Post on 12-Jul-2015
An
12 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws
1. Accountancy rond de eeuwwisselingAccountancynieuws stopt, dat zal u als lezer niet zijn ontgaan. Als een belangrijk me-dium – voor een branche – ermee ophoudt, dan is het niet ongebruikelijk om terug te blikken. In dit laatste nummer blik ik met u terug, maar nog belangrijker: ook voor-uit. Centraal staat de vraag: ‘Hoe nu verder in de accountancy?’
Jan Wietsma
accountancy
hand gedaan. De computer diende ter
ondersteuning. Rapportgeneratoren wa-
ren nog geen gemeengoed. Veel kantoren
maakten gebruik van een slimme afge-
studeerde MBO’er die in een paar dagen
tijd een sjabloon ontwikkelde voor Excel
waarmee je dan in het vervolg je jaarreke-
ning kon maken.
Carrièrepaden waren duidelijk. Wilde je
het maken, dan moest je de studie tot RA
of AA afronden. Dan was er een kans op
het felbegeerde plekje in de maatschap.
Studeerde je niet, of verliep het allemaal
niet zo succesvol, dan kon je er op reke-
nen dat er een dag kwam waarop je ver-
zocht werd om te zien naar een andere
baan. Je werd te duur voor een goede hef-
boomwerking. Tenzij je administraties
boekte en verwerkte, dan wilden venno-
ten je niet graag kwijt. Je leverde immers
een substantiële bijdrage aan de winst.
Accountancy was eind jaren negentig een
traag beroep. Er gebeurde wel van alles in
de wereld om de accountants heen, maar
dat dit impact zou kunnen hebben op het
accountantsberoep en de wijze waarop
wij onze werkzaamheden deden, dat leek
de meeste accountants onwaarschijnlijk.
Het algehele idee was toch dat de werk-
zaamheden van de accountant boven alle
twijfel verheven waren en dat de maat-
schappij niet zonder de accountant kon.
Het rumoer begintDe eeuwwisseling verliep rustig voor het
accountantsberoep. Op 2 januari 2000
startten de meeste computers gewoon
weer op en ging het werk gewoon weer
door. Dat gebeurtenissen uit de jaren ne-
gentig uiteindelijk de voedingsbodem
bleken te zijn van een grote dynamiek in
de wereld en het accountantsberoep had
men niet in de gaten.
Het najaar van 2001 is het startpunt voor
De eerste Accountancynieuws verscheen
eind jaren negentig. Eenmaal in de
14 dagen werden abonnees bijgepraat
over zaken die in de accountancybranche
speelden. Het was de tijd dat de meeste
kantoren geen webpagina hadden. Als ik
cursus gaf en vroeg wie een e-mailadres
had, dan gingen er meestal slechts twee
of drie handen omhoog. De meesten van
u konden zich ook niet voorstellen dat in-
ternet en e-mail het grootste deel van de
communicatie zouden overnemen.
Internet start-upsTegelijkertijd ontstonden er rond de
eeuwwisseling allerlei bedrijven die iets
met internet willen doen. Ik kan me nog
herinneren hoe zich in die tijd de ene na
de andere internetstart-up aandiende
met oplossingen voor de accountancy-
branche. Vooral online boekhouden was
populair.
Op een enkele partij na hebben de mees-
te start-ups het niet gered. Enerzijds
omdat de accountancybranche er nog
niet aan toe was, aan de andere kant
omdat de technische infrastructuur nog
niet op orde was. De meesten van ons
belden nog in met een modem.
Wie rond de eeuwwisseling zou hebben
verteld dat u vandaag de dag nauwelijks
meer zonder smartphone zou kunnen
om uw werk goed te doen, zou voor gek
worden verklaard. Velen van u hadden
nog geen mobiele telefoon en als u er
wel een had, dan was dat er meestal nog
een met een antenne die je uit moest
trekken voor optimaal gebruik.
Een traag beroepEind jaren negentig bemoeide de politiek
zich ook nog nauwelijks met het accoun-
tantsberoep. Het ministerie van Economi-
sche Zaken was verantwoordelijk voor het
reilen en zeilen van het accountantsbe-
roep en daarbij werd vooral gekeken op
welke wijze accountants een bijdrage kon-
den leveren aan de economische groei.
Er waren twee beroepsverenigingen, NO-
vAA en NIVRA, en daartussen waren dui-
delijke scheidslijnen. Het waren aparte
bloedgroepen. Waarbij de NOvAA het do-
meinmonopolie claimde op het MKB en
het NIVRA vooral werd geassocieerd met
wettelijke controles. Weliswaar werd in
1998 al op bestuurlijk niveau de noodzaak
ingezien tot een fusie. Toch zou het uitein-
delijk nog bijna vijftien jaar duren voordat
de fusie daadwerkelijk een feit was.
Als er al sprake was van toetsingen, dan
waren die vooral collegiaal van insteek.
Handboeken werden alleen gebruikt
door grote kantoren en een cursus als
dossiervorming kon ieder jaar weer reke-
nen op grote belangstelling.
Het accountantsberoep was eind jaren
negentig ook erg arbeidsintensief. Veel
werkzaamheden werden ook nog met de
Hoe nu verder in de accountancy?
‘De grote klap in Neder-land kwam in 2003, toen in februari bleek dat er spra-ke was van boekhoudfrau-de bij de bekendste groot-
grutter van Nederland.’
An
13www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22
accountancy
een discussie over het functioneren van
de accountancybranche. Een discussie
die nog steeds voortwoedt. De wereld
veranderde doordat op 11 september twee
vliegtuigen de Twin Towers in vlogen.
Die gebeurtenis leidde tot een stortvloed
aan nieuwe regelgeving, met als doel het
terrorisme te voorkomen dan wel in te
dammen. Regelgeving waar iedere ac-
countant vandaag de dag nog steeds mee
te maken heeft.
Maar het najaar van 2001 kende twee ge-
beurtenissen die uiteindelijk rampzaliger
waren voor het accountantsberoep. Op 9
november 2001 was er een uitzending
van Zembla waaruit bleek dat er in de
bouw illegale prijsafspraken werden ge-
maakt. De parlementaire enquêtecom-
missie die daarop volgde, maakte duide-
lijk dat accountants hiervan op de hoogte
waren en er verder niets mee deden.
