Post on 02-Nov-2018
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 1
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Afdeling Parachutespringen
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007
Inhoudsopgave Pagina
Bevoegdheden algemeen Static-line brevet Beginnend sportparachutist SL 2 AFF gegradueerd Beginnend sportparachutist AFF 3 A-brevet Beginnend vrije val sportparachutist 4 B-brevet Gevorderd vrije val sportparachutist 6 C-brevet Zelfstandig vrije val sportparachutist 8 D-brevet Ervaren vrije val sportparachutist 10 Aanvullende bevoegdheden T Tandemmaster 11 Instructie bevoegdheden HI Hulp Instructeur 12 I Instructeur 13 AFF Accelerated Free Fall bevoegdheid 14 CD Club docent 15 Materiaal bevoegdheden VB Houder Vouwbevoegdheid 16 R Rigger 18 Examinator bevoegdheden EX Examinator algemeen 20 ET Examinator Tandemmaster 21 EA Examinator AFF bevoegdheid 22 ER Examinator Rigger & Vouwbevoegdheid 23 Bevoegdheid scheidsrechter SN Scheidsrechter nationaal 24 SI Scheidsrechter internationaal 26
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 2
Beginnend sportparachutist
SL
Static-Line
Bevoegdheden: Het uitvoeren van parachutesprongen onder leiding en
verantwoordelijkheid van een instructeur. Voorwaarde eisen: De basisopleiding volgens een goedgekeurd basisopleidingsplan
(BOP) met goed gevolg hebben voltooid. Geldig aspirant lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: 5 parachutesprongen waarbij de parachute door middel van
automatische opening vanuit gevouwen toestand ontplooit. De besturing van de parachute dient volledig op eigen kracht van de sportparachutist te geschieden.
Theorie eisen: n.v.t. Verlenging eisen: n.v.t. Examinator: Elke instructeur is bevoegd namens de KNVvL de praktijk eisen
af te nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 3
Beginnend sportparachutist AFF
AFF gegradueerd
Bevoegdheden: Het uitvoeren van parachutesprongen onder leiding en
verantwoordelijkheid van een instructeur. Voorwaarde eisen: De AFF opleiding met goed gevolg hebben voltooid. Geldig aspirant lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: De 7 AFF levels met goed gevolg hebben voltooid. Theorie eisen: n.v.t. Verlenging eisen: n.v.t. Examinator: Elke instructeur in het bezit van een geldige AFF bevoegdheid is
bevoegd namens de KNVvL de praktijk eisen af te nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 4
Beginnend vrije val sportparachutist
A
Bevoegdheden: Het uitvoeren van parachutesprongen onder leiding en
verantwoordelijkheid van een instructeur. Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van een static-line brevet of AFF gegradueerd. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: Voor houders van de bevoegdheid “Beginnend vrije val
sportparachutist” (A) geldt: 1. Het beheersen van de volgende vrije val stabiliteitseisen: • de deltapositie gedurende minimaal 10 seconden. • de tracking gedurende minimaal 10 seconden. • de stabiele achterwaartse afsprong. • een sprong van 3 seconden vrije val van ten hoogste 3500 ft • een onstabiele vrije val opheffen, gevolgd door een stabiele
opening. • een sprong met een draai van 360º links. • een sprong met een draai van 360º rechts. • de achterwaartse salto van 360º. 2. Vijf formatie instructiesprongen, alleen uit te voeren na het
voltooien van de vrije val stabiliteitseisen. 3. Ten minste 25 vrije val sprongen. 4. Ten minste 15 minuten vrije val tijd. 5. 10 sprongen met een landing binnen 15 meter van het
aangewezen landingspunt. 6. De techniek beheersen van het spotten. 7. Zelfstandig de hoofdparachute kunnen vouwen. 8. 5 sprongen, volledig te besteden aan canopy control.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 5
Theorie eisen: 1. Voorschriften en reglementen die expliciet betrekking hebben op het niveau beginnend vrije val sportparachutist. Het Basis Veiligheidsreglement (BVR): De regels kennen, kunnen interpreteren en toepassen voor wat betreft: • De algemene bepalingen. • De geneeskundige verklaring. • De springuitrusting (met uitzondering van de tandem
uitrusting). • Alle veiligheidsvoorschriften bij het sportparachutespringen,
met uitzondering van de beschermende verplichtingen voor bijzondere sprongen.
