Post on 01-Nov-2014
description
Student Analytics
SISlink, 21-06-2013
Een volgende stap naar gerichte studiebegeleiding
Wouter Jaspar (UvA) en Theo Bakker (Deloitte)
© 2013 Deloitte The Netherlands
Aanleiding 2
Basale inzichten 3
Kenmerkende factoren van de student 8
Kenmerkende factoren van opleidingen/departementen 14
Extra inzichten met Student Analytics 22
Inhoudsopgave
Basale inzichten
© 2013 Deloitte The Netherlands
In 5 weken is data gecombineerd uit verschillende bronnen waarover
analyses op uitval en studieduur zijn uitgevoerd
4
Eerste Jaars Inschrijvingen
SIS / Extract 1
/ Extract 2
CRM x
Data ware
house
Extern: CBS,
DUO
Rooster-
systeem x
Intake
gegevens
Analyses op uitval en studieduur
© 2013 Deloitte The Netherlands
Er zijn in totaal 27 bachelor opleidingen vertegenwoordigd waarvan
Opleiding 1 zich kenmerkt als het populairst
5
Aantal inschrijvingen per opleiding
2534
4547
59130150
162213
255270276
277279
320334
391615629
661817
9731.1481.194
1.8961.972
3.494
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500
Opleiding 1 Opleiding 2 Opleiding 3
Opleiding 22 Opleiding 21
Opleiding 24 Opleiding 23
Opleiding 26 Opleiding 25
Opleiding 27
Opleiding 16
Opleiding 18 Opleiding 17
Opleiding 20 Opleiding 19
Opleiding 6 Opleiding 7 Opleiding 8 Opleiding 9
Opleiding 10 Opleiding 11
Opleiding 4 Opleiding 5
Opleiding 13 Opleiding 12
Opleiding 14 Opleiding 15
© 2013 Deloitte The Netherlands
In de analyse zijn 16.666 inschrijvingen onderzocht van 15.173 studenten
6
2,000
1,500
1,000
500
0
20
12
1,323
20
11
1,623
20
10
1,884
20
09
1,894
20
08
1,660
20
07
1,615
20
06
1,530
20
05
1,549
20
04
1,384
20
03
1,135
20
02
1,069
Aantal inschrijvingen per academisch jaar • De analyse betreft eerstejaars inschrijvingen aan een
opleiding van de faculteit in 2002 tot en met 2012.
• Alle studenten die ooit aan een doctoraal programma
hebben gestudeerd behoren niet tot de analyse set.
• Gegevens over de eerstejaars inschrijving zijn verrijkt met:
‒ Aantal jaren ingeschreven
‒ Aantal jaren tot examen
‒ Uitval
‒ Switch naar een andere opleiding binnen de universiteit
• Daarnaast zijn deze gekoppeld met hiervoor genoemde
databronnen om een vollediger beeld te vormen over de
student.
• Deze dataset is zoveel mogelijk exclusief studenten waar
de vakkoppeling niet goed ging.
‒ 66 studenten behaalde wél een bachelor examen maar geen cijfers bij
deze opleiding
0
100
200
300
400
500
2002 2004 2006 2008 2010 2012
Opleiding 4
Opleiding 3
Opleiding 2
Opleiding 1
Aantal Inschrijvingen per academisch jaar per
opleiding (top 4)
© 2013 Deloitte The Netherlands
Studenten halen vaak in 3 of 4 jaar hun bachelordiploma; minimaal 42%
haalt geen bachelorexamen
7
62058118298
572
25724
9 8
2,000
1,500
1,000
500
0
7 10 6 5 4
1,885
3
1,791
2 1
26%
Examen behaald 30%
3%
Ander uitval 13%
Huidig student
28%
Uitval (binnen één jaar)
Switch
Uitkomsten eerste jaars inschrijvingen
• Een hoog percentage studenten haalt binnen 4 jaar het
bachelorexamen.
• Minimaal 42% van de studenten maakt een opleiding niet
af.
• Van de eerstejaars inschrijvingen valt 29% binnen één jaar
uit.
• Deze twee factoren kenmerken het succes van een
student.
• Als in het eerste semester bekende gegevens correleren
met studieduur en uitval levert dit waardevolle informatie op
voor het studieadvies aan de student.
NB. Daar waar over uitval gesproken wordt, betreft dit
altijd uitval in het 1e jaar van de studie, tenzij anders is
aangegeven.