In december 2001 bleek dat Enron met
medeweten van accountants dubieuze en
schimmige constructies had opgezet
waardoor verliezen werden verdoezeld.
Enron ging failliet en in haar kielzog
ging ook het betrokken accountantskan-
toor Arthur Andersen ten onder. Journa-
listen gingen vragen stellen over het
functioneren van de accountant en zijn
vermeende onafhankelijke positie. De
eerste politici roerden zich. De parlemen-
taire enquêtecommissie bouwfraude
kwam met de eerste aanbevelingen. Toch
wist de accountancybranche het nog re-
delijk droog te houden. De grote klap
voor de accountancybranche in Neder-
land kwam in 2003, toen in februari
bleek dat er sprake was van boekhoud-
fraude bij de bekendste grootgrutter van
Nederland. De klanten van het vaste
klantenfonds werden financieel getroffen
en opeens stelde heel Nederland zich de
vraag ‘Hoe kon het nu gebeuren dat de
accountant dit niet heeft zien aanko-
men?’ An -> Lees deel 2 op pag. 23.
Jan Wietsma
An
23www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22
2. De Wta dient zich aan
Als je de accountancybranche van enige afstand beschouwt, valt op dat het beroep de afgelopen 15 jaar heeft geworsteld met een viertal thema’s: de alsmaar toenemende digitalisering, een verdienmodel dat toekomstbestendig is, de wijze waarop het be-roep moet worden uitgevoerd in een complexe maatschappij, waarbij opvattingen per dag lijken te veranderen en de uitholling van het vrije beroep. Begin 2005 kondigt zich de Wta aan!
Jan Wietsma
accountancy
er lichte paniek bij het toenmalige be-
stuur van de NOvAA. Op een emotionele
voorlichtingsvergadering wordt iedereen
in de zaal opgeroepen om een Wta-ver-
gunning aan te vragen. Want zonder
Wta-vergunning ben je niets waard, is het
idee. Dat een Wta-vergunning op zich
geen brug te ver hoeft te zijn, wordt door
de net ingestelde toezichthouders onder-
bouwd. Die wijzen namelijk fijntjes naar
de in 2005 door de beroepsgroep aange-
nomen Richtlijnen Kwaliteitsbeheersing
(RKB1); veel meer hoeven kantoren niet
te doen. De verontwaardiging is evenwel
groot. Het zijn dan ook gouden tijden
voor allerhande adviesbureaus die kanto-
ren bijstaan bij de vraag of men nu wel of
niet moet gaan voor een Wta-vergunning
en wat de consequenties daarvan zijn.
Zelf pluk ik enige vruchten van de onbe-
kendheid met de Wta door het schrijven
van een memo ‘100 vragen en antwoorden
over de WTA’. Het is het eerste Accountancy-
nieuwsMemo.
Op 1 november 2006 meldt Accountancy-
nieuws dat de AFM ruim 700 aanvragen
De laatste twee thema’s raken de ac-
countants in de ziel van hun be-
staan. Zij begrijpen de maatschappelijke
en politiek commotie niet terwijl er vol-
gens hen conform de regels is gehan-
deld. Dat die toenemende regelgeving en
het daarmee gepaarde toezicht dan ook
nog het eigen professional judgement
ondergraaft, is voor een grote groep ac-
countants een onverteerbare zaak.
De kloof tussen wat de accountant doet
en wat er van hem verwacht wordt was
tien jaar geleden zo groot dat de politiek
besloot tot ingrijpen. Het toezicht op ac-
countants kwam in het vervolg bij het mi-
nisterie van Financiën te liggen en de Wet
toezicht accountantsorganisaties werd
aangekondigd. Voor de meeste accoun-
tants was dit een schok. Een toezichthou-
der die mee komt kijken in de keuken,
dat is ongehoord. Met hand en tand ver-
zetten diverse lobbyisten zich tegen de
Wta. ‘Het accountantsberoep is immers
best in staat om zelf de handschoen op te
pakken’, zo stelde men. Maar de politiek
geloofde er niet meer in. Accountants
hebben genoeg kansen gehad, het was
tijd dat er ingegrepen werd.
Nieuw format Rond die tijd - begin 2005 - verscheen
Accountancynieuws in een nieuw format.
Iedereen die iets heeft met de accountan-
cybranche kan zich gratis abonneren.
Het is een succes. Accountancynieuws valt
elke 14 dagen op vrijdag bij ruim 20.000
abonnees op de mat. Uit lezersonderzoek
blijkt dat 90% van de abonnees het blad
voor de maandag heeft gelezen. Het is de
tijd dat kantoren medewerkers vonden
door het plaatsen van personeelsadver-
tenties, ook ICT-leveranciers maakten
gretig gebruik van dit medium voor com-
municatie met hun doelgroep.
Gerrit ZalmEen van de eerste wapenfeiten van Accoun-
tancynieuws in september 2005 is het in-
terview van hoofdredacteur Frans Heit-
ling met de toenmalige minister van
Financiën, Gerrit Zalm. In dit interview
zegt Zalm dat de AFM niet op iedere ac-
countant gaat jagen. Maar de Wta blijft
de gemoederen in die tijd bezighouden.
Als de Wta eenmaal een feit is, ontstaat
Hoe nu verder in de accountancy?
An
24 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws
accountancy
‘Een toezichthouder die mee komt kijken in de keu-ken, dat is ongehoord. Met hand en tand verzetten di-verse lobbyisten zich tegen
de Wta.’
heeft geregistreerd. 20 accountantsorga-nisaties opteren voor een zogenaamde OOB-vergunning. Wie nu het register van het aantal ingeschreven accountantsor-ganisaties met een vergunning raad-pleegt, ziet dat er 430 overgebleven zijn. Het aantal organisaties met een OOB-vergunning bedraagt 11. In het voorjaar van 2007 rapporteert de AFM voor het eerst haar bevindingen naar aanleiding van een onderzoek bij 87 kantoren die een vergunning hebben aangevraagd. De resultaten uit dat onderzoek zijn weinig bemoedigend. De meeste kantoren heb-ben hun zaken niet op orde als het gaat om zaken met betrekking tot kwaliteit. Deze eerste uitgebreide rapportage over de stand van zaken met betrekking tot kwaliteit in de branche is de eerste in een jaarlijkse cadans van rapportages, waar-bij keer op keer blijkt dat accountants moeite hebben met het op peil houden van de kwaliteitseisen die aan een ac-countantsorganisatie mogen worden ge-steld. Elk jaar wordt de toon strenger.
