Post on 10-Jul-2015
Kwartaire klimaatveranderingen:de ijstijden
Wereldvisie H26 (p 241– 250)
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
Het Pleistoceen is het tijdvak van de ijstijden
Klimaat-afkoeling,eerder en sterker bij grotere breedtegraad
begin eerste ijstijd
einde laatste ijstijd
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
Wat is een ijstijd?
gemiddelde jaartemperatuur = 5 à 10°C lager;
Ijstijden of glacialen worden onderling gescheiden door interglacialen of tussenijstijden.
Binnen een ijstijd zijn er ook koude perioden (stadialen) en warmere periodes (interstadialen)
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
(Würm)
(Riss)
(Mindel)
(Günz)
(Donau)
(Biber)
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
Wat is een ijstijd?
gemiddelde jaartemperatuur = 5 à 10°C lager; veel landijs en gletsjers
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
Wat is een ijstijd?
gemiddelde jaartemperatuur = 5 à 10°C lager; veel landijs en gletsjers
Weichseliaan(ca 20 000 YA)
Saaliaan(ca 10 000 YA)
1. Klimaatveranderingen in het Kwartair
Wat is een ijstijd?
gemiddelde jaartemperatuur = 5 à 10°C lager; veel landijs en gletsjersdaling van de zeespiegel
2. Klimaatonderzoek in het (verre) verleden)
# indicatoren voor # periodes:
Laatste eeuwen: jaarringen van bomen Laatste millennia: varven (sedimentlagen in meren)
2. Klimaatonderzoek in het (verre) verleden)
# indicatoren voor # periodes:
Laatste eeuwen: jaarringen van bomen Laatste millennia: varven (sedimentlagen in meren) tot 10 000 YA: pollenanalyse
2. Klimaatonderzoek in het (verre) verleden)
# indicatoren voor # periodes:
tot 10 000 YA: pollenanalyse> 10 000 YA: isotopenverhouding 18O / 16O in
ijskernen en in kalksteen
2. Klimaatonderzoek in het (verre) verleden)
# indicatoren voor # periodes:
tot 10 000 YA: pollenanalyse> 10 000 YA: isotopenverhouding 18O / 16O in
ijskernen en in kalksteen
2. Klimaatonderzoek in het (verre) verleden)
# indicatoren voor # periodes:
tot 10 000 YA: pollenanalyse> 10 000 YA: isotopenverhouding 18O / 16O in
ijskernen en in kalksteen
3. Oorzaken van de ijstijden
Δ stralingsdichtheid ~ kosmografie: Milankovitch(~ excentriciteit, obliquiteit, precessie)
Obliquiteit Precessie
Excentriciteit
3. Oorzaken van de ijstijden
Δ stralingsbalans (= instraling zon – uitstraling aarde)* ligging continenten
hogere breedtes = meer landijs
verstoring oceanische warmtepomp
3. Oorzaken van de ijstijden
Δ stralingsbalans (= instraling zon – uitstraling aarde)* ligging continenten
hogere breedtes = meer landijs
verstoring oceanische warmtepomp
* stof in de dampkring (vulkanen, meteorieten, …)
3. Oorzaken van de ijstijden
Δ stralingsbalans (= instraling zon – uitstraling aarde)* ligging continenten
hogere breedtes = meer landijs
verstoring oceanische warmtepomp
* stof in de dampkring (vulkanen, meteorieten, …)* broeikasgassen in de atmosfeer
* (toeval) meer sneeuw grotere reflectie
duidelijk voorbeeld: “snowball earth”, zo’n 650 MYA(erna begint het Phanerozoïcum rond 541 MYA)
3. Oorzaken van de ijstijden
Veel succes met de
examens!