2016 juist 113.066
159 Gekoppelde reserves Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 1.145
159 Nog uit te voeren werken Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 687.845
159 Rentebijschrijving reserves Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 20.140
159 Mutatie uit reserves Verschil geactualiseerde raming met werkelijkheid 1.951.051
Totaal 4.181.420 2.660.330
Saldo 1.521.090
Jaarstukken 2015 133
Overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
Omschrijving MutatieStructureel Incidenteel Structureel Incidenteel 2015
ALGEMENE RESERVE
Algemene reserve 190.877 212.937- 22.060-
Vrije reserve 1.498.523 130.364 1.215.299- 413.588
Totaal algemene reserve 1.689.400 130.364 1.428.236- - 391.528
BESTEMMINGSRESERVES
Algemeen
Bufferreserve grondbedrijf 770.214 770.213- 399.552- 399.552-
Bufferreserve grondbedrijf (Nw-Veenl.) 0- 1.113.120 - 1.113.120
Herstructureringsfonds 154.949- 200.000 - 45.051
Nog uit te voeren werken 4.324.495 687.845 6.847.752- 1.835.413-
Aandelen bouwfonds (vast) - -
BTW-compensatiefonds 2.151 - 2.151
Reserve begrotingssaldo 56.735 436.500- 379.765-
Verbrede bedrijfsvoering 29.558 295.421- 265.863-
Aanpassing rijksweg 34 3.296 3.296- 0
Wwb-gelden 9.441 - 9.441
Onderhoud gemeentelijke gebouwen 39.865 115.185 142.502- 12.548
Onderhoud zwembaden 2.302 - 2.302
Onderh.fonds welz.accommodaties 2.068 - 2.068
Bestemmingsres. automatisering 1.013 - 1.013
Bestemmingsres. Kern & kader 334.742 48.565 442.728- 59.421-
Aandelen bouwfonds (voor afbouw) - 105.796- 105.796-
Reserve jeugdgezondheidszorg 6.024 - 6.024
Bestemmingsreserve Wmo 492 492- 0-
Bestemmingsreserve BWS (ISV) 4.060 166.460- 162.400-
Reserve economische crisis 688 688- -
Reserve rioleringen 13.690 52.746 - 66.436
Bestemmingsreserve afval - 259.320 - 259.320
subtotaal 5.445.884 2.361.596 8.954.162- 542.054- 1.688.735-
Gekoppelde reserves -
Gekoppelde reserves -1.145 1.145 9.282- 9.282-
subtotaal 1.145- 1.145 9.282- - 9.282-
Totaal bestemmingsreserves 5.444.739 2.362.741 8.963.444- 542.054- 1.698.017-
Eindtotaal 7.134.140 2.493.105 10.391.680- 542.054- 1.306.489-
Toevoeging Onttrekking
Jaarstukken 2015 134
Wet Normering Topinkomens (WNT) Algemeen Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topinkomens in de Publieke en de Semipublieke Sector (hierna: WNT) ingegaan. Het normenkader rondom de WNT is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2014, nr. 2014-0000315901, houdende wijziging van de Beleidsregels toepassing WNT (2013), vaststelling van de Beleidsregels toepassing WNT 2014 en wijziging van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT (vaststelling normenkader WNT 2014). Bezoldiging Deze nieuwe wet bevat openbaarmakingregels via de jaarstukken over de bezoldiging van de topfunctionarissen, ook als zij de norm niet overschrijden. Daarnaast moet van een ieder, dat wil zeggen elke medewerker die geen topfunctionaris is, die een hogere bezoldiging krijgt dan de norm, dit (op functieniveau, dus niet op naam) worden vermeld in de jaarstukken. De WNT stelt, naast een verplichting tot openbaarmaking, een maximum aan de bezoldiging en de contractuele ontslagvergoeding vast. Op grond van de wet bedraagt de totale maximale bezoldiging (exclusief sociale verzekeringspremies) na indexering voor 2015 € 178.000 (2014: € 230.474) of een pro rata gedeelte bij deeltijddienstverbanden of dienstverbanden korter dan een jaar. Dit bedrag is inclusief het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Het maximum van € 178.000 (2015) (2014: € 230.474) geldt ook voor contracten met ingehuurde derden die in enige periode van achttien maanden langer dan zes maanden voor de organisatie werkzaam zijn. Voorbeelden zijn zzp’ers, personen met een management-BV en (interim)arbeidskrachten van adviesbureaus. De beloning in het sectoraal bezoldigingsregime mag niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de betrokken minister vastgesteld. Ten slotte geldt er een bonusverbod, tenzij een bonus bij uitzondering is toegestaan op grond van een algemene maatregel van bestuur. Hierna vindt u de bezoldigingsgegevens van de bij de gemeente Borger-Odoorn werkzame personen die aangewezen zijn als topfunctionaris in de zin van de WNT.
