Post on 11-Mar-2019
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 1
Handreiking Ontwikkelingsperspectief
Samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek
versie oktober 2014
Inhoud 1. Inleiding
2. Handleiding bij het invullen
3. Wettelijke bepalingen m.b.t. het Ontwikkelingsperspectief
4. Vragenlijst leerling VO
5. Vragenlijst ouders VO
6. Observatieformulier
7. Formulier toestemming opvragen gegevens
8. Formulier ondertekening deskundigenadvies
9. Voorbeeld ‘Steunkaart’ voor docenten
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 2
1. Inleiding Dit ontwikkelingsperspectief en de werkwijze die hierbij wordt gehanteerd is tot stand gekomen door samenwerking in een werkgroep bestaande uit: Marjo Neven intern begeleider Prisma Alphen aan den Rijn Tim Rombouts zorgcoördinator Ashram College Alphen aan den Rijn Katinka van Netten coördinator Limes Praktijkonderwijs Jeroen van ’t Wout coördinator onderwijsondersteuning Wellantcollege Rijnsburg/Oegstgeest Sanne Rommertz orthopedagoog Leo Kannercollege
Elsbeth Foudraine psycholoog De Delta
Ondersteund door Lia van Meegen, KPC Groep. De opdracht voor de werkgroep was een voorstel te maken met de aanpak en de formulieren voor het werken met een ontwikkelingsperspectief in de regio van de samenwerkingsverbanden VO Leiden e.o., Duin- en Bollenstreek, Midden-Holland&Rijnstreek. De werkgroep heeft vanuit bestaande voorbeelden en met behulp van de handreiking van de VO-Raad een werkwijze met formulieren ontwikkeld die past bij de manier waarop in deze regio de ondersteuning is ingericht. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van goede voorbeelden en ervaringen van scholen, ABdiensten (AED) in de regio. Ook zijn de voorbeeld Ontwikkelingsperpsectieven van VO-Raad, PO-Raad, LECSO en landelijk Werkverband Praktijkonderwijs benut. Voor de werkgroep waren bij de uitwerking belangrijke criteria:
- Uitgaan van handelingsgericht werken - Betrekken van leerling en ouders - Gebruiksvriendelijkheid w.o. gebruikmaken van gegevens uit het lvs - Zo effectief mogelijk (beperkte tijdsinvestering) - Aansluitend bij de huidige werkwijze van de scholen.
We hebben gekozen voor een opzet in ‘blokken’. Een soort modulaire werkwijze, waarbij blok 3 de kern is (het eigenlijke Ontwikkelingsperspeciief – OPP). Dit blok moet in ieder geval ingevuld worden, zodat wordt voldaan aan de eisen van de wet en de inspectie. Voor blok 1 kan gebruik gemaakt worden van de gegevens uit het eigen adminstratiesysteem. Blok 2 kan op basis van het VPI worden ingevuld. Blok 4 en 5 zijn ‘vrije’ keuzes: datgenen wat wij aanbieden is een voorbeeld, maar scholen kunnen hier voor hun eigen formulier kiezen. Met deze werkwijze hopen wij een ‘passend’ kader voor iedere school en samenwerkingsverband te bieden en bovenal een goede aanpak om leerlingen passende perspectieven te bieden! We danken alle betrokkenen voor hun inzet en alle collega’s waarvan we materiaal mochten inzien en
gebruiken!
Namens de werkgroep
Lia van Meegen
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 3
2. Toelichting bij het invullen van het OPP voor het schooljaar 2014-2015
2.1. Algemeen Het opstellen van een Ontwikkelingsperspectief is de verantwoordelijkheid van de school waar de
leerling onderwijs volgt. scholen zijn immers verantwoordelijk voor het organiseren van de
onderwijsondersteuning. Ook het bijhouden van de dossiers van de leerlingen valt onder de
verantwoordelijkheid voor de school. Bij het invullen worden de richtlijnen gevolgd, zoals in deze
handreiking aangegeven. Als een leerling nieuw is op school (bv. in de brugklas), kan gebruik
worden gemaakt van de gegevens van de ‘toeleverende’ school. Als deze school gebruik maakt
van andere instrumenten dan het VPI om tot invulling van een OPP te komen, kan van deze
andere instrumenten/ informatie (bv. Groeidocument) gebruik worden gemaakt. Dit geldt met
name voor de invulling van blok 2.
Sla het bestand op met de naam : ‘Ontwikkelingsperspectief..naam leerling’.
