Post on 04-Jun-2020
CursistenboekTaalklas.nlHoofdstuk10 Vrienden
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
1
1 Woorden
1hetaanrecht 2debloem 3debrief
4hetgeld 5dekoffer 6desigaret
7hetstation 8hetstrand 9detelefoon
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
2
10deverjaardag 11hetvuur 12hetwiel
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
3
Schrijfdewoordenoverenschrijfzeinjouwtaal
1hetaanrecht 2debloem 3debrief 4hetgeld 5dekoffer 6desigaret 7hetstation 8hetstrand 9detelefoon 10deverjaardag 11hetvuur 12hetwiel
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
4
2 Werkwoorden
1Hijdoetom
omdoen
2Hijdraagtdragen
3Hijdroomtdromen
4Hijgaatgaan
5Hijrooktroken
6Zijmakenruzieruziemaken
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
5
7Hijschommeltschommelen
8Hijsnurktsnurken
9Hijglijdtuituitglijden
10Hijvliegtvliegen
11Hijwordtwakkerwakkerworden
12Hetisdrukdrukzijn
13Zijisvrolijkvrolijkzijn
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
6
Kies het goede werkwoord Let op! Soms moet je het werkwoord anders schrijven.
1. Ik…………………………………...eenkoffer.
(dragen–doen–zijn)
2. Het…………………………………...opstraat.(hebben–drukzijn–omdoen)
3. Sannelacht,zij………………………………..(hebben–vrolijkzijn–omdoen)
4. Tim……………………………………………….inzijnbed.(dragen–doen–wakkerworden)
5. Kees………………………….opvakantie.(dragen–doen–gaan)
6. Devogel…………………………..indelucht.(hebben–vliegen–doen)
7. Tim……………………………………………….inzijnbed.(dragen–doen–snurken)
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
7
8. SanneenKees…………………………………...(ruziemaken–sigaret–omdoen)
9. Jij…………………………………...eensjaal……..(hebben–uitglijden–omdoen)
10. Wij………………………………..overdeschil.(hebben–uitglijden–doen)
11. Tim……………………………………………….indespeeltuin.(dragen–doen–schommelen)
12. Ik………………………….eensigaret.(roken–doen–gaan)
13. Ik…………………………..vanlekkereten.(hebben–dromen–doen)
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
8
3 Getallen
91
92
93
eenennegentig tweeënnegentig drieënnegentig
94
95
96 vierennegentig vijfennegentig zesennegentig
97
98
99 zevenennegentig achtennegentig negenennegentig
100
honderd
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
9
Vragen
1. Hoeoudbenjij?
Ikben…………………………………jaar.
2. Inwelkjaarbenjijgeboren?Ikbenin………………………………………..geboren.
3. InwelkjaarbenjijinNederlandgekomen?Ikbenin………………………………………..inNederlandgekomen.
4. Inwelkjaarisjevadergeboren?
Mijnvaderisin………………………………………..geboren.
5. Inwelkjaarisjedocentgeboren?Mijndocentisin………………………………………geboren.
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
10
4 Film
Ank Héeenbrief,eenbriefvanJet.(brief) LieveAnk,Komjezaterdagopmijnverjaardag? Enikwilzondagmetjounaarhetstrand. Komje?Jekuntblijvenslapen! Totzaterdag,JetA. Zaterdagbenikvrij.Jetisjarig,zewilnaarhetstrand.
Mm,ikga. Ikgametdetreinenikblijfslapen. Ikgamijnkofferpakken.
Pyjama,badpak,badhanddoek,misschiengaanwewelzwemmen.
(bijdebloemist)
OK.totziens,doei,daag.
(telefoon)
JametAnk,héJet,ikzitindetrein.Ikkomeraan.Ohjekomtmehalen?Nouhartstikkefijn,joe,totstraks,hoi.
man Hebtumisschieneenvuurtjevoorme?A. Eenvuurtje?Ikrookniet,ikrookgeensigaretten.
