Post on 24-May-2015
Spelend aanleren van Spelend aanleren van atletiekvaardigheden:atletiekvaardigheden:
Een nieuwe uitdagingEen nieuwe uitdaging
Berghmans, Bil, Delecluse, Ponnet, Berghmans, Bil, Delecluse, Ponnet, Pottie, Van DriesschePottie, Van Driessche
Hoofdstuk 1:Hoofdstuk 1: Inleiding Inleiding
Hoofdstuk 2:Hoofdstuk 2: Talentontwikkeling Talentontwikkeling
Hoofdstuk 3:Hoofdstuk 3: Algemene Algemene talentontwikkeling talentontwikkeling
Hoofdstuk 4:Hoofdstuk 4: Specifieke Specifieke talentwikkeling talentwikkeling
Hoofdstuk 5:Hoofdstuk 5: Zin en onzin van Zin en onzin van competitie bij kinderen competitie bij kinderen
1.1 1.1 ‘Spelend aanleren van ‘Spelend aanleren van atletiekvaardigheden ’: een nieuwe uitdagingatletiekvaardigheden ’: een nieuwe uitdaging
1.2 1.2 Een talentontwikkelende aanpak vanaf Een talentontwikkelende aanpak vanaf het prille beginhet prille begin
Wat zijn de belangrijkstedoelstellingen die,een trainer, een kind, een ouder,zich stelt ?
Hoe ga je als trainer om met deze verschillende doelstellingen ?
Atletiek = prestatiegerichte sport (conditionele eigenschappen en technische perfectie)
Vroeger : 13 jaar: algemene ontwikkeling in orde
Jeugdtraining = was een kopie van de training van volwassenen
Nu : 7 jaar ? Begeleiding?
Klassieke aanpak:TechnischBewust
Huidige aanpak: SpeelsOnbewust
« Een kind is geen volwassene in zakformaat »
=> Talentontwikkelend model
Vier opeenvolgende ontwikkelingsfasen
De speelse benadering 7 tot 11 jaar
De basistraining 12 tot 14 jaar
De sporttakspecifieke benadering 15 tot 18 jaar
Topsport, niet-topsportgerichte competitie of recreatiesport vanaf 18 jaar
De speelse benaderingDe speelse benadering 7-11j7-11j
Uitgangspunt: Respect voor leefwereld, verwachtingen en ontwikkeling van het kind.
Geen keuze tussen competitiegerichte of recreatiegerichte sportbeoefening
Speels:Speels: Een gevarieerd assortiment aan spelen en Een gevarieerd assortiment aan spelen en
speelseoefeningen, waarbij op zo veel mogelijk speelseoefeningen, waarbij op zo veel mogelijk verschillende manieren wordt gesprongen, verschillende manieren wordt gesprongen, geworpen, gelopen maar ook tuimelen, klimmen, geworpen, gelopen maar ook tuimelen, klimmen, vangen enz.vangen enz.
Onbewust:Onbewust: Er worden geen technische drills gebruikt om Er worden geen technische drills gebruikt om
technieken aan te leren, maar men creëert een technieken aan te leren, maar men creëert een ervaringslandschapervaringslandschap (materiaal, spelen, variaties, (materiaal, spelen, variaties, …) waardoor kinderen …) waardoor kinderen onbewustonbewust de technieken de technieken aanleren en de conditionele eigenschappen aanleren en de conditionele eigenschappen kracht, snelheid, uithouding en lenigheid kracht, snelheid, uithouding en lenigheid ontwikkelen.ontwikkelen.