Bedragen x € 1
P. Post
H.J. van Olst - Stoel
Functie(s) Gemeentesecretaris Griffier
Duur dienstverband in 2015 01-01-2015 t/m 31-12-2015 01-01-2015 t/m 31-12-2015
Omvang dienstverband ( in fte) 1,0 0,89
Gewezen topfunctionaris? nee nee
Echte of fictieve dienstbetrekking? ja ja
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
Individueel WNT-maximum 178.000,00 178.000,00
Bezoldiging
Beloning 91.276,71 65.150,09
Belastbare onkostenvergoedingen 234,18
Beloningen betaalbaar op termijn 13.756,50 9.625,73
Subtotaal 105.267,39 74.775,82
-/- Onverschuldigd betaald bedrag 0,00 0,00
Totaal bezoldiging 105.267,39 74.775,82
Jaarstukken 2015 135
Voor alle topfunctionarissen geldt dat het geldende beloningsmaximum over 2015 niet is overschreden. De gemeente Borger-Odoorn heeft over 2015 voldaan aan de WNT. Beëindigingsvergoedingen Naast het publiceren van de bezoldigingen dienen ook de beëindigingsvergoedingen gepubliceerd te worden wanneer deze de norm te boven gaan. De maximale ontslagvergoeding is € 75.000,-- en geldt ook wanneer de ontslaguitkering in termijnen wordt betaald. Voor niet-topfunctionarissen betreft de maximale ontslagvergoeding € 178.000 (2014: € 230.474). In 2015 is inzake topfunctionarissen geen beëindigingsvergoeding uitbetaald die de norm te boven gaat. Tevens is in 2015 geen beëindigingsvergoeding aan niet-topfunctionarissen betaald hoger dan het geldende maximum.
Jaarstukken 2015 136
V SISA-VERANTWOORDING
Sisa-verantwoording 137
Jaarstukken 2015 137
Sisa-verantwoording bij de jaarrekening Voor het verantwoordingsjaar 2015 wordt het principe van Single information Single audit (SiSa) ten aanzien van specifieke uitkeringen toegepast. Dit principe heeft belangrijke gevolgen voor de wijze waarop gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen informatie verstrekken aan het Rijk over specifieke uitkeringen. Met de invoering van SiSa zijn de aparte verantwoordingen, controleprotocollen en accountantscontroles komen te vervallen. Maakt de gemeente gebruik van een van de specifieke regelingen waarop Sisa van toepassing is, dan kan voor de controle van de besteding voortaan worden volstaan met de reguliere accountantscontrole van de jaarrekening van de gemeente. Middels een bijlage bij de jaarrekening dient verantwoording te worden afgelegd over de besteding aan de verstrekkers van deze uitkeringen. De bijlage is een voorgeschreven model dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikbaar is gesteld. In deze bijlage zijn hiertoe een aantal kengetallen c.q. bedragen opgenomen. Deze bijlage is hierna opgenomen voor de regelingen die voor onze gemeente van toepassing zijn. Voor de verantwoording over de specifieke uitkeringen aan het Rijk moeten gemeenten de jaarstukken, inclusief de bijlage, het rapport van bevindingen van de accountant en de controleverklaring van de accountant vóór 15 juli 2016 digitaal aanleveren bij het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Jaarstukken 2015 138
OCW D9 Onderwijsachterstanden
beleid 2011-2015 (OAB)
Besluit specifieke
uitkeringen
gemeentelijk
onderwijsachterstanden
beleid 2011-2014
Gemeenten
Besteding (jaar T) aan
voorzieningen voor
voorschoolse educatie die
voldoen aan de wettelijke
kwaliteitseisen (conform
artikel 166, eerste lid WPO)
Besteding (jaar T) aan overige
activiteiten (naast VVE) voor
leerlingen met een grote