Aantal jaar tot behaald bachelor examen
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Kenmerkende factoren van de student
© 2013 Deloitte The Netherlands
Studenten met een VWO vooropleiding hebben een kleinere kans op uitval,
maar studeren gemiddeld wel iets langer
9
VWO
92%
HAVO/VWO
2%
HAVO
6%
31
31
33
32
29
27
28
25
35 30 25 20 15 10 5 0
Cijfer Engels <7
Cijfer Wiskunde <7
Cijfer Nederlands <7
Gem. cijfer middelbare school <7
Nee
Ja
Effect van middelbare schoolcijfers op uitval
Verdeling van vooropleidingen
Survival grafiek van matig presterende scholieren
• Een VWO vooropleiding betekent minder kans op uitval
tijdens of na het eerste jaar (30% tov 34%).
• Cijfers hebben een verwachte invloed op zowel uitval als
studieduur.
• Er kan het beste gekeken worden naar het gemiddelde
cijfer van de middelbare school.
• Mensen met een diploma van een middelbare school uit
een stedelijk gebied hebben meer kans op uitval (38% tov
28%).
Advies: Differentieer op gemiddeld cijfer middelbare school
en stedelijkheid middelbare school.
© 2013 Deloitte The Netherlands
Studenten die bewust kiezen voor een opleiding hebben meer studiesucces
10
Motivatiekeuzes* • Studenten die gemotiveerd zijn door de inhoud van het
curriculum hebben een lagere kans op uitval (24% tov 31%).
• Studenten die aangeven te studeren omdat hun vrienden
er studeren hebben een hogere kans op uitval (32% tov
26%).
• Het is belangrijk dat de student zelf inschat meer dan 35
uur per week te gaan studeren (27% tov 33%).
Adviezen: 1) Differentieer studiebegeleiding op basis van
getoond commitment en specifieke vormen van motivatie
(mn. vanwege vrienden). 2) Richt vragenlijsten
faculteitsbreed gelijk in.
21,0
22,0
29,0
31,0
32,0
31,0
35 30 25 20 15 10 5 0
Meeloopdag
Voorlichtingsevenement
Voorlichtingsbrochure
Effect van voorlichting op uitvalskansen
Nee
Ja
Effect van voorlichting op studieduur
* Motivatievragen worden gesteld bij departementen x, y en z.
24
26
27
28
28
32
31
26
26
26
25
26
0 5 10 15 20 25 30 35
Vanwege de studie
Vanwege de stad x
Het is dichtbij
Aangeraden hier te studeren
Vanwege de Master
Mijn vrienden studeren er
© 2013 Deloitte The Netherlands
Studenten die op latere leeftijd (>21) aan hun opleiding beginnen hebben
meer kans op uitval
11
Percentage uitval per leeftijdscategorie Leeftijdsverdeling
43
47
104
89
117
159
237
373
644
886
656<=17
3,864
18 3,968
30 - 35
29
28
27
26
35 - 40
4,000 3,000 2,000 1,000 0
40 - 45
25
24
23
19
22
1,719
1,314
2,443
21
20
28
30
43
47
38
43
38
39
42
36
35
30
26
25
25
27
35 30 50 10 5 0 15 25 20 40 45
Advies: Differentieer in studiebegeleiding voor studenten 17-21 en >21. Houd hierbij rekening met diverse redenen voor een
instroom op latere leeftijd: HBO-achtergrond versus studenten die langer over het middelbaar onderwijs hebben gedaan.
© 2013 Deloitte The Netherlands
Eerdere of andere studies hebben veel invloed op uitval en vertraging
12 12
• Vooral eerdere en gelijktijdige bachelors komen vaker
voor en leiden tot hoge uitval en juist korte studieduur.
• Dit laatste wordt mogelijk gemaakt door vrijstellingen.
Advies: Differentieer op basis van nevenstudies. Maak
daarbij onderscheid tussen BA studenten die minder
presteren of juist beter. Breng bij de laatste groep
Excellentieprogramma’s onder de aandacht.
Overweeg studenten die al eerder een master hebben
gevolgd af te raden een BA opleiding te gaan volgen.