2. Materiaal. A. Het kunnen benoemen van: • De onderdelen springuitrusting. • Onderhoud springuitrusting. • Diverse openingssystemen. • Automatische opener. • Hoogtemeters. B. De werking en eigenschappen kunnen omschrijven van: • Werking afwerpsysteem hoofdparachute. • Diverse typen hoofdparachutes.
3. Meteorologie. A. Het kunnen omschrijven en verklaren van: • Begrippen/aanduidingen windsnelheden en richtingen. • Turbulentie. B. Kunnen aangeven waar meteorologische informatie verkregen
kan worden. 4. Algemeen. • Bevoegdheden houders A-brevet. • De organisatie van het sportparachutespringen nationaal. • De organisatie van de KNVvL en de afdeling
parachutespringen. • De diverse disciplines binnen het sportparachutespringen.
Verlenging eis: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elke instructeur is bevoegd namens de KNVvL het examen af te
nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 6
Gevorderd vrije val sportparachutist
B
Bevoegdheden: Het uitvoeren van parachutesprongen onder leiding van een
instructeur maar onder eigen verantwoordelijkheid. Het onder verantwoordelijkheid van een instructeur begeleiden in het vliegtuig en droppen van sportparachutisten, niet in het bezit van een A-brevet, die een vrije val maken
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van bevoegdheid “Beginnend vrije val
sportparachutist” (A). Een constructieve instelling hebben ten aanzien van de veiligheid
in het sportparachutespringen. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: 1.Eigen vaardigheden.
(Aantallen zijn totalen, i.e. inclusief de sprongen voor het A-brevet) • Ten minste 50 vrije val sprongen. • Ten minste 30 minuten vrije val tijd. • 10 formatie instructiesprongen • 10 sprongen met een landing binnen 5 meter van het
aangewezen landingspunt. • Hebben voldaan aan de minimale vaardigheidseisen van 1
van de wedstrijddisciplines zoals omschreven in module 10. • Eigen springuitrusting kunnen controleren op veiligheid voor
gebruik. • 10 sprongen, volledig te besteden aan canopy control.
Theorie eisen: 1. Voorschriften en reglementen die expliciet betrekking
hebben op het niveau gevorderd vrije val sportparachutist. Het Basis Veiligheidsreglement (BVR): De regels kennen, kunnen interpreteren en toepassen voor wat betreft: • De algemene bepalingen. • De geneeskundige verklaring. • De springuitrusting (met uitzondering van de tandem
uitrusting). • De veiligheidsvoorschriften bij het sportparachutespringen. • Sancties. 2. Meteorologie.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 7
A. Het kunnen omschrijven en verklaren van: • Isobaren. • Hoge en lage drukgebieden. B. Het weerbulletin van de kleine luchtvaart (NOS Teletekst
pagina 707) kunnen omschrijven voor wat betreft indeling.
3. Materiaal. Het kunnen omschrijven van:
• De basisconstructie van een harnas en bijbehorende containers.
4. Algemeen.
• Bevoegdheden houders B-brevet. • Luchtvaart medische aspecten. • Aërodynamische eigenschappen van parachutes. • Het begrip wingload van parachutes.
Verlenging eis: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elke instructeur is bevoegd namens de KNVvL het examen af te
nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 8
Zelfstandig vrije val sportparachutist
C
Bevoegdheden: Het zelfstandig uitvoeren van parachutesprongen onder eigen
verantwoordelijkheid. Het onder verantwoordelijkheid van een instructeur begeleiden in het vliegtuig en droppen van sportparachutisten, niet in het bezit van een A-brevet, die een vrije val maken
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van bevoegdheid “Gevorderd vrije val
sportparachutist” (B). Voldaan hebben aan onderstaande praktijkeisen.