achterstand in de Nederlandse
taal (conform artikel 165 WPO)
Besteding (jaar T) aan
afspraken over voor- en
vroegschoolse educatie met
bevoegde gezagsorganen van
scholen, houders van
kindcentra en
peuterspeelzalen (conform
artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo
(jaar T-1)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming
van de juistheid en volledigheid
van de
verantwoordingsinformatie
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 01 Indicatornummer: D9 / 02 Indicatornummer: D9 / 03 Indicatornummer: D9 / 04
€ 66.847 € 0 € 0 € 0
OCW D1
1
Wet participatiebudget
2014 - overgangsrecht
2015
reservringsregeling
deel educatie
Wet participatiebudget
Gemeenten
Besteding in 2015 van OCW-
gelden educatie binnen de
grenzen van de
reserveringsregeling.
Baten in 2015 van OCW-
gelden educatie binnen de
grenzen van de
reserveringsregeling.
Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: D11 / 01 Indicatornummer: D11 / 02
€ 0 € 0
I&M E2
7B
Brede doeluitkering
verkeer en vervoer SiSa
tussen medeoverheden
Provinciale beschikking
en/of verordening
Gemeenten en
Gemeenschappelijke
Regelingen
Hieronder per regel één
beschikkingsnummer en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste
van provinciale middelen
Overige bestedingen (jaar T) Correctie ten opzichte van
tot jaar T verantwoorde
bestedingen ten laste van
provinciale middelen
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag
het alleen gaan over nog
niet eerder verantwoorde
bestedingen
Correctie ten opzichte van
tot jaar T verantwoorde
overige bestedingen
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag
het alleen gaan over nog
niet eerder verantwoorde
bestedingen
Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 01 Indicatornummer: E27B / 02 Indicatornummer: E27B / 03 Indicatornummer: E27B / 04 Indicatornummer: E27B / 05
1 51/R072010014243 € 57.760 € 10.930 € 0 € 0
2 201402983-00453747 € 189.796 € 284.693 € 0 € 0
3 201201087 € 0 € 298.181 € 0 € 0
4 201402981-00453749 € 0 € 0 € 0 € 0
5 201401253-00446991 € 0 € 0 € 0 € 0
6 201401254-00446990 € 0 € 0 € 0 € 0
Kopie beschikkingsnummer Cumulatieve besteding ten
laste van provinciale middelen
tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming
van de juistheid en volledigheid
van de
verantwoordingsinformatie
Cumulatieve overige
bestedingen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor
de tussentijdse afstemming
van de juistheid en volledigheid
van de
verantwoordingsinformatie
Toelichting Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’, betekent
dit dat het project is afgerond
en u voor de komende jaren
geen bestedingen meer wilt
verantwoorden
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 06 Indicatornummer: E27B / 07 Indicatornummer: E27B / 08 Indicatornummer: E27B / 09 Indicatornummer: E27B / 10
1 51/R072010014243 € 477.400 € 10.930 Nee
2 201402983-00453747 € 189.796 € 284.693 Nee
3 201201087 € 127.230 € 873.861 Ja
4 201402981-00453749 € 0 € 0 Uitstel toegekend Nee
5 201401253-00446991 € 0 € 0 Uitstel toegekend Nee
6 201401254-00446990 € 0 € 0 Uitstel toegekend Nee
SZW G1
A
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar T-1)
selecteren en in de kolommen
ernaast de
verantwoordingsinformatie voor
die gemeente invullen
Het totaal aantal gerealiseerde
arbeidsplaatsen voor
geïndiceerde inwoners in (jaar
T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
