Post on 31-Jan-2020
BZK standaardomslag_16x24 staand_met robijnrode golf<- Voor omslagen met een rug (max. 35 mm) zit links extra golfvorm
Bescherming Vitale Infrastructuur
De veiligheidsregio als partner
Bescherming Vitale infrastructuur
De veiligheidsregio als partner
1
2
3
Inhoudsopgave
1 Samen verkennen 4
2 Uitkomsten regiobijeenkomsten 7
2.1 Prioriteit 7
2.2 Verantwoordelijkheidsverdeling 9
2.3 Kennis en informatie 11
2.4 Samenwerking 14
2.5 Borging 15
3 Conclusies 17
Bijlagen
1 Deelnemerslijst 19
2 Toelichting voorbereiding regiobijeenkomsten 21
3 Voorbeelden van mogelijke samenwerkingsafspraken 22
4 Overzicht vitale sectoren, producten en diensten 24
4
1 Samen verkennen
Bescherming vitale infrastructuur
Door de nationale overheid wordt, in het kader van Nationale veiligheid en
crisisbeheersing, (bescherming van de) vitale infrastructuur gezien als een
belangrijk onderwerp. Voorbeelden als New Orleans, de stroomstoring in de
Bommeler- en Tielerwaard, uitval van drinkwatervoorzieningen in de provincie
Noord-Holland en in de stad Groningen, overstromingen in Engeland in juni 2007
en de activiteiten van Taskforce Management Overstromingen (TMO) hebben de
aandacht voor vitale infrastructuur verder versterkt.
“We spreken van vitale infrastructuur als het gaat om producten, diensten
en de onderliggende processen die, als zij uitvallen, maatschappelijke
ontwrichting kunnen veroorzaken. Dat kan zijn omdat er sprake is van veel
slachtoffers en grote economische schade, dan wel wanneer het herstel zeer
lang gaat duren en er geen reële alternatieven voorhanden zijn, terwijl we deze
producten en diensten niet kunnen missen. “Omdat de gevolgen van de uitval
van (delen van de) vitale infrastructuur voor grote delen van de Nederlandse
samenleving zo ernstig kunnen zijn, vergt de bescherming daarvan extra
aandacht” (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 26 643, nr. 75).
Sinds 2002 is er een interdepartementaal programma Bescherming Vitale
Infrastructuur (BVI). Dit programma wordt vanuit het ministerie van BZK
gecoördineerd. De doelen van dit programma zijn:
Het voorkomen van grootschalige uitval of verstoring van vitale infrastructuur;
Adequate voorbereiding door overheid en bedrijfsleven op de gevolgen van uitval
of verstoring.
Samenwerking
De bescherming van vitale infrastructuur vereist een actieve opstelling en
nauwe samenwerking van de verschillende veiligheidspartners: vitale sectoren,
nationale overheid en medeoverheden. De nationale overheid ziet het als
haar verantwoordelijkheid om vitale sectoren en medeoverheden te voorzien
van relevante informatie en indien nodig ondersteuning als het gaat om de
bescherming van vitale infrastructuur (zie voor meer informatie ook de website
www.nationale-veiligheid.nl).
Samenwerken is het sleutelbegrip bij de bescherming van de vitale infrastructuur.
Dat is niet zo maar gerealiseerd. Partijen moeten zich allereerst bewust
zijn van de noodzaak om op het terrein van de bescherming van de vitale
infrastructuur samen te werken. Daarnaast is het belangrijk dat partijen weten
welke verantwoordelijkheden en rollen ze hebben en wat ze van elkaar kunnen
verwachten. Uiteindelijk is het doel om afspraken te maken en met elkaar te
oefenen.
Regiobijeenkomsten
Om de samenwerking tussen de veiligheidsregio’s en de vitale infrastructuur
te ondersteunen is vanuit de nationale overheid o.a. een drietal (informele)
bijeenkomsten georganiseerd voor de veiligheidsregio’s. Van elke veiligheidsregio
is een vertegenwoordiger uitgenodigd. Uiteindelijk waren vertegenwoordigers
van15 veiligheidsregio’s aanwezig, waarvan ook vertegenwoordigers van
2 politieregio’s en een Officier Veiligheidsregio (Defensie).