Kwaliteit De focus op kwaliteit – of juist het gebrek daaraan – geeft ook genoeg redactionele stof voor de kolommen van Accountancy-nieuws. In 2009 constateert Accountan-cynieuws al dat de aandacht voor kwali-teit tanende is. Dat wordt door diverse organisaties ontkend en de AFM zegt dat zij hiervoor geen signalen heeft. In schril
contrast daarmee staan de AFM-rappor-tages uit 2013, waaruit de werkelijke stand van zaken blijkt; het merendeel van de onderzochte accountantsorganisaties scoort een onvoldoende. Door het niet voldoen aan die kwaliteitseisen plaatsen
accountantsorganisaties zich continu in de spotlights. De beroeps- en belangen-organisaties lijken onmachtig om het tij te keren. Weliswaar beloven de bestuur-ders van deze organisaties beterschap. Maar in de praktijk van alledag blijft het een worsteling voor kantoren om een goede balans te vinden tussen voldoende aandacht voor kwaliteit en het hiermee samenhangende verdienmodel. Veel be-drijven zien de verplichte accountants-controle als een ‘moetje’ en dagen ac-countantskantoren uit om tegen de laagst mogelijke prijs deze verplichte controle te laten uitvoeren. Veel accoun-tantskantoren gaan hierin mee, omdat zij weten dat zij eventuele tekorten op ac-countantscontroles weer kunnen terug-verdienen met het geven van allerhande advies aan diezelfde bedrijven. De na-tuurlijke adviesfunctie blijkt de afgelopen 15 jaar behoorlijk te zijn opgerekt .An-> Lees deel 3 en 4 op pagina 32-33.
Jan Wietsma.
Elke werkdag als eerstehet fiscale nieuws in uw mailbox!
Meld u GRATIS aan voor het
e-zine TaxLive en ga naar de
site www.TaxLive.nl
32 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws
An
3. Beroep in vertrouwenscrisisHoe wordt er later teruggeblikt op het jaar 2014 en het accountantsberoep? Is dat het jaar waarin de kanteling die voor het accountantsberoep noodzakelijk is echt gemaakt is? Of constateren we later dat er in 2014 weliswaar veel is gezegd en geschreven, maar dat dit niet tot veel veranderingen heeft geleid. Natuurlijk is er het rapport ‘In het publiek belang’ van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep, maar het lijkt er niet op dat de daarin genoemde voorstellen al door een grote groep accountants wordt omarmd. Wellicht heeft dat ook wel te maken met de oorzaak die tot het instellen van een werk-groep leidde. Het was de buitenwereld die van alles van het werk van accountants vond en zodoende de beroepsgroep onder druk zette om nu in actie te komen.
Jan Wietsma
accountancy
zaken aanpakt. Is er sprake van wan-
trouwen in de wijze waarop accountants
met elkaar omgaan? Zijn de vele conflic-
ten in maatschappen daar een voorbeeld
van? Maar ook in de wijze waarop ac-
countants over bijvoorbeeld het bestuur
of de regelgevers praten is eerder sprake
van onbegrip dan van begrip. Hebben
we met elkaar wel voldoende zicht op
elkaars handelingsmotieven? Zijn we be-
reid om daar tijd in te investeren of gaan
we vooral mopperen als het bestuur van
de NBA weer eens met een voorstel
komt? Een voorstel dat in de ogen van
de een veel te slap is en in de ogen van
de ander veel te streng. Is het geen bre-
vet van onvermogen als je een openbaar
aanklager in wilt zetten om het vertrou-
wen in het accountantsberoep weer te-
rug te krijgen? Natuurlijk, accountants
moeten kwaliteit leveren. Maar wanneer
je langdurig met elkaar wilt samenwer-
ken, dan draait het om het vertrouwen.
Accountants laten zich graag de vertrou-
wensman van het maatschappelijk ver-
keer noemen. Maar in wezen zijn ac-
countants die vertrouwensfunctie nu
kwijt. Dat ligt niet zozeer aan de boze
buitenwereld, maar veel meer aan het
feit dat een groot deel van de accoun-
tants een kleine groep de kastanjes uit
het vuur laat halen. Om daarna kritiek te
leveren op de wijze waarop dat is gedaan
en aan te geven dat het deels ook nog de
verkeerde kastanjes zijn. Wil het ac-
countantsberoep daadwerkelijk aan
maatschappelijk vertrouwen winnen,
dan moeten accountants eerst aan
de slag met het vergroten van het onder-
linge vertrouwen. Dat is de daadwerke-
lijke uitdaging voor het accountantsbe-
roep. An
Jan Wietsma.
Dat was 4 jaar geleden wel anders.
Toen was er een accountant, Pieter
de Kok, die van mening was dat accoun-
tants onvoldoende presteerden. Hij wond
zich op over gebrek aan professionaliteit
en wist daarmee een heuse beweging op
touw te zetten. Tuacc was de naam van
deze beweging en in een paar maanden
tijd kwamen gepassioneerde accountants
met enige regelmatig bij elkaar om te be-
spreken op welke wijze het beroep van
binnenuit moest worden hervormd.
Daarbij dienden mensen die geen ac-
countant waren, maar wel betrokken wa-
ren bij het accountantsberoep, als spie-
gel. Deze maand werd bekend dat Tuacc
ermee stopt. De energie is uit de bewe-
ging die ooit zo veelbelovend begon.