Het totaal aantal gerealiseerde
begeleid werkenplekken voor
geïndiceerde inwoners in (jaar
T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: G1A / 01 Indicatornummer: G1A / 02 Indicatornummer: G1A / 03
1 61681 Borger-Odoorn 248,64 4,27
SZW G2 Besteding (jaar T) algemene
bijstand
Gemeente
I.1 Participatiewet (PW)
Baten (jaar T) algemene
bijstand (exclusief Rijk)
Gemeente
I.1 Participatiewet (PW)
Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
Baten (jaar T) IOAW (exclusief
Rijk)
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeente
I.3 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief
Rijk)
Gemeente
I.3 Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 01 Indicatornummer: G2 / 02 Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 04 Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / 06
€ 5.799.680 € 88.948 € 558.861 € 6.908 € 124.044 € 2.326
Besteding (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud beginnende
zelfstandigen
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) (Bbz 2004)
Baten (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud beginnende
zelfstandigen
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) (Bbz 2004)
Baten (jaar T) WWIK
(exclusief Rijk)
Gemeente
I.6 Wet werk en inkomen
kunstenaars (WWIK)
Besteding (jaar T)
Loonkostensubsidie o.g.v. art.
10d Participatiewet
Gemeente
I.7 Participatiewet (PW)
Baten (jaar T)
Loonkostensubsidie o.g.v.
art. 10d Participatiewet (excl.
Rijk)
Gemeente
I.7 Participatiewet (PW)
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 07 Indicatornummer: G2 / 08 Indicatornummer: G2 / 09 Indicatornummer: G2 / 10 Indicatornummer: G2 / 11 Indicatornummer: G2 / 12
€ 36.550 € 22.127 € 0 € 0 € 0 Ja
SZW G3 Besteding (jaar T)
levensonderhoud gevestigde
zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T)
kapitaalverstrekking (exclusief
Bob)
Baten (jaar T)
levensonderhoud gevestigde
zelfstandigen (exclusief Bob)
(exclusief Rijk)
Baten (jaar T)
kapitaalverstrekking (exclusief
Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan
onderzoek als bedoeld in
artikel 56 Bbz 2004
(exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 01 Indicatornummer: G3 / 02 Indicatornummer: G3 / 03 Indicatornummer: G3 / 04 Indicatornummer: G3 / 05 Indicatornummer: G3 / 06
€ 95.167 € 49.500 € 0 € 41.849 € 17.505 € 0
Baten (jaar T) Bob (exclusief
Rijk)
Besteding (jaar T) aan
uitvoeringskosten Bob als
bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Volledig zelfstandige uitvoering
Ja/Nee
Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G3 / 07 Indicatornummer: G3 / 08 Indicatornummer: G3 / 09
€ 0 € 0 Ja
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2015 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 11 januari 2016 DEFINITIEF
Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw)_totaal 2014
Wet sociale
werkvoorziening (Wsw)
Alle gemeenten
verantwoorden hier het
totaal (jaar T-1). (Dus:
deel Openbaar lichaam
uit SiSa (jaar T-1)
regeling G1B + deel
gemeente uit (jaar T-1)
na controle door de
Gebundelde uitkering
op grond van artikel 69
Participatiewet_gemeen
tedeel 2015
Alle gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel over
(jaar T), ongeacht of de
gemeente in (jaar T)
geen, enkele of alle
taken heeft uitbesteed
aan een Openbaar
lichaam opgericht op
grond van de Wgr.
Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(exclusief
levensonderhoud
beginnende
zelfstandigen)_gemeent
edeel 2015
Besluit
bijstandverlening
Jaarstukken 2015 139
VI BIJLAGEN
Interbestuurlijk toezicht 140 Lijst met afkortingen 144
Jaarstukken 2015 140
Interbestuurlijk toezicht Algemeen In de afgelopen jaren zijn er een aantal fundamentele wijzigingen doorgevoerd, waar het gaat om het toezicht tussen verschillende bestuurslagen. Dit is vastgelegd in de Wet Revitalisering Generiek Toezicht In overleg met de Drentse gemeenten is door de provincie Drenthe een beoordelingskader vastgesteld. Aan de hand van dit toetsingskader geeft de provincie inhoud aan de toezichthoudende rol op de domeinen Financiën, monumentenzorg, ruimtelijke ordening, WABO en archief In Drents verband is afgesproken dat de zelfbeoordeling door gemeenten een plek krijgt in de P&C cyclus en wordt opgenomen bij de jaarrekening. Medebewindstaken De volgende taken die door de gemeente in medebewind worden uitgevoerd worden verantwoord
Domein Belang toezicht
Monumentenwet (Planologische) bescherming cultuurhistorische en archeologische waarden via actuele gemeentelijke ruimtelijke plannen. Deskundige advisering vergunningsverlening
Huisvesting statushouders Tijdige huisvesting van het aantal statushouders overeenkomstig de halfjaarlijkse taakstelling van het Rijk.
Ruimtelijke Ordening Actuele bestemmingsplannen en aanwezigheid Structuurvisie(s) bij gemeenten conform de wettelijk eisen in WRO (Wet Ruimtelijke Ordening)
Archiefzorg Controle van de kwaliteit van de informatiehuishouding van overheden, zoals die nodig is voor adequate verantwoording, bewijsvoering en historisch onderzoek.
WABO Bescherming van mensen en natuur tegen schade en gevaar, kwaliteit van de uitvoering van vergunningsverlening, nalevingstoezicht en handhaving (milieu , bouwen en wonen)
Jaarstukken 2015 141
Uitkomsten zelfevaluatie Hieronder wordt per domein de zelfbeoordeling aangegeven op basis van de criteria die door de provincie zijn vastgesteld.
Monumentenwet Status Rood/Oranje Groen
Toelichting
Gemeente draagt zorg voor de bescherming van cultuurhistorisch en archeologische waarden
Bescherming archeologie is geborgd door vastgestelde beleidsadvieskaart en vertaling in diverse bestemmingsplannen. Voor cultuurhistorie is een cultuurhistorische waardenkaart aanwezig. De vertaling hiervan naar beleid en regels ontbreekt nog. Wel wordt in de nieuwe bestemmingsplannen aandacht geschonken aan cultuurhistorie ( op basis van beleid uit verleden en de waardenkaart).
Gemeente vraagt deskundig advies bij vergunningverlening
Deskundigheid wordt vanaf 2014 structureel betrokken van Libau. Zowel voor archeologie als voor cultuurhistorie.
Is er reden voor extra aandacht? Vertaling cultuurhistorische waardenkaart naar beleid wordt in 2016 opgepakt. Daarmee lopen we in de pas met andere gemeenten.
Huisvesting statushouders Status Rood/Oranje Groen
Toelichting
Er is volledig voldaan aan de halfjaartaakstelling en er is geen achterstand
Door de grotere taakstelling voor het plaatsen van statushouders (een grotere vraag naar woningen) en het onvoldoende beschikbaar zijn van woningen (een gelijk of lager aantal woningen)is een achterstand ontstaan gedurende 2015. Op 1 januari 2015 was er geen achterstand, op 31 december 2015 bedroeg de achterstand 17 personen.
Er is tijdig voldaan aan de halfjaartaakstelling en er is geen achterstand
Zie vorige toelichting
Is er reden voor extra aandacht? Ja. Overigens is er niet alleen in Borger-Odoorn een achterstand ontstaan, maar in de meeste gemeenten in Drenthe. Er vinden zowel lokale als regionale initiatieven
Jaarstukken 2015 142
plaats om de achterstand te verkleinen.