Dit ontwikkelingsperspectief is opgebouwd uit diverse onderdelen/blokken: Blok 1 Algemene gegevens van de leerling Blok 2 Onderbouwing OPP
Blok 3 Ontwikkelingsperspectief
Blok 4 Handelingsdeel: beschrijving uitvoering
Blok 5 Bijlagen
Let op: indien er onderdelen zijn die niet worden ingevuld (omdat ze niet van toepassing zijn), dan wel
worden vervangen door bv. uitkomsten VPI, verwijder deze onderdelen dan. Dus niet leeglaten, maar
weghalen!.
Blok 1 bevat de algemene leerlinggegevens. Dit blok bestaat (als het goed is) geheel uit gegevens die
zijn opgenomen in het administratiesysteem van de school. Een uitdraai van deze gegevens (alleen
controleren op volledigheid) vormt digitaal of fysiek dit eerste blok.
Blok 2
Dit blok vormt de onderbouwing van het OPP. Hiertoe worden de beschikbare gegevens verzameld uit
het lvs/leerlingdossier. Een ingevuld VPI maakt onderdeel uit van dit blok. Bij het invullen van het blok
kan er (aanvullend op VPI) voor gekozen worden om gebruik te maken van vragenlijsten die door de
leerling en ouders/verzorgers worden ingevuld. Alle ‘losse’ informatie, zoals deze ingevulde
vragenlijsten, worden als blok 5 bijlagen opgenomen. Nadere richtlijnen voor de invulling van het blok
zijn hieronder toegevoegd.
Blok 3
Dit blok is het uiteindelijke OPP. De wettelijke gegevens zijn hierin opgenomen. Conform afspraak
binnen het samenwerkingsverband gebruiken alle scholen dit OPP.
Blok 4
Bevat het handelingsdeel van het OPP. Dit is het praktische deel met de uitwerking en concretisering
van het arrangement. Iedere school kan hier naar eigen keuze invulling aangeven d.m.v. het gebruik
van groepsplan of handelingsplan. De invulling die hier gegeven wordt, is een voorbeeld.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 4
Blok 5
Zoals bij de toelichting bij Blok 2 al is aangegeven, bevat blok 6 een voorblad waarop staat aangegeven
welke bijlagen zijn toegevoegd en de bijlagen zelf.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 5
2.2. Invullen van de blokken:
Blok 1
Blok 1 bestaat uit een aantal algemene gegevens die in het administratiesysteem van de school staan. Deze gegevens (stamkaart) kunnen worden uitgedraaid en fysiek of als pdf worden toegevoegd aan dit OPP. De gegevens hoeven dus niet in het formulier te worden ingevuld. Let erop: Je mag in het kader van de privacy wetgeving (Besluit van mei 2012) niet sec vermelden dat de ouders van een leerling gescheiden zijn. Dit mag alleen als de scheiding daadwerkelijk belemmerende factor is voor kind (en leren belemmert, sociaal emotionele ontwikkeling belemmert enz. ).Deze informatie dus niet opnemen in blok 1, maar (indien van toepassing) bij blok 2.
Blok 2
Blok 2B Psychologische gegevens: Als er 15 of meer punten verschil zit tussen het VIQ en PIQ (of SIQ), dan noteer je bij de evt. toelichting op IQ-gegevens het volgende: Er is sprake van een groot verschil tussen de verbale en performale intelligentie. Het totale IQ moet voorzichtig worden geïnterpreteerd. Bij de NIO test noteer je de volgende zin: Er is sprake van een groot verschil tussen de verbale en symbolische intelligentie. Het totale IQ moet voorzichtig worden geïnterpreteerd. Als er meerdere intelligentietests zijn wordt er uit gegaan van het IQ dat het meeste aansluit bij het advies van de basisschool. Als dit betekent dat dit niet de meest recente testgegevens zijn, wordt dit onderbouwd in de toelichting op de IQ-gegevens. Bij verouderde IQ- gegevens(ouder dan 2 jaar) noteer je de volgende zin bij evt. toelichting op IQ- gegevens: De IQ-gegevens zijn ouder dan 2 jaar, maar de huidige ontwikkeling geeft geen aanleiding tot nieuw onderzoek. Geef ook aan of het IQ gemiddeld, bovengemiddeld, enz. is. Gebruik hiervoor onderstaande tabel:
Hoger dan 130 Ver bovengemiddeld
121 tot 130 Ruim bovengemiddeld
111 tot 120 Bovengemiddeld
90 tot 110 Gemiddeld
80 tot 89 Beneden gemiddeld
70 tot 79 Ruim benedengemiddeld
60 tot 69 Ver benedengemiddeld
Vul ook de datum van afname in! Theoretische leerrendementsverwachting op basis van IQ : het gaat hier om de verwachting m.b.t. het uitstroomperspectief op basis van IQ
Blok 2C Didactische gegevens:
Hier de gegevens van Citotoetsen, gegevens van methodegebonden toetsen e.d. opnemen. Indien
het programma van de AED wordt benut om de didactische gegevens grafisch weer te geven, kan dit
worden toegevoegd bij de bijlagen in Blok 5 en kan hiernaar verwezen worden.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 6
Blok 2D Sociaal-emotionele informatie:
Gegevens van toetsen, maar ook gegevens van observaties, gegevens uit leerlingvolgsysteem. Indien
verwezen wordt naar bijlagen: opnemen bij Blok 5.