LeiderschapEen vraag die je mag stellen is: hoe komt
het dat een grote groep accountants zo
apathisch is als het gaat om zaken die de
noodzakelijke veranderingen in het eigen
beroep betreffen? Voelt men zich niet
aangesproken? Is men intussen gewend
geraakt aan de voortdurende kritiek die
op het accountantsberoep wordt afge-
vuurd? Onderschat men de sense of ur-
gency?
Misschien moeten we wel een paar spa-
den dieper steken en constateren dat de
vertrouwenscrisis waarmee het accoun-
tantsberoep te maken heeft, vooral een
leiderschapscrisis is. Als de voorzitter
van de NBA en enkele medebestuursle-
den aangeven dat er sprake is van een cri-
sis, maar de rest van de accountants
werkt lekker door, dan kun je je afvragen
in hoeverre die vertrouwenscrisis daad-
werkelijk wordt beleefd. Zolang je con-
troleopdrachten mag blijven doen, een
eventuele boete wel materieel maar niet
substantieel is en je van de politiek toch
nog weer te horen krijgt dat je als be-
roepsgroep zelf aan zet bent, dan wordt
die noodzaak tot urgentie door velen niet
beleefd. Natuurlijk, het rapport ‘In het pu-bliek belang’ heeft de functie van een wake-
up call. Maar het is een rapport van de
werkgroep en geen rapport van de huidi-
ge leiders in de branche. Het rapport zou
al veel meer aan draagvlak winnen als het
zou zijn ondertekend door de 25 be-
stuursvoorzitters van de grootste kanto-
ren. Nu lijkt het er toch te veel op dat de
voorzitter van de NBA erop uit wordt ge-
stuurd om de boodschap te verkopen. Op
ledenbijeenkomsten leidt dat tot veel wel-
willende blikken. Maar niet tot daadwer-
kelijke actie.
VertrouwenIn die zin gaat de vertrouwenscrisis ook
over het vertrouwen dat de leden in el-
kaar hebben, in het bestuur en hoe zij de
Hoe nu verder in de accountancy?
33Accountancynieuws 19 december 2014 nr 22 www.accountancynieuws.nl
An
4. Op zoek naar bezielingWaar is de bezieling in het accountantsberoep gebleven? Dat is een vraag die bleef han-gen na de laatste Accountantsdag. Hoogleraar Jan Rotmans vroeg aan de 1400 aanwe-zigen of de voorgestelde maatregelen van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep gingen werken. Rotmans miste het gevoel en de emotie. Daarmee sloeg hij wat mij be-treft de spijker op zijn kop. Het rapport kent een technocratische insteek. Natuurlijk, er worden de nodige woorden besteed aan zaken als cultuur en gedrag, maar het be-klijft niet. Er wordt geen snaar geraakt als het gaat om gemeenschappelijke bezieling. Een beroep op de gemeenschappelijke trots ontbreekt.
Jan Wietsma
accountancy
dures. Een beroepseed. Maar dat heeft al-
lemaal weinig zin als je niet scherp in het
vizier hebt wat je bestaansrecht is. Natuur-
lijk zeggen ministeries, banken en beleg-
gers dat ze niet zonder accountant kun-
nen, dat ze op zijn werkzaamheden
steunen. Maar je kunt een vak niet dag-in-
dag-uit blijven uitoefenen met alleen maar
extrinsieke motivatiefactoren. Wil je ge-
motiveerd blijven en met passie en bezie-
ling aan de slag blijven, dan is er meer no-
dig. De vraag die we elkaar als
accountants moeten stellen is: hebben we
het daar nog wel eens over?
Passie en bezielingAls je nu een groep accountants vraagt
waar ze het meest trots op zijn, dan is de
kans groot dat je als antwoord de oplei-
dingstitel krijgt. Niet het werk dat ze nu
doen, maakt hun trots. Nee, het feit dat ze
de opleiding hebben afgerond verbindt
hen. Dat ze dat zware traject succesvol
hebben afgerond. Daar ligt een gemeen-
schappelijke basis. Daarover kunnen ze
nog uren met elkaar praten. De vraag die
dan rest is: hoe krijg je die passie, die be-
zieling, weer terug in de dagelijkse uitvoe-
ring van het beroep? Daarvoor moet je iets
weten van je eigen drijfveren. Maar nog
belangrijker is dat je gemeenschappelijk
benoemt waarvoor je staat. Dat je aangeeft
waarvoor je verantwoordelijkheid wilt en
kunt dragen en waarvoor niet. Dat vraag-
stuk gaat primair niet over kwaliteit maar
over bezieling. Het zou mooi zijn als de
beroepsorganisatie hier in 2015 werk van
gaat maken. Want willen we de toekomst
van het accountantsberoep daadwerkelijk
verankeren, dan ontkomen we er niet aan
om zaken als bezieling en beroepstrots te
benoemen. An Lees deel 5 op pag. 44.
Jan Wietsma
Die trots heeft overigens niet veel te
maken met het feit dat de accountant
gezien wordt als vertrouwensman van het
gemeenschappelijke verkeer. Aan die ver-
antwoordelijkheid wordt gek genoeg nau-
welijks enige emotionele waarde toege-
kend. Het lijkt erop dat de accountant zijn
werkzaamheden vooral ziet als aangeno-
men werk waaraan weinig eer valt te beha-
len. Wie goed luistert, merkt op dat de ac-
countant het steeds vaker heeft over
commodity als het gaat om het samenstel-
len van jaarrekeningen. Of over het uitvoe-
ren van werkzaamheden waar de dga niet
op zit te wachten als het gaat over het uit-
voeren van een wettelijke controle. Als een
accountant op deze manier tegen zijn
werkzaamheden aankijkt, dan moet je er
ook niet gek van opkijken dat de bezieling
ontbreekt. De accountant kan zelf nauwe-
lijks de toegevoegde waarde van zijn pro-
ducten en diensten benoemen. Laat staan
dat een klant dat dan moet kunnen! De
enige schrale troost die dan nog overblijft
is een geldelijke vergoeding voor de werk-
zaamheden die je nu eenmaal moet uit-
voeren. Tenslotte moet iemand het doen.