Ruimtelijke Ordening Status Rood/Oranje Groen
Toelichting
Gemeente beschikt over actuele bestemmingsplannen en structuurvisie(s) conform de eisen WRO
Planning actualisatie bestemmingsplannen op orde. Nog niet alle plannen zijn geactualiseerd In 2016 wordt een plan van aanpak opgesteld in het kader van de nieuwe Omgevingswet
Is er reden voor extra aandacht? Acties i.v.m. nieuwe Omgevingswet
Archiefzorg Status Rood/Oranje Groen
Toelichting
Het beheer van zowel analoge als digitale overheidsinformatie voldoet aan toetsbare eisen van een toe te passen kwaliteitssysteem
Er is in 2015 een kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. Dit systeem is nog niet vastgesteld, maar wordt al wel toegepast. Dit betekent nog niet dat alle analoge en digitale informatie direct voldoet aan deze toetsbare eisen, hieraan wordt volop gewerkt.
Zowel analoge als digitale overheidsinformatie wordt in goede en geordende en toegankelijke staat gebracht.
In 2015 is gestart met de ontwikkeling van een metadatastandaard, deze wordt in 2016 vastgesteld. Dit draagt bij aan de verbetering van de ordening en toegankelijkheid van het digitale archief. Daarnaast is er zowel digitaal als analoog sprake van een archiveringsachterstand. In 2016 zijn middelen vrijgemaakt om deze achterstanden weg te werken
Zowel analoge als digitale overheidsinformatie wordt tijdig vernietigd dan wel overgebracht, openbaar gemaakt en beschikbaar gesteld
De gemeente beschikt nog niet over een Vervangingsbesluit voor te bewaren documenten, waardoor er nog sprake is van een hybride situatie.
Zowel analoge als digitale overheidsinformatie wordt duurzaam beheerd en is geplaatst in daarvoor geëigende omgevingen
De bewaarplaatsen voldoen in belangrijke mate aan de wet- en regelgeving. In 2015 is een calamiteitenplan archieven ontwikkeld.
Is er reden voor extra aandacht? Er is in 2015 een traject gestart om te komen de benodigde
Jaarstukken 2015 143
kwaliteitsverbetering. Dit gebeurt op een gestructureerde wijze vanuit het kwaliteitszorgsysteem.
WABO Status Rood/Oranje Groen
Toelichting
Er is een bestuurlijk vastgestelde zelfevaluatie
Er wordt provincie-breed gewerkt aan een gezamenlijke aanpak. Voor de zomer wordt de evaluatie en verbeterplan met de portefeuillehouder besproken en daarna zal dit worden vastgesteld.
Er is een bestuurlijk vastgesteld verbeterplan
Er wordt provincie-breed gewerkt aan een gezamenlijke aanpak. Voor de zomer wordt de evaluatie en verbeterplan met de portefeuillehouder besproken en daarna zal dit worden vastgesteld.
Vanaf 1-1-2015: Er is een bestuurlijk vastgestelde eindmeting
Er wordt provincie-breed gewerkt aan een gezamenlijke aanpak. Voor de zomer wordt de evaluatie en verbeterplan met de portefeuillehouder besproken en daarna zal dit worden vastgesteld.
Is er reden voor extra aandacht?