Verantwoordelijkheid kunnen dragen. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: 1. Eigen vaardigheden.
(Aantallen zijn totalen, i.e. inclusief de sprongen voor het A-brevet en het B-brevet) De vaardigheden beheersen ten aanzien van: • Ten minste 200 vrije val sprongen. • Ten minste 60 minuten vrije val tijd. • Ten minste 50 formatiesprongen. • 5 koepelformatie instructiesprongen.
Theorie eisen: 1. Voorschriften en reglementen die expliciet betrekking
hebben op het niveau zelfstandig vrije val sportparachutist. Het Basis Veiligheidsreglement (BVR): De regels kennen, kunnen interpreteren en toepassen voor wat betreft: • De algemene bepalingen. • De geneeskundige verklaring. • De bevoegdheden. • De springuitrusting (met uitzondering van de tandem
uitrusting). • De veiligheidsvoorschriften bij het sportparachutespringen. • Sancties. • Slotbepalingen. • Geldigheid en verlenging C brevet. 2. Meteorologie. A. Het kunnen omschrijven en verklaren van: • Temperatuur en wolken. • Fronten. • CB bewolking. B. Verkregen meteorologische gegevens kunnen interpreteren:
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 9
• Algemene meteorologische informatie. • Het weerbulletin van de kleine luchtvaart (NOS teletekst
pagina 707).
3. Materiaal. Het kunnen omschrijven van: • Typen reserveparachutes en hun eigenschappen. 4. Algemeen. • Bevoegdheden houders C-brevet. • Wedstrijdorganisatie/jurering. • Organisatie en uitvoering water- , nacht- , hoogte en
ballonsprongen. • Briefing paravliegers. • Organisatie en uitvoering demonstratie sprongen. • Publiciteit parasport. • Verzekeringen. • Regeling Valschermspringen. • Interpreteren TB’s en VB’s.
Verlenging eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Ten minste twee examinatoren algemeen. Plaats: Centraal in Nederland minimaal 1 maal per jaar, te bepalen door
de KNVvL.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 10
Ervaren vrije val sportparachutist
D
Bevoegdheden: Het zelfstandig uitvoeren van parachutesprongen onder eigen
verantwoordelijkheid. Het onder verantwoordelijkheid van een instructeur begeleiden in het vliegtuig en droppen van sportparachutisten, niet in het bezit van een A-brevet, die een vrije val maken
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van bevoegdheid “Zelfstandig vrije val
sportparachutist” (C). Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: 1. Eigen vaardigheden.
De vaardigheden beheersen ten aanzien van: • Ten minste 500 vrije val sprongen. • Ten minste 3 uur vrije val tijd.
Theorie eisen: Geen aanvullende theoretische eisen. Verlenging eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen.
Examinator: Elke instructeur is bevoegd namens de KNVvL het examen af te
nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 11
Tandemmaster
T
Bevoegdheden: Het uitvoeren van tandemsprongen en het daarbij dragen van de
verantwoordelijkheid voor zichzelf en de passagier. Voorwaarde eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. In het bezit zijn van de bevoegdheid “Ervaren vrije val
sportparachutist” (D) en ten minste 3 jaar ervaring in sportparachutespringen.
Ten minste 1000 vrije val sprongen. Ten minste 5 uur vrije val tijd. Ten minste 1 maal een al dan niet geplande reserveprocedure
uitgevoerd hebben. Verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen. Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma tandemspringen.
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma tandemspringen.
Verlenging eisen: Ten minste 75 vrije valsprongen, waarvan ten minste 35
tandemsprongen, per kalenderjaar. Geldige geneeskundige verklaring. Bijwonen centrale tandem bijscholingsdag(en). Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elke examinator tandemmaster is bevoegd namens de KNVvL
het examen af te nemen.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 12
Hulp Instructeur
HI
Bevoegdheden: Het zelfstandig onderricht geven in het sportparachutespringen
aan leerling parachutisten onder verantwoordelijkheid van een instructeur. Het onder verantwoordelijkheid van een instructeur begeleiden in het vliegtuig en droppen van sportparachutisten, die een AO sprong maken.