Percentage uitval van studenten met meerdere opleidingen
Studieduur van studenten met meerdere opleidingen Studieduur van studenten met meerdere opleidingen
35
49
66
52
34
31
31
31
30
30
70 60 50 40 30 20 10 0
Tweede studie tijdens eerste*
Master gelijktijdig
Eerdere master
Bachelor gelijktijdig
Eerdere bachelor
3,2
3,2
4,2
3,6
3,7
3,7
3,7
3,8
5 4 3 2 1 0
Tweede studie tijdens eerste*
Master gelijktijdig
Bachelor gelijktijdig
Eerdere bachelor
Nee
Ja
* Een studie met een startdatum die binnen de duur van
een andere studie aan de universiteit valt
© 2013 Deloitte The Netherlands
De resultaten van het eerste semester zijn het meest bepalend voor kans op
uitval en studieduur
13
27
42
46
43
50
15
13
17
10
16
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Niet Cum Laude
Slagingspercentage <75%
Eerste cijfer onvoldoende
<20 studiepunten
Gemiddeld onvoldoende • Het allereerste tentamen cijfer blijkt al doorslaggevend
voor de kans op uitval.
• Een gemiddeld onvoldoende cijfer leidt tot uitval in 50%
van de gevallen.
• Deze factoren correleren sterk met elkaar.
• De resultaten hebben ook zonder uitval veel invloed op
de verwachte studieduur van studenten.
Kans op uitval per eerste semester statistiek
% Survival curve voor studenten met een eerste
onvoldoende tov de rest
3,8
4,1
4,1
4,1
4,3
3,4
3,5
3,6
3,5
3,6
4 3 2 1 0 5
Eerste cijfer onvoldoende
<20 studiepunten
Gemiddeld onvoldoende
Niet Cum Laude
Slagingspercentage <75%
Gemiddelde studieduur per eerste semester statistiek
Nee
Ja
Advies: Baseer interventies consistent op het 1e
tentamencijfer en herhaal dit na ieder blok.
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Kenmerkende factoren van opleidingen / departementen
© 2013 Deloitte The Netherlands
De verschillende opleidingen kennen een soortgelijke verdeling voor
verwachte studieduur met een aantal interessante uitschieters
15
* Deze grafiek bevat een selectie op studenten met minimaal 180 studiepunten en geen vrijstelling
Studieduur
Verdeling van de studieduur per opleiding
Advies: Classificeer opleidingen naar studieduur en voer hiervoor gericht beleid in (i.c. opleiding a,b,c,d). Stuur aan op minder
langstudeerders en versneld afstuderen van langstudeerders.
70% diploma in 4 jaar
© 2013 Deloitte The Netherlands
Een aantal opleidingen met een hoge uitval heeft een kortere studieduur.
Een aantal opleidingen met een lage uitval heeft een langere studieduur.
16
Verdeling van uitval en studieduur per opleiding
Advies: Het is van belang dat het eerste tentamencijfer over alle opleidingen even representatief is voor de gehele opleiding.
Dit lijkt nu nog niet overal de praktijk.
15
20
25
30
35
40
45
50
55
2,9 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 3,5 3,6 3,7 3,8 3,9 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 4,5 4,6
Opleiding 4
Opleiding 3
Opleiding 2
Opleiding 1
Pe
rce
nta
ge
Uitva
l
Gemiddelde studieduur
Opleiding 27
Opleiding 26
Opleiding 25
Opleiding 24
Opleiding 23
Opleiding 22
Opleiding 21 Opleiding 20
Opleiding 19
Opleiding 18
Opleiding 17
Opleiding 16 Opleiding 15
Opleiding 14
Opleiding 13
Opleiding 12
Opleiding 11
Opleiding 10
Opleiding 9
Opleiding 8
Opleiding 7
Opleiding 6 Opleiding 5
CoH F
CoH E
CoH D
CoH C
CoH B
CoH A
70% diploma in 4 jaar
23% uitval
© 2013 Deloitte The Netherlands
Er lijkt hier deels een verband met het eerste tentamen als representatief
selectie-instrument (1)
17
Verdeling van de eerste resultaten van studenten per opleiding ten opzichte van studieduur
Advies: Het is van belang dat het eerste tentamencijfer over alle opleidingen even representatief is voor de gehele opleiding.
Dit lijkt nu nog niet overal de praktijk.