Voorafgaand aan de regiobijeenkomsten heeft het ministerie van BZK via internet
het dit voorbereid. Door middel van een internetplatform hebben deelnemers
gereageerd op verschillende stellingen (zie bijlage 2). De regiobijeenkomsten
waren informeel en verkennend van aard. Ze geven het gezichtspunt van
de deelnemers en reflecteren daarmee niet persé het standpunt van de
veiligheidsregio zelf. In dit document vindt u een weergave van de belangrijkste
uitkomsten van de drie regiobijeenkomsten.
Rol politieregio
Vanzelfsprekend speelt ook de politieregio een rol bij de bescherming van de
vitale infrastructuur. Het zwaartepunt van deze rol ligt bij de bescherming van
vitale objecten tegen moedwillige verstoring: ‘security’.
Bovengenoemde bijeenkomsten waren vooral bedoeld voor vertegen-
woordigers van veiligheidsregio’s. De bijeenkomsten stonden echter ook open
voor vertegenwoordigers van politieregio’s. In het hierna volgende verslag
wordt de term ‘veiligheidsregio’ gehanteerd; de daaraan verbonden uitspraken
kunnen ook van toepassing zijn voor de politieregio’s.
6
7
2 Uitkomsten regiobijeenkomsten
Tijdens de drie bijeenkomsten zijn levendige discussies en praktijkuitwisselingen
ontstaan over de bescherming van vitale infrastructuur. De drie bijeenkomsten
hebben zich gericht op 5 onderwerpen:
prioriteit;
verantwoordelijkheidsverdeling;
kennis en informatie;
samenwerking;
borging.
2.1 Prioriteit
Algemeen geldt dat de bescherming van vitale infrastructuur prioriteit
verdient bij de veiligheidsregio’s. Dit komt onder andere door de participatie
van veiligheidregio’s in landelijke projecten als Taskforce Management
Overstromingen (TMO) en Waterrand. Daarnaast geldt dat vitale infrastructuur
de nodige aandacht krijgt door incidenten als de stroomstoringen in Haaksbergen/
de Bommeler- en Tielerwaard en de drinkwaterstoringen in Groningen en Noord-
Holland. Deze incidenten hebben er voor gezorgd dat de Bescherming van vitale
infrastructuur op de bestuurlijke agenda is gekomen.
Ondanks dat de bescherming van de vitale infrastructuur bij veel veiligheidsregio’s
hoog op de agenda moet staan, is van echte bescherming (in termen van concrete
afspraken maken en oefenen) vaak nog geen sprake. Wel zijn er voorbeelden van
veiligheidregio’s waarbij bijeenkomsten tussen publieke en private partijen zijn
geïnitieerd om elkaar te leren kennen en vitale objecten te identificeren.
Met de nationale risicobeoordeling (NRB) krijgen de veiligheidsregio’s elk jaar
de meest relevante dreigingen voor de nationale veiligheid. Deze scenario’s
worden door de nationale overheid met voorrang opgepakt. Veiligheidsregio’s
wordt geadviseerd met voorrang de betekenis van deze scenario’s voor de
eigen regio na te gaan en ze mee te nemen in het regionale beleids- en
crisisplan.
Op dit moment is de vitale infrastructuur breed gedefinieerd: 12 sectoren en 33
producten/diensten (zie bijlage 4). De veiligheidregio’s geven aan dat behoefte
is aan een nadere prioritering van deze 12 sectoren. In de praktijk blijken
veiligheidregio’s vooral elektriciteit, drinkwater en keren & beheren (in het kader
van TMO) aandacht te geven.
Daarnaast zijn er sectoren waar weinig aandacht aan wordt besteed (bijvoorbeeld
voedselvoorziening en financiën). Afspraken met deze sectoren worden vooral
op nationaal niveau gemaakt. Dit zijn sectoren die veiligheidregio’s maar beperkt
kunnen beïnvloeden.
“Prioriteit hangt ook af van de prioriteit die bedrijven er zelf aan geven.
Juist de bedrijven kunnen aandacht creëren voor de bescherming van vitale
infrastructuur, ook bij het bestuur!”
In de eerste maanden van 2008 zijn met een groot aantal vitale partijen
workshops gehouden om meer inzicht te krijgen in de betekenis van
afhankelijkheidsrelaties tussen vitale sectoren en tussen vitale sectoren en
overheidspartijen. Op basis van deze workshops en een aantal onderzoeken
die door andere partijen in de afgelopen jaren zijn gedaan naar het onderwerp
afhankelijkheden (o.a. TNO 2003 en 2008, TUDelft 2008) kan geconcludeerd
worden dat vanwege de afhankelijkheden er een zestal vitale functies zijn die
met voorrang aandacht zouden moeten krijgen.