PlezierPlezier is belangerijk is belangerijk
MAAR:MAAR: Als trainer gebruik je de juiste Als trainer gebruik je de juiste
opdrachten (spelen, speelse opdrachten (spelen, speelse oefenvormen, oefenvormen) zodat ook oefenvormen, oefenvormen) zodat ook de techniek verbetert de techniek verbetert MAAR ONBEWUSTMAAR ONBEWUST
Materiaal in plaats van instructieMateriaal in plaats van instructieOntdekken en beleven in plaats van Ontdekken en beleven in plaats van
bewust lerenbewust lerenOriëntatie in de ruimte, van het Oriëntatie in de ruimte, van het
lichaam in de ruimte, van onderdelen lichaam in de ruimte, van onderdelen van het lichaam, perceptie, van het lichaam, perceptie, coördinatie, …coördinatie, …
krachtnetbal
lichaamsstrekking
De basistrainingDe basistraining 12 tot 14j12 tot 14j
Op een systematische, doch Op een systematische, doch jeugdvriendelijke wijze werken aan de jeugdvriendelijke wijze werken aan de ontwikkeling van een ontwikkeling van een breed gammabreed gamma van van motorische vaardigheden en conditionelemotorische vaardigheden en conditionele eigenschappeneigenschappen
grotendeels algemeen georiënteerd: niet in functie
van één sporttak
gedeeltelijk sporttakspecifiek: niet in functie van één
discipline
ontdekken van specifieke talenten
Sporttakspecifieke benaderingSporttakspecifieke benadering 15 tot 18j15 tot 18j
Keuze tussen competitiemodel enKeuze tussen competitiemodel en recreatieve sportbeoefening recreatieve sportbeoefening
Topsport, niet-topsportgerichte Topsport, niet-topsportgerichte competitie of recreatiesportcompetitie of recreatiesport
vanaf 18jvanaf 18j
2.1 Algemene talentontwikkeling (30%)2.1 Algemene talentontwikkeling (30%)
- Balspelen (timing, anticipatie, ruimteperceptie)
- Turnoefeningen (rotaties, lichaamsgewicht dragen)
- Conditionele eigenschappen &
Coördinatieve vaardigheden
2.2 Atletiekspecifieke talentontwikkeling(70%)2.2 Atletiekspecifieke talentontwikkeling(70%)
3.1 Ontwikkeling v.d. conditionele 3.1 Ontwikkeling v.d. conditionele
vaardighedenvaardigheden
3.2 Ontwikkeling van de coördinatie3.2 Ontwikkeling van de coördinatie
3.3 Ontwikkeling van de balvaardigheid3.3 Ontwikkeling van de balvaardigheid
3.4 Ontwikkeling van de turnvaardigheden3.4 Ontwikkeling van de turnvaardigheden
3.1.1 Snelheid als centrale eigenschap3.1.1 Snelheid als centrale eigenschap
3.1.2 Kracht3.1.2 Kracht
3.1.3 Uithouding3.1.3 Uithouding
3.1.4 Lenigheid3.1.4 Lenigheid
3.1.5 Interactie tussen de verschillende 3.1.5 Interactie tussen de verschillende
vaardighedenvaardigheden
3.1.6 Belang van buik en rugspieren3.1.6 Belang van buik en rugspieren
3.1.1 Snelheid als centrale eigenschap3.1.1 Snelheid als centrale eigenschapSnelheid is:
Talent om een bepaalde taak snel en efficiënt uit te voeren
Eén van de meest prestatiebepalende factoren.
Afhankelijk van spiervezelsamenstelling, spierkracht,
coördinatie en elasticiteit van de spieren.
Resultaat van een snelkrachtontwikkeling met een goede
coördinatie.
Omwille van zijn belangrijkheid wordt tijdens de trainingssessies
lopen, 70 % van de tijd aan snelheid besteed.
3.1.2 Kracht3.1.2 KrachtMaximale kracht, statische kracht, dynamische kracht, snelkracht,
explosieve kracht, kracht uithouding, …
Grote verschillen in trainingsbelasting tussen volwassenen en kinderen.
Jongeren ondervinden extra belasting van spier-pees-bot-systeem
door groeiproces.
Bij kinderen is relatieve kracht belangrijk: d.i. kracht in functie van het
eigen lichaamsgewicht .
Gebruik van eigen lichaamsgewicht bij krachtoefeningen.
3.1.3 Uithouding3.1.3 UithoudingDe eigenschap om een bepaalde inspanning langdurig vol te houden
of enkele keren de zelfde inspanning te herhalen.
Niet leeftijdsgebonden
Belangrijk bij duursporten.
Eveneens belangrijk bij werpen, springen en snelheidswedstrijden om
techniek en coördinatie bij opeenvolgende inspanningen
constant te houden.
Uithouding is een goede basis voor een verdere trainingsuitbouw.
De uithoudingstraining vergt geen verdere aandacht bij de alg.talent-
ontwikkeling. Zij komt ruim aan bod in de atletiekspecifieke trainingen
3.1.4 Lenigheid3.1.4 Lenigheid
Lenigheid is inherent op jonge leeftijd aanwezig.
Lenigheid is niet prestatiebepalende maar wel prestatiebeperkend.
Streching-oefeningen zijn niet zoals bij volwassenen nodig
Lenigheid onderhouden door oefeningen met ruim bewegingsbereik
3.1.5 Interactie tussen 3.1.5 Interactie tussen
de verschillende vaardighedende verschillende vaardigheden
Snelheid
KrachtLenigheid
Uithouding Coördinatie
Interactie tussen de conditionele vaardigheden en coördinatie
3.1.6 Belang van buik en rugspieren3.1.6 Belang van buik en rugspieren
Buikspieren:
* Verbinden romp en bekken.
* Vlakken de holling in de rug af.
* Geven een buiging in de heupen.
Rugspieren:
* Verbinden wervelkolom met bekken.
* Versterken holling van de rug
of strekken de rug.