15
20
25
30
35
40
45
50
55
2,9 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 3,5 3,6 3,7 3,8 3,9 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 4,5 4,6
Pe
rce
nta
ge
on
vo
ldo
en
de
s e
ers
te te
nta
me
n
Gemiddelde studieduur
Opleiding 27
Opleiding 26
Opleiding 25
Opleiding 24
Opleiding 23
Opleiding 22
Opleiding 21
Opleiding 20
Opleiding 19
Opleiding 18
Opleiding 17
Opleiding 16
Opleiding 15
Opleiding 14
Opleiding 13
Opleiding 12
Opleiding 11
Opleiding 10
Opleiding 9
Opleiding 8
Opleiding 7
Opleiding 6
Opleiding 5
Opleiding 4
Opleiding 3
Opleiding 2
Opleiding 1
CoH F
CoH E
CoH D
CoH C
CoH B
CoH A
70% diploma in 4 jaar
© 2013 Deloitte The Netherlands
Er lijkt hier deels een verband met het eerste tentamen als representatief
selectie-instrument (2)
18
Verdeling van de eerste resultaten van studenten per opleiding ten opzichte van uitval
Advies: Het is van belang dat het eerste tentamencijfer over alle opleidingen even representatief is voor de gehele opleiding.
Dit is nu nog niet overal de praktijk.
15
20
25
30
35
40
45
50
55
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
Pe
rce
nta
ge
on
vo
ldo
en
de
s e
ers
te te
nta
me
n
Percentage uitval
Opleiding 27
Opleiding 26
Opleiding 25
Opleiding 24
Opleiding 23
Opleiding 22
Opleiding 21
Opleiding 20
Opleiding 19
Opleiding 18
Opleiding 17
Opleiding 16
Opleiding 15
Opleiding 14
Opleiding 13
Opleiding 12
Opleiding 11
Opleiding 10
Opleiding 9
Opleiding 8
Opleiding 7
Opleiding 6
Opleiding 5
Opleiding 4
Opleiding 3
Opleiding 2
Opleiding 1
CoH F
CoH E
CoH D
CoH C
CoH B
CoH A
23% uitval
© 2013 Deloitte The Netherlands 19
Op basis van de analyse onderscheiden we drie varianten in uitvoering van
studiesuccesbeleid
1) De student is zelf verantwoordelijk
voor studiesucces. De opleiding
stuurt niet actief aan op snelle
zelfselectie.
Interventiepatroon: gebrek aan
interventiegegevens, relatief weinig
onvoldoendes eerste tentamen, lage
uitval, langere studieduur.
Departement a,b,c
2) Studiesucces is een gedeelde verantwoordelijkheid. De opleiding stuurt actief aan op snelle
zelfselectie.
Interventiepatroon: duidelijke interventiegegevens, relatief veel onvoldoendes eerste tentamen,
hoge uitval, kortere studieduur.
Een deel van opleidingen a en b
3) Studiesuccesbeleid is nog niet samenhangend ingevuld. Geen duidelijke sturing op
mechanismen.
Interventiepatroon: niet gedefinieerd.
Overige opleidingen, waarbij speciale aandacht nodig is voor een deel van departement x,y,z
Extra inzichten met Data Analytics
© 2013 Deloitte The Netherlands
Twee manieren om naar historische data te kijken en kans op uitval
21
• Classificatie analyse
Vijf variabelen die gezamenlijk een sterk
voorspellende waarde hebben voor uitval
• Self Organizing Maps
Segmentatie van groepen studenten met
verschillende achtergronden en kansen op
uitval
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Classificatie analyse op uitval in het eerste jaar
© 2013 Deloitte The Netherlands
Idealiter kunnen we uit beschrijvende data de kans op uitval inschatten per
student
23
56%
5%
Kans op uitval voor Sara
Kans op uitval voor Jennifer
• Neem bijvoorbeeld Sara:
‒ Sara studeert bij departement B
‒ Zij scoort slecht tijdens haar eerste tentamen: gelijk een vier!
‒ Zij haalt daarna nog wel twee vakken met een 6 en een 6,5, Ook
haalt ze voor nog twee vakken een onvoldoende, één 4 en één 5.
Hiermee heeft ze een slagingspercentage van slechts 40%.
‒ Daarmee is haar gemiddelde cijfer een 5,1. Haar cohort doet het
beter met een gemiddelde van 6,3.
• Anderzijds kunnen we kijken naar Jennifer:
‒ Jennifer studeert bij departement F
‒ Zij doet het voortreffelijk bij haar eerste tentamen en haalt gelijk
een 8,5
‒ Daarna gaat het iets minder, maar ze presteert het wel om 5 van
haar 6 vakken te halen met een uiteindelijk gemiddelde van 6,75.