Dat accountants ooit een ereloon in reke-
ning brachten, daar kun jij je als accoun-
tant nu nauwelijks meer iets bij voorstel-
len. Zeker niet als je het niet als een eer
ziet dat jij die vertrouwensman van het
maatschappelijk verkeer mag zijn. Bij ge-
brek aan bezieling ga je natuurlijk ook niet
uit jezelf aan de slag met zaken als het ver-
beteren van kwaliteit en innovatie. Waar-
om zou je? Er is toch al weinig maatschap-
pelijke waardering voor wat je doet, het
aantal criticasters neemt in omvang steeds
meer toe en je wordt ook nog geacht alles
tegen een steeds lagere prijs te doen.
Waarom werd je accountant?Maar de vraag is natuurlijk: waarom ben je
ooit accountant geworden? Waarom sta je
iedere ochtend op en hijs je jezelf in pak of
rok? Hoe groot is de kloof tussen jouw in-
trinsieke motivatie en hetgeen eigenlijk
van je verwacht wordt? Ik vrees dat die
kloof groter is dan we elkaar durven te ver-
tellen. Die kloof overbruggen we ook niet
door meer nadruk te leggen op zaken als
kwaliteit. Ik denk namelijk dat er weinig
accountants zijn die ’s morgens uit hun
bed komen en denken: ‘Zo, vandaag ga ik
de zaken eens behoorlijk verstieren.’ Dat
past een professional niet. Daarvoor ben je
ook geen professional geworden. Wat
ontbreekt is een gemeenschappelijke uit-
gedragen visie. Er wordt geen antwoord
gegeven op de vraag wat de toegevoegde
waarde is van de accountant anno 2015. Er
wordt heel veel gesproken over de tech-
niek van het accountantsberoep, het ge-
brek aan kwaliteit, of - zo u wilt de nood-
zaak voor meer kwaliteit -, we zoeken de
oplossingen in governancestructuren,
meer toezicht, andere benoemingsproce-
Hoe nu verder in de accountancy?
44 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuwswww.accountancynieuws.nl
accountancyAn
5. De MKB-accountant wordt sparringpartnerAls aan accountants die actief zijn in het MKB gevraagd wordt wat ze het liefste doen:a. Zorgen dat de cijfers kloppen;b. Met de ondernemer in gesprek gaan over zijn bedrijfsvoering;c. Werken aan uw kantoor in plaats van in uw kantoor;d. Ondernemers op hun gemak stellen;
dan geeft de overgrote meerderheid aan dat ze voor antwoord b kiezen. Men gaat het liefst met de ondernemer in gesprek over de bedrijfsvoering. De praktijk van alledag leert echter dat MKB-accountants vooral druk zijn met werkzaamheden die vallen on-der categorie a. Het grootste deel van de omzet wordt, zo blijkt uit menig benchmark, nog altijd behaald met het samenstellen van de jaarrekening, de administratieve dienstverlening en het verzorgen van aangiften. Voor gesprekken met de ondernemer blijft op deze manier niet zoveel tijd over.
Nu zullen er lezers zijn die opmer-ken dat daar ook geen verandering
in gaat komen. De meeste MKB-ac-countants zijn geen adviseur, wordt er dan gezegd. Daarbij wordt dan een re-latief somber toekomstbeeld geschetst, waarin voor de MKB-accountant op ter-mijn geen plaats meer is. Ik denk dat het goed is dit beeld te nuanceren. Er zal altijd behoefte blijven aan een MKB-accountant die reflecteert in de rol van sparringpartner. Wat wel verandert zijn de werkzaamheden die de MKB-ac-countant verricht. De MKB-accountant zal steeds vaker door de ondernemer gevraagd worden om hem te begelei-den. Daarbij gaat het om vraagstukken waar de ondernemer in de sociaal-eco-nomische context mee te maken heeft. Cijfers spelen daarbij een belangrijke rol. Maar het is ook belangrijk dat de MKB-accountant een goed beeld heeft van de drijfveren van de ondernemer. De moderne accountant kan niet acte-ren zonder enige kennis te hebben van de psychologie van de ondernemer.
Psychologie en cijfersMet die psychologische kennis in zijn
achterzak kan de MKB-accountant de ondernemer veel effectiever bijstaan bij vragen die hij heeft over zijn bedrijfs-voering. Je weet als MKB-accountant hoe je een ondernemer in beweging kunt krijgen of kan laten nadenken over andere keuzes. Dat laat onverlet dat het hoofdbestanddeel van de werk-zaamheden van de MKB-accountant fi-nancieel en cijfermatig gerelateerd zijn. Daar blijft behoefte aan. Financiers ver-trouwen op de werkzaamheden van de MKB-accountant. De Belastingdienst doet dat ook, maar er zijn nog veel meer partijen die vinden dat MKB-ac-countants belangrijk werk doen. Wel-licht dat u denkt, wat verandert er dan concreet?
Op maat van de ondernemerIk denk dat de traditionele wijze waar-op u nu jaarrekeningen samenstelt zijn langste tijd heeft gehad. U zult in de toekomst steeds meer financiële overzichten en jaarrekeningen op maat gaan maken en daar ook een analyse op loslaten. Iedere ondernemer heeft immers te maken met andere kritische prestatiefactoren. Doordat de moge-
Hoe nu verder met accountancy?
lijkheden die Big Data biedt steeds meer binnen handbereik komen, is het ook voor de kleinere MKB-kantoren mogelijk om te werken met bedrijfsver-gelijkingen op basis van die kritische prestatiefactoren. Daarbij zal de MKB-accountant er in de presentatie van de cijfers steeds vaker voor kiezen om aan te sluiten bij de belevingswereld van de ondernemer. Met andere woorden: een ondernemer gaat het leuk vinden om een rapport van zijn accountant te krijgen. De ondernemer zal deze cijfers met gepaste trots willen delen met zijn relaties. De MKB-accountant vervult hierbij de functie als controller. Maar die controllersfunctie is breder dan alleen maar de financiële kant van de zaak. U zult als MKB-accountant ook tijd vrij moeten maken om met enige re-gelmaat met uw klant, de ondernemer, van gedachten te wisselen. U zult het daarbij hebben over de ontwikkelingen die de ondernemer ziet in zijn branche, bij zijn klanten. Als MKB-accountant at-tendeert u de ondernemer op zijn blinde vlekken en helpt u hem om keuzes te maken waar hij zich veilig bij voelt. Mijns inziens kunnen talloze MKB-accountants deze overstap naar een nieuwe invulling van hun functie ma-ken. De meeste MKB-accountants kun-nen echt wel een gesprek voeren. Wat zij alleen moeten leren, is dat zij veel meer invloed hebben op het verloop van ge-sprek dan zij nu denken. Met die andere aanpak zijn ze ook in staat om gedrags-beïnvloeding te realiseren. Inmiddels
An
45www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22
accountancy
weet ik uit de praktijk dat accountants
prima in staat zijn om zich die nieuwe
vaardigheden eigen te maken.