Het betreft:
• elektriciteit;
• drinkwater;
• ICTenTelecom;
• kerenenbeherenvanoppervlaktewater;
• gas;
• transport(o.a.distributietijdenscrisis).
2.2 Verantwoordelijkheidsverdeling
De bescherming van de vitale infrastructuur is een gedeelde verantwoordelijkheid
van verschillende partijen: nationale overheid, medeoverheden (in het bijzonder
veiligheidsregio’s) en vitale sectoren. Elke partij heeft hierbij zijn eigen specifieke
rol.
Vitale sectoren
De vitale sectoren zijn primair zelf verantwoordelijkheid voor de eigen
continuïteit (van veiligstellen van levering van producten / diensten). Om deze
verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is het van belang samen te werken
met o.a. veiligheidsregio’s. In de bijeenkomsten zijn de volgende punten benoemd
• Ken als vitale sectoren de juiste personen binnen de veiligheidsregio’s
• Vitale bedrijven moeten weten wat ze van veiligheidsregio’s kunnen verwachten
tijdens een crisis. Dit kan bijvoorbeeld zijn, een: bureau, stoel, telefoon en/of
computer in het crisiscentrum. Maar ook bescherming door zandzakken bij een
overstroming of verlenen van toegang aan monteurs in een afgesloten gebied of
specifieke informatie over een bepaalde crisis.
“Vitaal gaat dus vooral om het kijken naar je eigen sector, want je bent als sector
altijd eerst zelf verantwoordelijk”
10
• De veiligheidsregio dient op de hoogte te zijn van de beschermingsmaatregelen
van een vitale sector.
Veiligheidsregio’s
De veiligheidsregio heeft een belangrijke taak bij het handhaven van de openbare
orde en veiligheid (van burgers). In het kader van de bescherming vitale
infrastructuur zou de veiligheidsregio zich op de volgende taken moeten richten
• Het initiëren van samenwerking met en tussen de vitale sectoren in de regio.
• Het initiëren van onderlinge contacten en het tot stand brengen van een
netwerk.
• Het maken van afspraken met beheerders van vitale infrastructuur over: hoe te
communiceren, informatieoverdracht, te nemen maatregelen bij uitval, enz.
• De communicatie richting de burger
• De coördinatie van hulpverlening aan de burger.
Voor bovenstaande taken geldt dat hoe beter de voorbereiding, voorafgaand aan
uitval van vitale infrastructuur, hoe effectiever met de gevolgen kan worden
omgegaan.
Bescherming van vitale infrastructuur is opgenomen in de convenanten die
door het ministerie van BZK zijn afgesloten in het kader van de doelstelling
“rampenbestrijdingoporde”.Concreetbetekentditvoordeveiligheidsregio’s
dat de volgende punten van belang zijn.
1 Kennen van relevante veiligheidspartners: contactpersonen bij de nationale
overheid en de eigenaren/beheerders van de vitale infrastructuur.
2 (wanneer nodig) afspraken maken met veiligheidspartners over
bescherming vitale infrastructuur.
3 De belangrijkste nationale dreigingscenario’s en vitale infrastructuur
(structureel) opnemen in het regionaal beleidsplan en crisisplan.
4 Nationale dreigingen en vitale infrastructuur onderdeel laten zijn bij
oefeningen en wanneer nodig vitale (private) partijen bij de oefening
betrekken.
Nationale overheid
De nationale overheid heeft onder meer als taak veiligheidsregio’s en vitale
sectoren te faciliteren om hun rol bij het beschermen van de vitale infrastructuur
te kunnen vervullen.
11
Vanuit de veiligheidsregio’s worden o.a. de volgende suggesties gedaan om deze
taak van de nationale overheid vorm te geven.
• Op landelijk niveau afspraken maken met diverse sectoren over o.a.
mogelijke maatregelen en continuïteitsafspraken.
• Vanuit de nationale overheid een risicobeoordeling beschikbaar
stellen aan de veiligheidsregio’s (bijvoorbeeld op basis van nationale
dreigingsscenario’s).
• Meer sturen op minimumafspraken met veiligheidsregio.