Blok 2E Bevorderende en belemmerende factoren
Hier kunnen de uitkomsten van het VPI worden overgenomen en/of (naar keuze) een uitdraai van de
uitkomsten van een ingevuld VPI. Bij het invullen van dit gedeelte is de afspraak dat ouders en leerling
worden betrokken. Hiervoor kunnen ook de vragenlijsten gebruikt worden die als bijlage aan de
handreiking zijn opgenomen. Bij de overstap van een leerling vanuit het PO, wordt gebruik gemaakt van
de gegevens uit het Groeidocument van de PO School.
Bevorderende factoren
Het gaat hier om factoren die een positieve invloed hebben op de ontwikkelsnelheid van de leerling. Vul alleen factoren in die van belang zijn! Je hoeft niet overal iets in te vullen. Als er geen bevorderende factoren zijn, vul dan in ‘Op dit moment niet van toepassing’. Benoem de factoren kort en dus kernachtig in trefwoorden ! Deze factoren zijn dezelfde factoren als in het OKR staan. De gegevens kunnen uit het OKR worden overgenomen en als bijlage worden toegevoegd aan het ontwikkelingsperspectief. Leren/didactische ontwikkeling: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen/Wiskunde Anders, nl Cognitieve ontwikkeling: Informatieverwerking Redeneervermogen Inzicht Geheugen Anders, namelijk Werkhouding: Motivatie Doorzettingsvermogen Werktempo Concentratie Taakgerichtheid Structuur Planning en organisatie Nauwkeurigheid Huiswerkattitude Zelfstandigheid Anders, nl.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 7
Sociaal- emotioneel gedrag (Faal)angst Beïnvloedbaar Impulsief Initiatief nemen Interactie met de leerkracht Interactie met medeleerlingen Zelfvertrouwen Omgaan met frustraties Omgaan met boosheid Zelfinzicht Samenwerken Anders, nl.: Lichamelijke aspecten Grove motoriek Fijne motoriek Spraak en taal Auditieve waarneming Visuele waarneming Gezondheid (ziekte en/of medicatie) Anders, nl.: Omgevingskenmerken: Vul hier alleen in specifieke situaties iets in. Denk daarbij aan: thuissituatie, familieomstandigheden, ondersteuning buiten de school. Overig: Deze informatie verkrijg je uit het dagelijks werk met de leerling, journaal, handelingsplannen, evt. uit het dossier of navraag bij de orthopedagoge/onderwijskundig begeleider, overige betrokkenen bij de leerling. Hier ook bv. de beroepsinteresse van de leerling invullen en de daarbij horende factoren (interesses, talenten, houding t.o.v. werk) Denk ook aan specifieke talenten van de leerling.
Belemmerende factoren
Het gaat hier om factoren die een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de leerling. Vul alleen factoren in die van belang zijn! Je hoeft niet overal iets in te vullen. Als er geen belemmerende factoren zijn, vul dan in ‘Op dit moment niet van toepassing’. Benoem de factoren kort en dus kernachtig in trefwoorden ! Zie voorbeelden tussen de haakjes! Leren/didactische ontwikkeling: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen/Wiskunde Anders, nl Cognitieve ontwikkeling: Informatieverwerking Redeneervermogen Inzicht Geheugen
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 8
Anders, namelijk Werkhouding: Motivatie Doorzettingsvermogen Werktempo Concentratie Taakgerichtheid Structuur Planning en organisatie Nauwkeurigheid Huiswerkattitude Zelfstandigheid Anders, nl. Sociaal- emotioneel gedrag (Faal)angst Beïnvloedbaar Impulsief Initiatief nemen Interactie met de leerkracht Interactie met medeleerlingen Zelfvertrouwen Omgaan met frustraties Omgaan met boosheid Zelfinzicht Samenwerken Anders, nl.: Lichamelijke aspecten Grove motoriek Fijne motoriek Spraak en taal Auditieve waarneming Visuele waarneming Gezondheid (ziekte en/of medicatie) Anders, nl.: Omgevingskenmerken: Vul hier alleen in specifieke situaties iets in. Denk daarbij aan: gezinssituatie, verblijf buiten huis, familieomstandigheden, ondersteuning buiten de school. Overig: Deze informatie verkrijg je uit het dagelijks werk met de leerling, journaal, handelingsplannen, evt. uit het dossier of navraag bij de orthopedagoge/onderwijskundig begeleider, overige betrokkenen bij de leerling. Denk hierbij ook aan specifieke beperkingen van de leerling.