SpecialiserenDaarnaast denk ik dat MKB-accoun-
tants er goed aan om doen om zich te
specialiseren. Dat wil niet zeggen dat u
voor de volle 100% bezig moet zijn met
specialistische werkzaamheden. Het is
eerder zo dat een zekere mate van spe-
cialisatie u helpt om van grotere toege-
Accountancynieuws
AdverteerdersbedanktAccountancynieuws bedankt al haar adverteerders voor hun steun en vertrouwen. Dankzij u konden wij onze lezers de afgelopen tien jaar een onafhankelijke en kritische kijk bieden op de ontwikkelingen in hun vakgebied.
Team Accountancynieuws: Annemarie Oord, Anja Wanink, Frans Eijkelkamp, Frans Heitling en Rick de Ruiter
voegde waarde te zijn voor uw klant en
voor potentiële nieuwe klanten. U zult
merken dat u na verloop meer klanten
krijgt die bij u komen vanwege uw spe-
cialisatie. Die specialisatie kan betrek-
king hebben op specifieke onderwer-
pen. Denk hierbij onder meer aan
financiering, maatschappelijk verant-
woord ondernemen, groei, fusies en
overnames of op bepaalde branches. U
kunt zich natuurlijk ook specialiseren
in de ontwikkelingen in een bepaalde
regio. Het maakt niet zoveel uit wat
u kiest, als er maar iets is waardoor
u opvalt of op gaat vallen.
Regeldruk wordt overdrevenTot slot merk ik nog iets op over de
regelgeving. Veel accountants in het
MKB zijn van mening dat ze bijna
niets meer mogen of kunnen vanwege
de regeltjes. Ik durf dat wel te bestrij-
den. Veel zaken waarmee ik gecon-
fronteerd wordt, zijn van horen
zeggen. Daarnaast blijken veel ac-
countants in het MKB slecht op de
hoogte te zijn van de specifieke regel-
geving die voor hen geldt. Maar - nog
belangrijker - men kan niet aangeven
welke regels niet gelden. Daardoor
verdoen veel MKB-accountants veel
meer dan nodig is en dat is jammer,
want die tijd kan een accountant beter
besteden aan het sparren met de on-
dernemer. Uiteindelijk geven de
meesten van u aan dat zij dit toch het
liefste doen. An Lees deel 6 op pag. 56.
Jan Wietsma.
An
56 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws
6. De kanteling ingezet: Accountancy in 2017Hoe het verder moet met de accountancybranche is geen vraagstuk dat alleen maar Ne-derlandse accountants bezighoudt. Afgelopen jaar was ik aanwezig op een bijeen-komst van de verenigde Europese beroepsorganisaties (FEE). Uit de bijdragen van de deelnemers uit de verschillende Europese landen bleek dat zaken als de niet te stoppen digitalisering van de werkzaamheden, het onder druk staande verdienmodel, de toe-nemende regelgeving en een nieuwe inrichting van het accountantsberoep overal in Europa alle accountants raken.
Jan Wietsma
accountancy
In die zin is het goed om te weten dat
Nederland geen eiland is. Wel is Ne-
derland een klein taalgebied, waardoor
het in Nederland wel eens wat langer
duurt voordat bepaalde zaken gemeen-
goed worden. Dat geldt dan met name
voor het werk van fiscale adviseurs. Dat
werk is hier nog veel minder gedigitali-
seerd dan bijvoorbeeld in een land als de
Verenigde Staten. Aan de andere kant lo-
pen we in Nederland ook voorop, denk
aan de digitalisering van het aangiftepro-
ces en het online boekhouden en we heb-
ben een van de meest efficiënte beta-
lingsprocessen ter wereld. Tegelijkertijd
hebben we in Nederland, in vergelijking
tot andere Europese landen, nog wel een
paar slagen te maken als het gaat om
standaardisatie. Dat heeft vooral te ma-
ken met het feit dat de Nederlandse over-
heid hier nog veel zaken aan de markt
overlaat. Maar het ziet er naar uit dat het
Referentie Grootboek Schema (RGS) en
SBR (Standard Business Reporting) de
komende jaren tot steeds meer standaar-
disatie zullen leiden. Dat houdt in dat ac-
countants- en administratiekantoren
steeds minder tijd kwijt zullen zijn met
het verzamelen, verwerken, rubriceren en
samenvatten van financiële informatie tot
een financieel overzicht.
Tijd- en plaatsonafhankelijkOver hoe het accountantskantoor er in
2017 uit zou kunnen zien schreef ik vorig
jaar in Accountancynieuws het feuilleton
‘Een dag uit het leven van Klaas Ruiter
Echtgenoot, vader en accountant.’ Daar-
in geef ik aan dat de digitalisering van de
werkzaamheden van accountants in 2017
ervoor zorgt dat de accountant en de on-
dernemer dagelijks inzicht hebben in het
financiële reilen en zeilen. Daarbij zullen
veel werkzaamheden tijd- en plaatsonaf-
Hoe nu verder met de accountancy?
An
57www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22
accountancy
hankelijk zijn. Dat houdt in dat huidige
werkplekken binnen een kantoor vooral
ontmoetingsplaatsen zullen worden.