• Op één plek alle relevante informatie ter beschikking stellen.
2.3 Informatie en kennis
Om de bescherming van de vitale infrastructuur zo optimaal mogelijk te kunnen
vormgeven hebben de veiligheidsregio’s behoefte aan o.a. de volgende kennis/
informatie.
• Dreigingscenario’s: deze worden jaarlijks met de publicatie van de Nationale
risicobeoordeling (NRB) door het ministerie van BZK toegezonden.
• Inzicht in de (domino-)effecten bij uitval van een vitale sector.
12
• Praktijkvoorbeelden (zoals Haaksbergen, Tieler- en Bommelerwaard; maar ook
de vraag hoe om te gaan met de continuïteit van de eigen hulpdiensten).
• Inzicht in relevante wet- en regelgeving.
• Informatie over vitale objecten: vanuit de nationale overheid zullen betrokken
burgemeesters en voorzitters van de veiligheidsregio’s worden voorzien van
relevante informatie (o.a. adres en contactgegevens) over vitale objecten.
• Informatie over onderlinge afhankelijkheden tussen sectoren.
In juli 2008 zal het ministerie van BZK een vertrouwelijke brief met
informatie over de bescherming van de vitale infrastructuur versturen richting
medeoverheden. Meer specifiek is deze brief bedoeld voor:
1 burgemeesters op wiens grondgebied zich een vitaal object van nationaal
belang bevindt; en
2 voorzitters veiligheidsregio’s / korpsbeheerders.
Aanleiding is de vraag van het Strategisch Beraad Veiligheid (SBV) of de
minister van BZK bereid is de medeoverheden te informeren over objecten
die van vitaal belang zijn voor de samenleving.
De informatie betreft o.a. contactgegevens van specifieke vitale objecten
(van nationaal belang) in een bepaalde gemeente/veiligheidsregio. Het
doel van deze informatie is dat de veiligheidsregio’s in contact treden met
de beheerder/eigenaar van een vitaal object en samen met de beheerders/
eigenaren van vitale objecten beschermingsmaatregelen treffen.
Delen van informatie
Het verschilt per sector in hoeverre zij actief zijn in het delen van informatie over
vitale infrastructuur. Zo hebben bijvoorbeeld sommige vitale sectoren te maken
met wettelijke verplichtingen (tot het delen van informatie), maar anderen niet.
T.a.v. het delen van informatie doen de veiligheidsregio’s de volgende suggesties.
1 Lever (vanuit de nationale overheid / vitale sectoren) vooral functionele
informatie aan. Zorg daarbij dat de hoeveelheid informatie beperkt blijft en
op een éénduidige manier wordt aangeboden. De nationale overheid kan
een rol spelen bij het eenduidig aanleveren van informatie richting regio’s
(“information channeling”).
2 Vitale sectoren zijn vaak terughoudend in het delen van deze informatie
vanwege het vertrouwelijke karakter. Het is (ook) de taak van de nationale
overheid vitale sectoren te stimuleren (toch) deze informatie te delen.
13
3 Er zou een landelijk netwerk “multidisciplinaire crisisbeheersing” moeten
komen. Mogelijk in de vorm van een verbreding van het huidige netwerk
crisisbeheersing van de NVBR. Daarnaast kan de nationale overheid landelijke
bijeenkomsten organiseren voor de veiligheidsregio’s (bijvoorbeeld zoals
de huidige regiobijeenkomsten of de eerder in 2007 gehouden regiotafels.
Mogelijk zelfs een meerdaagse bijeenkomst vitale infrastructuur zoals ook voor
TMO is vormgegeven).
4 Een instituut als het Nationaal Adviescentrum Vitale infrastructuur (NAVI),
maar dan voor alle typen van dreigingen (“all-hazards”) zou een stimulans zijn
voor informatie- en kennisuitwisseling.
5 ICT-voorzieningenzoalshetVeiligheidsnetvanZuid-Limburg(meteen
publiekeneenafgeschermddeel)ofCedric(informatie-uitwisselingssysteem)
kunnen goede hulpmiddelen zijn.
6 Het delen van informatie tussen veiligheidsregio’s onderling (o.a. uitwisselen
‘lessons learned en best practices’), maar ook tussen de verschillende
disciplines kan worden verbeterd. Zo zijn er veiligheidsregio’s waarbinnen
bijvoorbeeld informatie over “security” exclusief bij de politie is belegd en niet
wordt gedeeld. Veelal zijn contacten ad hoc (bijvoorbeeld n.a.v. oefeningen) en
kennen nog geen structureel karakter.
