Post on 07-Jul-2015
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 1
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 2
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 3
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 4
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 5
1 Wat gebeurt er met de aangestoken koplampen van een stilstaande auto op het ogenblik dat de auto start? Verklaar.
• Op het ogenblik dat een stilstaande auto start vermindert de lichtsterkte van de koplampen tijdelijk.
• Het starten van de motor vereist een grote stroomsterkte (geleverd door de elektrische startmotor die de hele motor moet doen draaien zolang de brandstof deze functie niet overneemt).
• Hierdoor wordt de klemspanning : U = Ub - I . Ri veel kleiner dan de bronspanning, en daardoor verminderen de lampen in lichtintensiteit.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 6
2 Waarom daalt de netspanning tijdens de piekuren?
• De spanning van het net daalt op de spitsuren omdat het stroomverbruik dan groot is. • Door de grote stroomsterkte is
het spanningsverlies U - Ub = I . Ri ook groot.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 7
3 Om de inwendige weerstand van een spanningsbron te bepalen, schakelt men een weerstand van 5,0 Ω aan deze bron. De stroomsterkte is dan 6,0 A. Vervolgens wordt deze weerstand door een andere van 8,0 Ω vervangen, waardoor de stroomsterkte 4,0 A wordt. Bereken hieruit de waarde van de inwendige weerstand en de waarde van de bronspanning.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 8
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 9
4 Een spanningsbron wordt op een weerstand van 12,0 Ω aangesloten. De stroomsterkte is dan 0,100 A. Schakelt men vervolgens op deze bron een weerstand van 3,0 Ω dan wordt de stroomsterkte 0,28 A. Bereken hieruit de E.M.S.
en de inwendige weerstand van de bron.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 10
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 11
5 Een spanningsbron met E.M.S. van 1,8 V en een inwendige weerstand van 3,0 Ω wordt over een uitwendige weerstand van 6,0 Ω geschakeld.Bereken hieruit de waarde van de stroomsterkte en van de klemspanning.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 12
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 13
6 Een spanningsbron met E.M.S. van 220 V en een inwendige weerstand van 10,0 Ω levert een stroom van 0,50 A. Bereken hieruit de
klemspanning en de uitwendige weerstand.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 14
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 15
Vermits de lampjes in parallel geschakeld zijn, zal bij het losdraaien van één van de lampjes de totale weerstand toenemen (Rtot = R/n).De totale stroomsterkte neemt af. Het spanningsverlies in de bron (Ri. I) neemt af. Er is dus meer spanning beschikbaar voor de uitwendige kring, dus de overblijvende lampjes zullen sterker gaan branden.
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 16
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 17
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 18
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 19
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 20
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 21
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 22
05/11/11 Niet ideale spanningsbron 23