‒ Haar cohort haalt gemiddeld een 6,1 in het eerste semester.
Advies: Stem BSA plannen af op uitvalskansen indien mogelijk.
© 2013 Deloitte The Netherlands
Een logistische regressie met vijf variabelen toont gewenste eigenschappen
voor het voorspellen van uitval
24
0,70
-0,73
-0,38
-1,04
1,71
2 1 0 -1 -2
Departement B
Gemiddeld cijfer tov cohort
Aantal gehaalde uitslagen
Slagingspercentage
Bachelor gelijktijdig
• Waar het algoritme voorspelt dat een student niet
uitvalt, is de kans op uitval slechts 14,1%.
• Wanneer het algoritme aangeeft dat een student in
de uitvals categorie valt, is de kans op uitval 73,3%.
• Daarmee is deze benadering sterker dan elke
afzonderlijke variabele.
• Nieuwe studenten kunnen op basis hiervan voorzien
worden van een kans op uitval.
• De coëfficient laten zien welke variabele (samen) een
positieve en negatieve invloed hebben op uitval.
Voorspelling
Uitval Niet
Da
ad
we
r
ke
lijk
Uitval 9.2% 14.1%
Niet 3.3% 73.3%
Coëfficienten van de vergelijking per variabele
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Segmentatie
© 2013 Deloitte The Netherlands
Om verder in te zoomen op verschillende type studenten gebruiken we een
geavanceerde visuele segmentatie techniek: de Self Organizing Map
26
Stel je voor dat alle studenten van de FGw op het
grasveld van de Amsterdam Arena staan...
De opdracht:
Ga naast de personen staan op wie je het meest lijkt
qua:
• studieresultaten in het eerste semester
• middelbare school cijfers en vooropleiding
• genoten voorlichting
• motivatie om te studeren
Tot diep in de nacht discussiëren de studenten en
groepen beginnen zich steeds meer te vormen.
Laat in de ochtend worden gekleurde vlaggen
uitgedeeld, een helicopter stijgt op, en wordt er een
vraag gesteld:
Wat was het cijfer voor jouw eerste tentamen?
© 2013 Deloitte The Netherlands
De 16.666 studenten zijn vervolgens op basis van studiegedrag in het eerste
semester ingedeeld in 12 groepen
27
7) HBO niet-Nederlands
HBO-vooropleiding, niet-
Nederlands (#1.671)
4) Contractanten
Studeren als hobby,
contractanten (#299)
3) De harde werkers
Divers segment met
hoge cijfers en kans op
uitval (#824)
2) Trage voorlichtingslozen
Hadden geen voorlichting nodig voor hun studiekeuze,
en halen slechts rond de 10 studiepunten in het eerste
semester (#1.310)
1) Snelle uitvallers
Lage cijfers bij 1e tentamen
(#1.821)
9) Slechte starters
Al iets oudere studenten die
waarschijnlijk uitvallen,
vaker uit gemeentes met
laag inkomen (#753)
8) Hakken over de sloters
Lage cijfers middelbare
school, kans op uitval en
studievertraging (#901)
11) HBO propedeusers
HBO propedeuse met
kans op een slechte start
(#1.117)
12) Stapelaars
Lang over
middelbare school
gedaan (#676)
10) Goede VWO-ers
Goede en excellente
studenten (#3.803)
6) Plattelanders
Van het platteland
naar de stad met hoge
cijfers (#764)
5) De middenmoters
Geen hoge cijfers, maar
vallen over het algemeen
niet uit (#2.742)
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
Speciaal beleid tegen uitval Potentie voor differentiatie ten gunste van hogere resultaten
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Verdeling van uitval over segmenten
© 2013 Deloitte The Netherlands
Uitval groepeert zich aan de linkerkant van de kaart in segment 1, 9 en een
gedeelte van 8 en 3
29
Uitval binnen of na één jaar
Switch Uitval over de gehele studie Jaren tot examen
• (1,3,8,9) Uitval speelt zich af op meerdere
gebieden; dit duidt erop dat de redenen
voor uitval verschillen.
• (idem) Uitval en vertraging in jaren na het
eerste jaar lijken sterk op de uitval in het
eerste jaar.