14
2.4 Samenwerking
De nut- en noodzaak van samenwerking bij de bescherming van vitale
infrastructuur wordt door zowel veiligheidsregio’s als vitale sectoren onderkend.
Om tot een goede samenwerking te komen is het belangrijk dat partijen elkaar
met regelmaat ontmoeten en informatie uitwisselen. Vitale sectoren waarmee
samenwerking vaak al plaatsvindt zijn elektriciteit en drinkwater.
Soms wordt samenwerking bemoeilijkt door tegenstrijdige belangen tussen vitale
sector (commercieel belang) en veiligheidsregio (maatschappelijke belang) of te
weinig inzicht in elkaars organisatie.
Een deelnemer aan de bijeenkomsten geeft aan dat de samenwerking bij
incidenten over het algemeen goed verloopt, in tegenstelling tot de samenwerking
bij de voorbereiding op incidenten. De veiligheidsregio’s verwacht hier een meer
leidende rol van het rijk.
Om de samenwerking te faciliteren is het ministerie van BZK bezig met het
inrichten van een website (www.nationale-veiligheid.nl). Op deze website
zal alle relevante informatie over vitale infrastructuur worden opgenomen.
Ook zal er (indien daar behoefte aan is) een digitale samenwerkingsruimte
worden ontwikkeld. In deze ruimte kunnen alle relevante partijen (overheid en
bedrijfsleven) op interactieve wijze kennis en ervaring uitwisselen.
“In de huidige situatie kunnen we binnen de veiligheidsregio spreken van
interesse en intenties (moeten we doen), maar nog niet van een structurele
aanpak.”
“Lokale kennis binnen de gezamenlijke diensten is in het algemeen wel
aanwezig, maar is niet structureel gebundeld.”
15
2.5 Borging
Het verschilt per veiligheidsregio in hoeverre de bescherming van vitale
infrastructuur is vastgelegd in het reguliere crisisbeheersingsbeleid. Een aantal
veiligheidsregio’s hebben vitale infrastructuur expliciet opgenomen in het
risicoprofiel, het beleidsplan en het crisisplan. Soms zijn er al concrete afspraken
gemaakt met de vitale infrastructuur (veelal nutsvoorzieningen). Echter, voor het
grootste gedeelte van de veiligheidsregio’s geldt dat de borging van bescherming
vitale infrastructuur verbetering behoeft. Zo is de bescherming van vitale
infrastructuur vaak “smal” ingevuld, bijvoorbeeld met een focus op fysieke
veiligheid. Ook geeft een aantal veiligheidsregio’s aan dat de samenwerking
en afstemming in de praktijk nog niet plaatsvindt omdat relevante informatie
(bijvoorbeeld contactgegevens vitale objecten) ontbreekt.
In bijlage 3 zijn een aantal mogelijke samenwerkingsafspraken opgenomen
die de veiligheidsregio’s en de vitale sectoren kunnen maken. Deze afspraken
betreffen o.a. het:
•afstemmenvancrisisplannen;
•gezamenlijkoefenen;
•participerenvanhetvitalebedrijfinrelevantecrisisoverleggen;
•expliciterenvandecommunicatielijnen(tentijdevancrisis).
“In de oefencirculaire van vorig jaar is de Bescherming van Vitale Infrastructuur
meegenomen. Het geld was ook bedoeld om private veiligheidspartners te
betrekken in de oefeningen.”
16
Veiligheidsregio’s geven aan dat het in de praktijk onmogelijk is om voor alle
ramptypen oefeningen te houden. Daarom ligt steeds meer de nadruk op generiek
oefenen. Het komt de kwaliteit van de oefeningen ten goede als relevante vitale
sectoren worden betrokken.
17
3 Conclusies
Het organiseren van de bijeenkomsten (en de voorbereidende internetsessie)
door het ministerie van BZK is gewaardeerd door de deelnemers van de
veiligheidsregio’s. Dit past bij de ontwikkeling van de veiligheidsregio’s en
de steeds groter wordende aandacht voor vitale infrastructuur.