Blok 2F Didactische gegevens:
Reeds geboden ondersteuning: naast de beschrijving van de reeds geboden ondersteuning ook ‘bewijzen’ toevoegen: plan van aanpak/ handelingsplan etc. Geïndiceerde ondersteuning, maar (nog) niet uitgevoerd:
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 9
Indien van toepassing dit blok ook invullen. De leerling heeft bv. al eerder ambulante begeleiding of ondersteuning bij dyslexie toegewezen gekregen, maar door omstandigheden is deze ondersteuning nog niet gerealiseerd/uitgevoerd. Dit kan bv. ook ondersteuning door Jeugdhulp zijn of een training sociale vaardigheden etc.
Blok 2G Inbreng leerling en ouders:
Het gaat hier om de visie van leerling en ouders. Zoveel mogelijk een letterlijke weergave van hetgeen zij hierover willen zeggen en wat voor hen belangrijk is. Waar moet in ieder geval rekening mee worden gehouden? Wat is hun zienswijze?
Blok 3 Ontwikkelingsperspectief
Realistisch perspectief
Hier staat realistisch perspectief en dat betekent vanuit het gezichtspunt van de mentor/school en
niet alleen vanuit het IQ. De mentor weegt ook andere aspecten mee. Het perspectief betreft het
verwachte uitstroomperspectief voor deze leerling.
Maak gebruik van de informatie uit blok 2 en verwijs daar zo nodig naar. Als je verwijst naar andere
documenten (bv. IQtest), voeg deze documenten dan als bijlage toe (in Blok 5 opnemen in de lijst van
bijlagen).
De beschrijving van een arrangement
De onderwijsbehoeften van de leerlingen laten zich beschrijven op vijf velden die samen aangeven welk arrangement gewenst is: 1. Hoeveelheid aandacht/handen in de klas Veel reguliere scholen geven hun onderwijs vooral in groepen. Zij kunnen het groepsonderwijs op adaptieve wijze vormgeven, zodat leerlingen met individuele handelingsplannen hierin goed tot hun recht komen. Er zijn wat dit betreft echter verschillen tussen scholen. Sommige scholen slagen erin om ‘extra handen in de klas’ te realiseren door bijvoorbeeld de inzet van de rugzak, stagiaires of vrijwilligers. In het s(v)o, leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs is het evident dat er meer handen in de klas zijn. 2. Aangepast lesmateriaal Reguliere scholen werken meestal met lesmethoden die uitgaan van de gemiddelde leerling (in het vo: van die schoolsoort) en gebruiken differentiatiemateriaal voor leerlingen die extra uitleg of extra uitdaging nodig hebben. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften hebben soms aangepast materiaal nodig, bijvoorbeeld een ringleiding voor slechthorende kinderen of duidelijke schema's voor kinderen die veel structuur nodig hebben. Scholen verschillen in de mate waarin zij beschikken over dergelijke materialen. 3. Aanpassingen in de ruimtelijke omgeving Passend onderwijs vereist voor nogal wat leerlingen aanpassingen in de ruimtelijke omgeving. Zo zijn er leerlingen die af en toe of regelmatig een 'time out' nodig hebben, leerlingen die veel behoefte hebben aan fysieke bezigheden en leerlingen voor wie ruimte nodig is voor verzorging of paramedische behandeling. Ook zijn er leerlingen die behoefte hebben aan een pedagogische omgeving die rust, overzicht en duidelijkheid biedt. Zij hebben behoefte aan veel structuur, duidelijke regels en strikte begeleiding. In lang niet alle schoolgebouwen is het mogelijk om aan dergelijke behoeften tegemoet te komen. 4. Hierbij gaat het om de kennis en ervaring van leraren op het gebied van het omgaan met stoornissen en beperkingen. We maken onderscheid tussen teamexpertise en individuele expertise.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 10
Teamexpertise is de expertise die is geïntegreerd in de teamaanpak en geïnternaliseerd is in het handelen van alle medewerkers. Onder individuele expertise verstaan we de expertise die bij één of meer collega’s of externe partners aanwezig is. 5. De samenwerking met externe organisaties Voor sommige leerlingen is het van doorslaggevend belang dat de school intensief samenwerkt met externe instanties, zoals jeugdzorg, revalidatie of geestelijke gezondheidszorg. Scholen verschillen hierin sterk, zowel wat betreft de onderwijsbehoeften van de leerlingen in het voedingsgebied van de school, als het onderwijszorgaanbod van de school. Voorbeelden van mogelijke gewenste arrangementen