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van basis bevoegdheid “Gevorderd vrije val
parachutist”(B). Ten minste 100 sprongen. Ten minste twee jaar actief zijn in de sport. Instructieve vaardigheden bezitten.
Tenminste twee complete basisgrondopleidingen geobserveerd hebben. Beschikken over een juiste houding t.a.v. veiligheid.
Op voordracht van een clubdocent. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma hulpinstructeur.
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma hulpinstructeur.
Verlenging eisen: Ten minste 25 vrije valsprongen, per kalenderjaar. Ten minste 1 basisopleiding, per kalenderjaar. Bijwonen centrale hulpinstructeurs bijscholingsdag. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen.
Bijwonen centrale hulpinstructeurs bijscholingsdag(en). Examinator: Elke tweetal examinatoren algemeen is bevoegd namens de
KNVvL het examen af te nemen. Plaats: Centraal in Nederland minimaal 1 maal per kalenderjaar, te
bepalen door de KNVvL.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 13
Instructeur
I
Bevoegdheden: Het zelfstandig onderricht geven in het sportparachutespringen,
springtechnisch de leiding over een centrum voeren en namens het bestuur toezicht houden op de naleving van het Basis Veiligheidsreglement en overige relevante regelgeving.
Het afnemen van examens voor het A, B en D brevet. Het begeleiden in het vliegtuig en droppen van sportparachutisten, die een AO sprong maken.
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van de bevoegdheid “Ervaren vrije val
sportparachutist” (D) en minimaal 1 jaar de instructie bevoegdheid “Hulp instructeur”(HI).
Verantwoordelijkheid voor anderen kunnen en willen dragen. Op voordracht van een clubdocent. Succesvolle afronding van de eerste twee Praktijk Leerperiodes (PLP).
Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma instructeur.
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma instructeur.
Verlenging eisen: Ten minste 25 vrije valsprongen per kalenderjaar. Ten minste 1 basisopleiding per kalenderjaar. Ten minste 10 dagen per jaar springtechnisch de
verantwoordelijkheid over een centrum dragen. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Bijwonen centrale instructeurs bijscholingsdag(en). Examinator: Elk tweetal examinatoren algemeen is bevoegd namens de
KNVvL het examen af te nemen. Plaats: Te bepalen door de KNVvL, minimaal 1 maal per 2 jaar.
AFF bevoegdheid
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 14
AFF
Bevoegdheden: Indien in het bezit van een bevoegdheid instructeur (I):
• het geven van AFF opleidingen en het uitvoeren van AFF sprongen.
Indien in het bezit van een bevoegdheid hulpinstructeur (HI): • het geven van AFF opleidingen en het uitvoeren van AFF
sprongen, onder verantwoordelijkheid van een instructeur in het bezit van de AFF bevoegdheid.
Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van de basis bevoegdheid “Ervaren vrije val
parachutist” (D) en minimaal de instructie bevoegdheid “Hulp Instructeur” (HI) bezitten.
Ten minste 3 jaar ervaring in sportparachutespringen, ten minste 500 formatiesprongen, waarvan ten minste 50 geslaagde gelinkte afsprongen.
Tijdens de vrije val voldoende vrij zijn om de leerling te observeren, corrigeren en instrueren.
Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma AFF bevoegdheid.
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleiding en examenprogramma AFF bevoegdheid.
Verlenging eisen: Tenminste 50 formatiesprongen, waarvan tenminste 25 AFF
sprongen, per kalenderjaar. Ten minste 45 minuten vrije valtijd, per kalenderjaar. Geldige HI bevoegdheid. Bijwonen centrale AFF bijscholingsdag(en). Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elk tweetal examinatoren AFF is bevoegd namens de KNVvL het
examen af te nemen. Een van de twee examinatoren AFF mag niet hebben meegewerkt aan de opleiding van de kandidaat.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 15
Club docent
CD
Bevoegdheden: Het opleiden van sportparachutisten voor de bevoegdheid HI en /
of I. Voorwaarde eisen: Ten minste twee jaar achtereenvolgens in het bezit van de
bevoegdheid I. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: Het bijwonen van een introductiedag voor club docenten. Theorie eisen: Voorschriften en reglementen die betrekking hebben op de
opleidingen van het sportparachutespringen. A. Opleidingsprogramma’s. B. Examenreglement. C. Bevoegdheden Reglement.