De uitkomsten van de bijeenkomsten leiden tot de volgende conclusies:
1 De nationale overheid, vitale sectoren en de veiligheidsregio’s zijn zich
allemaal bewust van het belang van de bescherming van vitale infrastructuur
en de noodzaak om daarbij samen te werken. Het onderwerp is nog
betrekkelijk nieuw voor de veiligheidsregio’s.
2 Bescherming vitale infrastructuur is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen
nationale overheid, vitale infrastructuur en veiligheidsregio’s. Het is vooral
belangrijk dat iedereen weet welke verantwoordelijkheid hij heeft en welke rol
hij vervult in relatie tot de andere partijen. Op hoofdlijnen:
• denationaleoverheidfaciliteertensteltkaders;
• devitalesectoriszelfverantwoordelijkvoordecontinuïteit(vanhet
aanleveren van producten en/of diensten);
• deveiligheidsregiobrengtpartijenbijelkaaromgrootschaligeuitval
of verstoring van vitale infrastructuur te voorkomen of een adequate
voorbereiding op gevolgen van uitval te treffen;
• tenslotteheeftookdeburgereeneigenverantwoordelijkheid.Vooralinde
eerste dagen na een crisis of ramp is de zelfredzaamheid van burgers van
belang.
3 Het is van belang dat de betrokken partijen hun onderlinge informatiestromen
zoveel mogelijk op elkaar afstemmen: “information channeling”. Daarbij hoort
ook een vast aanspreekpunt voor “vitale infrastructuur”.
4 Bescherming van de vitale infrastructuur is een taak die ook nu al bij een
veiligheidsregio is belegd. Het is regulier crisisbeheersingsbeleid, alleen met
een nieuwe invalshoek, die extra aandacht vraagt.
5 Alle partijen moeten met elkaar in dialoog komen en blijven, zodat ze elkaar
leren kennen en kunnen samenwerken aan de bescherming van de vitale
infrastructuur.
18
Vervolgtraject
Deze brochure is onderdeel van een traject dat het programma Bescherming
vitale infrastructuur inzet om de veiligheidspartners met elkaar te verbinden.
Er zullen (indien gewenst) meer (netwerk)bijeenkomsten volgen. Daarnaast
zal er een website komen (met relevante informatie zoals best practices) om de
veiligheidspartners bij elkaar te brengen. Op www.nationale-veiligheid.nl zult u
hier nader over geïnformeerd worden.
Een belangrijk aandachtspunt is verder dat de grenzen van veiligheidsregio’s en
verzorgingsgebieden van vitale infrastructuren niet overeenkomen. Dit is het geval
bij bijvoorbeeld drinkwater. Andere vitale infrastructuren zoals gas, en electriciteit
zijn landelijk georganiseerd. Er zal worden gewerkt aan samenwerkingskaders die
recht doen aan de ordening van de veiligheidsregio’s en de vitale infrastructuren.
19
Bijlage 1: deelnemerslijst
Regio Naam Contactgegevens Aanwezig in:
Flevoland Gerrit Spruit g.spruit@brandweerflevoland.nl Zwolle Commandant 0320-276361 brandweer Flevoland
Groningen Hans van der Veen j.h.vander.veen@provinciegroningen.nl Zwolle (provincie gedetacheerd bij brandweer)
Friesland Edith Leentvaar e.leentvaar@hvafryslan.nl Zwolle Beleidsmedewerker 058-2334723 crisisbeheersing
IJsselland Jasper Huizing j.huizing@rijv.nl Zwolle Planvorming multidisciplinaire crisisbeheersing
IJsselland Henk Grevelman h.grevelman@rijv.nl Zwolle Beleidsmedewerker 038 - 4281913 invulling bedrijfskant
Gelderland- Marcel Meeuse m.meeuse@vb.gelderland-zuid.nl Zwolle Zuid Hoofd 024 - 3271513 veiligheidsbureau
Twente Marcel Reefhuis m.reefhuis@regiotwente.nl Zwolle Infrastructuur en 053 – 487 65 24 transport gevaarlijke stoffen Risico-inventarisatie
Gelderland- Frans Timmermans Frans.timmermans@gelderland- ZwolleMidden Politie midden.politie.nl 026 – 352 42 00
Utrecht Erik Verhaagh Erik.verhaagh@utrecht.politie.nl Haarlem CoördinatorCCB 030-2255430 politie