Deze leerling heeft een arrangement nodig met:
Individuele aandacht voor meer dan de helft van de lestijd
Structureel aangepast lesmateriaal, deze aanpassingen vragen meer dan één uur werktijd per week
Incidenteel de mogelijkheid voor extra fysieke ruimte of eigen tijd onder toezicht en/of prikkelarme omgeving
Specialistische kennis van de stoornis bij de docent/het team en/of competenties m.b.t. preventie van gedragsproblemen
Ondersteuning via Jeugdzorg.
Het gewenste arrangement is de beschrijving van datgene wat op de vijf velden (indien van
toepassing) gewenst zou zijn. Uiteindelijk leidt het nadenken/beschrijven van het gewenste
arrangement tot de keuze en beschrijving van het arrangement zoals dat aangeboden en uitgevoerd
gaat worden.
M.b.t. de ondertekening geldt, dat er alleen ondertekening nodig is m.b.t. het arrangement dat van
toepassing is. Dus òf het arrangement op schoolniveau òf het arrangement op bovenschools niveau.
Blok 4 Handelingsdeel
Dit blok kan op schooleigenwijze worden ingevuld. Het kan bv. vervangen worden door een
groepsplan of individueel plan van aanpak. Hier kan ook een ‘coachingskaart’/steunkaart voor de
docenten als uitwerking bij horen. De school kan hier kiezen voor een eigen wijze van beschrijving en
vastlegging.
De onderdelen: Ontwikkelingsgebied – Doelen – Methodiek- Organisatie en planning
moeten wel altijd beschreven zijn.
In het OPP is een voorbeeld opgenomen. Dit kan dus vervangen worden door een eigen
handelingsdeel van de school.
Onderstaand een ander voorbeeld, aansluitend bij de ontwikkelingsgebieden die ook in het OKR
worden gebruikt.
Beginsituatie per
ontwikkelingsgebied
Doelen Methodiek Organisatie en planning
Leren/didactische
ontwikkeling
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 11
Cognitieve ontwikkeling
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Werkhouding
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Sociaal-emotioneel gedrag
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Lichamelijke aspecten
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Communicatieve
vaardigheden
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Specifiek vakgebied
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Specifiek vakgebied
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Specifiek vakgebied
Tussenevaluatie d.d.:
Eindevaluatie d.d.:
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 13
Blok 5 Bijlagen
Bijlagen toevoegen en nummeren.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 14
3.Wettelijke bepalingen
(Bron: www.passendonderwijs.nl)
a. Voor welke leerlingen moeten scholen een OPP opstellen? Voor de volgende leerlingen moeten scholen verplicht een OPP opstellen: leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het voortgezet onderwijs
leerlingen in het praktijkonderwijs
leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs Reguliere VO scholen hoeven geen OPP op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen die in het reguliere (basis)ondersteuningsaanbod zit bijvoorbeeld begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching. b. Wanneer moeten leerlingen een OPP hebben? Voor elke leerling in het regulier voortgezet onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft, stelt het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een OPP op.
Scholen moeten vanaf 1 augustus 2013 een OPP vaststellen voor elke leerling in het voortgezet speciaal onderwijs. Voor nieuwe leerlingen moeten ze dit binnen 6 weken na inschrijving doen. Voor zittende leerlingen moet dit voor 1 augustus 2013.
Voor elke leerling in het praktijkonderwijs moet het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een OPP vaststellen binnen 6 weken na inschrijving van de leerling.