Verlenging eisen: Bijwonen centrale opleidingsdag clubdocenten. Geldige bevoegdheid I. Op voordracht van een centrum. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Op voordracht van een centrum. Aanstelling door het bestuur. Plaats: Centrale opleidingsdag, per jaar te bepalen door de KNVvL.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 16
Vouw bevoegdheid
VB
Bevoegdheden: Het plannen en verrichten van de in de van toepassing zijnde
BVR artikelen voorgeschreven inspectiecycli aan een springuitrusting in de gebruikte samenstelling, voorzover daar in het BVR of in door het bestuur uitgegeven voorschriften geen beperkingen aan zijn gesteld.
Verplichtingen: De houder Vouwbevoegdheid heeft de volgende verplichtingen:
• Zijn verrichtingen uitvoeren met gebruikmaking van de juiste materialen en gereedschappen, volgens de aanwijzingen van de fabrikant en met inachtneming van de door het bestuur gestelde voorschriften.
• Zijn verrichtingen aan springuitrustingen in een logboek met een niet gemakkelijk uitwisbaar schrijfmiddel naar waarheid aan te tekenen. De aantekening moet in elk geval de volgende gegevens bevatten:
I. datum en plaats waar de verrichtingen werden uitgevoerd. II. een volledige identificatie van de (delen van de)
springuitrusting waaraan de verrichtingen werden uitgevoerd. III. naam en adres van de eigenaar van de springuitrusting. IV. een omschrijving van de uitgevoerde verrichtingen. • Het logboek als hierboven omschreven gedurende ten minste
5 jaren in originele staat te bewaren. • Zijn verrichtingen aan springuitrustingen aantekenen op de bij
de springuitrusting behorende logkaarten. Voorwaarde eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen.
In het bezit zijn van de basis bevoegdheid “Gevorderd vrije val sportparachutist” (B). Bedrevenheid hebben in het controleren en behandelen van springuitrustingen. Beschikken over een constructieve houding t.a.v. veiligheid. Voorgedragen zijn door een rigger. De leeftijd van de wettelijke meerderjarigheid hebben bereikt.
Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma vouwbevoegdheid.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 17
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma vouwbevoegdheid.
Verlengings eisen: Ten minste 25 reserveparachutes, exclusief ronde
borstreserveparachutes, technisch geïnspecteerd en gevouwen hebben, per kalenderjaar.
Bijwonen centrale vouwbevoegdheid bijscholingsdag. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elk tweetal examinatoren rigger is bevoegd namens de KNVvL
het examen af te nemen. Plaats: Te bepalen door de KNVvL, minimaal 1 maal per 2 jaar.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 18
Rigger
R
Bevoegdheden: De rigger is bevoegd tot de volgende handelingen:
• het keuren van springuitrustingen en het verrichten van alle voorkomende werkzaamheden daaraan.
• het aanmaken en modificeren van alle springuitrustingen. • het geven van instructie aan kandidaten voor de
vouwbevoegdheid in het verrichten van de omschreven inspectiecyclus.
• het geven van instructie aan kandidaten voor de bevoegdheid rigger.
Verplichtingen: De rigger heeft de volgende verplichtingen:
• Zijn werkzaamheden uitvoeren met gebruikmaking van de juiste materialen en gereedschappen, volgens de aanwijzingen van de fabrikant en met inachtneming van de door het bestuur gestelde voorschriften.
• Zijn werkzaamheden aan springuitrustingen in een werkplaatslogboek met een niet gemakkelijk uitwisbaar schrijfmiddel naar waarheid aan te tekenen. De aantekening moet in elk geval de volgende gegevens bevatten:
I. datum en plaats waar de werkzaamheden werden uitgevoerd. II. een volledige identificatie van de (delen van de)
springuitrusting waaraan de werkzaamheden werden uitgevoerd.