Daarnaast schets ik het beeld dat veel ac-
countantskantoren die nu nog enkele
wettelijke controles verrichten, met el-
kaar zullen gaan samenwerken in een zo-
genaamde AuditExpertiseCentrum. Daar-
bij geef ik ook aan dat accountants met
een kleine harde kern van eigen mede-
werkers zullen werken en voor pieken in
werkzaamheden en incidentele opdrach-
ten gebruik zullen maken van een flexi-
bele schil. De door mij geschetste Freaky
Thursday (inzake de gebrekkige contro-
lekwaliteit) kwam een jaar eerder dan ik
toen dacht.
2017 of toch eerder?Uit de reacties van de lezers uit de ac-
countancybranche leid ik af dat velen
zich wel kunnen voorstellen dat accoun-
tants uiteindelijk zo gaan werken. Maar
men verwacht dat dit in 2017 nog lang
niet zover zal zijn. Lezers uit andere
branches dan de dienstverlening kunnen
zich daar veel meer bij voorstellen, zeker
als het om de impact van de alsmaar
voortgaande digitalisering gaat. Overi-
gens kreeg ik vorige week vrijdag te ho-
ren dat de FEE het afgelopen jaar de En-
gelstalige versie van Klaas Ruiter
gebruikt heeft bij het bepalen van haar
strategie voor de MKB-kantoren en dat
dit boekje nu als discussiestuk naar alle
Europese bestuurders en commissiele-
den van de beroepsorganisatie is ge-
stuurd.
Verandering van tijdperkOp de afgelopen Accountantsdag sprak
hoogleraar Jan Rotmans. Hij merkte op
dat we niet in een tijdperk van verande-
ringen zitten maar in een verandering
van tijdperk. Nederland kantelt en dat
raakt alle geledingen van de Nederlandse
samenleving. Ook die van de werkzaam-
heden van de accountant. Die kanteling
is overigens al in 2007 ingezet en we
gaan er nu de eerste effecten van merken.
Mijn verwachting is dat in 2017 een aan-
tal zaken al nader uitgekristalliseerd zal
zijn. Voor de accountancybranche gaat
het dan om het volgende:
• standaardisatie (RGS en SBR) draagt
daadwerkelijk bij aan het nog efficiënter
werken;
• digitalisering en standaardisatie maken
het voor zowel de ondernemer als de
accountant mogelijk om real-time uit
grote hoeveelheden data relevante in-
formatie te destilleren;
• het aantal accountantskantoren dat
zich nog daadwerkelijk met wettelijke
controle zal bemoeien zal rond de 200
liggen, om zelfstandig een rendabele
controlepraktijk te draaien zal een mi-
nimumomzet van € 1.000.000 de norm
zijn;
• procesoptimalisatie en digitalisering
leiden tot een verdere daling van het
aantal banen in de accountancybran-
che;
• steeds vaker zullen accountantskanto-
ren gebruikmaken van de diensten van
gedragsdeskundigen, natuur- en wis-
kundigen en informaticaspecialisten.
Maar de hierboven geschetste ontwikke-
lingen zijn niet het einde, we bevinden
ons in 2017 namelijk nog volop in de
transitiefase. In het laatste deel zal ik in-
gaan op de impact van de doorgezette
kanteling op de accountancybranche in
2020. An Lees het slot op pag. 73.
Jan Wietsma.
‘Accountants zullen met een kleine harde kern van eigen medewerkers wer-
ken en voor pieken en incidentele opdrachten gebruikmaken van een
flexibele schil.’
Het feuilleton over Klaas Ruiter is niet het enige feuilleton dat Jan Wietsma ge-schreven heeft. ‘Rumoer in de maatschap’ verscheen afgelopen zomer. Wat hoe werkt dat nu: samenwerken in een maatschap? Het organisatiemodel is bijna ideaal. Egalitair; mensen werken vrijwillig, op voet van gelijkheid, met elkaar sa-men. De aanvoerder is een primus inter pares; de eerste onder zijn gelijken. Hij of zij is het gezicht naar buiten en werkt, gedragen door zijn medepartners, aan het grotere doel: een duurzaam accountantskantoor waarin en waaraan zij sa-men werken en innoveren.
Jan Wietsma’s ‘Rumoer in de maatschap’ nuanceert dit beeld. Schuimstra’s kan-toor voldoet formeel aan de eerder genoemde eigenschappen, maar dan komt de menselijke maat. De beslommeringen tussen Schuimstra en zijn vennoten/colle-ga’s op kantoor staan centraal. Rumoer in de maatschap gaat over hun individue-le ambities, hun onderlinge verhoudingen en verschillen. Het gaat over de veran-deringen in het accountantsberoep en de maatschappij. En vervolgens over de besluitvaardigheid en besluiteloosheid binnen dit fictieve accountantskantoor.
Maar zo fictief is het ook weer niet. Voor veel lezers biedt het feuilleton een beeld – geen feest – van herkenning. Het gevoel van ‘Hé, dat maken wij hier ook mee’. Inmiddels hebben enkele duizenden ’Rumoer in de maatschap’ online gelezen en biedt het – zo blijkt uit reacties die bij Jan en bij ons binnenkwamen – een aardi-ge doorkijk in een samenwerkingsverband dat maatschap heet.Voor wie wil weten welke valkuilen je binnen een maatschap tegen kunt komen: lees deze extrapolaties uit Jan Wietsma’s lange ervaring in accountancyland. fh.
Dit boek is nu ook beschikbaar als e book via via deze links:E-book: http://www.boekenbestellen.nl/ePUB/rumoer-in-de-maat-schap/9789082208740 Paperback via: http://www.boekenbestellen.nl/boek/rumoer-in-de-maat-schap/9789082208733
Feuilleton ‘Rumoer in de maatschap’
An
73www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22
Slot: Disruptieve innovatie: Accountancy in 2020Op de laatste NBA-ledenvergadering van de Accountants in Business liet hoogleraar Theo Huibers de deelnemers ervaren wat de impact van Disruptieve Innovatie zal zijn op de functie en de werkzaamheden van de accountant. Daarbij liet Huibers kennis-maken met ontwikkelingen en toepassingen waarvan de meeste aanwezigen – ik zelf incluis – niet eens wisten dat die al bestonden. In die zin was zijn interactieve sessie een echte wake-up call; er gebeurt meer dan wij nu waarnemen en dat heeft en krijgt een grote impact op het beroep dat wij uitoefenen. Overigens is Theo Huibers niet de enige die accountants waarschuwt om het fenomeen Disruptieve Innovatie niet te on-derschatten. Han Mesters, werkzaam bij ABN AMRO, doet dit ook al enige jaren en Jan Rotmans deed op de laatste Accountantsdag ook nog een duit in het zakje.