Jaarstukken 2015 144
Lijst met afkortingen
Afkorting Voluit
AB Algemeen bestuur ABP Afvalbrengpunt APV Algemene plaatselijke verordening ARBO Arbeidsomstandigheden ATC Avontuurlijk toeristisch centrum AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten BAN Bestuursacademie Nederland BBZ Besluit bijstandverlening zelfstandigen BBV Besluit begroting en verantwoording BCF BTW compensatiefonds BCO Bestuurs- en concernondersteuning BGT Basisregistratie grootschalige topografie BNG Bank Nederlandse gemeenten BOCE Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen BORG Beheer openbare ruimte en gebouwen BRP Basisregistratie personen BTW Belasting toegevoegde waarde (omzetbelasting) BV Besloten vennootschap BVO Bruto vloeroppervlakte BWS Besluit Woning gebonden Subsidies BZ cluster Burgerzaken B&W Burgemeester en wethouders CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CBS Centraal bureau voor de statistiek DB Dagelijks bestuur DIFTAR Differentiatie afvaltarieven DOP Dorpsontwikkelingsplan DPL Dynamische prioriteitenlijst DVO Dienstverleningsovereenkomst EBP Economisch beleidsplan EDR Eems Dollard regio EMU Economische en monetaire unie EU Europese unie E-HRM Electronic human resource management FAQ Frequently asked question FAZ team Facilitaire zaken FBC Financieel beleid en controlling FIDO Financiering decentrale overheden FSP Facilitair servicepunt FTE Fulltime-equivalent GBA Gemeentelijke basisadministratie GBKN Grootschalige basiskaart Nederland GBLT Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn GBRP Gemeentelijk basisrioleringsplan GF Gemeentefonds GFT Groente, fruit en tuin GGD Gemeenschappelijke gezondheidsdienst
Jaarstukken 2015 145
Afkorting Voluit
GKB Gemeentelijke kredietbank GO Georganiseerd overleg GR Gemeenteraad GR Gemeenschappelijke regeling GRIF Griffier GRP Gemeentelijk rioleringsplan GVVP Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan GZ Grondgebiedszaken HA Hectare HOF Houdbare overheidsfinanciën HRM Human resource management HVD Hulpverleningsdienst IBA Individuele behandeling van afvalwater ICT Informatie- en communicatietechnologie ISV Intergemeentelijk samenwerkingsverband Zuid-Oost Drenthe IOAW Inkomensvoorziening oudere en/of arbeidsongeschikte werklozen IOAZ Inkomensvoorz. oudere en ged. arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen I-MOP Informatiserings meerjaren onderhoudsplanning I-NUP Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma (dienstverlening) I&A Informatisering en automatisering JOS Jeugd, onderwijs, sport KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten KM Kilometer LEA Lokale educatieve agenda MARAPS Managementrapportages MBO Middelbaar beroepsonderwijs MGBA Modernisering GBA MFA Multifunctionele accommodatie MJB Meerjarenbegroting MJOB Meerjaren onderhoudsplanning MKB Midden- en kleinbedrijf MOR Meldingen openbare ruimten MP Medewerkersportaal MRT Motorisch remedial teaching MT Managementteam NASB Nationaal actieplan sport en bewegen NUP Nationaal uitvoeringsprogramma NUW Reserve nog uit te voeren werken NV Naamloze vennootschap OBS Openbare basisschool OMC Ontmoetingscentrum OR Ondernemingsraad OV Openbare verlichting OVBO Ondernemersvereniging Borger-Odoorn OVT Opleiding, vorming en training OW Ontwikkeling OZB Onroerende zaakbelastingen PDC Productencatalogus PO Primair onderwijs PS Provinciale staten
Jaarstukken 2015 146
Afkorting Voluit
PVA Plan van aanpak PVE Programma van eisen P&C Planning & control P&O Personeel en organisatie REAL Realisatie ROI Regionaal ondernemers instituut RUD Regionale uitvoeringsdienst RT Recreatie en toerisme SE Standaard eenheid SECR Secretaris SEM Sociaal economisch en maatschappelijk beleid SEPA Single Euro payments area SISA Single information Single audit SPP Strategische personeelsplanning TIP Toeristisch informatiepunt TPBO Toeristisch platform Borger-Odoorn T&R Toerisme en recreatie VAVO Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs VDG Vereniging Drentse gemeenten VMBO Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VO Voortgezet onderwijs VRD Veiligheidsregio Drenthe VSO cluster Visie, strategie, ondersteuning VVE Voor- en vroegschoolse educatie WOB Wet openbaarheid van bestuur WGR Wet gemeenschappelijke regelingen WMD Waterleidingmaatschappij Drenthe WMO Wet maatschappelijke ondersteuning WNT Wet Normering bezoldiging Topinkomens WOZ Waardering onroerende zaken WSJG Waar staat je gemeente WSW Wet sociale werkvoorziening WWB Wet werk en bijstand WWNV Wet werken naar vermogen ZTC Zaaktypecatalogus
Jaarstukken 2015 147
VII CONTROLEVERKLARING ACCOUNTANT
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 148
Jaarstukken 2015 148