III. naam en adres van de eigenaar van de springuitrusting. IV. een omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden. • Het logboek als hierboven omschreven gedurende ten minste
5 jaren in originele staat te bewaren. • Zijn werkzaamheden aan springuitrustingen alsmede de
uitgevoerde keuringen aan te tekenen op de bij de springuitrusting behorende logkaarten.
Voorwaarde eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. De leeftijd van de wettelijke meerderjarigheid hebben bereikt. Instructieve vaardigheden bezitten en verantwoordelijkheid willen
en kunnen dragen en overdragen. Een constructieve instelling hebben ten aanzien van de veiligheid
in het sportparachutespringen. Voorgedragen zijn door een rigger.
Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 19
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma rigger.
Theorie eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma rigger.
Verlenging eisen: Ten minste 30 jaarkeuringen verrichten, per kalenderjaar. Ten minste 30 springuitrustingen, niet meegerekend die met een
ronde reserveparachute in een borst-container, volgens BVR artikel 405 omschreven inspectiecyclus behandelen, per kalenderjaar.
Bijwonen centrale riggers bijscholingsdag. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Elk tweetal examinator rigger is bevoegd namens de KNVvL het examen af te nemen. Plaats: Te bepalen door de KNVvL, minimaal 1 maal per 3 jaar.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 20
Examinator Algemeen
EX
Bevoegdheden: Het afnemen van examens voor het C-brevet, alsmede voor de
bevoegdheden HI en I. Voorwaarde eisen: Ten minste 3 jaar achtereenvolgens de instructie bevoegdheid
“Instructeur” (I) bezitten. Op voordracht van de Examen Commissie (EC). Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: n.v.t. Theorie eisen: Voorschriften en reglementen
• Basis veiligheidsreglement. • Bevoegdheden reglement. • Syllabus Basis Opleiding Square (SBOS). • Opleidings- en examenprogramma C-brevet, HI en I. • Praktijk leerboek HI / I opleiding.
Verlenging eisen: Aan ten minste 1 examen deelnemen per jaar als examinator. Geldige I bevoegdheid. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Op voordracht van de EC. Aanstelling door het bestuur.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 21
Examinator Tandem
ET
Bevoegdheden: Het afnemen van examens voor tandemmaster Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van de instructie bevoegdheid instructeur (I) en
de aanvullende bevoegdheid “Tandemmaster” (T). Ten minste 500 tandemsprongen uitgevoerd hebben. Ten minste 3 jaar achtereenvolgens een geldige tandem
bevoegdheid bezitten. In het bezit van een examinatorbevoegdheid van een fabrikant
van tandemuitrustingen. Op voordracht van de EC. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: n.v.t. Theorie eisen: Kennis van het opleidings- en examenprogramma tandem. Verlenging eisen: Ten minste 1 tandem examen per jaar afnemen als examinator. Geldige I bevoegdheid. Geldige tandembevoegdheid. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Op voordracht van de EC. Aanstelling door het bestuur.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 22
Examinator AFF
EA
Bevoegdheden: Het afnemen van examens voor AFF bevoegdheid. Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van de instructie bevoegdheid instructeur (I) en
de instructie bevoegdheid AFF. Ten minste 250 AFF sprongen uitgevoerd hebben. Ten minste 3 jaar achtereenvolgens een geldige AFF
bevoegdheid bezitten. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: n.v.t. Theorie eisen: Kennis van het opleidings- en examenprogramma AFF. Verlenging eisen: Ten minste 1 AFF examen per 2 jaar afnemen als examinator. Geldige I bevoegdheid. Geldige AFF bevoegdheid. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Op voordracht van de EC. Aanstelling door het bestuur.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 23
Examinator Rigger
ER
Bevoegdheden: Het afnemen van examens voor rigger en vouwbevoegdheid. Voorwaarde eisen: In het bezit zijn van de bevoegdheid “rigger” (R). Ten minste 4 jaar achtereenvolgens een geldige rigger
bevoegdheid bezitten. Op voordracht van de EC en een nader door het bestuur aan te
wijzen organisatie van riggers. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Praktijk eisen: n.v.t. Theorie eisen: n.v.t. Verlenging eisen: Ten minste 1 rigger examen per 3 jaar afnemen als examinator. Geldige rigger bevoegdheid. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Geldig lidmaatschap van een nader door het bestuur aan te
wijzen organisatie van riggers. Examinator: Op voordracht van de EC. Op voordracht van een nader door het bestuur aan te wijzen
organisatie van riggers. Aanstelling door het bestuur.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 24
Scheidsrechter Nationaal
SN
Voorwaarde eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Belangstelling hebben voor sportparachutespringen. Voldoende kennis hebben van de Engelse taal om internationale
reglementen begrijpend te kunnen lezen en naar behoren te interpreteren en toepassen.