Jan Wietsma
accountancy
hem, om op een betrouwbare wijze data met andere ondernemers en instanties uit te wisselen. Daarbij zullen steeds meer gebruiksgoederen data genereren en ter beschikking stellen aan netwer-ken. De ondernemer die de grens van 500 privékilometers in zijn leaseauto over-
schrijdt krijgt nog dezelfde dag een digi-tale aanslag in zijn belastingapp. Aangif-ten omzetbelasting worden wekelijks of maandelijks op basis van digitale data die door een overheidsportaal heen stromen gegenereerd. U denkt misschien: dat is nog heel ver weg. Echter, hier wordt nu al serieus over nagedacht. In 2020 zullen de meeste ondernemers en accountants zich
Waar moet ik aan denken als het gaat om disruptieve innovatie in de
accountancy? Kijk naar een aantal oplos-singen die nu al bestaan, maar die nog niet grootschalig zijn ingevoerd.Een disruptieve innovatie die nu al op steeds grotere wijze wordt toegepast in Amerika is het digitaliseren van de juridi-sche sector. Computers bepalen wie in een bepaalde kwestie gelijk heeft. De di-gitale rechter heeft zijn intrede al gedaan. Het is alleen een kwestie van tijd voordat ook allerhande fiscale adviezen en proce-dures worden overgenomen door de
computer. Wie denkt dat dit in 2020 vast nog niet het geval zal zijn, raad ik aan om het boek Tomorrow’s Lawyers van Richard Susskind te lezen.
Altijd en overal informatieDisruptieve innovatie zorgt er ook voor dat ondernemers in 2020 continu in staat zijn om via meerdere platforms en devi-ces – denk aan smartphone en tablet – op een interactieve wijze grote hoeveelheden gegevens met u te delen. Daarbij zal de ondernemer veel meer in de regiestoel zitten dan nu het geval is. U faciliteert
Hoe nu verder met de accountancy?
‘De ondernemer die de grens van 500 privékilome-ters in zijn leaseauto over-schrijdt, krijgt nog dezelf-
de dag een digitale aanslag in zijn belastingapp.’
An
74 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws
accountancy
niet meer met regulier aangiftewerk in de
breedste zin des woords bezighouden.
Digitale robotsDisruptieve innovatie zorgt er ook voor
dat een groot deel van de controlewerk-
zaamheden gedaan zal worden door zo-
genaamde digitale robots. Zij zijn in staat
om in de zeer grote berg aan complexe
datastructuren iedere miliseconde con-
troles uit te voeren om vast te stellen dat
verantwoordingen juist en tijdig hebben
plaatsgevonden. Tegelijkertijd zullen ac-
countants, veel meer dan nu, geconfron-
teerd worden met een scala aan fraudes
die mogelijk gemaakt worden door die
alsmaar toenemende digitalisering. Een
miljardste van een seconde kan immers
in sommige gevallen al het verschil uit-
maken.
Virtueel geldDisruptieve innovatie leidt ook tot andere
waarderingsvraagstukken. De bitcoin is
nog maar het begin. In 2020 zullen er
meerdere virtuele munten met ieder hun
eigen waardering ontstaan. Daar komt
bij dat kasgeld nauwelijks meer zal wor-
den gebruikt. Wilt u hierover meer lezen
en weten dan raad ik u aan om Bank 3.0
van Brett King te lezen.
Minder Wta-kantoren Disruptieve innovatie zorgt er ook voor
dat de hele organisatie rondom het be-
roep op de helling gaat. De toezichthou-
der is in 2020 Europees en zij zal hoge
eisen stellen aan de digitale kennis van
bestuurders van accountantsorganisaties
en de externe accountant. Het aantal Ne-
derlandse kantoren met een vergunning
zal naar verwachting dalen naar rond de
100. Daarnaast zullen er talloze kleine
kantoren zijn die in netwerkachtige
structuren met elkaar samenwerken. De
grotere kantoren hebben programma’s
ontwikkeld waarbij voormalige mede-
werkers voor eigen rekening en risico ge-
bruik mogen maken van de naam van de
organisatie waarvoor zij voorheen werk-
zaam waren.
Daadwerkelijke ontmoetingDat dit ook impact heeft voor de Neder-
landse Beroepsorganisatie staat buiten
kijf. Ze zal nu al aan de slag moeten met
de impact van de op handen zijnde dis-
ruptieve innovaties voor het accountants-
beroep.
Wie disruptieve innovatie alleen maar als
bedreigend ziet heeft het mis. Disruptie-
ve innovatie zorgt er ook voor dat we als
mensen steeds meer tijd overhouden om
over zaken door te spreken die relevant
zijn. Daadwerkelijke ontmoeting is na-
melijk waar het om draait in het samen-
spel tussen accountants en ondernemers.
Daar verandert uiteindelijk niets aan. De
goed voorbereide accountant blijft ver-
trouwenspersoon.
De accountant van morgenDisruptieve innovatie zorgde er ook voor
dat Kluwer stopte met Accountancy-
nieuws. Gelukkig is er vanaf 23 januari
2015 het platform AccountancyVanmor-gen, ingericht naar de eisen van deze tijd.
Daarop zal ik u met mijn waarnemingen
blijven prikkelen. Op 22 januari 2015 is
de lancering. Wilt u daarbij zijn?
Meldt u aan via:
www.iksteunaccountancy vanmorgen.nl. An
‘De toezichthouder is in 2020 Europees en zij zal
hoge eisen stellen aan de digitale kennis van
bestuurders van accoun-tantsorganisaties en de
externe accountant.’
Jan Wietsma is o.a. verbonden aan Full Finance.