Voor leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling stelt het bevoegd gezag het OPP vast binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling. c. Wat moet er in het OPP staan? Regulier voortgezet onderwijs , OPDC en praktijkonderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. De afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning. d.Voortgezet speciaal onderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. e. Wie stelt het OPP vast en stelt het bij? Het bevoegd gezag stelt het OPP vast, nadat over het gehele OPP op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. In het vso krijgt het bestuur hiervoor advies van de Commissie voor Begeleiding (voor cluster 3 en 4) of de Commissie voor Onderzoek (voor cluster 1 en 2). De school evalueert het OPP jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. f. Registratie en toezicht Scholen voor regulier onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven wanneer een leerling een OPP heeft. Hiervoor is een wetsvoorstel in voorbereiding.
g. Welke deskundige uit het samenwerkingsverband moet meekijken bij het opstellen van een OPP
voor individuele leerlingen?
Aan de expertise van de deskundige die meekijkt met het opstellen van het OPP worden geen eisen gesteld. Wel is er in het (voortgezet) speciaal onderwijs een commissie die het schoolbestuur advies geeft over het vast te stellen OPP van een leerling: de commissie van begeleiding.
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 15
3. Vragenlijst Leerling VO
(Bron AED Leiden)
We gaan er samen met je mentor en je ouders voor zorgen dat er een goed plan voor jou komt voor op school. In
dat plan spreken we af hoe je mentor en je ouders jou het beste kunnen helpen. Wij vinden het natuurlijk
belangrijk om te weten wat jij vindt. Daarom wil ik je een paar vragen stellen. Is dat goed?
Naam
Geboortedatum
School
Klas
Mentor
Zorgcoördinator
Ambulant begeleider
Datum
Waar ben je goed in op school?
Waar krijg je begeleiding of hulp bij? (gedrag/ sociale vaardigheden/ zelfredzaamheid/planning/schoolse vaardigheden?)
Waar heb je begeleiding of hulp bij nodig? (gedrag/ sociale vaardigheden/ zelfredzaamheid/planning/schoolse vaardigheden?) Wie kan je daar het beste bij helpen?
Wat zou je veranderen als jij rector/mentor was van deze school?
Wat zou je in de klas willen veranderen?
Zijn er nog ander zaken van belang in de begeleiding van jou op school?
Welke profiel wil je kiezen? o Natuur en Techniek o Natuur en Gezondheid o Economie en Maatschappij o Cultuur en Maatschappij
Welke vervolgopleiding wil je doen?
Hulpvragen:
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 16
1. 2. 3.
+ = JA of hier ben ik goed in ± = hier ben ik soms / een beetje goed in - = NEE of hier ben ik niet goed in
JA
NEE
Gedrag + ± - Opmerkingen
Ik kan stil zitten tijdens de les Ik denk eerst even na voordat ik reageer Ik kan inschatten welke gevolgen mijn gedrag heeft voor een ander
Ik kan omgaan met kritiek van een medeleerling Ik heb vaak een goed humeur Ik kan in de klas wachten tot ik de beurt krijg
Ik kan me beheersen als ik heel boos, verdrietig of bang ben
Ik zit alleen aan mijn eigen spullen
Ik weet welk gedrag er bij welke situatie past
Ik kan mijn eigen gedrag remmen/bijsturen
Sociale vaardigheden + ± - Opmerkingen
Ik kan omgaan met verschillende docenten
Ik kan omgaan met een invaldocent
Ik durf in de les vragen te stellen
Ik vraag docenten om hulp bij problemen
Ik kan omgaan met kritiek van een docent
Ik kan omgaan met tegenvallers zoals een laag cijfer
Ik kan contacten aangaan en onderhouden met medeleerlingen
Ik kom voor mezelf op
Ik durf een medeleerling op te bellen om iets over schoolwerk te vragen
Ik kan samen werken met anderen liefst samen met:
Ik vind vrienden/vriendschap belangrijk
Ik heb één of meerdere vrienden/vrienden
Ik kan er mee omgaan als een ander mij aanspreekt op mijn gedrag
Anderen kunnen aan mij zien hoe ik me voel
Ik houd rekening met grenzen van anderen
Zelfstandigheid & zelfredzaamheid + ± - Opmerkingen
Ik bekijk ’s ochtend mijn rooster op internet
Ik kom op tijd op school
Ik weet de weg van en naar school
Ik kan zelfstandig naar school komen
Ik kan oplossingen bedenken bij problemen onderweg
Ik ken de weg in de school
Ik kan omgaan met het wisselen van lokalen en wisselende werkplekken in de klas
Ik weet wat ik kan doen in de pauze en tussenuren