Voldoen aan de volgende eisen: • onpartijdigheid. • dienstbare instelling. • sociaal zijn. • in een team kunnen werken. • bescheidenheid. • open staan voor en kunnen omgaan met kritiek. • integriteit. • goed concentratie vermogen. • verantwoordelijkheidsgevoel.
Praktijk eisen: Het met goed gevolg hebben afgelegd van de opleiding en het
examen, zoals vastgelegd in de laatste geldende versie van het opleidings- en examenprogramma scheidsrechter nationaal.
1. Disciplines sportparachutespringen. Het kunnen beoordelen en klasseren van individuele en/of
teamprestaties binnen de betreffende officiële discipline(s) van sportparachutespringen volgens de International Parachuting Commission. (IPC)
2. Communiceren. Het naar behoren kunnen beargumenteren van genomen beslissingen naar overige scheidsrechters en de jury.
Theorie eisen: 1. Voorschriften en reglementen die expliciet betrekking hebben
op het niveau scheidsrechter nationaal. A. Het kunnen omschrijven en verklaren van Sporting Code Section V en General Section. B. Het kunnen omschrijven en verklaren van wedstrijd reglementen. C. Het kunnen omschrijven en verklaren van de algemene regels van de FAI / IPC.
D. Het kunnen omschrijven en verklaren van de wedstrijd reglementen van de FAI / IPC. E. Het kunnen omschrijven en verklaren van de voorschriften en reglementen ten aanzien van normen en gedragingen op
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 25
dropzones, in luchtvaartuigen en op paracentra in het algemeen. F. Het kunnen omschrijven en verklaren van de organisatie van wedstrijden en recordsprongen.
Verlenging eisen: Minimaal 1 NKP of aantoonbare FAI wedstrijd van voldoende
niveau hebben gejureerd. Binnen de afgelopen 2 jaar de scheidsrechters bijscholingsdag
bijgewoond hebben. Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen Examinator: De werkgroep scheidsrechters is bevoegd namens de KNVvL het
examen af te nemen. Plaats: Te bepalen door de KNVvL, minimaal 1 maal per jaar.
Bevoegdheden Reglement Sportparachutespringen 2007 Pagina 26
Scheidsrechter Internationaal
SI
Voorwaarde eisen: Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Belangstelling hebben voor sportparachutespringen
internationaal. Voldoende kennis hebben van de Engelse taal om internationale
reglementen begrijpend te kunnen lezen en naar behoren te interpreteren en toepassen.
Voldoen aan de volgende eisen: • onpartijdigheid. • dienstbare instelling. • sociaal zijn. • in een team kunnen werken. • bescheidenheid. • open staan voor en kunnen omgaan met kritiek. • integriteit. • goed concentratie vermogen. • verantwoordelijkheidsgevoel.
Praktijk eisen: Het voldoen aan de eisen zoals gesteld door de International Parachuting Commission (IPC). Theorie eisen: Het voldoen aan de eisen zoals gesteld door de International Parachuting Commission (IPC). Verlenging eisen: Het voldoen aan de eisen zoals gesteld door de International Parachuting Commission (IPC). Geldig lidmaatschap KNVvL afdeling parachutespringen. Examinator: Het bestuur is namens de International Parachuting Commission
(IPC) bevoegd de bevoegdheid te verlengen.