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
© 2013 Deloitte The Netherlands
De prognose staat sterk in overeenstemming met de Self Organising Map
30
Prognose voor uitval
Uitval binnen of na één jaar Uitval over de gehele studie
• De prognose komt sterk overeen met de
daadwerkelijke uitval.
• De fouten van de prognose komen
overeen met overig uitval. Deze kunnen
we nu beter duiden.
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
© 2013 Deloitte The Netherlands
De statistieken van de SOM kunnen we ook aggregeren naar segment niveau
31
Percentage studenten per segment
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
5) De middenmoters 16
5
10
6) Plattelanders
7) HBO niet-Nederlands
4) Contractanten 2
3) Harde werkers 5
2) Trage voorlichtingslozen 8
1) Snelle uitvallers 11
12) Stapelaars
5
5
23
7
4
8) Hakken over de sloters
9) Slechte starters
10) Goede VWO-ers
11) HBO propedeusers
Uitval of Switch
Overig
17
30
15
63
40
19
11
22
32
37
26
68
0 10 20 30 40 50 60 70
12) Stapelaars
11) HBO propedeusers
2) Trage voorlichtingslozen
1) Snelle uitvallers
8) Hakken over de sloters
3) Harde werkers
10) Goede VWO-ers
5) De middenmoters
6) Plattelanders
9) Slechte starters
4) Contractanten
7) HBO niet-Nederlands
Percentage uitval per segment Percentage studenten per segment Uitval binnen of na één jaar
• De goede VWOers (10) en de
middenmoters (5) zijn 39% van de
populatie.
• De HBO segmenten (7 en 11) tellen op tot
17%.
• 25% van de uitval valt onder het segment
snelle uitvallers.
© 2013 Deloitte The Netherlands
Vrouwen hebben minder kans op uitval dan mannen
32
Vrouw
Nederlands
• (5,6,10) Vrouwen presteren beter dan
mannen.
• (7,9) Nederlandse studenten presteren
beter dan niet-Nederlandse studenten.
• (9) Een deel van de uitval lijkt te verklaren
vanuit nationaliteit.
• (7,9) Studenten met een HBO
vooropleiding zijn vaker niet Nederlands.
HBO vooropleiding
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
© 2013 Deloitte The Netherlands
De hoogste cijfers worden gehaald door mensen met een VWO
vooropleiding
33
VWO vooropleiding
HBO vooropleiding
• (10) Studenten met een VWO vooropleiding halen
de hoogste cijfers.
• (9,11) Een deel van de uitval is verbonden aan
een HBO-vooropleiding; (7) een deel aan
HBO-vooropleiding en niet-Nederlandse
achtergrond
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Een paar segmenten onder de loep
© 2013 Deloitte The Netherlands
Snelle uitvallers (segment 1) – 1/2 – kans op uitval 68%
35
Gemiddeld cijfer hele bachelor
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
VWO vooropleiding Verstedelijking rond middelbare school
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Gemiddeld cijfer bij middelbare school
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
© 2013 Deloitte The Netherlands
Snelle uitvallers (segment 1) – 2/2 – kans op uitval 68%
36
Leeftijd bij middelbare school examen Vrouw
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
Voorlichtingsbrochure
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Voorlichtingsevenement
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
© 2013 Deloitte The Netherlands
Harde werkers (segment 3) – 1/3 – kans op uitval 37%
37
Gemiddeld cijfer hele bachelor
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
VWO vooropleiding Verstedelijking rond middelbare school
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Gemiddeld cijfer bij middelbare school
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
3
© 2013 Deloitte The Netherlands
Harde werkers (segment 3) – 2/3 – kans op uitval 37%
38
Voorlichtingsbrochure
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Voorlichtingsevenement
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Jaren tussen start studie en eindexamen
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Leeftijd bij start studie
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
3
© 2013 Deloitte The Netherlands
Harde werkers (segment 3) – 3/3 – kans op uitval 37%
39
Tijd per week beschikbaar voor studie
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
Aantal uitslagen eerste semester
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
Aantal studiepunten tweede semester
3
© 2013 Deloitte The Netherlands
Middenmoters (segment 5) – 1/1 – kans op uitval 22%
40
VWO vooropleiding Gemiddeld cijfer bij middelbare school
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
Bachelor gelijktijdig
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10 12
Aantal uitslagen eerste semester
1
2 3 4
5
6 7
8
9
11 10
12
5
© 2013 Deloitte The Netherlands
Departement C kent een vlakkere populatie studenten dan overige
opleidingen
41
Departement F
Departement E Department C
• Deze drie departementen hebben alle
een diverse populatie aan studenten.