Ik zorg goed voor mijn spullen en die van anderen
Ik kan omgaan met veranderingen in het lesrooster
Plannen & organisatie + ± - Opmerkingen
Ik weet wat belangrijk is en wat niet
Ik regel mijn eigen zaken (gymspullen, toestemmingbriefjes)
Ik heb de juiste spullen bij me
Ik werk zelfstandig tijdens het zelfstandig werken
Ik schrijf mijn huiswerk in mijn agenda
Ik kan mijn huiswerk plannen
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 17
Ik ben gemotiveerd om mijn huiswerk te maken
Ik maak mijn huiswerk
Ik weet waar ik het eerst aan moet beginnen
Ik lever mijn huiswerk en opdrachten op tijd in
Ik kan opeenvolgende opdrachten goed onthouden
Schoolse vaardigheden + ± - Opmerkingen
Ik let op wanneer de docent iets aan de hele klas uitlegt
Ik maak een opdracht af voordat ik met iets anders begin
Ik kan me concentreren in de les
Ik kan storende geluiden negeren
Ik heb een redelijk werktempo
Ik heb een leesbaar handschrift
Ik kan een werkstuk of boekbespreking maken
Ik kan een presentatie maken en geven
Ik maak aantekeningen tijdens de les
Ik kan een samenvatting maken van de lesstof
Ik weet hoe ik het beste woordjes kan leren
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 18
5. Vragenlijst Ouders VO
(bron AED Leiden)
Naam leerling
Geboortedatum
School
Klas
Mentor
Zorgcoördinator
Ambulant begeleider
Datum
Ingevuld door
Beeld van de leerling
Waar is de leerling goed in?
Maakt u zich ergens zorgen over?
Heeft de leerling extra begeleiding nodig op school? Zo ja: Op welk gebied? Wat zou de school kunnen doen? Wat zouden de ouders kunnen doen?
Is er externe hulpverlening betrokken? Zo ja, welke en met welk doel?
Bijzonderheden in de thuissituatie
+ = JA
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 19
± = soms / een beetje - = NEE
Gedrag + ± - Opmerkingen
Kan rustig blijven zitten Denkt na voor te reageren Herkent consequenties van eigen acties Kan op/aanmerkingen van een ander accepteren Heeft een positieve instelling Kan reacties en vragen/opmerkingen uitstellen
Uit emoties op acceptabele manier
Blijft van andermans spullen af
Kan eigen gedrag remmen/ bijsturen
Sociale vaardigheden + ± - Opmerkingen
Kan omgaan met verschillende docenten
Kan omgaan met een invaldocent
Durft in de les vragen te stellen
Vraagt om hulp bij problemen
Kan omgaan met kritiek
Kan omgaan met tegenvallers zoals een laag cijfer
Kan zelf contacten aangaan en onderhouden met medeleerlingen
Is weerbaar
Durft een medeleerling op te bellen
Kan samenwerken met anderen
Vindt vrienden/ vriendschap belangrijk
Heeft één of meerdere vrienden
Is aanspreekbaar op eigen gedrag
Heeft inzicht in sociale situaties
Houdt rekening met grenzen van anderen
Zelfstandigheid & zelfredzaamheid + ± - Opmerkingen
Kan zelf ’s ochtend zijn rooster bekijken op internet
Kan en wil op tijd komen
Kan omgaan met onverwachte situaties
Kan de weg van en naar school vinden
Kan zelfstandig naar school komen
Kan oplossingen bedenken bij problemen onderweg
Kan de weg in het schoolgebouw vinden
Kan omgaan met het wisselen van lokalen en wisselende werkplekken in klas
Kan invulling geven aan pauzes en tussenuren
Zorgt goed voor eigen spullen en spullen van anderen
Kan omgaan met veranderingen in het lesrooster
Plannen & organiseren + ± - Opmerkingen
Kan goed analyseren (hoofd/bijzaken)
Kan zelf zaken regelen
Heeft de juiste spullen bij zich
Werkt zelfstandig tijdens het zelfstandig werken
Schrijft het huiswerk in de agenda
Kan plannen/vooruitdenken
Is gemotiveerd voor huiswerk
Maakt het huiswerk
Kan prioriteiten stellen
Kan huiswerk en opdrachten op tijd inleveren
Kan opeenvolgende opdrachten goed onthouden
Schoolse vaardigheden + ± - Opmerkingen
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 20
Kan groepsinstructie volgen
Voelt zich aangesproken bij het aanspreken van de groep
Kan omgaan met verschillende werkvormen
Maakt opdrachten af voor met iets anders te beginnen
Kan zich concentreren in de les
Kan prikkels onderdrukken en/of selecteren
Heeft voldoende werktempo
Kan een werkstuk of boekbespreking maken
Kan een presentatie maken en geven
Heeft een leesbaar handschrift
Kan aantekeningen maken tijdens de les
Kan een samenvatting maken van de lesstof
Gewenst profiel
o Natuur en Techniek o Natuur en Gezondheid o Economie en Maatschappij o Cultuur en Maatschappij
Verwachting onderwijsniveau
Verwachte onderwijsbestemming na het VO
Hulpvragen: 1. 2. 3.