Buik- en rugspieren zorgen samen voor de stabilisatie van het
bekken-romp blok.
3.2.1 Begrippen en componenten van de 3.2.1 Begrippen en componenten van de coördinatiecoördinatie
3.2.2 Stabilisatie van een beweging3.2.2 Stabilisatie van een beweging
3.2.3 Van coördinatie tot het leren v.e. 3.2.3 Van coördinatie tot het leren v.e. vaardigheidvaardigheid
3.2.1 Begrippen en componenten 3.2.1 Begrippen en componenten van de coördinatievan de coördinatie
“Coördinatie” kan omschreven worden als het vermogen om een
beweging soepel en zonder haperingen te laten verlopen en de
bewegingsmogelijkheden van verschillende lichaamsdelen die bij
een lichaamsbeweging betrokken zijn op een efficiënte manier
te controleren.
COÖRDINATIE
Interledematen coördinatie
Intraledematen coördinatieOog-hand coördinatie
Oog-voet coördinatie
oog-voet coördinatie
Coördinatie van verschillende spieren binnen een lidmaatCoördinatie van het lichaam in de ruimte
Associatievermogen Dissociatievermogen
Evenwichtsvermogen Wendbaarheid
Ritmegevoel…
Reactievermogen
Optimaal bewegingsverloop
TechniektrainingMotorisch Leren
Kracht
Uithouding
Snelheid
Lenigheid
Tijd- en ruimtestructuratie
Van coördinatie tot een optimaal bewegingsverloop
3.2.2 Stabilisatie van een beweging3.2.2 Stabilisatie van een bewegingBij een eerste uitvoering van een beweging is deze verre van optimaal.
De beweging is nog niet gestabiliseerd.
Door oefening is de sporter in staat de beweging met steeds minder
fouten te herhalen.
Volwassenen doen dit door analytisch de componenten van de
beweging te trainen.
Kinderen leren een beweging onbewust door
“verborgen bewegingsprikkels” in een “uitdagend landschap”
via balvaardigheid, hindernislopen, sprongestafettes, circuits, ...
3.2.3 Van coördinatie tot het leren 3.2.3 Van coördinatie tot het leren v.e. vaardigheidv.e. vaardigheid
Algemene coördinatieve vaardigheid => Sportspecifieke vaardigheid
Volwassenen:- Instructie- Feedback
Kinderen:- Bewegingsidee door onbewuste prikkels- Verfijnen van bewegingsidee door aangepaste prikkels- bewegingsvariatie leidt tot bewegingsstabilisatie (automatisatie)
4.1 De uitgangspunten
4.2 De power-fase
4.3 Fundamentele technische bouwstenen in de praktijk
4.4 Een variatie in functie van een brede talent-
ontwikkeling
4.5 Het referentiekader
Rekening houden met de leefwereld van het kind.
=> speelse benadering en variatie
Het talentontwikkelend model binnen de atletiekclub staat in hoofdzaak in het teken van de sportieve ontwikkeling van het kind.
=> spelen =/= spelen
Beheersen van de vereenvoudigde technische uitvoering van de verschillende atletiekdisciplines. (12 jaar)
Uitgangspunt zijn de onderlinge gelijkenissen tussen de verschillende sprong-, werp- en loopdisciplines.
Een trainer moet zich dus bewust zijn van: - De volwassen techniek - De organisatie van een training
Binnen elke techniek is er een cruciale fase waarbinnen de prestatiebepalende kracht- en snelheidsproductie plaats vindt.
= POWERFASE
Binnen elke proef van een zelfde disciplinegroep zijn er in depowerfase, onderling, fundamentele gelijkenissen.
= FUNDAMENTELE TECHNISCHE BOUWSTENEN
Atletiek = prestatie = snel, hoog, ver
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
ArmactiesGreep Worp HerstelDynamischaspect
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpen
Fundamentele technische bouwstenen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Totaallichaamsstrekking
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpen
Fundamentele technische bouwstenen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Powerfase
Totaallichaamsstrekking
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpen
Fundamentele technische bouwstenen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Inleidendebewegingen
Powerfase
Totaallichaamsstrekking
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpen
Fundamentele technische bouwstenen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Inleidendebewegingen
Powerfase Afwerking
Totaallichaamsstrekking
Technische bouwstenen werpenTechnische bouwstenen werpenDynamische standworp
Fundamentele technische bouwstenen
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Inleidendebewegingen
Powerfase Afwerking
Totaallichaamsstrekking
Dynamische aanloop-afstootverbinding
Technische bouwstenen springenTechnische bouwstenen springen
Aanloop-snelheid en
richting
Actief degrond
aanvallen
Lichaams-strekking
Arm- en beenacties
Snelheids-overdracht
Evenwichts-regeling
Veiligelanding
Aanloop-ritme
Inleidendebewegingen
Powerfase Afwerking
Fundamentele technische bouwstenen
Technische bouwstenen lopenTechnische bouwstenen lopen
Dynamische fundamentele loopbeweging
Voetplaatsing Impulsfase Doorhalen Armbeweging Tempogevoel
Fundamentele loopbeweging
Fundamentele technische bouwstenen
De techniekas als evaluatie-instrument.