Utrecht Herman Meulendijks h.meulendijks@vru.nl Haarlem VRU teamleider 030-2404484 pro-actie en preventie
Zaanstreek- Harry de Vries h.de.vries@vrzw.nl HaarlemWaterland Beleidsadviseur 075-6811501 veiligheidsbureau
20
Noord-Holland- Wout Buteijn wbuteijn@veiligheidsregio-nhn.nl HaarlemNoord Projectleider 072-5675011 veiligheidsbureau
Gooi en René van Zon Vanzon@rbogv.nl HaarlemVechtstreek Hoofd afdeling 035-6885508 voorkomen en beperken
Hollands- Angélique de Regt a.de.regt@hollands-midden.nl Haarlem Midden Beleidsmedewerker 071-3661864 crisisbeheersing
Haaglanden Joyce Kateman j.kateman@hrh.denhaag.nl Haarlem Beleidsmedewerker 070-3090815 planvorming
Midden- en Gerdus Ernest Gerdus.ernest@ BredaWest-Brabant Beleidsadviseur veiligheidsregiomwb.nl tactisch operationele 013-5325751 planvorming en netwerkonderhoud
Rotterdam- Willem Buiting wb.buiting.01@mindef.nl BredaRijnmond Officier veiligheidsregio’s (defensie)
Rotterdam- Peter Uithol p.uithol@veiligheidsregio-rr.nl BredaRijnmond Senior 010-4468665 beleidsmedewerker stafdirectie risico- en crisisbeheersing portefeuille terrorisme
Zuid-Limburg Henk Urlings h.urlings@rbzl.nl Breda Officier preparatie en 043-4507250 Rampenbestrijding
Zuid-Holland- Ferry van Alphen fvanalphen@veilighiedsregiozhz.nl BredaZuid Medewerker 078-6480493 stafbureau veiligheidsregio – risicoprofiel
21
Bijlage 2: toelichting voorbereiding regiobijeenkomsten
Begin april heeft BZK een platform op het internet geopend. De deelnemers
van de regiobijeenkomsten werden uitgenodigd om op een aantal stellingen te
reageren. Iedere deelnemer heeft elke stelling met een cijfer tussen de 0 en 10
gewaardeerd en deze vervolgens toegelicht.
De stellingen waren onderverdeeld in 3 thema’s en dienden als voorbereiding
op de regiobijeenkomsten. Op deze manier kregen alle veiligheidsregio’s
de mogelijkheid van te voren na te denken over de bescherming van vitale
infrastructuur en de betekenis hiervan voor de eigen veiligheidsregio.
De stellingen waren als volgt.
1 Kennis en informatie
• De veiligheidsregio kent de kansen op uitval van vitale objecten in de regio.
• De veiligheidsregio heeft goed inzicht in de mogelijke gevolgen van het
uitvallen van vitale objecten in de regio.
2 Samenwerking
• De veiligheidsregio is verantwoordelijk voor concrete afspraken met de vitale
sectoren over de bescherming van vitale objecten in de regio.
• De veiligheidsregio speelt bij de bescherming van vitale objecten in de regio
een …rol.
• De veiligheidsregio krijgt van de rijksoverheid en van de vitale sectoren
voldoende informatie om vitale objecten in de regio te kunnen beschermen.
• De samenwerking tussen de veiligheidsregio met de vitale sectoren, t.b.v. de
bescherming van vitale objecten in de regio verloopt over het algemeen goed.
• De veiligheidsregio heeft met de vertegenwoordigers van vitale sectoren
goede afspraken gemaakt over de bescherming van vitale objecten in de
regio.
3 Borging
• De bescherming van vitale objecten in de regio is vastgelegd in het reguliere
crisisbeheersingsbeleid van de regio (denk daarbij aan de risico
inventarisatie, het risicoprofiel, het beleidsplan en het crisisplan).
• De bescherming van vitale objecten in de regio heeft in de beleidscyclus …
prioriteit.
22
Bijlage 3: voorbeelden van mogelijke
samenwerkingsafspraken
Tijdens de bijeenkomsten is vooral gesproken over de verantwoordelijkheden
en rollen van de partijen die betrokken zijn bij de bescherming van de vitale
infrastructuur. Hieronder vindt u enkele voorbeelden over goede samenwerking
tussen de hulpverleningsorganisaties – via de veiligheidsregio – en de vitale
sectoren vorm kan krijgen.