Ruimte voor opmerkingen/ informatie die van belang kan zijn in de begeleiding van de leerling op school
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 21
6. Observatieformulier
(bron AED Leiden)
Naam leerling:
Vak:
Docent:
Observatie Beschermende
factoren
Belemmerende
factoren
De leerling
beeld vd leerling
fysieke indruk/ welbevinden
gedrag
sociale vaardigheden
samenwerken
zelfstandigheid/ zelfredzaamheid
organisatie
schoolse vaardigheden
betrokkenheid bij instructie
werkhouding
plannen en organiseren
De docent
beeld van de leerkracht
corrigeren
complimenten
responsiviteit
kwaliteit van de instructie
individueel contact
Klassenmanagement
de klasseninrichting
plaats in de klas
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 22
bordgebruik
time timer/ klok
Regels en afspraken/ gedrag
De groep en groepssfeer
Sfeer in de groep
Stoorzenders
Contact met medeleerlingen
Aard en sfeer van het contact
Pauze
plaats/ ruimte
gezelschap
activiteit
contact met medeleerlingen
aard en sfeer van contact
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 23
7. Toestemmingsformulier ’Ontwikkelingsperspectief
(Bron: AED Leiden)
Naam ouder (s)/ verzorger (s) :…………………………………………………………………….
Naam leerling :…………………………………………………………………….
Geboortedatum :…………………………………………………………………….
Ondergetekende(n) geeft/geven toestemming aan:………………………………………….
relevante stukken uit het schooldossier van bovengenoemde leerling op te
vragen bij:
Naam school :……………………………………………………………………
Zorgcoördinator :……………………………………………………………………
Adres :……………………………………………………………………
Postcode en plaatsnaam :……………………………………………………………………
Plaats :..............................................
Datum :……………………………………………………………
Handtekening(en) :
......................................... …………………………………………....
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 24
8. Formulier Deskundigenadvies
Bij verwijzing naar VSO: deskundigenadvies van:
Deskundige 1: naam, discipline en registraties
Deskundige 2: naam, discipline en registraties
Handtekening deskundige 1
Handtekening deskundige 2
Zijn alle betrokkenen (ouders, school en 2 deskundigen) unaniem van mening dat VSO
noodzaak is?
Ja
Nee
Zo nee: toelichting
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 25
9. Voorbeeld steunkaart e.d.
Bijsluiter
W.
brugklas
Docentgedrag waarbij W. gebaat is:
Zet W. vooraan in de klas
Check of hij het huiswerk heeft opgeschreven en of hij het
huiswerk gemaakt heeft
Bij werken in de les: spreek W. persoonlijk aan en vertel wat hij
precies moet doen en wanneer het af moet zijn
Spreek heldere sancties met hem af als hij zijn werk niet op orde
heeft
Leerling D
Leerling J
Ik werk aan het volgende:
- Ik ga voorin de klas zitten, dichtbij maar niet
pal voor de docent
- Als de docent met de vingers knipt, ga ik
weer opletten en word ik rustig.
- Ik zorg ervoor dat er niets of alleen het
hoognodige op mijn tafel ligt, om daardoor
niet afgeleid te worden.
- Als ik toch de les uit moet, doe ik dit zonder
in discussie te gaan. Na de les mag ik op
een voor de docent geschikt moment om
uitleg vragen.
Ik werk aan het volgende:
- Ik ga voorin de klas zitten, dichtbij maar niet pal voor
de docent
- Als de docent met de vingers knipt, ga ik weer
opletten en word ik rustig.
- Ik zorg ervoor dat er niets of alleen het hoognodige
op mijn tafel ligt, om daardoor niet afgeleid te worden.
- Als ik toch de les uit moet, doe ik dit zonder in
discussie te gaan. Na de les mag ik op een voor de
docent geschikt moment om uitleg vragen.
Pasfoto leerling
Pasfoto
leerling Pasfoto
leerling