De techniekas als uitgangspunt voor de selectie van spelvormen.
Systematisch inoefenen van verschillende technische aspecten.
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Romp- en
Armacties Greep Worp HerstelDynamischaspect
Voetplaatsing Impulsfase Doorhalen Armbeweging Tempogevoel
Aanloop-snelheid en
richting
Actief degrond
aanvallen
Lichaams-strekking
Arm- en beenacties
Snelheids-overdracht
Evenwichts-regeling
Veiligelanding
Aanloop-ritme
De variatie-as helpt de trainer om binnen bepaalde
spelvormen specifieke accenten te leggen.
Variatie in uitvoering en variatie in conditionele belasting.
Variatiemogelijkheden bij het Variatiemogelijkheden bij het springenspringen
Inleidende bewegingen en
uitvoeringssnelheid
Sprongtechniek enafstootplaatsen
Sprongintentie
Kracht, snelheid,uithouding
Variaties in uitvoering
Variaties in conditionele aspecten
Variatiemogelijkheden bij het Variatiemogelijkheden bij het werpenwerpen
Uitgangshouding en ritme
Werprichting enintentie
Kracht, snelheid,uithouding
Variaties in uitvoering
Variaties in conditionele aspecten
Werptuigen
Variatiemogelijkheden bij het Variatiemogelijkheden bij het lopenlopen
Ritme
Uitgangshouding
Looppatroon en« looptuigen »
Kracht, snelheid,uithouding
Variaties in uitvoering
Variaties in conditionele aspecten
Loopintentie enlooprichting
Start, aflossing,horden
Variaties in loopdisciplines
Een referentiekader per disciplinegroep.
Binnen het referentiekader situeren zich de voornaamste doelstellingen van elke spelvorm.
Vertrekpunt bij het ontwikkelen of selecteren van spelvormen in functie van de trainingssessies.
StructuurStructuur van een referentiekadervan een referentiekader
StructuurStructuur van een referentiekadervan een referentiekaderVa
riatie
Varia
tie
Technische kenmerkenTechnische kenmerken
StructuurStructuur van een referentiekadervan een referentiekader
11 22 33 44 55 66 77 88
AA
BB
CC
DD
Varia
tieVa
riatie
Technische kenmerkenTechnische kenmerken
StructuurStructuur van een referentiekadervan een referentiekader
11 22 33 44 55 66 77 88
A1A1 A2A2 A3A3 A4A4 A5A5 A6A6 A7A7 A8A8 AA
B1B1 B2B2 B3B3 B4B4 B5B5 B6B6 B7B7 B8B8 BB
C1C1 C2C2 C3C3 C4C4 C5C5 C6C6 C7C7 C8C8 CC
D1D1 D2D2 D3D3 D4D4 D5D5 D6D6 D7D7 D8D8 DD
Varia
tieVa
riatie
Technische kenmerkenTechnische kenmerken
Element voor de jaarplanning
StructuurStructuur van een referentiekadervan een referentiekader
11 22 33 44 55 66 77 88
A1A1 A2A2 A3A3 A4A4 A5A5 A6A6 A7A7 A8A8 AA
B1B1 B2B2 B3B3 B4B4 B5B5 B6B6 B7B7 B8B8 BB
C1C1 C2C2 C3C3 C4C4 C5C5 C6C6 C7C7 C8C8 CC
D1D1 D2D2 D3D3 D4D4 D5D5 D6D6 D7D7 D8D8 DD
Element voor de jaarplanning
Werptuigen
Worp
zware bal = stotenkegel = slingerworptennisbal = slagworpC7C7
Gebruik van het referentiekaderGebruik van het referentiekader
HulpmiddelHulpmiddel voor beginnende trainers voor beginnende trainersSpeels maarSpeels maar toch de toch de juistejuiste
technische elemententechnische elementen oefenen oefenenOntwikkelingsgerichtOntwikkelingsgericht en niet en niet
prestatiegerichtprestatiegericht JaarplanningJaarplanning vanaf de benjamins vanaf de benjaminsObservatieinstrumentObservatieinstrument voor de voor de
techniek bij de jeugdtechniek bij de jeugd
Competitie is geen doel op zich.
Competitie als middel om kinderen gemotiveerd te houden.
Leren kennen van het begrip competitie en alle bijhorende aspecten.
Competitieaanbod voldoende variëren.