• (2) Departement E kent een specifieke
groep dit zich niet goed heeft voorgelicht.
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
© 2013 Deloitte The Netherlands
Departement D kent meer duidelijke uitval dan andere departementen
42
Departement A
Departement B
Departement D
• Ook deze drie departementen kennen
diverse populaties.
• (1) Opvallend is dat er bepaalde uitval
groepen bij departement D zijn. Ook kent
departement D een groep studenten die
zich niet goed voorlicht.
• (4) Bij departement B zijn er meer
contractanten.
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
1 2 3
4
5
6 7
8
9
11 10
12
4
Primary colours
R 0
G 39
B 118
R 0
G 161
B 222
R 60
G 138
B 46
R 114
G 199
B 231
R 201
G 221
B 3
R 146
G 212
B 0
Ontwikkeling van arrangementen
© 2013 Deloitte The Netherlands 44
4. Hoofdfase verdieping
3. Hoofdfase voorbereiding
verdieping
2. Propedeuse
Voorlichting
Interventies in de studieloopbaan
De studieloopbaan kent vier fasen die in elkaar overvloeien: (1) Voorlichting en inschrijving,
(2) Propedeuse en Studieadvies, (3) Hoofdfase voorbereiding verdieping en toelating tot stage of
scriptie, (4) Hoofdfase verdieping en Diploma.
Inschrijving
Studieadvies
Toegang stage, scriptie
Diploma
F
F
F
F
Verantwoordelijkheid
student
Verantwoordelijkheid
studentbegeleiding
1. Voorlichting Jr 1
Jr 2
Jr 3
Post BA (MA)
F = formeel, procedureel proces – randvoorwaardelijk voor de student voor overgang naar een volgende fase
Jr 0
© 2013 Deloitte The Netherlands 45
4. Hoofdfase verdieping
3. Hoofdfase voorbereiding
verdieping
2. Propedeuse
Voorlichting
Visie op studiesucces en activiteit van opleidingen verschillen
Opleidingen of departementen voeren verschillend beleid ten aanzien van studiesucces, vanwege een
verschillende opvatting over het eigenaarschap van studiesucces: dit ligt ofwel bij de instelling (A) of bij
de student zelf (B).
Dit heeft consequenties voor het gebruik van instrumenten (1 t/m 4) en daarmee uitval en studieduur.
Inschrijving
Studieadvies
Toegang stage, scriptie
Diploma
F
F
F
F
(B) Verantwoordelijkheid
student
(A) Verantwoordelijkheid
studentbegeleiding
1. Voorlichting Jr 1
Jr 2
Jr 3
Post BA (MA)
F = formeel, procedureel proces – randvoorwaardelijk voor de student voor overgang naar een volgende fase
Jr 0
1
2
3
4
1 Voorlichting en intake 2 Eerste tentamen, tutoraat en BSA 3 Aanvullend tutoraat, snelle reparatie
4 Scriptiebegeleiding, langstudeerbegeleiding
© 2013 Deloitte The Netherlands
Meer informatie
46
Theo Bakker Senior Manager Onderwijs
Deloitte Consulting
tbakker@deloitte.nl
06-10999307
Wouter Jaspar Beleidsmedewerker kwaliteitszorg onderwijs
Universiteit van Amsterdam
Faculteit der Geesteswetenschappen
W.A.A.Jaspar@uva.nl
(020) 525 87 59
© 2013 Deloitte The Netherlands
Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee, and its network of member firms,
each of which is a legally separate and independent entity. Please see www.deloitte.com/about for a detailed description of the legal structure of
Deloitte Touche Tohmatsu Limited and its member firms.
Deloitte provides audit, tax, consulting, and financial advisory services to public and private clients spanning multiple industries. With a globally
connected network of member firms in more than 150 countries, Deloitte brings world-class capabilities and deep local expertise to help clients
succeed wherever they operate. Deloitte's approximately 170,000 professionals are committed to becoming the standard of excellence.
This publication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, its member firms, or their related entities
(collectively, the “Deloitte Network”) is, by means of this publication, rendering professional advice or services. Before making any decision or
taking any action that may affect your finances or your business, you should consult a qualified professional adviser. No entity in the Deloitte
Network shall be responsible for any loss whatsoever sustained by any person who relies on this publication.