• Afstemming van crisisplannen
Stem het crisisplan van de veiligheidsregio en het calamiteitenplan van
de sector op elkaar af. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in elkaars
crisisorganisatie en ieders taak, rol en bevoegdheid. Afspraken over eventuele
op- en afschaling (denk aan elektriciteit, drinkwater) kunnen hierin worden
opgenomen.
• Afstemming van oefenprogramma’s
Multidisciplinaire oefeningen maken een belangrijk deel uit in de
voorbereiding op calamiteiten. Geef de vitale sectoren vooraf inzicht in
deze oefeningen en betrek relevante bedrijven in deze oefeningen.
• Regulieroverleg
In het kader van haar ‘makelaarsfunctie’ kan de veiligheidsregio’s periodiek
een overleg organiseren waarbij de vitale sectoren uit de regio gezamenlijk
aan tafel zitten. Hierbij gaat het niet alleen om “kennen en gekend worden”
maar ook om inzicht te krijgen in elkaars onderlinge afhankelijkheden en
inzetmogelijkheden bij rampen.
• Communicatielijnvoorde“warmefase”
Vitale sectoren hebben bij incidenten een informatieplicht naar de betrokken
burgemeesters (zie hiervoor de Wet Rampen en Zware Ongevallen). Maak
hierover afspraken hoe die communicatie dan verloopt, bijvoorbeeld als het
wenselijk is die communicatie via de gemeenschappelijke meldkamer te laten
verlopen. Maak ook een afspraak over woordvoering tijdens een calamiteit en
het gebruik van elkaars communicatiemiddelen, zoals een website.
• DeelnamevanuitdesectorenaanRBTenROT
Ga per sector na of er noodzaak dan wel wenselijkheid is om een liaison van
23
een sector vertegenwoordigd zou moeten zijn in het RBT dan wel het ROT.
• Eénaanspreek-encoördinatiepuntbijoverstijgingveiligheidsregio
Wanneer er sprake is van een incident die betrekking heeft op een
voorzieningsgebied van de sector dat één of meerdere veiligheidsregio’s
overstijgt, ga dan na of de betreffende sector per veiligheidsregio een
aanspreekpunt wil hebben of één centraal aanspreekpunt namens alle
betrokken veiligheidsregio’s.
24
Bijlage 4: vitale sectoren, producten en diensten
Sector Product of dienst
Energie 1 elektriciteit 2 aardgas 3 olie
Telecommunicatie/ICT 4 vastetelecommunicatievoorziening 5 mobiele telecommunicatievoorziening 6 radiocommunicatie en navigatie 7 satellietcommunicatie 8 omroep 9 internettoegang 10 post-en koeriersdienst
Drinkwater 11 drinkwatervoorziening
Voedsel 12 voedselvoorziening/-veiligheid
Gezondheid 13 spoedeisende zorg/ overige ziekenhuiszorg 14 geneesmiddelen 15 sera en vaccins 16 nucleaire geneeskunde
Financieel 17 betalingsdiensten/betalingstructuur 18 financiële overdracht overheid
Keren en Beheren oppervlaktewater 19 beheren waterkwaliteit 20 keren en beheren waterkwantiteit
Openbare Orde en Veiligheid 21 handhaving openbare orde 22 handhaving openbare veiligheid
Rechtsorde 23 rechtspleging en detentie 24 rechtshandhaving
Openbaar Bestuur 25 diplomatieke communicatie 26 informatieverstrekking overheid 27 krijgsmacht 28 besluitvorming openbaar bestuur
Transport 29 mainport Schiphol 30 mainport Rotterdam 31 hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet (Rijksinfrastructuur) 32 spoor
ChemischeenNucleaireIndustrie 33vervoer,opslagenproductie/verwerking van chemische en nucleaire stoffen
25
Uitgave
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Programma Bescherming Vitale Infrastructuur
www.minbzk.nl
www.nationale-veiligheid.nl
Productiebegeleiding, dtp en print
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Grafische en Multimediale Diensten
Foto’s
ANP (pagina), Hollandse Hoogte (pagina) Grafisch buro Van Erkelens (pagina),
Vewin (pagina), AMS-IX (pagina)
Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Vermenigvuldigen van informatie uit deze publicatie is toegestaan,
mits deze uitgave als bron wordt vermeld.
42433/3592-GMD13
Juli 2008
26