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
11
Maarumaghierhelemaalnietroken.m. Niet?A. Nee,jemagnietmeerrokenindetrein.m. Tss.A. Tja,simpelzat.(intercom) Damesenherengoedemorgen,zodadelijkstation
Zandvoort.Datisvoordezetreintevensheteindpunt.StationZandvoort,eindpunt.
Jet Ank!A. Héhallo!J. Watleukdatjeerbent.A. Mm,gefeliciteerd,enhierzijnje… Ohmijnbloemen,dieliggennogindetrein.J. Ha.A. Endetreinrijdtweg.J. Treinrijdtweg.A. Nouja!J. Nou,datgeefthelemaalniks.A. Nee?J. Komop,wegaannaarhetstrand.A. Lekkerhè?J. Heerlijk!A. Hetstrandendezee,ikkanerurennaarkijken,jij?J. Lekkerzonnetjeerbij.A. Hé,eenharingkar!Trekineenharinkje?J. Lekker!A. Nou,inplaatsvanbloemen.J. Oh.A. Gefeliciteerd,neemdatschaaltjeerookbij.J. Ja,dankjewel.
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
12
A. Noudaargaat‘iemeid,1,2,…(liedje) Hé,gajemee?NaarZandvoortaandezee…
deharing=eensoortvis
Vragen
1. WanneerisJetjarig?
………………..…………………………………………………………
2. Wanneerbenjijjarig?………………..…………………………………………………………
3. HoegaatAnknaarJet?………………..…………………………………………………………
4. WelkkadokoopAnkvoorJet?Willemis…..………………………………………………………………..
5. MagjeinNederlandrokenindetrein?………………..…………………………………………………………
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
13
6. Magjeinjouwlandrokenindetrein?………………..…………………………………………………………
7. WatvergeetAnkindetrein?………………..…………………………………………………………
8. WatdoenAnkenJet?………………..…………………………………………………………
9. WatetenAnkenJet?………………..…………………………………………………………
10. Watvoorweerishetophetstrand?………………..…………………………………………………………
11. Watdoejijophetstrand?………………..…………………………………………………………
12. Vindjijharinglekker?………………..…………………………………………………………
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
14
7 Lied
JandroomtvaakalziejehetnietSomsmetogendichtmaarsomsooknietMaaktnietuitwaarJanlooptofgaatSnurkenkanhijookopstraatJandroomtvaakalziejehetnietSomsmetogendichtmaarsomsooknietJaniseenzaamenalleenDusdroomthijvelevriendenomzichheenVrienden,zegtJan,zijnwelknusMaarmakensomsookruziedusOokalbenikvaakalleenIkdroomgewoonmijnvriendenommeheenJansteektgraageensjekkieaanDiehijookgewoonweeruitlaatgaanHijstaatteschommelenentewiegenDromendatiewegkanvliegenJansteektgraageensjekkieaanDiehijookgewoonweeruitlaatgaan
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
15
EensliepJanopzijngemakToengleedhijonderuitdoorhondenkakDehondzijnbaaszei:vroegoflaatKunjeradenhoedatgaatDroomjewegopjegemakGlijdjeonderuitdoorhondenkakSindsdietijddraagtJanvertrouwdEenwekkerdiehemaltijdwakkerhoudtJanheeftvriendenomhemheenDiehoudenhemookopdebeenSindsdietijddraagtJanvertrouwdEenwekkerdiehemaltijdwakkerhoudt
hetsjekkie=desigaretdekak=depoepdewekker=eenklokdiejewakkerroept
Hoofdstuk10Vrienden
©2016StichtingExpertisecentrumOefenen.nl
16
Vragen
1. WaardroomtJan?inzijnbed?………………..…………………………………………………………
2. Waardroomjij?………………..…………………………………………………………
3. Snurkjijook?………………..…………………………………………………………
4. HeeftJanvrienden?………………..…………………………………………………………
5. HebjijvriendeninNederland?………………..…………………………………………………………
6. WaarglijdtJanoveruit?………………..…………………………………………………………
7. Wieofwatroeptjou’sochtendswakker?………………..…………………………………………………………